SCHRIJVER VAN „ITALIANS" LUIGI BARZINI:
„Er zijn maar heel
weinig Europese
Italianen
Chaos wordt
als heel
normaal
beschouwd
in Italië
Genadeschot na 37 jaar
Franco liquideert
F alange-partij
3<£teine ^ÏOeretd
rrico
Vlinders
Weer betogingen
in Berkeley
VOORTAAN
DUBBEL
GENIETEN
VAN
PEYTON PLACE"
VRIJDAG 17 APRIL 1970
(Van onze correspondent)
ROME Luigi Barzini junior is een zeldzame Italiaan, want hij kan zijn
boeken zelf in het Engels schrijven. Hij deed dat onder meer in 1964 met
„The Italians". Het werd over de hele wereld een best-seller. Ook in Neder
land wordt het boek gelezen. Het is verrassend, omdat een Italiaan zelf
met afstand, humor en begrip over zijn eigen land vertelt. Al kan ook Bar
zini natuurlijk niet laten af en toe in herhalingen te vallen en tegen beter
in wat breedsprakig te worden.
Beroemdheid
Erfgenamen
„Geen chaos"
Wonder
M ovimiento
Gasten
Discriminatie
Vaag
ZO APART.....
Kennemerlaan 38 IJmuiden
telefoon:(02550)-1378l
niet vergeten...
Frïcoeten
Natuurlijk heeft „Die Italians" Barzi
ni geen windeieren gelegd. Dat is te zien
aan het eind van een lange bochtige op
rijlaan, waar de oud-romeinse villa in een
verweerde abrikozenkleur ligt, geflan
keerd door gele inimosabomen en de eer
ste paarse pruimenbloesem
HIER WOONT en werkt de ruim zes
tigjarige Barzini. een knappe oude heer
met griis haar en een bruin-verweerd ge
zicht. Hij is zeezeiler, jager en paardrij
der. In de met hoge boekenkasten betim
merde werkkamer staan de kleurenfoto's
van het jacht van Barzini. van Barzini
op zijn paard en. in het algemeen van
Barzini als de man die tevreden is met
de goede dingen des levens.
TOCH heeft hij zijn fortuin niet hele
maal alleen aan zichzelf te danken. Bar-
zini's vader was in Italië een beroemd
heid in de journalistieke wereld en zijn
moeder was eerst weduwe van de grote
uitgever Feltrinelli. Barzini jr. zoals
de auteur van „The Italians" zich noemt
werd in 1908 in Milaan geboren. Hij
studeerde in de Verenigde Staten aan de
universiteit van Columbia en behaalde
daar zijn titel. In de jaren dertig was
Barzini correspondent van de „Corriere
della Sera" en als speciaal verslaggever
getuige van de meeste grote gebeurtenis
sen uit die tijd.
Mussolini zette in 1940 kort voor Ita-
lië's deelname aan de oorlog in Europa
Barzini in de gevangenis. Na de oorlog
stichtte Barzini tijdschriften en kranten.
Toen „The Italians" een succes werd,
wijdde hij zich helemaal aan schrijven,
in zijn abrikooskleurige huis.
Barzini behoort tot die kleine groep
van mensen zoals ieder land die heeft
voor wie alle deuren van de belang1
rijkste politici en kunstenaars open gaan.
En voor wie over dit land geïnformeerd
dient te blijven, is dat in Rome van nog
grotere betekenis dan ergens anders. Bar
zini is bevriend met communisten en
christen-democraten en verder met ie
dereen behalve de fascisten. Zelf is hij
liberaal. Hij vertelt daarover:
ywwvvwwwwwwwvvwwwvwwwwwwwvwwwv I
craten, christen-democraten en republi
keinen.
Deze centro-sinistra maakte een eind
aan de aanvankelijke centrumregeringen
die gebaseerd waren op de angst voor
het communisme en tot resultaat hadden
dat al de vrije energie in de bevolking tot
ontwikkeling begon te komen. Met het
centro-sinistra kwam een eind aan alles
wat de liberale gedachte in Italië tot stand
had gebracht. Maar het kwam wel meer
overeen met de primitieve en voorvader
lijke samenleving die de Italianen zo fas
cineert: een duidelijk omlijnde maat
schappij waarin iedereen zijn weg kent,
van de wieg tot het graf. Én vooral een
maatschappij waarin alles van boven af
wordt beslist.
