DER .SEEK, INFOR! ii UITSTEK OVER BOEDDHISME „DENKEN OVER DE DOOD" m 14' Oecumenische werkwinkel „Godsdienst is geen doel op zich" Verhelderende beschouwingen Wpt V' mémm Opleiding van predikanten Experimenten- beraad Oud-katholieken bij patriarch 16 w ZATERDAG II APRIL 1970 Erbij (Van een medewerker) PETER VAN DER BEEK, boeddhist en priester binnen de orde Arya Meitreya Mandala (A.M.M.), door ingewijden aangeduid als dé in formant bij uitstek over boeddhisme in het algemeen en dat in Nederland in het bijzonder, is een jonger lijkende veertiger. Sinds vorig jaar is hij part-time verbonden aan het instituut voor Indische talen en culturen van de Groninger universiteit. Met zijn hervormde („dat geeft geen fricties") vrouw en hun vierjarige zoon bewoont hij een flat in een nieuwbouwwijk van Groningen. Transplantatie Voortbestaan Boeddhisme in ons land Priesterfunctie Meditatie 8 c5>" iïiMtï V, V i - Ontwikkelingswerk C""^mw4iw»«ripaecrM3riiwesiw»rir»5ï-^tfi^nnMKnBunmn Het kost nogal wat moeite om hem op het spoor te komen. In zijn werk kamer de wanden bedekt door rijen boeken over het boeddhisme en aan verwante literatuur zegt hij het erg jammer te vinden dat er nog niet zo iets is als een g .«ad werkend informa tiecentrum met betrekking tot het boeddhisme. Daar bestaat grote be hoefte aan, vindt hij, gezien de toene mende belangstelling in ons land voor deze levensbeschouwing. Hij vertelt dat het in de bedoeling ligt het se cretariaat van de in 1967 op zijn ini tiatief in het leven geroepen stichting EEN VAN DE definities van „leven" zou kunnen luiden: „Leven is het ont wijken van de dood". Omdat we allen beseffen, dat het ontwijken een zeer tijdelijke kwestie is en de dood een on vermijdelijke, wordt het onderwerp liefst doodgezwegen. Verstandig is dat natuurlijk niet en wie dat beseft, kan te rade gaan bij „Denken over de dood" een uitgave van Bruna in Utrecht. Het is een compilatiewerk. Gedach ten over de dood zijn erin genoteerd een groot aantal geleerden van naam. Arnold Toynbee is er een van. Hij heeft een groot aantal bijdragen gele verd zoals „Traditionele opvattingen over de dood", „Dood door oorlog", „Toegenomen levensduur en dalende kindersterfte" en dergelijke onderwer pen, cultuur-historische beschouwin gen over het verschijnsel „dood" alzo. A. Keith Mant levert een medische om schrijving van de dood, John Hinton schrijft over „De dokter en de dood" en in het deel Verkennende bespiege lingen vinden we bijdragen van de be kende H. H. Price over „De wereld na de dood" en van Rosalind Reywood, die de dood beziet vanuit parapsycho logisch standpunt Het rijtje onderwer pen en schrijvers is daarmee nog niet uitgeput. In alle gevallen zijn de nieuwste in zichten verwerkt. Het is natuurlijk niet mogelijk een boek als dit met zoveel beschouwingen van allerlei aard, in het kort toe te lichten. Wel wil ik wijzen op een paar inte ressante aspecten. Eén ervan is, dat het vraagstuk van het medisch gestorven zijn in verband met het transplanteren van organen er uitstekend in wordt be handeld. Omdat dit vraagstuk momen teel een onderwerp van gesprek is (tot op de beeldbuis toe), vraagt dit boek dus om een ruime lezerskring. In het boek wordt ook toegelicht hoe binnen godsdienstige kringen de dood en het geloof aan het voortbestaan van de ziel wordt beleefd. Ook in dit opzicht wor den nieuwe theologische gezichtspun ten aangesneden. Nu de laatste jaren ook buiten ker ken en godsdiensten andere vormen van niet-materialistisch denken her nieuwde belangstelling ondervinden, is het ook interessant om kennis te nemen van de beschouwing van Rosalind Hey- wood, die als parapsychologe de nieuw ste inzichten overdraagt met betrek king tot het zich zichtbaar manifeste ren van overledenen. Ook de hardnek kigste agnosticus of materialist zal die verschijningen niet kunnen ontkennen. Wel zal hij omtrent de aard van inzicht verschillen met een „gelovige" als Ro salind Heywood. Hoewel dit boek zich er niet over uitspreekt, nodigt het door zijn veel omvattende aard wel uit tot verder denken en bijvoorbeeld een brug te slaan tussen het transplanteren van or ganen én de