JEUGDBOEKENSCH OU W
JEUGD EN 25 JAAR BEVRIJDING
„En waarom ik niet
boek van Gertie Evenhuis
knap
Laos, een
tweede
Vietnam"
Boek tegen het
Zionisme in
Sovjet-Unie
Bij onverwachte rellen
en conflicten
Sociologen willen
samen met politie
gaan uitrukken
Wijang
in-t-kuipje.
nVBMHM
iTsiiKiaai
inventum maakt
u het koffiezetten
gemakkelijk!
„DE OPEN HAARD"
i
1181
INVENTUM
in
VERKOPERS OF
VERKOOPSTER
Het weer
VRIJDAG 1 MEI 1971
UIT ENQUÊTES enige jaren geleden is gebleken, dat er bij de jeugd
grote belangstelling bestaat voor oorlogsboeken. Maar dan in het meer
„avontuurlijke" genre. En dat steekt nogal af tegen de verhalen die jon
geren van hun eigen ouders te horen krijgen. Wat zegt hun honger en ver
volging? En diegenen, die er dertig jaar geleden het ergste van meemaak
ten, die het om de wezenlijke vrijheid ging en niet om een hap voer of stie
kem in spertijd een boompje omzagen, die houden hun mond. Hun er
varingen zijn teveel geweest, ze dragen het nooit over, hooguit aan enkele
leeftijdgenoten. Dus: wat vertel je de jeugd bij de viering van 25 jaar be
vrijding? Juist binnen het kader van de jeugdlitteratuur is dit een uit
daging. Want zelfs de meest geëngageerde jeugdboekenschrijver weet dat
voor kinderen oorlog betekent: lekker, spannend avontuur, en nog echt
gebeurd ook. Hij moet dus wel van spanning uitgaan, wil hij het kind vast
houden maar synchroon met het spannende, verhalende element, moe
tussen de regels door de essentie over oorlog en vrijheidsgedachte gegeven
worden.
aa
Aan thema gebakken
Dagboek van Thijs
Verslag van Burchett:
99
r
Graafwijkstraat 40 jan'Ssweg» BEVERWIJK
mnmnniiinmiiiiiiiiiiiiiimnmimnnininnnmniiimnniniiiiiinniiiifiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiminiiil
iiniiiniiiiiiniiiin
<>r
ill!
Jliii ||g
lÊlillllI
door
MENTAAL
PAARLAARSTEEG 1 - HAARLEM
Tel. 0 23 - 32 67 50
Erasmus*
kabouters
Romantici
Fanatici
VOORBEELDEN
Een prijsvraag begin zestiger jaren
uitgeschreven om voor de jeugd aan
manuscripten van niveau over het Ne
derlandse verzet te komen, leverde mets
op. Wel veel manuscripten, maar er zou
niets van gehalte onder zitten. Toch was
er één manuscript, van Gertie Evenhuis,
dat na enige bewerking door haarzelf
bij Van Goor werd uitgegeven onder de
titel „Wij waren er ook bij", en dat in
1964 een prijs kreeg van de Jan Cam-
pertstichting! Het beleefde binnen enke
le jaren vier herdrukken; in de pers
werd het niet zelden vergeleken met
„Het Achterhuis" van Anne Frank, een
mening, die ook de vader van Anne
Frank tegenover Gertie Everhuis uit-
*PWaarom werd dit manuscript inder
tijd door de prijsvraagjury uit verzets
kringen over het hoofd gezien? Waarom
spreekt het de jeugd zo aan? Geen dui
delijker voorbeeld hoe er naar twee
maatstaven geoordeeld en gelezen wordt.
Want al was het manuscript voor de uit
gave dan bewerkt, de essentie was de
zelfde gebleven in het verhaal dat geba
seerd is op Gertie Elbertsens oorlogs-
schooldagboek en de ervaringen van
Wim Evenhuis tijdens zijn schooljaren
in de oorlog.
De bekroning van „Wij waren er ook
bij" leidde ertoe, dat de gemeente Put
ten Gertie Evenhuis de opdracht gaf
voor de schooljeugd een reconstructie te
schrijven van de represaillemoorden in
Putten. David Koning bracht in 1969 dit
aangrijpende verhaal, dat inmiddels ook
al aan zijn vierde druk toe is, in een te
levisiebewerking voor de NCRV. Hier
mee was het bewijs wel geleverd dat
men binnen onze jeugdlitteratuur een
schrijfster had gevonden, die dit hoge
eisen stellende onderwerp op een unieke
wijze aankon.
v
GERTIE EVENHUIS
telijke mededelingen doorschoten met
dergelijke belangrijke, zijdelingse op
merkingen en gedachten, die de recht
lijnige gang van zaken doorbreken en
de meest waardevolle informaties geven
over het gevoels- en denkleven van de
hoofdpersoon.
