PARTIJSYSTEEM IN DE VERENIGDE STA TEN IS AAN VERNIEUWING TOE Nixon flirt met de „zwijgende meerderheid" rwlfc n ...v Ife MMHb 22 ZATERDAG 18 APRIL 1970 'ic Erbij 23 (Van onze correspondent) WASHINGTON De Amerikaanse Demo cratische partij, die de voormalige minister van Posteryen Larry O'Brien als landelijk voor- OM TE BEGINNEN heeft de partij de kolossale schuld van 35 miljoen gulden overgehouden van de vorige verkiezingscam pagne. Zulke partijschulden wor den in de Verenigde Staten meestal niet zo nauw genomen, maar nu Hubert Humphrey de kans op het Witte Huis vergooide en menige democraat in zijn diepste binnen ste het onuitsprekelijke gevoel heeft dat de kiezers Nixon in 1972 de huur van de ambtswoning aan Pennsylvani Avenue niet zullen opzeggen, wordt het steeds moei lijker om de politieke filantroop te vinden die anders bereid zou zijn geweest met zijn bijdragen de schuld te vereffenen en zich daar mee terloops te verzekeren van een toekomstig ambassadeurschap. Stroman Kennedy PRESIDENT NIXON t# Eén stap voor Kopzorgen GEORGE WALLACE Polarisatie Cijfers i ER ZIJN ernstige redenen, en de be langrijkste daarvan is dat er nog steeds geen aantrekkelijke potentiële kandidaat in zicht is voor de presi dentsverkiezingen in '72. Oud-vice-pre- sident Humphrey, van wie verwacht wordt dat hij zich in mei kandidaat zal stellen voor de senaatszetel, wordt niet alleen door de jongeren maar ook door de oude partijrotten met argwaan bekeken. Men vindt dat zijn figuur nog te veel herinneringen oproept aan pre sident Johnson en diens laatst catastro fale jaar. Bovendien bleek op een bij eenkomst van de partij-groten dat Humphrey veel van zijn gezag in de eigen partijgelederen heeft verloren. HUMPHREY namelijk, slaagde er In de eerste ronde van beraadslagin gen niet in om Uarry o'Brien voor het voorzitterschap te interesseren, terwijl deze zijn eigen verkiezingscampagne had geleid. Pas na vele interne beraadslagingen en het opzetten van een stroman als o'Briens tegenkandidaat, en nadat hij zich had overtuigd van een meerder heid van stemmen, nam o'Brien de uitnodiging aan. In de huidige partij-impasse hadden de democraten zich vermoedelijk geen beter administrateur en organisator kunnen wensen. De 52-jarige o'Brien zitter heeft gekozen, is sinds de presidentsver kiezingen van 1968 nog steeds onzeker op zoek naar een nieuw politiek soortgelijk gewicht, waarmee het zich in de jaren zeventig opnieuw zal kunnen verzekeren van een vestigingsver- was een van de groep van medewer kers van president John Kennedy, die als de „Ierse mafia" werd aangeduid: onzichtbare, uiterst bekwame experts die ieder op hun terrein onbetwistbaar meester van de situatie waren. o'Brien, die later de contactman van Kennedy met het Congres was. ver diende zijn strepen vooral als de meester-strateeg van de partij-staats greep die Kennedy in 1960 de demo cratische kandidatuur voor het presi dentschap bezorgde. Behalve Humphrey beschikken de democraten over de bekende stalpaar- den: senator Edmund Muskie, George McGovern en Edward Kennedy. Sena tor Kennedy heeft zich zo categorisch uitgeschakeld voor een eventuele kan didatuur, dat alleen een massaal be roep op hem nog voldoende druk kan uitoefenen om zijn mening te verande ren. Toch zijn er democraten, bij wie de wens misschien de vader van de gedachte is, die volhouden dat de jon ge senator geenszins uitgeschakeld is. Ze hebben er enkele argumenten voor IN DE EERSTE plaats, zeggen ze, is de senator een Kennedy en dat wil zeggen iemand die zich aan de fami lietraditie verplicht voelt om de afge broken carrières van zijn vermoorde broers voort te zetten. Edward is vol gens deze democraten ook de enige democraat die niet alleen zijn partij kan redden, maar ook nog de aantrek kingskracht voor de jongeren heeft, die het land voor een verdere vervreem ding van de generaties kan behoeden. Tenslotte wijzen deze politieke spe culanten erop, dat Kennedy op het ogenblik, gezien het auto-ongeluk waarbij een voormalige secretaresse van zijn broer om het leven kwam, moeilijk anders kan zeggen dan dat EDWARD KENNEDY gunning voor het Witte Huis. Er zijn weinig redenen om niet te geloven dat de democraten in de komende jaren een harde dobber zullen hebben