parapsychologie. Talrijk zijn de getuigenissen van bijna-gestor- venen, die verklaarden te zijn „uitge treden". Onder narcose in de operatie kamer waren zij „buiten zichzelf" en konden het verloop van de operatie precies navertellen. En als de dood was ingetreden-' Is de' „uitgetreden ziel" hetzelfde fe nomeen als de zich manifesterende schim? En zal hij zich bij voorkeur ma nifesteren in de buurt van de patiënt die met zijn hart verder leeft? Krijgt de begiftigde uitsluitend het levende hart en daarmee verbonden niets van de psyche van de overleden donor-' Hebben psychologen wel eens onder zoekingen verricht naar de verande ringen in de psyche van transplantatie patiënt? Allemaal vragen die een twee de deel van „Denken over de dood" en liefst even uitstekend als dit eerste rechtvaardigen. H.S. Nederlands Boeddhistisch Centrum (Klaproosstraat 28, Zwijndrecht) in de toekomst uit te bouwen tot een derge lijk informatiecentrum. Mijn voorstel dat hij begint iets over zichzelf te ver tellen, wijst hij van de hand. Dat is niet belangrijk. Goed, hoe bent u dan in aanraking gekomen met het boeddhisme? Ik heb altijd een vrij grote belang stelling gehad voor godsdienst in het algemeen, speciaal echter voor oosterse godsdiensten. Via de literatuur ben ik voor het eerst met het boeddhisme in aanraking gekomen ik was toen achttien jaar en dat heeft mij toen dermate gefrappeerd dat ik echt het gevoel had: dit is de richting waarin ik het verder moet zoeken. Geleidelijk is mijn belangstelling voor het boeddhisme verdiept, tot het vrij kort daarna tot een persoonlijke overtui ging is geworden. Het was in ons land toen echt wel een uitzondering dat iemand zo persoonlijk door het boed dhisme gegrepen werd dat hij het tot zijn eigen wereld- en levensbeschou wing maakte, hoewel er toen ook al wel een zekere belangstelling voor het boeddhisme was, met name in theoso fische kringen. U sprak net over wereld- en le vensbeschouwing toen u het over het boeddhisme had en niet over gods dienst. Was dat met opzet? Nee, ik heb dat niet opzettelijk zo gezegd. Het boeddhisme is inderdaad in de eigenlijke zin van het woord geen godsdienst, geen dienst aan God. Het is wel een religie, hetgeen ik als een iets ruimer begrip zie. Het is pri mair een „way of life", maar het in teresseert zich ook voor wat we in alle godsdiensten vinden, problemen van leven en dood, van kwaad en lijden. Je kunt echter niet zeggen: geen gods dienst, dus is het atheïsme. De Boed dha heeft zich bewust over een der gelijk mysterie (God, als u wilt) niet in conventionele zin uitgelaten, dus dat niet in woorden willen formule ren. Want dan zou men kunnen zeg gen: zo heeft hij het gezegd, zo is het. Dat geeft aanleiding tot allerlei dis cussies en dat heeft de Boeddha nu juist willen voorkomen. Met andere woorden, hij laat het aan zijn volgelingen over om dat zelf te bepalen? Nee, zo moet u het ook weer niet zien. Het is niet zo dat' hij daarvan geen kennis had. Maar het niveau, waarop we over een begrip als God kunnen denken, gaat ons dialectisch denken te boven. Met ons denkmate- riaal kunnen we dat andere niveau niet omvatten en derhalve ook niet verwoorden. Wat we er ook over zeg gen, het is fout. Het zijn slechts woor den en woorden zijn niet de hoogste werkelijkheid. Hoe is nu de belangstelling voor het boeddhisme in ons land? Op grond van mijn ervaringen in een grote reeks lezingen kan ik zeg gen dat er in brede kring belangstel ling voor het boeddhisme is, terwijl daarnaast ook de benaderingswijze van het boeddhisme, filosofisch en psychologisch, steeds meer respons vindt. Speciaal bij jongeren is er spra ke van een bijzondere belangstelling, zij het misschien minder voor de wer kelijke religieuze inhoud van het boed dhisme, maar meer omdat het min of meer synoniem is met „oosten". Het is als het ware een etiket dat je plakt op een heel complex van vage ooster se mystiek en al wat daarmee samen hangt. In feite is het boeddhisme een strikt individuele aangelegenheid. Je hebt niet direct zoals in het christendom een heel kerkinstituut nodig met regel matige diensten, sacramenten enz. Iemand kan helemaal voor