Niet alleen de schrijftechniek, die ook
binnen de internationale jeugdlitteratuur
razend knap is, maakt dit boek een uit
schieter, maar ook de grote elasticiteit
waarmee van een klein gegeven een
schitterend afgerond en vol relaas werd
gemaakt.
De jongen Thijs zeurt zijn vier jaar ou
dere broer Sebastiaan de kop gek, dat hij
ook mee wil doen. Met iedereen 'gebeurt
er iets', die anderen hebben maar fijne
avonturen, alleen Thijs niet. Tot hij een
stakingsmanifest vindt, waarmee hij op
eigen houtje de verzetsman gaat spelen.
Het spel gaat eerst ongemerkt voor Thijs
over in ernst, dan krijgt een grenzeloze
angst hem te pakken, denkt hij dat ie
dereen de dupe zal worden van zijn daad.
Die angst golft op een onontkoombare
wijze door het hele verhaal heen: hoe
Thijs zijn pamfletten probeert kwijt te
raken; hoe hij maar geen gemakkelijke
oplossing kan vinden voor zijn probleem,
een oplossing die in verhalen en boeken
altijd zo voor de hand ligt. Midden in
die wurgende angst belandt hij in een
razzia en staat hij oog in oog met een
alleen gelaten joods meisje. Hij kan het
er niet meer bij hebben, het is te echt,
niets klopt meer met zijn opwindende
spelletje. Tegelijk vloekt hij op zichzelf,
omdat zijn menszijn (dat hij langzaam
aan het ontdekken is) hem wel dwingt
een daad te stellen. Hij brengt het meisje
onder bij een tante. En terwijl hij zelf
opgescheept blijft zitten met het gevoel
dat hij er niets van terecht heeft ge
bracht, maken de volwassenen hem dui
delijk, dat hij de enige is die een daad
stelde.
Deze meesterlijke eendagsnotitie van
een kind tijdens de oorlog, zal zoals de
beide andere 'oorlogsboeken' van Gertie
Evenhuis tot onze klassieken gaan beho
ren, omdat het een waar document hu-
Toen ter herdenking van 25 jaar be
vrijding uitgeverij Agon Elsevier met
een speciaal 'boekje voor de jeugd wilde
komen en daarbij aan de romanschrijf
ster Marga Minco dacht, kwam dr. Lou
de Jong met het voorstel die opdracht
aan Gertie Evenhuis te geven. (Een il
luster voorbeeld hoe de laatste jaren
bij ons de moderne jeugdlitteratuur
steeds beter geïntegreerd raakt in onze
litteratuur)
Gretie Evenhuis: „Ik wilde er eerst
niet aan. Ik deed het tegen mijn zin.
Maar als je eenmaal aan zo'n thema ge
bakken zit. De moeilijkheid wanneer je
vaak over hetzelfde thema schrijft, is,
dat je lijnen steeds verder wilt gaan
doortrekken, je niet alleen bij het onder
werp bepalen. Doe dat maar eens voor
kinderen. Dit is maar een klein verhaal.,
ik heb er maanden aan gewerkt om die
bepaalde accentverlegging te krijgen.
Uitgangspunt voor de schrijfster in
„En waarom ik niet?" (uitg. Agon Else
vier, 3,90) is het kind, dat leeft onder
de druk van volwassenen. Een proble
matiek die los van het oorlogsgegeven
staat. Dat dat kind, Thijs, ook nog leeft
onder de druk van de Duitsers doet hem
aanvankelijk minder. Met elkaar is alles
wat ouder is en hem de wet voorschrijft
één pot nat.
Meteen al de inzet van het verhaal
maakt dit uitgangspunt van Gertie Even
huis duidelijk: „Het was herfst 1943 en
ik was elf jaar; mijn naam is Thijs. Mijn
broer was vijftien en hij had een per-
ADVERTENTIE
soonsbewijs met zijn foto erop, en ook
een vingerafdruk. Er was al weinig met
hem te beginnen geweest, maar nu was
hij werkelijk onuitstaanbaar".
