Textiel- en confectie wereld wacht gespannen de reacties op midi en maxi af, want DE MODE LAAT ZICH DOOR NIEMAND VOORSCHRIJVEN VROUW Brabants meisje keurmeester van vee en vlees Paprika's au cognac DE MODE-ONTWERPER WIKT, MAAR HET PUBLIEK BESCHIKT! ZATERDAG 11 APRIL 197 0 Erbij 19 HET PUBLIEK laat zich maar ten dele leiden door culturele pio niers. Het bepaalt zelf voor een groot deel de smaakontwikkeling. De wetten, die bepalen welke stijl wèl en welke niet wordt overge nomen en voortgezet, zijn nog niet ontdekt. Onbewust verwerpt of accepteert men. HOFMODE TE BEPERKT NEDERLANDS AANWIJSBAAR i v ONVERKLAARBAAR Marlies Damen, Nederlands eerste vrouwelijke keurmeester van vee en vlees aan het werk in Breda's abattoir. (Van een onzer verslaggevers) De 22-jarige Oosterhoutse sla gersdochter Marlies Damen dee.d deze week in het Haarlemse abat toir met goed gevolg examen cn nu is zij dan de eerste vrouwelijke keurmeester van vee en vlees in ons land. De spanning van de laatste dagen, na maanden blok ken, maakt dat ze nogal zwijgzaam is, maar iets wil ze toch wel ver tellen. fc. I Brigitte Bardot, door miljoenen nagevolgd in haarstijl en ruitjesjurken. (Van een onzer ZAL HET ZWAKKE GESLACHT de mini-mode af zweren om in grote getale over te lopen naar de maxi- of midi-mode? De confectiebedrijven, mode-ontwerpers en de stoffenfabrieken zowel als de modemagazijnen wachten ademloos op de reacties van de vrouw. Men kan nog zoveel voorschrijven, als het bij de vrouw die het tenslotte dragen moet, niet „klikt", is men nergens. Grote belangen staan daarbij op het spel. Dwingend op leggen van een mode is door de eeuwen heen onmoge- redactrices) lijk gebleken. De mode wordt niet zoals vaak wel gesuggereerd wordt door een paar mensen uitge maakt. Net zo min als er sprake is van een zomaar be dachte vorm van architectuur. Mode is een zichtbaar groeiproces van de ene naar de andere cultuurperiode en zq die dit zichtbaar maken, moeten bijzonder ge voelig zijn voor „hetgeen in de lucht hangt". Wie het eerst zijn (juiste) intuïtie volgt heet dan: „de succes volle ontwerper". VOORDAT de mode een belangrij ke industrie werd, zorgden belangrij ke figuren aan de hoven of „demi- mondaine" kringen voor de als mo dieus aanvaarde kostuumverschijnin gen. Maar df zij buiten hun enge krin gen zelf werkelijk de mode verander den is een vraag die niet meer te beantwoorden is. De door de guillotine onthalsde koningin van Frankrijk Ma rie Antoinette en haar modiste Rose Bertin bedachten samen nieuwe va riaties, die via hun hofhouding door andere vorstenhoven nageaapt wer den. Dandy Beau Brummell en d'Or- say deden hetzelfde maar ook konin ginnen in vroeger eeuwen hoe machtig ook waren niet in staat een modesilhouet van de ene op de andere dag te veranderen. Hiervoor moet altijd een voorbereidende onbe wust drang aanwezig zijn. Zelfs zoge noemde mode-explosies als de jazzy- style, de new-look of de mini-mode kwamen niet zo maar. In de kostuums van de jarendie aan deze explosies vooraf gingen ziet men reeds de tekenen waaruit de ver anderingen ontstonden. SOMS BEÏNVLOEDEN bekende per soonlijkheden een bepaald modebeeld. Voorbeelden hiervan waren Edward VII van Engeland en zijn kleinzoon Edward VIII, hertog van Windsor, Marlène Dietrich en James Dean. Maar zij hadden een tè beperkte in vloedsfeer om een echte mode te kun nen brengen. Zij zorgden voor niet veel meer dan variaties binnen een onpersoonlijk ontstaan modebeeld. Verschillende malen is getracht een mode officieel „door te drukken". Zo wilde Karei II van Engeland de Per zische mode er graag in brengen. Al leen zijn hovelingen deden het echter, zij het dan nog voor slechts korte tijd. De Jacobijnse ontwerpen voor een aangepaste