om weer vat te krijgen op de kiezers die hen traditioneel steunden. Agnew op de liberalen en zijn voor keur voor het soort bijvoeglijke naam woorden, die men in die kringen voor ruimerdenkenden reserveert, Nixons keuze van een onbeduidend en con servatief jurist uit het zuiden voor het hooggerechtshof, en zijn tweeslachtige kat-en-muis-spel met de integratie van de scholen, dat alles is een zorgvuldig gecomponeerde ouverture, die de Wal- lace-aanhangers en de overige conser vatieve zuiderlingen naar het republi keinse kamp moet lokken. En gezien het plotselinge ontstaan van de „Silent Majority" (Zwijgende meerderheid), zijn er meer conservatieven in Ameri ka dan vooral het buitenland zich be wust was. De democraten worden hierdoor voorzover dit republikeinse gemar chandeer inderdaad blijvende resulta ten oplevert in een defensieve posi tie gedreven, waaruit zij zich alleen kunnen bevrijden door óf een nieuwe politieke coalitie te vormen, óf door zich meester te maken van een aantal kwesties, dat de nationale belangstel ling kan opwekken en vasthouden. In de Amerikaanse politiek is echter niets zo moeilijk als het scheppen van nieuwe bondgenootschappen en in dit opzicht moeten de democraten mis schien eindelijk de rekening betalen van een politieke tegenstrijdigheid, die tot nog toe altijd in hun voordeel heeft gewerkt. Want de kracht van de Democrati sche Partij heeft altijd gelegen in twee van een werkelijke oppositiepartij, in plaats van het huidige systeem, waar bij de conservatieve en meer liberale fracties in beide partijen altijd een onverkwikkelijke politieke koehandel moeten bedrijven om voor bepaalde wetten en maatregelen de vereiste meerderheid te vinden. Maar Amerikanen hebben een merk waardige instelling ten aanzien van dit probleem. Zij beschouwen iedere ver andering in het huidige systeem als een aanranding van de principes waar op de Verenigde Staten naar hun me ning, zijn gegrondvest. Deze instelling deed onlangs een senator, die zich voordien had uitgesproken vóór de verkiezing van de president door mid del van een eenvoudige meerderheid van stemmen (in plaats van het inge wikkelde, op de staten gebaseerde, kiescollege), van mening veranderen. ONZEKERE TOEKOMST VOOR DE DEMOCRATISCHE PARTIJ hij geen belangstelling heeft voor de kandidatuur. Van de overige twee meest-ge- noemde kandidaten schijnt senator George McGovern zich te hebben te ruggetrokken voor een eventuele pre sidentiële kandidatuur. Blijft over: senator Muskie, die zich in de verkie zingscampagne van 1968 ontpopte als een onverwacht populair politicus die vaak de juiste toon wist te vinden op ogenblikken dat Hubert Humphrey, met handen en voeten gebonden aan Johnsons Vietnam-erfenis, weinig ruim te had om zich te ontplooien. Maar senator Muskie, hoewel hij het voor deel heeft op Lincoln te lijken, heeft voor de Amerikaan dat geheimzinnige iets dat een Kennedy wel, en een Ad- lay Stevenson niet tot president maak te. Muskie is integer, hij handelt door dacht, zegt de juiste dingen op het goe de ogenblik, maar hij mist Kennedy's elan en Roosevelt's persoonlijkheid, en hij laat een te kleine schaduw achter. Deze ongrijpbare factoren zijn voor een Amerikaanse presidentsverkiezing niettemin even belangrijk als een goed in elkaar getimmerd partijprogram ma. Nog belangrijker: Muskie heeft niet die greep op de liberale jongeren die hen warm deed lopen voor sena tor McCarthy En als de partijbonzen het ergens over eens zijn, dan is het dat het in de presidentsverkiezingen '72 juist zal gaan om deze, wat ouder geworden jongeren. -irJgpr J&fc i Hij had zich bedacht, zei hij, dat een dergelijke kiesmethode zou kunnen leiden tot meer dan twee politieke partijen en dat zou, volgens hem, het einde van de Amerikaanse democratie betekenen. Deze instelling zal het dan ook nog lange jaren uithouden tegen een ver nieuwing van het partijensysteem, die even onvermijdelijk als noodzakelijk lijkt. ALSOF DE interne moeilijkheden van de Amerikaanse Democratische Partij nog niet voldoende zijn om een politieke terugkeer in de komende ja ren pessimistisch te beoordelen, heb ben de democraten nog andere kop zorgen. De grootste darvan is de vraag, in hoeverre een combinatie van president Nixons