Want ook de socialisten zijn voor de
staatsvorm waarbij de macht van boven
komt, zoals er vroeger de prins was die
wapens aan het volk uitdeelde als hem
dat goeddunkte. De christen-democraten
zijn grotendeels van de kerk afhankelijk
en ze hebben deze autoritaire toestand te
aanvaarden. Het waren ook de machtige
anti-liberale krachten die de mars op
Rome van Mussolini mogelijk maakten.
Ook nu weer hebben we te doen met fei
ten die de meeste buitenlanders niet wil
len inzien. Ze zien alleen de westelijk ge
oriënteerde Italianen en dat is een heel
kleine minderheid.
WAT AAN liberale gedachten in Ita
lië de vorige eeuw wortel schoot, kwam
niet uit het Italiaanse volk zelf voort,
maar het werd het opgedrongen van
uit de rest van West-Europa, waar het
liberalisme tot de „Zeitgeist" hoorde.
Een minderheid geloofde in wat van bui
ten kwam en dat werden de liberalen.
Wij nu zijn de erfgenamen van deze klei
ne groep en wij sleepten na de tweede
wereldoorlog Italië Europa binnen, dat
wil zeggen de moderne wereld.
Het was een liberale minister die er
voor zorgde dat Italië aan de Verdragen
van Rome (het begin van de EEG) deel
nam. Er zijn maar heel weinig Europese
Italianen. In ieder geval niet de fascis
ten of de communisten, ook niet de meer
derheid van de socialisten en niet meer
dan een handjevol christen-democraten,
Wat overblijft is een minderheid van drie
kleine niet-confessionele partijen: de so
ciaal-democraten, de republikeinen en de
liberalen. Dat zijn de dragers van de
Europese gedachte."
Barzini behoort tot een typische gene
ratie van Italianen die niet in staat is
antwoord te geven op de vraag wat er
gedaan zou kunnen worden om Italië uit
de impasse te helpen. Sterker nog: de
vraag wordt meestal niet eens begrepen,
Barzini antwoordt dan ook in volmaakte
gelijkmoedigheid: „Wat wij wilden op
bouwen en waarvoor we ons opofferden,
waarvoor we de gevangenis ingingen, dat
is nu allemaal weer teniet gedaan. Ik los
het Italiaanse probleem op door te gaan
zeilen, paard te rijden en te jagen. En
met te schrijven. Mijn zoons zullen
straks op hun beurt in de ondergrondse
beweging moeten gaan, ik heb het opge
geven. De Italianen, de meerderheid al
thans, wil nu eenmaal de „vrijheid" niet,
zoals wij liberalen die verdedigen en zo
als men die in West-Europa wil.
Daarbij vertrouwen vijftien-en-een-half
miljoen Italianen de verdediging van de
vrijheid aan de rooms-katholieke kerk
toe. Aan de kerk aartsvijand van de
staat, dat wil zeggen van de liberale
staat in de 19de eeuw en aartsvijand van
de Italiaanse hereniging."
OP DE VRAAG hoe de chaos in Italië
te verklaren is, heeft Barzini een ant
woord klaar: „Er is geen chaos, dat wil
zeggen wat men in het buitenland als
chaos ziet, wordt hier als volkomen nor
maal beschouwd. De chaos is in de Ita
liaanse situatie ingebouwd. Vreemd ge
noeg zag het er voor de buitenlanders
steeds weer naar uit dat de chaos was
opgelost in die periodes, waarin het land
werd geregeerd door een oligarchie, die
een facade oprichtte van waarachter ie
dereen begon te geloven dat bijvoorbeeld
fascistisch Italië het echte Italië was.