revolutiemode zijn nooit nagevolgd. Tsaar Peter de Grote be streed op echt niet zachtzinnige wijze de traditionele Russische baard- en kostuummode om de westerse die 'hij in Zaandam had leren kennen! ervoor in de plaats te kunnen stellen en zo'n dertig jaar geleden schreef Hitier de Duitse vrouwen een eigen kostuumcultuur voor, waarbij men te rug greep op zijns inziens volks-tra- ditionele motieven. DE TEN TIJDE van Hildebrand's „echt Nederlandse mode" bracht hel niet verder dan aanprijzingen van de modebladen uit die dagen, en wat daarin werd beschreven was feitelijk op alle punten gelijk aan de heersende mode op een paar onbelangrijke de tails na. Soms waren ook economische mo tieven aanleiding om een mode te beïnvloeden. Zoals in het midden van de I7de eeuw ,toen de kantindustrie beschermd moest worden. De naar uitbundigheid toegroeiende mode maakte toen gebruik van grote hoe veelheden kant en lint, dat in dichte bundels en rozetten op kostuums werd gezet. Dat het publiek zich echter niet zo maar neerlegt bij maatregelen van de overheid op het gebied van mode be wijzen de klachten over achteruitgang of verdwijnen van industrieën, die door modeveranderingen getroffen werden. Nee, de mode vaststellen of verbie den lukte bijna nooit. Zelfs niet door kerkelijke leiders, die vaak op heftige wijze de „wereldse nieuwlichterij" hebben bestreden en vanaf hun kansel of preekstoel fulmineerden tegen nieuwe (mode)-vormen. Opvallend is voorts dat men na een periode van streng bezuinigen telkens weer een tegenovergesteld modebeeld te zien krijgt. Zo kon de drukke op schik direct na de Napoleontische tijd beschouwd worden als een reactie op de ontzeggingen na de vele oorlogen en de daaruit voortvloeiende verar ming. De Beau Monde wilde tot uit drukking brengen dat zij ver boven dergelijke problemen verheven was. Dus kwamen er stofverslindende mo dellen. Hetzelfde was na de eerste wereld oorlog het geval en ook de extra tex tielpunten vergende New Look-model- len van Christian Dior direct na de Tweede Wereldoorlog, bewezen dat er nog steeds niets veranderd was. VAAK IS ook duidelijk aanwijsbaar welke evenementen invloed op een be paalde mode uitoefenen. Zeker in onze tijd. Zo was de inter nationale belangstelling voor ruimte vaart terug te vinden in verschillende kostuumontwerpen van 1965, waarbij de creaties van Courrèges het meest extreem waren. Zij hadden alleen een wat steriel aandoende koele laborato riumsfeer, door strenge snit, simpele kleuren en patronen. Terwijl hun zo genaamd seksloos effect eveneens op viel. Een tegenovergestelde gelijk tijdige invloed werd veroorzaakt door de belangstelling voor musicals en film. DE MUSICAL „My fair Lady" was de oorzaak van de simpele (flemish look) make up, terwijl in de (grote) hoedenmode duidelijk de vroeg twin- tig-eeuwse invloed te zien was. De invloed die Brigitte Bardot had met haar manier van „haarverzor- ging" die erop neer kwam dat het haar er in lange slierten (of in paarde- staart) bij hing, heeft tot in Franeker en Schin op Geul navolging gevonden. Zo ook de „mode" die op de Beatles geïnspireerd was. Vooral sinds de Tweede Wereldoor log en de opkomst van de „jeugdige consument" trachten fabrikanten een vinger in de modepap te houden. Maar dit geeft nogal wat hoofdbrekens, om dat men winstgevend moet kunnen draaien en duizenden er hun werk in hebben, terwijl de kopers uiteindelijk tóch het laatste woord hebben hoe men het modeklimaat ook tracht te beïnvloeden. UITERAARD speelt de mode-ont werper nog steeds een grote creatieve rol, maar een deel van zijn vrijheid heeft hij moeten afstaan aan zakelijker collega's die op hun intuïtie vertrou wend voor de stoffen, accessoires e* de dessins verantwoordelijk