zich alleen boeddhist zijn, omdat de Boeddha de mens ook steeds weer naar zichzelf terugverwijst. Hier in ons land ont breekt een organisatorische structuur zoals bijvoorbeeld ir. Duitsland, waar een kleine twintig groepen en vereni gingen allemaal goed functioneren. Ik geloof dat dat ook een reden is dat di verse mensen, die wel voor de volle honderd percent sympathiseren met het boeddhisme in ons land toch niet als boeddhisten bekend zijn. Maar hoe oefent u uw priester functie uit. Toch niet individueel? Nee, ik ben lid van de orde Arya Maitreya Mandala, die ook in Neder land enkele kandidaten heeft en een aantal belangstellende leden die niet tot de orde behoren maar die, zoals ze in Duitsland zeggen, de „Gesellschaft" van de AMM vormen. In dat kader heb ik bepaalde verplichtingen. Met name moet ik ervoor zorgen dat kan- Een Nepalees beeldhouwwerk, voor stellende de geboorte van Boeddha in het woud van Lumbini. Hij is omgeven door een ovale nimbus. Zijn moeder, koningin Maya, is af gebeeld met de handen opgeheven en een tak van een asokaboom om vattend. Twee godheden gieten bad water uit over het kind. Boeddhistische monniken in Japan trommelen en zingen eentonige ge beden tijdens hun eredienst. didaten gecoacht worden bij hun stu die en met eventuele problemen bij me kunnen komen. Hetzelfde geldt trouwens voor de leden van de Ge sellschaft. Maar het moet helemaal van de persoon zelf uitgaan. Ik kan dus ni.et als pastoor aan de deur ko men en zeggen: „hoe gaat het ermee, hoe vaak ga je naar de kerk en zo". Dat gaat me niet aan. Hebt u als priester ook een functie in de eredienst? Ja, de orde heeft een eigen ritueel of laat ik liever zeggen een algemeen boeddhistisch ritueel van typisch Ti- betaans karakter. Dat wordt een Pu ja (spreek uit: Poedzjaa) genoemd. Hier in Groningen hebben we een eigen meditatieruimte met alle noodzakelij ke attributen voor het ritueel. Als re gel wordt door mij maandelijks een Puja gecelebreerd waarbij ook wel eens belangstellenden aanwezig zijn. De meditatie neemt in het boed dhisme een belangrijke plaats in. Te genwoordig wordt ook in bepaalde jongerencentra als de Kosmos in Am sterdam meditatie beoefend, maar dan los van enige religieuze achtergrond, hoe vindt u dat eigenlijk? Ik geloof niet dat het raadzaam is dat je zomaar zonder enige voorberei ding begint te mediteren. In het boed dhisme is het ook altijd, hoe zal ik zeggen, een „Stufenweg" geweest. Er moet een innerlijke en een uiterlijke voorbereiding zijn wil er sprake zijn van .een werkelijk heilzame meditatie, en meditatie wordt in deze centra vaak tot doel en daar gaat het hier niet om. Het gaat niet om bewustzijnsverrui ming. Ook hier geldt weer: meditatie moet hulpmiddel zijn en geen doel. In heel veel gevallen is het, dacht ik, ook een wegvluchten uit de eigen situatie. Waar het mediteren echter gezien wordt als een hulpmiddel om grotere klaarheid te krijgen in de eigen situa tie kan het zeer zinvol zijn, mits me thodisch goed opgezet en geleid. Hoe staat u tegenover het gebruik van drugs in dit verband? (Peter van der Beek heeft zich in tensief met de bestudering van het druonrobleem beziggehouden. Op een Studium Generale aan de Utrechtse universiteit in 1967 heeft hij een le zing gehouden over LSD. mystiek en boeddhisme). „In het begin ben ik geneigd ge weest aan te nemen dat dergelijke experimenten, als de hele „setting" goed is, ook in spiritueel opzicht kata lyserend zouden kunnen werken. Die overtuiging heb ik eigenlijk nog wel. Maar ik ben ook van mening dat er ernstige bezwaren aan vastzitten, die een harmonische geestelijke ontwikke ling in gevaar kunnen brengen. De kunstmatig bewerkstelligde bewust zijnsverruiming wordt als een echte mystieke ervaring opgevat. Ik acht dit niet bij voorbaat uitgesloten, maar in het boeddhisme en met name in de boeddhistische meditatie is de mystie ke ervaring niet het hoogste doel. We moeten de meditatie zien als een ef fectief en noodzakelijk hulpmiddel op de weg naar de verlossing. Belangrij ker dan een incidentele mystieke er varing is een werkelijk meditatieve levensinstelling in het gewone alle daagse