JAN VAN DOOIJEWEERD GROSSIERT IN SUCCESSEN
1
Hoedt u voor de hond
I
.r
ZATERDAG 11 APRIL 1970
Erbij
23
GLAMOUR
De trainingsritten op de natte
zandbaan in Hoofddorp hebben
de sporen achtergelaten op het
gezicht van Jan v. Dooijeweerd.
v
Alleen als het weer zo slecht is dat de paarden verkouden kunnen
worden, onderbreekt men de trainingen in Hoofddorp. Een
dreigend wolkendek kan de negen paardenliefhebbers echter niet
van de dagelijkse training sritten brengen. Rechts Jan van
Dooijeweerd met Hercules V.
VAKMAN
EIGEN KERN
HOOGTEPUNT
Populariteit vloeit groepje
harde werkers in Hoofddorp
nog slechts mondjesmaat toe
(Van onze sportredactie)
HOOFDDORP In mei hoopt Jan van Dooyeweerd zyn duizendste
overwinning in een dra very te kunnen boeken. Die mylpaal zal niet zon
der meer gepasseerd worden, want in het Nederlandse paardensport
wereldje is het tot nu toe nog slechts aan vier pikeurs (Koster, Geersen,
Wagenaar jr. en Vergaay) gelukt om de duizend eerste plaatsen vol te
maken. Achttien jaar lang verschijnt de naam van Van Dooijeweerd
regelmatig op de sportpagina's van de Nederlandse kranten. Zyn naam
zal dan ook vele mensen vertrouwd in de oren klinken, weinigen zullen
zich rijdend over de Hoofddorpse Spieringweg echter realiseren dat die
overwinningenreeks daar wordt voorbereid. Op één van de vele gure,
regenachtige dagen die ons land rijk is valt het entrainement van Van
Dooijeweerd vanaf de weg nauwelijks op in de rij boerderijen langs de
smalle binnenweg. Uit angst voor verkoudheid bij de paarden houdt het
acht man sterke personeel van Jan van Dooijeweerd de 52 paarden uit de
stal zo veel mogelijk binnen. De 800 meter lange trainingsbaan bij de
stallen ligt bij slecht weer dan ook verlaten.
VOOR DE 35-jarige staleigenaar is
het slechte weer een uitstekende ge
legenheid om thuis, enkele tientallen
meters van de baan, eens uitgebreid te
bomen over de figuur Jan van Dooije
weerd in de paardensportwereld. Een
figuur die zich van staljongen opwerkte
tot één van Nederlands succesrijkste
pikeurs. Ondanks de indrukwekkende
serie overwinningen zal de kennis bij
het sportpubliek over Van Dooijeweerd
in het algemeen niet veel verder reiken
dan zijn naam. „De mensen, en waar
schijnlijk de pikeurs zelf ook wel, zijn
hier te nuchter. Je wint, maar van een
werkelijke populariteit kan niet gespro
ken worden", vertelt Van Dooijeweerd.
In het afgelopen weekend heeft hij
zelf weer eens kunnen constateren dat
de bekende pikeurs in het buitenland
daar betere ervaringen mee hebben.
„Een man als Eddy Freundt, die het
eerste Europese kampioenschap won is
in zijn land enorm populair. Pikeurs als
hij zoeken ook de publiciteit. Zij hou
den wel van een stunt", aldus de meer
voudige kampioen van Nederland, die
door een aantal van 144 overwinningen
in het vorige seizoen de eerste plaats,
en daarmee de afvaardiging naar de
eerste Europése titelstrijd voor zich op
eiste.