Binnen enkele regels een maximum
aan informatie, een duidelijk gesteld uit
gangspunt, dat lezers van 10-13 jaar niet
kan misleiden over het komende „oor
logsverhaal".
In de harde constatering van wat oor
log voor burgers inhoudt en voor de oor
logvoerenden hanteert Gertie Evenhuis
de nuchtere benadering van kinderen,
die niet door valse ethiek belast zijn.
Volwassenen zullen het misschien een
verwerpelijke black humor vinden, voor
kinderen zal het „normaal" zijn. Zoals
de passage over de neergeschoten pilo
ten: de ander vonden ze later in
het weiland van een boer, alles aan hem
was er nog, hoofd en romp en benen wel
iswaar apart".
In dit hele verhaal één dag uit het
leven van Thijs Waterman zijn de fei-
main is.
MIEP DIEKMANN.
ADVERTENTIE
(Van onze redactie buitenland)
Richard Ottinger, lid van het Huis van I
Afgevaardigden van de Amerikaanse
staat New York, heeft onlangs op een pers-
conferentie gezegd, dat 30.000 Amerikaanse
militairene betrokken zijn bij de lucht
acties boven Laos. Hij zou het Congres
vragen, aldus meldt het persbureau AFP.
een onderzoek in te stellen naar de Ame
rikaanse inmenging in Laos.
Ottinger kreeg dit cijfer van een voor
malige militair en een economische advi
seur, die onlangs in Laos een onderzoek
hebben ingesteld.
Bladerend in het boekje „Laos, een twee
de Vietnam" van Wilfred Burchett (Pega
sus, Amsterdam) komt men tot de conclusie
dat deze links-georiënteerde Australische
auteur met zijn cijfermateriaal in de
buurt komt van Ottingers gegevens. Bur
chett citeert het getal van 12.000 Ameri
kaanse militairen in Laos, drie jaar gele
den door het Russell-tribunaal genoemd.
Hij geeft verder hetzelfde getal volgens
opgaven van het Centrale Comité van de
Neo Lao Haksat in 1969 en voegt daaraan
nog toe „duizend man van de groene ba
retten".
Volgens Ottinger worden gemiddeld 900
vluchten per dag boven Laos gemaakt.
Burchett, die de „Internationale Herald
Tribune" van oktober 1969 citeert, komt
nog met het cijfer 300 vluchten per dag.
Het woord „escalatie" lijkt in Laos duide
lijk van toepassing.
De geëngageerde Burchett brengt uit
gebreid verslag uit van de verborgen
oorlog in Vietnams buurland. Hij te
kent de achtergronden en geeft een com
pact historisch overzicht. Een nuttige aan
vulling op het dagelijkse kwantum oorlogs
nieuws uit Zuidoost-Azië, dit boekje over
Laos.
MOSKOU (Reuter). De Sovjet-Unie
heeft 100.000 exemplaren uitgegeven van
een boek waarin het Zionisme wordt aan
gevallen en Israël wordt beschuldigd van
het volgen van het „Bloedspoor der nazi's".
Het boek is een verzameling van berichten
uit de Russische pers, die al lange tijd een
door de regering gesteunde anti-Israeli-
sche en anti-Zionistische'campagne voert.
a
I Deze koffiefilter is het
hélemaal! Vol-automatisch
I één, twee, drie, vier, vijf,
zes, zeven, acht héérlijke
koppen! 105,
u kunt er op
rekenen!
ADVERTENTIE
Wij zijn gespecialiseerd in het maken en inbouwen van alle mogelijke modellen
HAARDEN en SCHOUWEN, ook naar eigen ontwerp. Alle bijkomende werk
zaamheden worden door ons in éigen beheer uitgevoerd. Als u wilt overgaan
tot het laten maken van een OPEN HAARD moet u beslist even een bezoek
brengen aan onze voor Nederland unieke schouwenzaal.
TELEFOON 0 2510 - 23377 (na 18.00 uur25166 - 30224 - 28380)
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM Het Sociologisch Insti
tuut van de Amsterdamse Universiteit gaat
iets van zjjn wetenschappelijke arbeid bui
ten de dikke muren van het gevestigde uni
versitaire denken bedrijven. Als
in den lande de brand slaat uit
een van onze maatschappelijke tegen
stellingen zal een universiteitsploeg ter re
gistratie van de emoties en hun verborgen
drijfveren ter plekke aanwezig zijn.
