IJmuider Courant
Noodkreet van
de anatomen:
jfoi Êmêbata g1
joctoiétmlaöet
m
mm
S
■sgm
Voor de snijlessen is
per drie studenten één
lijk nodig. Vroeger is
dat nooit een probleem
geweest, tegenwoordig
komen alle universitei
ten lichamen tekort
12
m
Een gravure van Jan Wande
laar (Leiden, 1747) die bewijst
dat men in die tijd al een dui
delijk inzicht had in de anato
mie van spieren en skelet.
Dit codicil krijgt de aspirant
donor van eigen lichaam in te
vullen en te tekenen. Hij kan er
echter altijd weer af, desnoods
zelfs postuum
Een anatomische les van Mondino de Luzzi, daterend
uit omstreeks 1315. Naar een houtgravure uit een
medisch leerboek, uitgegeven in 1493 te Leipzig.
Geen gesol
Welvaartsinvloed
Pro Deo
Varkens
Diepvries
BAHPAFyS l OJAVLV5
intuiuv
Galenus geeft snijles op een varken (Bazel, 1562) dat volgens zijn leer „dezelfde lichaamsinhoud als een mens
heeft"
Niet leuren
Schijnbegrafenis
NIJMEGEN „Veertig lijken
per jaar in plaats van de vijftien
waarover we nu kunnen beschik
ken" dat is de, op het eerste oog
wat macabere, wensdroom van drs.
L. M. G. Geeraedts, verbonden aan
het Anatomisch Instituut van de
Katholieke Universiteit van Nij
megen. In een artikel in het vak
blad Medisch Contact heeft hy on
langs voor de insiders een nood
kreet geslaakt, maar nu wil hij
in een gesprek dat wij met hem
in zijn instituut hadden het
nog wel eens dunnetjes over doen
om „de leken te bereiken", want
van hen moet hij het, in letterlijke
zin, hebben.
WILSBESCHIKKING
Or «mi de wettelijke vooreebrlften ven de wilsbeschikking t»
voldoen, wordt V verzocht de onderstaande tekst met de hand
binnen het omlijnde gedeelte over te eohrijvcn (inkt of
ball-point)ep bet onderste gedeelte van dit formulier.
Ondergetekende (naas, voornamen)
geboren tede .......(datum en
jaar) verklaart hierbij dat het haar/zijn
uitdrukkelijke wens ie dat sijn/haar stoffelijk
oversohot bestemd wordt voor ontleding in het
Anatomisch Laboratorium der Katholieke Universiteit
te Kijmegen en dat het daarna aai worden begraven,
of indien het van grote betekenie is voor de
wetenschap in het anatomisch instituut zei worden bewaard.
fILSBESCHIKKING
Handtekening!
Cedaan t.
Adres:
DE MEDISCHE studenten moeten na
melijk in hun eerste studiejaar door
daadwerkelijk snijwerk vertrouwd ra
ken met het menselijk lichaam. Niet al
leen om de drempelvrees te overwin
nen die hen van leek tot aspirant-arts
moet maken, maar ook omdat geen
handboek zo indringend wegwijs maakt
als de praktijk. Het grote probleem is
echter dat er niet voldoende mense
lijke lichamen ter beschikking staan
om sectie op te plegen. Op drie stu
denten is één lijk nodig en dat haalt
men thans (en niet alleen in Nij
megen» bij lange na niet. Het ge
vaar zit er nu in dat menig student
niet aan zijn broodnodige praktijker
varing toekomt, of het slechts uit de
„TE WEINIG LICHAMEN
VOOR DE SNIJKAMER"
tweede hand kan meemaken, kijkend
over de schouders van zijn „gelukki
ger" collega's.
HOE IS DAT tekort ontstaan? Men
zou immers aannemen dat bijvoor
beeld de ontkerkelijking en in het al
gemeen de „rationelere" aanpak van
de laatste levensvragen, ook wel de
schroom ten opzichte van het mense
lijk lichaam zouden hebben weggeno
men. In de praktijk echter bestaat er
(deels door onbekendheid met wat
de studenten nu eigenlijk met „je li
chaam gaan uitspoken") een groot
taboe. „Men is" aldus de heer
Geeraedts, „nog steeds bang dat er
met een stoffelijk overschot gesold zal
worden". Dit idee wijst hij echter
met klem van de hand. „Niets is
minder waar. Wanneer studenten met
een ontleding bezig zijn, is er altijd
een wetenschappelijk medewerker bii
onder wiens leiding de toekomstige
artsen werken".