Maar hetzelfde gold in 1860, in 1914 en in
1918 en na de laatste oorlog werd de oli
garchie hersteld door de vorming van de
zogënaamde centro- sinistra-regering, de
combinatie van socialisten, sociaal-demo-
lAftmUWWWWIAAIWIWWWWWIIWWimWIAIWI/lA/
LUIGI BARZINI
BARZINI vervolgt: „Ik geloof dat de
chaos van het ogenblik uit deze eentro-
sinistra-toestand is voortgekomen. Maar
ik weet dat ik in deze mening heftig wordt
aangevallen. De middenlinks regeringen
konden ontstaan, omdat nu eenmaal de
meeste Italianen tegen de bourgeois-we-
reld zijn in de zin waarin die zich in de
19e eeuw ontwikkelde.
De kerk had natuurlijk niets tegeh het
patriarchale centro-sinistra en ook de so
cialisten vonden er vruchtbare bodem.
Wat als het Italiaanse wonder wordt be
schouwd dat in deze periode ontstond: de
fabrieken van Pirelli en Olivetti en wat
niet meer, is niet meer dan een fagade,
opgebouwd uit overblijfselen van een oli-
garchise poging de wereld te doen gelo
ven dat Italië een westeuropees modern
land zou zijn. Maar Italië is geen west
europees land".
De meeste industrieën zijn niet ouder
dan twintig jaar, want ook de al vroeger
bestaande industrie werd na de oorlog van
de grond af opnieuw opgebouwd. De men
sen die in deze fabrieken werken, leven
mentaal echter nog in een voor-industrië
le wereld. Daarom is de verhouding tus
sen het volk en de industrialisatie zoek.
En daarom hebben communisten en so
cialisten met hun patriarchale pro
gramma zo'n grote aantrekkingskracht
in de fabrieken. Maar er is iets anders.
Pirelli sloot een contract tot samenwer
king met Dunlop. Daarmee is Pirelli een
internationale maatschappij geworden.
Het resultaat is dat Pirelli, wat er in Ita
lië ook gebeurt, zal blijven bestaan.
Barzini: „Gisteravond was ik op een
diner bij de minister van Buitenlandse
Handel. Er was nog een onderstaatsse
cretaris van Buitenlandse Zaken. Ze zien
er uit als slagers die net uit de slagerij
zijn binnengebracht, maar dan in smo
kingen ze konden niet één woord in een
andere taal zeggen. Dit zijn de werkelij
ke vertegenwoordigers van het werkelij
ke Italië. Als je naar Ghana gaat, zijn
er mensen die Engels spreken. Italië is
een provinciaals land".
BARZINI heeft intussen een zeemans
pijp opgestoken en de rook van krachtige
en dure Engelse tabak krinkelt door de
studeerkamer met maar één hoog smal
raam op de tuin. Hij vervolgt: „Wat er
in de toekomst gaat gebeuren, weet ik
niet. Er kan van alles gebeuren, maar ik
sluit één van de meest gemakkelijke op
lossingen uit: de coup d'etat van rechts
of van links.
Iedere dramatische ontwikkeling is
bijna onmogelijk. Wat eerder zal gebeu
ren, is nog meer van dat wat we al had
den, een verdergaande aftakeling, meer
macht voor de communisten en hun vrien
den in de regering en de crisis in de kerk
zal zijn afspiegeling vinden in de zwakte
van de christen-democraten. Deze kun
nen zo moeilijk een regering formeren
niet omdat de anderen niet willen, maar
omdat ze zelf innerlijk gespleten zijn. Een
ander gevaar is de slechte toestand waar
in het bestuursapparaat in Italië zich be
vindt. Wie aan de macht zijn, gooien het
hun toevertrouwde geld het raam uit ten
bate van de verkiezingen en van hun kie
zers en overal blijft men met enorme
schulden zitten.
Het volk, dat is niet in de meningen van
de minderheid geïnteresseerd. Men laat
zich meedrijven met de grote stroom en
wat men werkelijk wil, dat is een regime
waarbij ze aan andere dingen kunnen
denken. Dat is een partij van orde, van
geen stakingen, dat is een communistisch
regime".