grove flirt met het traditioneel democratische zuiden en de aantrek kingskracht van de racistische oud gouverneur George Wallace een ver schuiving kan veroorzaken in de coa litie van bevolkingsgroepen, waarop de demoeraten altijd hebben gesteund. Dat waren van oudsher de zuiderlin gen, de arbeiders, de lagere midden stand, de negers en de etnische min derheidsgroepen. Gouverneur Wallace heeft in de ver kiezingsuitslagen van 1968 aangetoond, dat tien miljoen Amerikanen bereid zijn hun gebruikelijke partijvoorkeu ren opzij te zetten om op zijn onaf hankelijke democratische partij te stemmen. Door het systeem van het kiescollege valt erover te twisten of deze stemmen anders vice-president Humphrey aan een overwinning had den kunnen helpen. Maar waar geen meningsverschil over mogelijk is, is dat de pedante ex-gouverneur van Alabama met zijn racistische ideeën en ronduit beleden reactionaire poli tieke opvattingen in 1968 iets losmaak te in het Amerikaanse volk, dat een veel grotere voedingsbodem had dan men voordien had durven veronder stellen. Wallaces uitspraken, op een tijdstip dat de V.S. verscheurd werden door de oorlog in Vietnam, de studenten rellen, het militante optreden van ne gergroepen en de toenemende onvei ligheid in de steden, was tien miljoen burgers uit het hart gegrepen. Hij zou korte metten maken met de hippies, die de orde verstoorden. Hij zou de scholen beveiligen tegen rasvermen ging. Hij zou het politie-apparaat gro tere bevoegdheden geven. Hij zou al les wat liberaal is en er dus onrustige progressieve ideeën op nahield, de mond snoeren. Het merendeel van de kiezers, dat op Wallace stemde, kwam uit traditioneel democratische kringen. PRESIDENT Nixon heeft in het af gelopen jaar onbeschaamd naar de gunst van Wallaces aanhangers gedon gen. De grove aanvallen van Spiro tegenovergestelde factoren. Aan de ene kant zijn zij altijd de progressieve en liberale partij geweest, maar aan de andere kant steunde de partij met een vanzelfsprekendheid die eigenlijk op niets anders dan op partijloyaliteit ge baseerd was, op de stemmen van de conservatieve kiezers in het zuiden. Deze incongruentie heeft verder tot ge volg, dat de conservatieve democrati sche leden van het Congres qua tem perament en politieke instelling hun gelijken vonden onder de republikei nen. Dit leverde de coalitie op, waar tegen de overige Democraten en libe rale Republikeinen dan strijd moesten leveren. DE HUIDIGE politieke ontwikkeling is er een, die in de richting gaat van een politieke polarisatie, die uiteinde lijk tot een ander tweepartijensysteem zou kunnen leiden, waarbij, zoals in Engeland, een zuiver Conservatieve Partij (de republikeinen) tegenover een zuiver Liberale Partij (de Demo craten) komt te staan. Een dergelijke polarisatie zou ook betekenen, dat er dan sprake zou zijn BEHALVE dat president Nixon het de Democraten met zijn zogenoemde „zuidelijke strategie" moeilijk maakt op hun voordien veilig geachte politie ke bases in de zuidelijke staten terug te vallen, heeft hij hen ook op andere manier de wind uit de zeilen genomen. Hij deed dit door de Democraten net steeds een stap voor te zijn in kwesties, die een rol zouden kunnen gaan spelen bij de verkiezingen. Dat deze stap in de meeste gevallen alleen maar een symbolische pas op de plaats was, deed aan de effectiviteit ervan niets af. Het resultaat is, dat de De mocraten er nog steeds niet in ge slaagd zijn een kwestie bij de horens te vatten, die de kiezers aanspreekt, en waarmee zij de president in een zwakke plek kunnen treffen. Nixon ontzenuwde de Vietnam-oor- log tot nog toe door Amerikaanse troepen bij mondjesmaat (maar net voldoende om de publieke opinie te kalmeren) terug te trekken. Hij nam van de Democraten het plan voor een „minimum-salaris" voor de minderbe deelden over (een belasting-technische maatregelen die voor de werkende Amerikanen een soort minimum-inko men garandeert), en lanceerde het als zijn eigen plan. Hij wijdde praktisch zijn hele jaar rede tot het Congres aan de kwestie van de verontreiniging van de men selijke omgeving, een kwestie die al twee jaar geleden door onder andere senator Muskie aan de orde was ge steld en ontnam de Democraten zo de gelegenheid zich daarmee te