leven. Een laatste vraag. Denkt u dat er kans is dat christendom en boeddhis me in deze tijd van oecumene dichter bij elkaar komen. En wat kunnen wij van het boeddhisme leren? Het christendom en het boeddhisme om mij tot deze twee te beperken zijn godsdientige instituties, die heel veel mensen graag in stand willen houden. Anderzijds wordt aan hun be staansrecht langzamerhand terecht ge twijfeld. Als we terugkijken op de ge schiedenis van de godsdiensten, dan is het toch wel heel erg bedroevend wat er bereikt is, ondanks 2000 jaar chris tendom en 2500 jaar boeddhisme. Er is feitelijk niets verbeterd. Als je ziet dat er nog overal oorlogen worden ge voerd, dan heeft het christelijk gebod „Gij zult niet doden" in feite bijzon der weinig effect gehad. Ook het boeddhisme in Azië heeft niet die ge stalte gekregen, die het naar de in houd van de religie bekeken zou kunnen hebben. We moeten het heil echt niet van de godsdiensten verwachten, noch van het christendom, noch van het boeddhisme. In die zin geloof ik ook niet in een oecumene van wereldgodsdiensten. Belangrijk is dat je de ander niet benadert vanuit een gevoel van eigen superioriteit, maar dat je hem voor de volle honderd percent respecteert on danks zijn andere godsdienstige opvat tingen. Dat je dus niet, zoals het eeuwenlang geweest is, vanuit het christendom de niet-christelijbe gods diensten benadert in termen van mis sie en evangelisatie („wij brengen het heil, wij hebben de blijde boodschap") maar dat je ziet dat je als christen en als boeddhist in feite slechts één taak hebt, namelijk waarachtig mens te zijn voor de medemens en dat je me kaar daarbij kunt helpen. Dan is er ook de bereidheid van elkaar te leren, bijvoorbeeld terzake van de meditatie. Dat gebeurt ook al. Er zijn bijvoorbeeld diverse paters die in Japan werken of gewerkt hebben, die bijzonder geïnspireerd zijn door de boeddhistische meditatietechnieken en deze ook toepassen in hun eigen ge loofspraktijk. Omgekeerd kan het boeddhisme veel van het Westen leren, bijvoorbeeld in het praktisch-charita- tieve vlak". ij k /''.whs A'i w w -'W'- f'r'''i -ï' ,v.. "At':kv. PETER VAN DER BEEK Voor de oecumenische werkwinkel die op 8, 9 en 10 mei op het terrein van Kerk en Wereld te Driebergen zal wor den gehouden, bestaat nu al grote be langstelling. De bedoeling van deze werkwinkel is inspirerend te werken op plaatselijke en regionale oecume nische initiatiefnemers en op de ver der aanwezige belangstellenden. Het in formatieorgaan „Op de hoogte" van Kerk en Wereld te Driebergen maakt hier melding van. In dit maartnummer van Op de hoogte wordt ook aandacht besteed aan de antiekveiling op 17 april in Het Grote Bos te Doorn, waarvan de op brengst ten goede zal komen aan een nieuwe centrale keuken voor Kerk en Wereld. Al het te veilen antiek is be langeloos door sympathisanten afge staan. Voorts is er uitvoerige informa tie over de conferenties met open in schrijving, waarvan vooral de zomer cursus weken elk jaar weer snel zijn volgeboekt. Ook komt de actie „Esperanza" ter sprake. Deze actie van De Open Deur/ Onderweg voor de bouw van een aan tal huizen in de armoewijk van de stad Cochabamba in Bolovia bracht ruim 30.000,- op in plaats van de geraamde 9.000,-. Een gratis exemplaar van Op de hoogte kan worden aangevraagd bij Kerk en Wereld, De Horst 1, Drieber gen. Er zijn besprekingen gevoerd .tussen de besturen van de hervormde kerk en van de Vrije Universiteit en ver tegenwoordigers van de theologische faculteit van de VU over het openen van de mogelijkheid van een oplei ding aan deze faculteit tot hervormd predikant. Dit overleg is in een zeer goede sfeer verlopen en nuttig en we derzijds informerend geweest. Het overleg wordt voortgezet en verder ook gevoerd met o.a. de gereformeer de kerken. De VU onderhoudt van oudsher een band met de gereformeerde kerken. Er wordt al enige tijd gewerkt aan aan verruimde herformulering van de grondslag uit 1878 van de „Ver eniging voor wetenschappelijk onder wijs op geref. grondslag", waar de VU van uitgaat. Voorts wordt binnen de theologische faculteit van de VU een herstructurering overwogen van het