HET LEVEN VAN een Nederlandse
toppikeur voltrekt zich vrijwel helemaal
zonder de glamour, die zijn collega's in
andere sporttakken wél kennen. Het
bestaan van een pikeur/trainer is, voor
al in het zomerseizoen, een aaneen
schakeling van koersen en voorberei
dingen daarop. Vier maal per week rukt
een afvaardiging van de Spieringweg
uit naar een van de grote banen in de
Randstad. De hippodromes Hilversum,
Mereveld, Nootdorp en Duindigt, waar
Van Dooijeweerd meestal te vinden is
liggen binnen een straal van zeventig
kilometer van het thuishonk. Dat was
ook een van de redenen waarom Jan
v. Dooijeweerd (afkomstig uit Bussum)
zich als beginnend trainer in Hoofd
dorp vestigde. Voor hij zover was had
hy als leerling op een viertal bedrijven
vanaf zijn veertiende jaar stage ge
lopen.
IN HOOFDDORP is de stal van Van
Dooijeweerd inmiddels uitgegroeid tot
een van de toonaangevende bedrijven
in Nederland. De prestatiecurve, be
weegt zich nog steeds in stijgende lijn.
Met de toename van het aantal wed
strijden in ons land gaan de voorberei
dingen op de koersen zoveel tijd in
beslag nemen dat Van Dooyeweerd zich
binnenkort volledig op de koersen gaat
concentreren en de fokkerij achter zijn
huis sluit.
Jan van Dooijweerd heeft voldoende
vertrouwen in de toekomst van het Ne
derlandse draf- en renwezen. „Er zullen
alleen verbeteringen in de accommo
daties aangebracht moeten worden om
het publiek naar de banen te blijven
trekken", vertelt hij. Bovendien acht hij
een verhoging van het prijzengeld in de
koersen onvermijdelijk. „De trainers
zullen daardoor in staat zijn wat meer
aan de verbetering van het peil te
doen". Als voorbeeld haalt hij Frank
rijk aan waar men door meer geld in
de doelbewuste fokkerij te steken een
top kweekt die hij voor Nederland on
bereikbaar acht: „Wij kunnen hier
steunen op een zeer brede middenmoot,
maar een echte Europese zit er niet in,
omdat het in ons land nog allemaal te
provisorisch gaat".
JAN VAN DOOIJEWEERD weet goed
waar hjj over spreekt als hjj verge
lijkingen trekt tussen de Nederlandse
en buitenlandse dravers. Niet alleen als
pikeur, maar ook in zijn kwaliteit als
- ,;.A.
- 1
XV -><-*• v -
.„,1,
gsfiËSSiPaSS#
„Ik had mij natuurlijk wel graag bij
de eerste drie geklasseerd, omdat daar
aan een trip naar Amerika (met wed
strijden op zeven verschillende banen)
verbonden zat. Maar een zesde plaats in
dit gezelschap is voor mij geen tegen
valler," aldus Jan van Dooijeweerd, die
bij een volgende gelegenheid wel zou
willen pleiten voor enkele wijzigingen
in de opzet van deze titelstrijd.
„Wij moesten in Recklinghausen
drie wedstrijden van twee heads rijden.
Bij elke eerste head werd er onder de
elf deelnemers geloot welke paarden
zij zouden rijden. Hierbij waren de
Duitsers in het voordeel, omdat er
vrijwel uitsluitend Duitse paarden ter
beschikking stonden, die zij natuur
lijk het beste kenden. Aan de hand
van de uitslag van de eerste head
werden de paarden voor de tweede
race toegewezen. De eerste winnaar
kreeg het in de tweede head het laatst
aankomende paard toegewezen. Oo
die manier konden de pikeurs dus in
elke eerste head ongeveer bepalen
met welk paard zij de tweede race
zouden rijden. Dat spelletje hadden
de Duitsers gauw door. Ik heb later
ook nog geprobeerd om als laatste aan
te komen, zodat ik het winnende
paard toegewezen zou krijgen, maar
het lukte niet. Je moest trouwens wel
minstens een keer een eerste plaat*
halen, want daar werden naar ver
houding te veel punten aan toege
kend: 18, terwijl de tweede aanko
mende slechts tien punten kreeg."