zijn. Via reclamecampagnes tracht men de smaak van het grote publiek te beïnvloeden en in voor de commercie zo prettig mogelijke banen te gelei den, maar steeds weer moet diezelfde commercie bedacht zijn op onvoorzie- m Vince Taylor beïnvloedde de jongensmode van leren jackets e.d. ne invloeden en de onpeilbaarheid van de massa. DE INDUSTRIE moet direct reage ren en in de plotselinge behoefte aan een stof of een kleur onmiddellijk voorzien. Een groepssmaak voor zoge noemde gimmicks of trends is nu een maal met geen duizend marktonder zoekers of computers vooruit met ze kerheid te voorspellen. Het blijft on verklaarbaar. De kledingindustrie en de haar aan verwante branches moeten een kei harde mentaliteit bezitten. Er zijn ka pitalen in geïnvesteerd en iedere fout die gemaakt wordt, kan fataal zijn. Daarom ook bekijken alleen die van de mode leven, de koopbewegingen van de vfouwen zoals biologen insek- ten onder een microscoop bestuderen. Zo kan men dan tegenwoordig ook maxi-j assen op straat zien. Is dat de eerste bode van een nieuwe lente in de mode, die zeker door zal zetten óf worden die jassen gedragen door een exclusieve groep die geen navolging zal vinden? Als u het antwoord zeker wist, zou u een mooie baan in de mode wereld voor het grijpen hebben! BRONNEN: „Mal en mooi in de mode. de geschiedenis van onze kleding", door Jan Duyvetter, uitgave C. A. J. van Dishoerk. Bussum 1969/Archief. „IK BEN tussen vee en vlees groot gebracht", zegt zij. „Zes jaar heb ik in de slagerij van mijn vader gewerkt, als enige van de zes meisjes thuis. Ik weet wat slachten is. Ik wist ook wat er in zo'n slachthuis omgaat. Ik loop al vijf jaar mee in het abattoir in Breda. Marlies Damen is een slanke jonge vrouw in een vuurrood broekpak Als zij zich in wit schort en laarzen tus sen het manvolk in het slachthuis be geeft, valt het op dat ze tenger en klein is. „MANNENWERK, waarom? Het be roep van keurmeester is voor een vrouw niet zwaarder dan voor een man. Als je nou met dieren zou .moe ten sjouwen. Nee, een vrouw hoeft dit vak niet te laten. Een vrouw kan het ook, daar ben ik zeker van". In juli 1969 behaalde Marlies het slagersvakdiploma, na een studie van vijf jaar. Zij wilde echter meer. Haar interesse ging uit naar de ziekteleer en enkele maanden ge,"-,°ri kwam er in een gesprek met dierenarts M. J. M. Driessen, directeur van het slacht huis in Breda, naar voren dat zij keurmeester wilde worden. VOOR HET toelatingsexamen wa ren tweehonderd gegadigden. Zestig werden er toegelaten tot de cursus keurmeester, verspreid over zeven abattoirs. De cursus duurt drie-en-halve maand. Een zware dagstudie: keuring voor en na het slachten, wetskennis, anatomie, bacteriologie, ziekteleer. Het slachtdiploma wordt niet meer vereist. Bovendien zou dierenarts Driessen zo'n eis uit esthetische over wegingen voor een vrouw wat over dreven vinden. OF MARLIES nu stopt met stude ren? „Ik ben wel van plan om door te gaan voor het diploma van laborante keurmeester", zegt ze gedecideerd. „Als keurmeester kun je het treffen, dat je in de buitendienst komt. Dat De vroege kille Pasen is geluk kig voorbij. Het wachten is nu op het echte lenteweer, dat nog wel even zal uitblijven. En dat mag erg pessimistisch klinken, maar een reportage van de Duitse televi sie, die ik een week geleden zag, gaf te denken. De verslaggevers waren in mid- den-Duitsland. waar een boer hen liet zien, dat de egels jongen had den geworpen. De boerenwijsheid in de vorm van een spreekwoord gegoten duidde (vrij vertaald):Wan neer de egels vroeg jongen, blijft het winteren tot in mei. Laten we hopen, dat dat gezegde alleen voor Duitsland geldt' Ook uit onze keuken valt er wei nig opwekkends te melden. De