Daartoe is onlangs in Amsterdam de „on
derzoekgroep crisissituaties" opgericht. Ini
tiatiefnemer en aanvoerder van de uit vijf
tien doctoraalstudenten bestaande groep is
dr. P. Valkenburg, sedert een jaar lector
in de methoden en technieken van sociolo
gisch wetenschappelijk onderzoek.
De vroegere hoofdmedewerker aan de
Groninger universiteit (alwaar hij met prof.
Hutte een nimmer gerealiseerd plan smeed
de om het politiegedrag tijdens crisissitua
ties te bestuderen) wil gaarne duidelijk
maken dat vooral haast geboden is rond
het optreden van de ploeg.
Hij zegt: „Sociologen horen zo vaak de
beschuldiging dat ze te laat zijn als er in de
maatschappij een conflict is geweest. Ze
komen na vijf jaar met een rapport wan
neer de zaak al helemaal vergeten is. Ons
is het nu hierom te doen: als er een crisis
of een conflict uitgebroken is, willen we
onmiddellijk de allereerste gegevens ver
zamelen".
„U moet het verder zien als een experi
ment in tweeërlei zin. Ten eerste in het
kader van de vernieuwing van het onder
wijs. Van sociologiestudenten hoor je zo
vaak de klacht dat ze steeds maar boeken
moeten lezen, dat ze te weinig bij het
maatschappelijk gebeuren betrokken zijn.
Dat is dus het didactische en voor ons ook
meest interessante facet, maar in de zin
van het zo snel mogelijk verzamelen van
de primaire gegevens is het natuurlijk ook
een wetenschappelijk experiment".
Teruggekeerd van een „brandhaard"
gaan Valkenburgh en zijn medewerkers zo
spoedig mogelijk een voorlopig verslag op
stellen. Naar hun bedoeling zal dat binnen
veertien dagen gepubliceerd moeten wor
den. Daarnaast kan de mogelijkheid benut
worden om, na lezing van de voorhanden
documentatie en een ander diepte-onder
zoek, ook nog een volledige studie het licht
te doen zien.
Wat de heer Valkenburgh ook bij herha
ling beklemtoont is de aard van de con
flicten, die een onvoorzien karakter zullen
moeten hebben. Voor de te verwachten 5
mei-rellen in Amsterdam, waartoe kabou
ters en andere hoofdstedelijke revolutio
nairen nu al het scenario zouden opstellen,
heeft de groep dan ook geen belangstelling.
Als sprekend voorbeeld voor een con
flict-situatie waarheen de universitaire on
derzoekers wel spoorslag zullen afreizen,
noemt Valkenburg de rel die vorig jaar na
een televisie-reportage in de Haagse schil
derswijk losbarstte.
Hij zegt: „zo'n explosie, een hele buurt
die ineens op de achterste benen staat, daar
moeten we bij zijn. Nog dezelfde avond.
Dan filmen, met de bandrecorder onder de
mensen gaan, met iedereen praten om te
horen wat er precies aan de hand is.
Er is natuurlijk veel meer. Je hebt de
hippies, het druggebruik. Plotseling zijn er
in Groningen wilde stakingen. Er is het de-
mocratiseringsverschijnsel met zijn bezet
tingen in de universitaire wereld en aan
de andere kant is er het terugvallen in de
mystiek, het luisteren naar Indiase muziek.
Ik dacht dal we zonder meer kunnen vast
stellen dat de samenleving de laatste jaren
zo beweeglijk zo dynamisch is geworden
dat het ook uit wetenschappelijke oogpunt
interessant geworden is om een groep so
ciologen te hebben die dergelijke dingen
registreert".
5 Ws:S I.
j'S ;'v" -•
Welke jongeman en/of meisje
wil ons assisteren bij de ver
koop?
Wij vragen:
(of zij die hiervoor willen wor
den opgeleid.)
Leeftijd 20 - 30 jaar.
5-daagse werkweek
met vacantie-afsprakan
wordt rekening gehouden.
Heeft U interesse en wilt U meer
weten over salaris, werktijden, etc. bel
land voor een afspraak of komt eens
langs.
Tijdens de provo-rellen in Amster
dam van enkele jaren geleden vier
den vernielzucht en straatterreur
hoogtij. Zo werden herhaaldelijk
parkeermeters uit de grond gerukt en
als projectielen tegen de poltie ge
bruikt. De provo-beweging is een
zachtmoedige dood gestorven, maar
het is bijna zeker dat zij zichzelf ver
moordde toen zij het vandalisme in
haar acties binnenhaalde. Ofschoon
zij in oorsprong een weloverwogen
vreedzame bedoeling had, heeft het
geweld haar de afkeer van een meer
derheid der publieke opinie bezorgd.