JAN VAN DOOIJEWEERD wil me»
deze redenering overigens geen af
breuk doen aan de prestatie van de
winnaar, de Westduitser Eddy Freundt.
„Een groot kampioen. Een uitstekend
vakman, die niet minder dan 4000
overwinningen op zijn naam heeft
staan", aldus de Hoofddorpse trainer,
die in het komende hoogseizoen eerst
weer de strijd aanbindt met zijn Ne
derlandse concurrenten. „Ik krijg
mijn kans in een Europees kampioen
schap nog wel. Tenslotte is Freundt
nu ook al 44 jaar. Op hem heb ik nog
negen jaar te goed."
THEO KLEIN
koopman trekt hij regelmatig de grens
over. Zijn activiteiten strekten zich zelfs
uit tot Amerika, vanwaar hij zeven
paarden voor zijn opdrachtgevers in
voerde. Bij die gelegenheden bezocht bij
de beroemde Amerikaanse paarden-
farms, waar jaarlijks tienvouden van
het aantal paarden in zijn stal, getraind
worden.
Van Dooijweerd: „Er zijn daar be
drijven die per jaar zo'n tweehonderd
jaarlingen ter verkoop aanbieden. In die
farms worden door bepaalde syndicaten
enorme bedragen geïnvesteerd." Blazing
Song, een achtjarige hengst, is een van
de ingevoerde paarden die in Hoofd
dorp staan. In 1968 behaalde Jan van
Dooijweerd met dit paard vijf over
winningen in klassiekers en een eerste
plaats in het kampioenschap van Ne
derland, een prestatie die hij dertien
jaar daarvoor reeds met Double Six M
leverde. Van Dooijweerd: „Aan zo'n
koop in Amerika blijft natuurlijk altijd
een risico vastzitten. Wij hebben hier
nu eenmaal niet genoeg geld om daar
de absolute toppers weg te kopen. Daar
om concentreren wij ons op de paarden
die net niet bij de eerste drie lopen."
Blazing Song bleek dus een goede
koop. Na zijn eerste succesjaar in Ne
derland begon de hengst echter te suk
kelen met een blessure aan zijn achter
benen, een tegenslag waar hij nu nog
niet helemaal overheen is. Behalve Bla
zing Song heeft de Hoofddorpse stal de
8-jarige ruin Diogen als vlaggedrager.
Jan van Dooijeweerd hoopt dit jaar met
Diogen een totale winstsom van een ton
te overschrijden .Ilse Hannover en
Island Queen (beiden drie jaar) worden
als mogelijke opvolgers op langere ter
mijn genoemd.
DE HOOFDDORPSE trainer ziet in de
import een gelegenheid om op den duur
aan een sterke Nederlandse kern te
bouwen, waaruit wellicht later nieuwe
Europese toppers voortgebracht zullen
worden. Van Dooyeweerd: „De import
doet de Nederlandse fokkerij goed. Met
de in Nederland geboren veulens van
die paarden kunnen wy een stapje ver
der komen. Over een jaar of tien is
het dan misschien mogelijk om met een
eigen kern verder te werken".
Bij de opsomming van zijn successen,
waaronder twee kampioenschappen van
Nederland, winnaar van de Gouden
Zweep en drie maal de beste pikeur vaa
het jaar, laat Jan van Dooijeweerd de
meeste eer aan de paarden.
„Om in belangrijke koersen te winnen
moet je een goed paard hebben. Geen
enkele trainer kan van een slecht paard
een „winner" maken", aldus Van
Dooijeweerd, die het aanvoelen van de
paarden als een eerste vereiste voor een
goede pikeur noemt: „Verder is het
voornamelijk een zaak van routine. In
mijn jonge jaren wilde ik er ook altijd
tegenaan. Nu heb ik door de ervaring
geleerd dat de paarden „geplukt" moe
ten worden als ze rijp zijn. In de Neder
landse koersen speelt bovendien de tak-
tiek een grote rol. Ook daar moet een
goede pikeur dus kijk op hebben. Het is
hier niet zo dat er van meet af aan ge
sjacherd wordt, zoals dat in de Franse
wedstrijden gewoon is. De races worden
veel meer „bekeken".
