119111 Schilder vanuit een vruchtbare traditie TONEEL- iW wwÊm notities ':-p ÉÈÉlÉia! Een der laatste zelfportretten van Kees Verwey. Een door Verwey geschilderd portret van zijn leermeester H. F. Boot. Produktief en veelzijdig Klassieke portretten Het huis aan het Spaarne 108 waar Verwey al dertig jaar woont en werkt. IN HAARLEM STAAT EEN HUIS. Een zeer bij zonder huis, waarvan de speelse gevel sedert 1637 uit ziet op het Spaarne. Een gevel die als specifiek Haar lems kan worden gewaardeerd, vanwege zijn karakte ristieke Tudorbogen met de pittig gehakte kopjes in de sluitstenen en de verlevendiging van het natuur stenen blokwerk tegen de harmonie van de stil-rode baksteen: elementen die de „signatuur vormen van de school van bouwmeester Lieven de Key, schepper o.a. van onze onvolprezen Vleeshal (1603). Dit bijzondere Haarlemse huis, qua architectuur nog altijd spring levend, maar na drie eeuwen wat eenzaam mijmerend tussen'de panden Spaarne 106 en 110, huisvest ook een bijzondere bewoner, die hier anno 1940 zijn leef- en werkruimte vond: de in Amsterdam geboren, maar in Haarlem en omgeving getogen kunstenaar Kees Ver wey, die op 20 april 70 wordt. Omtrent deze datum her denkt hij tegelijkertijd het tijdstip dat hij zich (na ver blijf in Zandvoort, Santpoort en Spaarndam) vóór 40 jaar in Haarlem vestigde en vóór 30 jaar het perceel aan het Spaarne betrok. Zo schilderde Kees Verwey zijn moeder. Zelf ver n ieuzvi tig Verwey Kees -M i? - -J- Huis én bewoner vormen in het Haar lemse klimaat een unieke twee-eenheid, die uit geheimzinnige voorbestemming schijnt gegroeid. Beiden uit vruchtbare traditie geboren, handhaven zij zich daarin, zonder nochtans het zicht op het moderne leven te verliezen. Intussen kan van de relatie tussen huis en kunstenaar worden gezegd, wat Kees Verwey zélf heeft opgemerkt ten aanzien van het huis van zijn leermees ter Boot: „De schilder zelf deel uitma kend van de ruimte, die hij als een grote liefde om zich voelt" Zoals het bijzondere huis van de jon gere „belendende panden" door de tijd vervreemdde, zo dreigt ook het gevaar van isolement voor de bewoner, omdat diens scheppingen werden en worden geboren uit een „credo", dat door het actuele rumoer van de ontkenning wordt overstemd. Een even logisch als onontkoombaar tijdsverschijnsel, dat zijn houdbaarheid nog zal moeten be wijzen, maar Verwey's credo in vele gevallen thans reeds veeleer begunstigt dan ondermijnt. Tegenover de opgesplit ste en kortstondig-levende „consump tieve kunst" van de oppositie, staat Ver wey's trouw aan ziin artistieke idealen, die even vast zijn gefundeerd als het bijzondere huis aan het Spaarne, dat blijft getuigen van de duurzame schoon heid der Hollandse Renaissance. Het aanzienlijk aantal jaren dat Kees Verwey in zo vitale gesteldheid heeft bereikt, is in de eerste plaats voor Haar lem aanleiding oog en oor te openen voor dit Credo van een begenadigd stadsgenoot, die het lot deelt van Frans Hals en Jacobus van Looy, onbekend als hij is voor de zéér vele Haarlemmers buiten de kleine kring van vrienden en bewonderaars. Deze regelen zijn niet bedoeld om le ven en werk van Kees Verwey in ex- tenso te belichten. Zij willen hommage brengen vanaf het „podium", waarop zijn collega Frans Hals in dat andere bijzondere Huis met de signatuur van Lieven de Key de onsterfelijkheid van de klassieke kunst bewijst. Homma ge aan een uiterst produktief en veel zijdig kunstenaar, onaflaatbaar geboeid door alles, waaraan het licht dié kleur geeft en dié gestalte, waarvoor zijn oog en geest het gevoeligst zijn. Gelouterd