onderwijs, dat reeds anders van opbouw is dan aan de drie rijksuni versiteiten en aan de Universiteit van Amsterdam, waar hervormde a.s. pre dikanten hun opleiding krijgen. Medewerkers van een groot aantal kerkelijke voorlichtingsorganen van over de hele wereld hebben in Drie bergen op „Kerk en Wereld" de af gelopen week met elkaar overlegd hoe zij tot een grotere bundeling kunnen komen van hun communicatiemidde len om de economische en sociale ont wikkeling in de wereld te bevorderen. Zij waren hiertoe uitgenodigd door „Sodepax", het gezamenlijke orgaan van de Wereldraad van Kerken en de pauselijke commissie voor rechtvaar digheid en vrede, waarin ontwikke- lings- en vredesvraagstukken worden besproken. Resultaten van dit overleg zullen verder op regionale bijeenkom sten in Azië en Afrika worden uitge werkt. De deelnemers, niet alleen uit Amerika en uit Europa, maar ook uit Uruguay, de Filippijnen, Kenia, India, Japan, Indonesië en Nigeria .bevelen een inventarisatie aan van de kerke lijke communicatiemiddelen (bij de rooms-katholieke is men hier al aan begonnen: in Brazilië alleen al zijn 98 rooms-katholieke radiostations en 'op de Filippijnen 19). Vervolgens wil men via een wereldomvattend orgaan tot een coördinatie komen van middelen, programma's en opleidingsmogelijkhe den. Verder wordt er een commissie inge steld die zich gaat bezighouden met de mogelijkheden van communicatie via kunstmatige satelieten voor ontwikke lingsdoeleinden. Deze zal ook trachten bij het overleg van de internationale telecommunicatie unie de belangen der ontwikkelingslanden onder de aan. dacht te brengen. Prof. dr. H. A. M. Fiolet, secreta ris van de Raad van Kerken, meent dat te lang geprobeerd is om de oecu mene om zich zelfswille te realiseren, terwijl het slechts een middel is. Kerk en oecumene, aldus prof. Fiolet, zijn middelen tot realisering van Christus' verlossing in deze wereld. Prof. Fiolet sprak op het oecumenisch experimen- tenberaad van het Oecumenisch Actie centrum in Driebergen. Het beraad raakte al snel verzeild in een doelstellingen-discussie. Gesteld werd, dat kerk en oecumene zich maat schappij-critisch in moeten zetten voor een betere wereld. De vraag rees dan wat het eigene van kerk en evangelie is in dat streven naar een nieuwe we reld. Prof. Fiolet zag dit eigene in het christelijk perspectief, dat de we reld niet behoeft te zijn zoals zij is. In de uitgereikte suggesties voor de discussie, opgesteld door prof. Fiolet, drs. Daniel de Lange en Jacques Roos, wordt de verscheidenheid der kerken een verduistering van de heilsbood schap genoemd. Het stuk pleit voor verregaande oecumenische experimen ten aan de basis zoals kanselruil, ge zamenlijke doopdiensten, preekoverleg gezamenlijke diensten, gemengde hu welijksdiensten etc. Het werd wense lijk genoemd, dat de experimentele oecumenische groepen in Driebergen vertegenwoordigd, alle moeite zouden doen om de andere lokale geloofsge meenschappen bij het experimentele kerk-zijn in oecumenische zin te gaan betrekken. In het kader van de onderhandelin gen over verdere toenadering tussen Oud-Katholieken en Oosters-Ortho- doxen zullen namens de Internationale Bisschopsconferentie der Oud-Katho lieke kerken enkele belangrijke stuk ken, betrekking hebbend op de komen, de onderhandelingen, aan de Oecume nische Patriarch van Konstantinopel worden aangeboden, terwijl een spoe dig begin van de theologische ge spreksgroepen zal worden voorbereid. Daartoe zullen de bisschop-coadjutor van Utrecht, mgr. M. Kok en de bis schop der Oud-Katholieke kerk in Duitsland, mgr. J. Brinkhues, op 5 april worden ontvangen door patriarch Athenagoras I. Op 6 april zullen de bisschoppen een zitting bijwonen van de heilige Synode. De beide bisschop pen worden vergezeld door prof. dr. W. Küppers uit Bonn. De voorzitter en secretaris van de Internationale Bisschopsconferentie der Oud-Katholieke kerk, de Aartsbis schop van Utrecht, mgr. dr. A Rinkel en de bisschop van Zwitserland, mgr. dr. U. Küry, brachten reeds eerder, namelijk in 1962, een officieel bezoek aan Patriarch Athenagoras.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 16