Belangrijk is natuurlijk de voorberei
ding van de paarden, de trai
ning, de verzorging. Vrijwel dage
lijks moeten de dravers in beweging
komen, terwijl de kwetsbare paarden
daarnaast een verzorging hebben, die de
zorg van een jonge moeder voor haar
baby dicht benadert. De dertig tot vijf
endertig paarden die in het zomersei
zoen klaar moeten staan voor de wed
strijden geven de negen mensen in de
stal Van Dooijeweerd méér dan een
normale dagtaak. „Er moet dan ook
goed teamwork zijn, anders lukt het
niet", merkt Jan van Dooijeweerd op.
Hij heeft daar blijkbaar niet over te
klagen want zelfs zijn vrouw draagt
haar steentje bij. Na een succesvol zo
merseizoen zag zij in de afgelopen wed
strijd het kampioenschap van Neder
land bij de dames met een punt verschil
aan haar neus voorbijgaan.
JAN VAN DOOIJEWEERD beleefde
op de eerste Paasdag een hoogtepunt
van het afgelopen seizoen in de stryd
om de Europese titel, die voor de eerste
maal in het Westduitse Recklinghausen
werd gehouden. De Nederlandse pikeur
verdiende deze uitzending door zyn
eeuwige concurrent Jan Wagenaar jr in
het afgelopen jaar met een verschil van
15 overwinnigen (144 om 129) te ver
slaan. De zesde plaats die er tenslotte
na zes koersen voor Van Dooyeweerd
uitrolde was voor hem geen teleurstel
ling.
HONDEN en katten zijn in de mees
te gezinnen meer huisgenoten dan huis
dieren. Ze mogen gaan of staan waar
ze willen, de bordjes aflikken en zelfs
mee in bed. Dat is heel fijn voor die
viervoeters, maar niet zonder gevaar
voor de mens. Want honden en katten
kunnen vaak kiemen van gevaarlijke
ziekten op ons overbrengen.
Zes jaar geleden ontdekte een Ame
rikaanse oogarts, dat larven van een
bij honden voorkomende ingewands
worm (de toxocara canis) bij mensen
een ernstige oogafwijking veroorzaken
kunnen. Zo'n ziektegeval is nu ook in
ons land gesignaleerd in het Neder
lands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Daarin heeft het: ongeveer 25 percent
van de volwassen honden scheidt met
de faeces de eieren van de toxocara-
worm uit. Ook veel pups hebben deze
eieren in de ontlasting. Kleine kinde
ren die over de vloer kruipen of in
tuin of speelplaats op de grond zitten,
lopen de grootste kans op infectie.
De ziekteverschijnselen kunnen be
staan uit een algemeen onwelzijn, lich
te koorts buikklachten, vermagering
en afwijkingen in het bloed, maar het
bedenkelijkste is de genoemde oogaf
wijking, die meestal pas na lange tijd
ontdekt wordt.
OOK DE spoelworm van katten kan
een bedreiging zijn voor de gezondheid
van het gezin. Hetzelfde geldt voor be
paalde parasieten bij apen, maar die
worden gelukkig nog niet in grote ge
tale als huisdieren gehouden. Het is nu
raadzaam, hond en poes regelmatig
een wormkuur te geven, waarvoor ver
schillende goede preparaten in de han
del zijn.
HUISDIEREN kunnen ook overbren
gers zijn van ziekten die veroorzaakt
worden door virussen en andere kie
men, die slechts met een ultramicros
coop zichtbaar te maken zijn. Daarom
is het goed, hond en poes alleen in
hun eigen etensbak voedsel te geven
en vooral: hen uit bed en kinderledi-
kant te weren.