DE TERUGLOOP in het aantal lij
ken is echter voornamelijk afgezien
van de altijd aanwezige schroom te
wijten aan twee grote oorzaken. „In
de eerste plaats" aldus drs. Gee
raedts, „hebben we de enorme schaal
vergroting sinds de tweede wereldoor
log waardoor steeds groter aantallen
studenten naar de universiteit stro
men".
Een duidelijk voorbeeld hiervan is
op zich zelf ai het gigantische nieuw-
bouwcomplex Heyendael aan de rand
van Nijmegen, vaarin ook het Anato
misch Instituut is ondergebracht. Ter
wijl dus het aantal medische studen
ten enorm is toegenomen is het aan
tal beschikbare lijken ook absoluut ge
zien teruggelopen en wel door (tweede
oorzaak van het tekort) de toegenomen
welvaart.
Niet dat de mensen nu te zorgeloos
zijn geworden of minder verantwoor
delijkheid voor de medische weten
schap willen voelen maar simpel om
dat door die welvaart er minder
zwerversen ander randfiguren zijn
Voor de oorlog kon een burgemeester
na de dood van een armlastige zon
der familie dat lichaam gewoon toe
wijzen aan een universiteit. En er wa
ren toen veel armlastigen en zwer
vers!
Weliswaar wordt bijvoorbeeld wel een
arm geamputeerd maar men zorgt
daarbij dat de „boel niet door elkaar
raakt".
VELEN ZULLEN toch wel grieze
len bij die gedachte maar „ik kan U
verzekeren dat de sfeer bij de ontle
dingen neutraal en wetenschappelijk
is," aldus drs. Geeraedts „Net zoals
men als donor bloed ter beschikking
stelt, of „posthuum" bepaalde organen
en hoornvlies voor transplantaties af
staat, zou men ook aan het idee moe
ten kunnen wennen, zijn héle lichaam
ter beschikking te stellen. Men moet
er het zeer positieve, humane van in
zien en afkomen van het taboe", zo
hoopt hij.
JUIST OOK om het ideële van deze
zaak is men er nog niet toe overge
gaan, geld te geven aan de poten
tiële donors. „Dat is nog nergens ter
wereld het geval, zelfs niet in Amerika
waar men wel geld geeft voor het af
staan van bloed bijvoorbeeld. Daar
naast voorziet men ook administra
tieve problemen omdat wellicht be
paalde figuren hun lichaam meerma
len zouden gaan verkopen, terwijl ook
moeilijkheden ontstaan doordat men
te allen tijde zijn toezegging kan her
roepen. „Dan zou men het geld weer
moeten terugstorten wat voor sommi
gen weer een bezwaar kan zijn zodat
de vrijheid van het herroepen be
dreigd wordt."
HEEFT MEN WEL eens gedacht om
lijken te „importeren?" „Welzeker,
er is wel aan gedacht lichamen uit
India te laten komen, maar we
voelen daar toch wel sterk ethische be
zwaren tegen. Vooralsnog gaan we er
niet toe over, al hebben we wel een
offerte uit dat land binnen gekregen,"
zo vertelt drs. Geeraedts. Wellicht is
hij bevreesd voor sluikhandel? „In
derdaad, zoals in Engeland waar cy
nische lieden er tot in de 19e eeuw
een gewoonte van maakten om in de
nacht na een begrafenis het lijk op te
delven en te verkopen."
DAT HEEFT stof geleverd voor me
nige gruwelfilm, waarin men bij
maanlicht louche figuren met spade
en houweel tussen de zerken kon zien
scharrelen om een lichaam, liefst var
een jonge maagd, aan de aarde te ont
rukken om het vervolgens aan suspec
te tweederangs heelmeesters te ver
kwanselen.
OP HET CONTINENT mede on
der invloed van de napoleontische wet
geving werden al gauw maatregelen
getroffen om in de behoefte van de
wetenschap te voorzien. Maar ook in
de middeleeuwen heeft bijvoorbeeld de
r.-k. kerk nooit haar stem verheven te
gen lijkschouwing. Waarschijnlijk om
dat het lichaam na het vertrek van
de ziel letterlijk een ,,s' ffelijk over
schot" van generlei waarde was ge
worden.