in het klimaat van zijn leermeester Boot (19261927), heeft hij daarin zijn artistiek profijt getrokken, maar tevens de overwinning behaald door de welhaast orthodoxe beperking ervan te doorbreken, afstand te nemen en artistiek „volwassen", een eigen we reld te scheppen. Geworsteld heeft hij met zijn talenten om geest of omgeving aan zijn modellen zichtbaar te maken, terwijl zijn geloof groot genoeg bleek om in de materie onvermoeid de poëzie te vangen. Poëzie in déze wereld? Laat ons niet té somber zijn: ook in de regionen der abstracten en experimentelen hebben kunstenaars bewezen dat het nog wordt onderkend, dat gefrustreerde geestes kind, dat de poëzie in deze harde en vervuilde wereld is geworden Maar het valt niet te ontkennen dat het in tussen is teruggedrongen in het rand gebied, dat evenals de natuur het aspect van een reservaat heeft gekregen. Een paradijselijk gebied dat bewoners van de welvaartswoestijn, waarin anti kunst wordt geduld en gehuldigd, met heimwee kan vervullen! Dank zij diep-wortelende verworven heden en dat onaantastbaar geloof, houdt Kees Verwey stand in de soms beangstigende stroom van deze aai. een versnellingsproces onderhevige wereld, waarin ook het „gezag" van geest en poëzie werd aangetast ten bate van techniek en consumptie. In het „geeste lijk dispuut met het probleem der wer kelijkheid" (zoals professor Jaffé preg nant formuleert) werd dit onzekere ele ment immers reeds lang ontdaan van zijn historisch geworden omhulsels. Na deze „ontmanteling" is ons overgeble ven de illusie van een meer reële, maar deels ontluisterde wereld, waar de „werkelijkheid" in leefpatroon, dus óók in de kunst, tot abstractie werd en waarin het beeld van de mens vervaag de, psychisch of physisch werd ontleed of onherroepelijk verdween. Zonder afbreuk te willen doen aan de positieve vernieuwingsprocessen in het steeds onoverzichtelijker wordende ge bied der beeldende kunsten, waarin me nigeen verdwaald, van vervreemd of verdrietig raakt, mogen we constateren dat het des te weldadiger toeven is in de geestelijke tuin van Kees Verwey. Bovenal lief in deze oase zijn ons de bloemen, die gestalte geven aan de be lofte van de lente en de weldaad van de zomer: hoogtepunten in zijn oeuvre zijn immers de onwaardeerbare aqua rellen van zijn bloemstillevens, die de natuur huldigend, ver uit gaan boven de ver-beelding van de „werkelijkheid" van natuurschoon alleen. „Een kunst werk" aldus Delacroix „is veeleer een liefdesbrief dan een gespecifieerde re kening". Verwey's bloemen zijn nimmer exacte verantwoording van de specifie ke soort, maar inderdaad getuigen van de innige relatie van de kunstenaar met de natuur, waaraan hij levenslang zijn hart heeft verpand. „Du gleichst den Geist den du be- greifst"... Tegen de achtergrond van deze uitspraak zijn er drie portretten, die men zou kunnen beschouwen als pijlers van de beeltenissen onder Ver wey's hand ontstaan, pijlers tevens van zijn levensbeschouwing: de conterfeit- sels van zijn moeder, van H. F. Boot en van Lodewijk van Deyssel. De talrijke portretten daaromheen getuigen van de betrokkenheid van de kunstenaar met het menselijke of met het leefklimaat, waarin hij zijn opdrachtgevers inspon. Ook de schilderijen, aquarellen en te keningen naar interieur, landschap en stadsbeeld leiden ons binnen in een we reld, waarin nog ruimte is voor de ver wondering, in de klassieke betekenis van het woord. Allen die over Kees Verwey hebben geschreven hebben geaarzeld bij de for mulering van het „etiket" onder zijn levenswerk, waarbij de generaliserende kreet van „laatste