(Van een speciale medewerker)
LISSABON In Spanje zjjn twee decreten van generaal Franeo gepubliceerd die
met één pennestreek 37 jaar geschiedenis liquideren. De eens zo beruchte Falange-
partij verdwijnt voorgoed van het officiële toneel en alle algemene besluiten van
de leden van die partij die nu nog hoge posities in het regime bezitten worden
aan het oordeel van de regering onderworpen. Het is een genadeschot na de neder
laag die de Falangisten al leden in de machtsstrijd, die eind verleden jaar eindigde
met een kabinetswisseling te Madrid. Admiraal Carrero Blanco en de zogenaamde
technocraten of „opus-dei"-leden zijn hierbij als duidelijke winnaars te voorschijn
gekomen.
Voor het eerst is in Spanje gebruik ge
maakt van een van de uitzonderlijke fa
ciliteiten, die aan het einde van de bur
geroorlog aan generaal Franco werden
verleend: de macht om wetten of decre
ten te maken zonder zelfs de mening te
vragen van de ministerraad, de raad van
state of het parlement.
Aangezien beslissingen van -de Spaan
se ministerraad altijd met algemene stem
men genomen moeten worden, kon gene
raal Franco op deze wijze een mogelijke
onenigheid in het kabinet omzeilen.
Het eerste decreet bepaalt, dat alle be
sluiten van algemene aard die de natio
nale raad van het „Movimiento" (de
staatspartij waarin de Falange is opge
gaan) neemt, de rang van wetten, decre
ten of ministeriële besluiten zullen dra
gen. Dit komt erop neer dat al hun beslis
singen aan de goedkeuring van de rege
ring worden onderworpen, waarin de Fa
langisten het bepaald niet meer voor het
zeggen hebben.
Bepaalde maatregelen van de nationa
le raad kunnen zelfs zonder meer door de
minister die optreedt als algemeen se
cretaris van het Movimiento, worden ge
dicteerd. Admiraal Carrero Blanco en
zijn kabinet van technocraten en „opus-
dei"-leden krijgen met andere woorden
ook controle over het doen en laten van
de nationale raad, het laatste bolwerk van
de Falangisten waarin enkele ex-minis-
ters na de kabinetswisseling hun opvol
gers in het kabinet danig onder schot na
men.
Voorlopig
Het tweede decreet geeft een inleiding
op 'de historische ontwikkeling van het
„Movimiento, dat, zo verluidt het, in 1937
„voorlopig" de naam van de Falange"
adopteerde. Dat kon toen ook moeilijk an
ders, want er bestonden in die tijd, vlak
na het uitbreken van de burgeroorlog, on
der generaal Franco's aanhangers hele
maal geen leden van een Movimiento,
maar des te meer leden van de Falange.
Het Movimiento was een persoonlijke
creatie van Franco, met het doel om alle
aanhangers ondanks hun onderlinge ver
schillende ideologieën onder één leiding te
brengen. De inleiding herinnert er nog
nog eens aan dat generaal Franco voor
het leven tot opperste leider van de
staatspartij is benoemd en onderstreept,
het „voorlopige" karakter van de naam
van de Falange als een vlag die de lading
van het Movimiento dekte.
Op grond hiervan komt het decreet tot
het volgende besluit: „Alle wettelijke da
den die, wanneer dan ook in naam van de
Falange zijn verricht, moeten worden be-
Enige tijd geleden hebben gastar
beiders van diverse herkomst hun
zegje kunnen doen tijdens een tele
visie-uitzending. waarbij duidelijk is
gebleken dat de Turken, Grieken,
Marokkanen, Italianen en Span
jaarden in ons land niet allemaal
zorgeloos gelukkig zijn. Er zijn al
lereerst de voor de hand liggende
moeilijkheden die een vreemdeling in
een zo eigenaardige samenleving als
de Nederlandse altijd ondervindt
een samenleving die niet-ingewijden
steeds weer verrast door karakteris
tieke onbegrijpelijkheden, inhaerent
aan de uitzonderlijke positie waarin
twaalf miljoen individualisten op een
klein stukje land aan de zoom van
het Europese continent zich bevin
den. Daarnaast zijn er echter om
standigheden die voor de gastarbei
ders ronduit bedroevende ervarin
gen met zich meebrengen, ervarin
gen die niet nodig zouden zijn, als
iedereen zich eens terdege realiseer
de welke plichten een gastland draagt
tegenover zijn gasten. Men beseft
te weinig dat er een wezenlijk ver
schil is tussen een machine die men
uit het buitenland invoert en een
mens die uit een vreemd land hier
op uitnodiging vrijwillig komt wer
ken.