HET SCHOUWEN van lijken heeft
Rembrandt in de 17e eeuw geïnspi
reerd tot zijn wereldberoemde doek
EN OOK ALS de familie wél bekend
was met het overlijden van hun verre
verwant, had men t gen zo'n toewij
zing geen bezwaar. Dit vanwege de
„besparing" op de begrafeniskosten
Die vervielen dan immers geheel. De
betreffende universiteit zorgde (en
zorgt ook nu nog) voor de uiteinde
lijke begrafenis of crematie van het
stoffelijk overschot. Dat is na onge
veer drie jaar gerekend van af het
overlijden.
HET LICHAAM wordt n.l. direct ge
balsemd en verder in een vriesruim-
te bewaard. Ook zorgt men dat de
onderdelen van het lichaam in de loop
van die drie jaren bij elkaar blijven.
I
„De Anatomische Les", waarop men
een aantal deftige zwartgerokte heel
meesters ziet rond het lichaam van
een overledene van wie men hand en
arm ontleedt. Zo is door de eeuwen
heen de nieuwsgierigheid naar „wat
er in zit" levend geweest. Merkwaar
dig is daarbij dat men geruime tijd
eigen waarnemingen minder vertrouw
de dan de erkende wetenschappelijke
werken.
Zo had de grote geleerde Galenus
in de tweede eeuw na Christus ge
schreven dat het menselijk lichaam
een vrijwel identieke inhoud had als
dat van een varken. Nog generaties
er na plachten geleerde medici daar
door bij het openen van een mense
lijk lichaam te constateren „dat déze
organen een uitzondering vormden"
op de heilige regels die van Galenus
afkomstig waren. Op den duur bleken
die uitzonderingen zo met elkaar over
een te komen en zo talrijk te zijn dat
men toch maar overging tot de stout
moedige gedachte dat Galenus het dan
wel fout zou hebben gehad.
WANNEER MEN zich tegenwoordig
bereid verklaart, zijn lichaam ter be
schikking te stellen van wetenschap
en onderwijs, dient men zich bij voor
keur eerst in verbinding te stellen
met zijn huisarts. Deze kan veel
schroom en twijfel bij de aspirant
wegnemen. Het blijft, ook voor de
meest nuchtere mens, nu eenmaal een
moeilijk punt zo reëel uit te gaan van
de eigen dood die daarmee immers dui
delijk onder de ogen komt De huisarts
mag overigens niet gaan „leuren" bij
zijn patiënten. Zelfs de suggestie er
toe mag hij niet opweroen. Maar wei
moet hij zo hoopt althans drs. Gee
raedts te allen tijde over de parate
gegevens beschikken om een patient die
zijn bereidheid te kennen geeft, naar
behoren in te lichten
En dit hoeft niet alleen in het zicht
van de naderende dood! Ook al is het
aantal jeugdigen klein onder de aan
bieders, het merendeel is toch hooguit
van middelbare leeftijd van mensen
dus die statistisch nog tientallen jaren
voor de boeg hebben.
VOOR VELEN zal overigens niet zo
zeer het eigen bezwaar tegen sectie
de doorslag geven („zelf ben ik er dan
toch niet meer") ais wel de mogelijke
tegenwerking van familie, die prijs
stelt op een keurige begrafenis. Om in
dit gerechtvaardigde emotionele as
pect te gemoet te komen, wordt veel
al een officiële begrafenisdienst ge
houden volgens de levensbeschouwe
lijke richting van de overledene maar
zonder diens stoffelijke resten
TENSLOTTE' wie zich voor dit ide-
ele doel toch wel graag beschikbaar
stelt kan bij de universiteit in Nijme
gen een formulier aanvragën waarop
hem alle gevens worden verstrekt. Ook
wordt dan een codicil bijgesloten, dat
naar behoren ingevuld als laatste
wilsbeschikking geldt.
Het blijft echter te allen tijde her
roepbaar. Zelfs als de patiënt overle
den is, kan zijn familie nog met een
weigering komen. „In zo'n geval heb
ben we genoeg piëteit om het codicil
te laten vervallen" aldus drs. Gee-
I»q örlfc
JOHN ROOZEN
j