der tachtigers" tot een onverantwoorde gemeenplaats is geworden. Mocht deze uiterlijk onafhan kelijke, maar innerlijk toch zeer betrok ken kunstenaar door zijn jachtende tijd genoten worden ervaren als een „stil water" met diepe grond, hij is geen „stilstaand water". Dit geldt ook t.a.v. de MENS Verwey: ingewijden kunnen ervan getuigen dat uit het schijnbaar HET TONEELFESTIVAL te Chi- sester (in Sussex) zal dit jaar op 13 mei worden geopend met de première van Christopher Fry's bewerking van Ibsens „Peer Gynt" gevolgd door een nieuw stuk van Robert Bolt over koningin Eliza beth en Maria Stuart: „Vivat Vi vat Regina! Tot de oudere stuk ken die zullen worden opgevoerd behoren Ben Jonsons „The alche mist" en Bernard shaws „Arms and the Man". HET TONEELSTUK van Peter Weiss, „Trotzki im Exil", waar mee onlangs de nieuwe stads schouwburg van Düsseldorf is ge opend, zal binnen afzienbare tijd zeker niet in de Sovjet-Unie wor den gespeeld. Hoewel Peter Weiss een overtuigd communist is, heeft „Literatoemaja Gazeta", het offi ciële orgaan van de Sovjet-Schrij versbond, hem nu van „grove ideo logische sabotage en belediging van alle Sovjetburgers" beschul digd omdat hij de brutaliteit heeft gehad, het leven te dramatiseren van iemand als Trotzki, die in de Sovjet-Unie nog altijd als een ver rader van de revolutie wordt be schouwd. Zelfs de vorige stukken van Weiss, „Die Ermittlung" en „Wie dem Herrn Mockinpott das Leiden ausgetrieben wird", die in Moskou veel succes hadden, zijn daar na de Düsseldorfse première van „Totzki im Exil" van het re pertoire genomen. OP DE LEEFTIJD van negentig jaar is de eertijds beroemde En gelse actrice, regisseuse en schrijf ster Nancy Price overleden. Zij kwam in 1899 aan het toneel en speelde talloze hoofdrollen in stuk ken, variërend van de tragedies van Shakespeare tot de werken van Pirandello en de musical „Chu Chin Chow". Samen met de Ne derlander J. T. Grein, die destijds een der belangrijkste vernieuwers van het Engelse toneel was, richt te zij in 1930 het „People's Natio nal Theatre" op, dat tot 1950 heeft bestaan. In 1952 beëindigde Nancy Price haar toneel- en filmloopbaan, maar zij bleef wel schrijven. Zij was jarenlang redactrice van een toneeltijdschrift en publiceerde meer dan twintig boeken, voorna melijk over de flora en fauna van het Engelse land. telend in traditionele grond, verjongt aldus zijn kruin in de groei van het nieuwe getij en door eigen scheppings kracht. Voor Kees Verwey betekent 70 jaar geen mijlpaal, waarbij wordt stil gestaan en teruggeblikt, maar de uit kijkpost naar een toekomst met nieu we perspectieven. Dat het bijzoqdere huis aan het Spaar ne nog tal van jaren zijn bijzondere be woner en diens toegewijde vrouw tot leef- en werkplaats mag strekken, is de oprechte wens van allen, die hem waar deren in zijn groot kunstenaarschap! CLAUDE ARRABAL heeft het scenario geschreven voor een „ly rische en dramatische vertoning' die de titel „La guerre de mille ans" draagt en die in augustus tij dens het festival van Avignon in de „cour d'honneur" van het voor malige pauselijke paleis zal worden gegeven onder regie van Jorge La- velli. Er wordt middeleeuwse mu ziek bij uitgevoerd. Ook het gezel schap van het Theatre National Populaire uit Parijs zal, voor het eerst na vier iaar, weer aan dit festival meewerken, o.m. met „Early morning" van Edward Bond en „Le diable et le bon dieu" van Sartre. S.K. H. P. BAARD kalme oppervlak van zijn geest onver wacht stortzeeën kunnen losbreken, die een zeer onthutsende uitwerking heb ben bij de argelozen, die daarop niet