De machine kan men na werktijd
in de schuur opbergen, zij heeft
geen menselijke belangstelling nodig
en maalt niet om gezelligheid.
Een Turk of een Marokkaan is
een mens, een beschaafd mens met
weliswaar soms andere maar toch
louter menselijke zeden, opvattingen
en behoeften. Een gastarbeider is een
mens die hier komt leven en er recht
op heeft, volledig als mens te kun
nen leven in omstandigheden die niet
schaaf d menselijk verkeer mogen
liggen.
Het is blijkbaar met ons Neder
lands gevoel voor gastvrijheid niet
zo bijster goed gesteld. Benepen ach
terdocht en stuurse cohesie aan het
eigen stelletje beheersen onze allure
tegenover de vreemdeling en als men
de verhalen hoort zou men denken
dat Nederland eigenlijk één groot
Staphorst is, ofschoon het niet eens
zo erg groot is. Hoe kan zo'n volk nu
de faam hebben, de wereld te heb'
ben opengelegd door een weloverwo
gen cosmopolitisme en tegelijk zo af
werend doen tegenover mensen uit
andere landen? Daarbij komt nog het
onbegrijpelijke dat wij altijd onmid
dellijk diep in onze beurs tasten als
er ergens in India of Perzië mensen
hulp nodig hebben. Aan humaniteit
ontbreekt het ons niet. Misschien is
het een gebrek aan jovialiteit of
charme, aan internationale omgangs
vormen? O ja, dat laatste is het mis
schien wel voornamelijk, want dat
gebrek demonstreert zich ook altijd
zo duidelijk als we met onze voetbal
club naar buitenlandse oorden gaan.
„Wat is uw grootste bezwaar tegen
Nederland?" vroeg de t.v.-commen-
tator in dat programma aan een
Turk. De man dacht diep na en zei:
„Kwilebibonskanogamatteritistikya-
taalmoeilijktaalmoeilijktaalzeermoei-
lijkjabiberadubanja."
Tja, daar kunnen we nu eenmaal
niks aan doen.
Er is een zekere vlindersoort ont
dekt die een bijna ongelofelijke ero
tische vaardigheid heeft ontwikkeld.
Het is namelijk komen vast te staan
dat het mannetje in de paartijd
wie zou hebben durven geloven dat
vlinders een paartijd hebben in hun
toch al zo korte bestaan? zijn
vrouwtje op een afstand van tien ki
lometer kan ruiken. De wetenschap
pelijke wereld staat nu echter voor
een nieuwe raadsel, dat niet zo ge
makkelijk zal zijn op te lossen. Het
is namelijk de vraag of het vlinder
mannetje over zo'n kolossaal gevoe
lig reukorgaan beschikt, dan wel.
of het vrouwtje zo kolossaal stinkt.
Dat laatste is eigenlijk een discri
minerende term die weer echt grof-
menselijk van aard is. Want de man
netjesvlinder, die zich op tien kilo
meter afstand realiseert dat zijn ge
liefde hunkerend op hem wacht en
dat aan zijn neus kan constateren,
begeeft zich onverwijld op weg om de
kilometers al fladderend te over
bruggen. Waaruit blijkt dat de geur
hem aantrekt en in zo'n geval mag
men niet van stinken spreken.
In zekere zin gebruikt de mens in
de erotiek en de daaraan belendende
gebieden dit vlindermiddel ook, maar
dan in de kunstmatige vorm van par
fum. Alleen zijn de afstanden daar
bij belangrijk geringer, want nooit
heeft iemand vernomen dat een jon
geman in IJmuiden zijn neus in de
lucht steekt, snuift en zegt: „Ik
moet naar Annemarie in Haarlem-
Zuid, want ze heeft haar Nuit Dan-
gereuse opengedaan".
Vergeleken Dij landen als Zuid-
Afrika en Rhodesië is Nederland
ogenschijnlijk een paradijs voor alle
mensen van welke huidskleur ook.
Dat is natuurlijk een vergelijking van
nul en generlei waarde,, want in Ne
derland doen zich niet de getalsver
houdingen tussen blank en zwart voor
die in de andere genoemde landen de
problematiek zo donkerbruin maken.