zes kipschnitzels (liefst van gelijke grootte, zoals ik ze bestelde) wa ren knudde. De kwaliteit van het vlees staat buiten kijf, maar afme tingen en vorm bleven ver beneden peil. Da's ééns maar nooit weer, denk je dan. Gelukkig lieten de gas ten verstek gaan, zodat we de stuk ken en stukjes in de familiekring hebben verorberd. Ik kocht deze schnitzels bij een poeliertje, dat er trots op is, zijn konijnen zo mooi te portioneren (in porties te verdelen). Wel, dan wordt het nu tijd voor hem om eens ordentelijke schnitzels uit te snijden. En voor mij was het weer een waarschuwing om nimmer iets on gezien, laat staan al ingepakt, mee te nemen. Als ik ze had gezien, had ik er drie afgekeurd (vet er aan, beentjes erin en met losse flarden vlees eraan hangend). MISSCHIEN hebt u de kille paas dagen wel veraangenaamd met een etentje buitenshuis in een van die vele sterrenrestaurants die wij en onze zuiderburen rijk zijn. Mijn ru briek van vorige week behoeft op dit punt nog enige correctie. Bel gië telt 6 en niet 5 twee-sterren restaurants, zoals ik schreef. Wellicht ook hebt u wat geëxperi menteerd en geproefd. Dat laatste heb ik zelf gedaan. Het was eigen inmaak, mij toegezonden in twee genummerde potjes, door een leze res, die erbij vermeldde dat inma ken haar liefhebberij is. Reepjes paprika met ui in het zuur. Potje I bevatte de inleggerij sec. In pot je II had mevrouw S. wat cognac toegevoegd. Dat was niet te her kennen, maar wel was de smaak van de paprika zachter en geraf fineerder, dan die uit potje I. Ik vind het resultaat voortreffe lijk. Vooral ook omdat we al jaren de ingelegde paprika's uit de oost- europese landen kennen, die altijd gewoon paprika-in-het-zuur zijn ge bleven, zonder de verfijnde toets die mevrouw S. eraan heeft gege ven. Vleessalade TOT SLOT een ideetje voor een vleessalade waarvoor u een pond gekookt rundvlees neemt en 100 gram gerookt spek. U snijdt dat Ules heel fijn en vermengt het met 3 gehakte middelgrote augurken en een grote ui. Dan lost u zes blaad jes gelatine op en stort dit vocht over het vlees dat u in een glazen schaal hebt gedaan. Wanneer de massa is afgekoeld kunt u de schaal omkeren, de vleessalade op een bord deponeren en aansnijden. U kunt ook kleine schaaltjes vullen en elke disgenoot een rond slaatje geven. De salade kan nog gegar neerd worden met radijsjes, partjes citroen, toefjes peterselie of met de al eerder genoemde paprika-in- het-zuur. Pikante saus 1 EEN KOUDE saus voor als het lenteweer aanbreekt maakt u b.v. van 2 doosjes yoghurt, een lepel azijn, 2 eetlepels mosterd knoflook poeder, een kneepje dragon, wat pe terselie voor smaak en kleur, pe per en zout. Pikante saus 11 VOOR EEN andere snel te ma ken saus voor bij vlees gaat u uit van tomatenketchup. U neemt daar voor een derde fles ketchup, een theelepel Worcestershiresauce, 1 oekertje room, 1 ui, zout, peper en suiker. GASTON GOURMET betekent vlees keuren in de fabrieken, slagerijen, restaurants, cafés en der gelijke. Afwisselend werk dus. Aan de lopende band in een exportslagerij ligt dat totaal anders". De directeur van het Bredase slacht huis is van mening dat zijn leerling» mans genoeg is om straks het werk van keurmeester uit te oefenen. ZAL IEDEREEN zijn vee graag la ten keuren door een vrouw? „Daar moeten ze dan maar aan wennen. Misschien vinden sommigen het wel niet prettig, maar dat gaat mij niet aan". Ze loopt een stal binnen waar run deren staan. Een man knikt haar vriendelijk toe. Zij strijkt met haar vingers een pluk haar van een koeie- rug. „Kalm maar", fluistert ze. Even later, in de directiekamer van het abattoir, haalt ze de muts van haar hoofd en ordent haar kapsel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 19