verdacht zijn Maar om op de KUNSTENAAR terug te komen wel degelijk geeft Verwey die de abstracten kenschetste als de „astronauten van het penseel" zich rekenschap van het dispuut en heeft hij ook daaruit winst geboekt. De dualiteit van traditionalist én vernieuwer be paalt de ruimte van zijn kunstenaar schap, binnen het kader uiteraard van zijn „credo". In de inleiding van de ca talogus van zijn ere-catalogus van 1960 heb ik gesproken van een „kun stenaarsleven, dat perioden kende en nog perioden belooft"In deze voor spelling heeft Kees Verwey ons na 10 jaar niet teleurgesteld. Door zijn recen te werk vaart de wind der zelfvernieu wing, die zijn scheppingen een dimen sie geeft, waarmee de vermeende on- vervreembaarheid van het klimaat van de „Beweging van Tachting" overtui gend wordt weerlegd. Als Kees Verwey zich zelf realiseert dat hij „de kleuren van dag tot dag weelderiger ziet worden", dan zouden we er met Cézanne van kunnen getui gen dat die groeiende volheid van de kleur die in het oeuvre van Verwey inderdaad waarneembaar is tevens bijdraagt tot verdieping van de inhoud. Vooral in zijn recente aquarellen valt dit te constateren, waarbij de volmaakte beheersing van de techniek de materie dermate verijlt dat deze veeleer over het papier schijnt geademd dan gepen seeld. In deze scheppingen speurt men duidelijk hoe Verwey de oogst binnen haalt, na dikwijls lang en moeizaam ploegen. De stoere boom aan het Spaarne, wor- 1N TWEE ZALEN van de Cité Universitaire bij Parijs wordt dit jaar voor de tweede keer een in ternationale reeks avantgarde-to- neelvoor stelling en gegeven. Er wordt aan deelgenomen door de Spaanse groep Nuria Espert, het New Theatre uit Quebec, het Open Space Theatre uit Londen, de New Group uit New York, de Warehou se Company uit Londen en het gezelschap van Atelier 212 uit Bel grado. De serie voorstellingen duurt tot 20 juni. VOOR DE VIERING van de hon- derdvijftigste geboortedag van Frie- drich Engels (die in 1847 samen met Karl Marx het „Communisti sche manifest" schreef) werkt de Duitse auteur Tankred Dorst aan een toneelstuk, getiteld „Der An- teil der Arbeit an der Menschwer- dung des Affen". Het zal in no vember van dit jaar bij wijze van „feestspel" in Wunpertal, de ge boorteplaats van Engels, worden opgevoerd onder regie van Hans Neuenfels. „THE FRIENDS", HET nieuw ste toneelstuk van Arnold Wesker (schrijver o.m. van „The kitchen" en „Chips with everything"), dat dit seizoen in Stockholm zijn we reldpremière kreeg omdat er geen Londense producer voor te vinden was, zal nu toch in Londen worden opgevoerd. De voorstellingen zullen de volgende maand, onder regie van Wesker zelf worden gegeven in The Roundhouse, de voormalige locomotievenloods die verleden jaar met de „Hamlet" van Nicol Williamson als moderne schouw burg werd ingewijd. Ian Holm en Victor Henry zullen de hoofdrol len spelen. DE NIEUWE dramatisering van de Herakles-legende die de Duitse schrijver Peter Hacks onder de ti tel „Omphale" heeft gemaakt, is bij de wereldpremière in Frank furt zeer slecht ontvangen. De grondgedachte de liefde tussen Herakles en Omphale waarbij de man het vrouwelijke liefdesgevoel en de vrouw het mannelijke wil on dervinden werd door publiek en pers als te gekunsteld afgewezen De vergelijkingen, die werden ge maakt tussen dit werk van Hacks (wiens „Amphitryon" hier door de Toneelgroep Centrum wordt ge speeld) en de Herakles-drama's van Sofokles, Seneca, Wedekind, Pound en anderen vielen geen van alle ten gunste van dit nieuwe stuk uit. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 19