Wij blanke Nederlanders behoeven
geen vrees te hebben dat wij eens
door donkergekleurde massa's in zee
zullen worden gejaagd. Bovendien is
bij ons dat heilzame, onfeilbare mid
del tegen rassenhaat nog steeds volop
in zwang: het gemengde huwelijk, de
echtverbintenis tussen blank en don
ker Als wij daaraan vasthouden, komt
er geleidelijk wat zonniger tint in
onze blanke huidskleur en worden de
zwarten en bruinen langzamerhand
prachtig lichtbruin. Dan is er geen
enkele reden tot discriminatie meer.
Het opnemen en mengen der min
derheden is een methode die elke fac
tor tot huidskleur-haat onherroepelijk
zal doen verdwijnen.
Toch merktmen nu en dan nog
wel de afkeer van blanken voor ne
gers of andere exotische lieden ook
in ons land danig tiert. De verschijn
selen zijn gelukkig sporadisch, maar
nu en dan hoort men van mensen,
die men er niet voor zou aanzien,
opmerkingen die tot nadenken stem
men. Mensen met vooroordelen zijn
gevaarlijke mensen, ook al zijn zij
overigens hoogst fatsoenlijk en aar
dig.
Het is misschien interessant om
over het onderwerp „discriminatie"
iets te vertellen dat de betrouwbaar
heid van opinieonderzoeken in een
vreemd daglicht stelt. Ik ben er na
melijk van overtuigd dat een enquête
in Nederland zou aantonen, dat vijf
ennegentig percent van de bevolking
mannen zowel als vrouwen, behept is
met discriminatoire gevoelens ten op
zichte van negers en joden. Het ligt er
maar aan, welke vragen men stelt.
Die vijfennegentig percent zou er
ongetwijfeld uitkomen, als men de Ne
derlandse bevolking de volgende vra
gen zou voorleggen:
„Meneer (aan de mannen), wat
zou u ervan zeggen als uw vrouw
met een neger thuiskwam?"
„Mevrouw (voor'de vrouwen), wat
zou u ervan zeggen als uw man met
een joods meisje thuiskwam?"
De vijf percent die zou antwoor
den „Ik weet het niet" zou de groep
vormen van de volkomen ontgoochel
den en de zeer argelozen.
Het is niet de bedoeling u alle ver
trouwen in opinie-onderzoeken teonl-
nemen, maar wel zou het raadzaam
zijn voortaan als uw krant een en
quête-uitslag publiceert, van de re
dactie te eisen dat zij de juiste vorm
van de gestelde vragen erbij onthult.
U weet nu, wat er anders kan ge
beuren.
I
schouwd als te zijn gedaan in naam van
het Movimiento".
De leden van de Falange zullen het niet
snel niet deze interpretatie eens zijn, te
meer daar deze partij in de eerste jaren
wel een groot aantal leden had, maar nie
mand ooit precies heeft geweten wie de
leden waren van het Movimiento, een in<
stelling met nogal vage definities.
De grote betekenis van dit alles is, dat
met één pennestreek de 37 lange en his»
torische zwaar geladen jaren van de Fa-
lange-partij verdwijnen. De Falange heeft
nooit bestaan, het is nooit iets anders ge
weest dan het Movimiento.
tp
LOUIS XIV FAUTEUIL
BERKELEY (Reuter). De politie
van Berkeley heeft op het terrein van de
universiteit van Califomië traangas ge
bruikt om studenten te verdrijven. De
studenten demonstreerden ondanks de
pas ingestelde noodtoestand.
De betogers gooiden ruiten van de uni
versiteitsgebouwen stuk en wierpen ook
stenen naar de politie. Zij vielen voorts
het gebouw aan waar de opleiding voor
officieren van de marine-reserve wordt
gegeven.
Dit gebouw was twee dagen geleden
ook het doelwit tijdens de anti-oorlogsde
monstraties. Er werden toen zestig men
sen gewond.
IIUUMMUMMIIMMMUWUUUIIWWUIIMW
ADVERTENTIE
FRICO, KAAS MET EEN GROTE K