identi ficeren. Dat de meeste van deze maatregelen, zoals gezegd, geen stappen maar pas sen op de plaats zijn, maakt bij de kiezers minder indruk dan het feit, dat de regering-Nixon zich erover heeft uitgelaten. Het is deze tactiek, die in wezen neerkomt op partij-op portunisme, die niet alleen de Demo craten, maar ook talrijke andere waar nemers frustreert en hun ergernis op wekt. Zij zien hierin een kundig mis bruik van het ambt van de president, en de aantasting van de integriteit ervan. INVLOEDRIJKE Democraten gelo ven dat er op het ogenblik maar twee kernkwesties zijn, die Nixon in de verkiezingen van 1971 ten val kunnen brengen. De eerste is Vietnam, de an dere de nationale economie. Zij zijn van mening (onder andere senator Muskie), dat wanneer de president er over bijna twee jaar nog niet in is ge slaagd met Hanoi tot een vergelijk te komen over de toekomst van Zuid- Vietnam, de kansen zeer groot zijn, dat de anti-oorloesbeweging die pre sident Johnson zijn carrière kostte weer op gang zal komen en ook Nixon zal verhinderen zich voor een tweede termijn als president aan te dienen. Daarnaast beginnen steeds meer Amerikanen en onder hen vooral de boeren in het traditioneel Republikein se midden-westen, in opstand te ko men tegen de scherpe prijsstijgingen van essentiële levensbehoeften, die nu al ruim een half jaar een aanslag doen op de inkomens van miljoenen Ameri kanen. De werkloosheid is de afgelopen maanden tot bijna 4,5 percent van de bevolking gestegen, het hoogste per centage in vijf jaar De zakenwereld is ontstemd door de hoge rentevoet, waardoor uitbreiding van bedrijven en investeringen worden geremd. De Democraten denken dat niet veel meer economische druk nodig is om de regering van Nixon bij de kiezers in een slecht daglicht te plaatsen. Daarentegen weten zij ook, dat juist de economie één van die factoren is, die de regering het makkelijkst ten gunste kan beïnvloeden met een aantal ingrepen, dat Nixon weliswaar tot nog toe niet heeft willen toepassen om het principe van de vrije handel (als van ouds het fundament van de Republi keinen) zo min mogelijk aan te tasten, maar hij zou daar ieder ogenblik toe kunnen overgaan. De komende tussentijdse verkiezin gen voor het Huis van Afgevaardigden en de Senaat zullen min of meer een barometer zijn voor de richting waar in Amerika zich op het ogenblik be weegt. In de Senaat kunnen de Demo craten zeven zetels, en daarmee hun meerderheidspositie, kwijtraken. In het Huis van Afgevaardigden is het vrijwel uitgesloten, dat zij hun meer derheid verliezen. Bovendien is het maar één keer in de Amerikaanse po litieke geschiedenis voorgekomen, dat de regerende partij zetels won bij de tussentijdes verkiezingen dat was in 1932, toen president Roosevelt werd gekozen en het land zich in een econo misch dieptepunt bevond. MEER DAN DE uitslag van deze verkiezingen echter zullen de Demo cratische partijleiders aandacht beste den aan de cijfers, waarmee senator Edmund Muskie, Edward Kennedy en Hubert Humphrey zich zullen weren. Want daarin zal een weerspiegeling te zien zijn, niet alleen van hun popula riteit, maar ook van de kiezersvoor keur voor de ideeën, die zij hebben gepropageerd (Muskie heeft de oorlog in Vietnam weer centraal gemaakt in zijn toespraken, terwijl Kennedy zich vooral heeft beijverd voor de dienst plicht en betere sociale vöorzieningen voor de minderbedeelden). Zowel Nixon als de democraten zul len ook met argusogen de resultaten bekijken van de gouverneursverkiezin gen in Alabama, waar George Wallace zich weer kandidaat heeft gesteld tegen zijn voormalige protégé Albert Brewer. Als Wallace wint. is het vrijwel zeker, dat hij opnieuw kandidaat zal staan voor het presidentschap, en zijn kandi datuur zou dan grote veranderingen kunnen aanbrengen in het beleid van de democratische en republikeinse par tijen. De politieke pap wordt <n Amerika nooit zo heet gegeten als ze wor^t p- gediend. maar dat neemt uiet veg. dat de democraten op dit ogenblik weinig minder dan een politiek wonder nodig hebben om de deerlijk gehavende ge lederen weer in het gareel te brengen en om een doeltreffende koers uit te stippelen voor de komende twee jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 23