De thans als paddestoelen uit de
grond schietende kaboutergemeen
schappen doen het anders. In Amster
dam hebben bijvoorbeeld kabouters
een parkeerterrein in het hartje van
de stad bezet, alle auto's ervan ge
weerd en er een kinderspeelplaats
van gemaakt. Er is geen kwaad
woord bij gevallen, er is geen par-
keermeter beschadigd, er is geen
gummiknuppel gebruikt.
Op die wijze krijgt het jeugdpro-
test een bijna Erasmiaanse inslag. De
„Lof der Zotheid" van Erasmus her
leeft in een soort openluchtspel. De
jonge dwazen houden de volwassen
wijze een spiegel voor en men moet
al een heel sterk bijziende volwas
sene zijn als men in de spiegel niet
de eigen, aanvaarde maatschappelijke
dwaasheid ziet. De dwaasheid van
een parkeermeter voor een particu
lier vervoermiddel tegenover de
dwaasheid van een volkomen afwe
zigheid van ruimte voor het spel der
stadskinderen.
Kabouters of geen kabouters,
onze gevestigde maatschappelijke or
de is een orde van veel dwaze dingen.
Men moet slechts de moed opbren
gen, de dwaasheid ervan te herken
nen en toe te geven.
Het was in de tijd van Erasmus al
niet anders. Alle hoofdstukken van
de „Lof der Zotheid" weerspiegelden
de dwaasheid van gevestigde en ge
renommeerde instituties, van taboes.
van normen en van posities. Wij or
delijk levende, aan tradities gehechte
en onszelf verstandig noemende men
sen kunnen onnoemelijk dwaas zijn
in de beoefening van ons ernstige
spel der volwassenheid. Er is niets
dwazers dan de menselijke comedie
van de dagelijkse ernst. De mens iri
vol ornaat, behangen met absurd gek
ke dingen en gekleed in vreemd uit
gevoerd textiel, het volwassen hoofd
bekroond door een voorwerp dat op
een gekapseisd schip lijkt, de lende
nen omgord met metaal waaraan een
steekwapen uit de vijftiende eeuw
bengelt, die mens is ondanks onze
moderne goede smaak nog altijd een
figuur die onze eerbied opeist. Waar
om lachen wij om een clown en knie
len wij voor een staatsie-pak?
Vreemd uitgevoerd textiel, om een
mensenlichaam gedrapeerd Waar
om smalen wij op unisex en buigen
wij het hoofd in eerbied voor de jur
ken van kardinalen en rechters?
Waarom was Erasmus een cultuur
filosoof en zijn de kabouters gek?
De kabouters doen gek, maar ze
zijn het lang niet. Daarom zaten zij
ook tijdens de Amsterdamse rellen op
Koninginnedag in het Amsterdamse
Bos. Kaboutertjes zijn héél intelli
gent
Het weer is altijd een praatje waard.
Waar praten de mensen in vredes
naam over in landen waar het géén
weer is? De onbetrouwbaarheid van
ons klimaat veroorzaakt soms grote
calamiteiten. Wij gedenken nu een van
onze oude, lang overleden redacteu
ren, die op zekere zondag met vrouw
en kind in het Bloemendaalse Bos door
een hevige donderbui werd overvallen.
Hij vertelde het op maandagmorgen
met grote droefheid en zei: „Voor mij
was het met zo erg, ik had een para
plu bij me. Maa" mijn arme vrouw en
dat bloedje van een kind waren drijf
nat
De mens kan op vele manieren ster
ven en soms sterft hij zelfs zonder dat
hij het weet. Het einde kan ellendig,
langzaam, smartelijk zijn, of plotse
ling, pijnloos, mild als de duik in een
warm bad. De dood kan komen als een
saai besluit van een kleurloos leven,
of als een romantisch slotaccoord van
een heldenopera.
In deze tijd van het jaar wordt veel
over doden en sterven gesproken. Mo
numenten waarop namen van dode
mensen zijn gebeiteld, worden afge
stoft en de namen worden plechtig op
gelezen. Het is herdenkingstijd.
Na vijfentwintig jaar worden de do
den van 1940—1945 onder één noemer
gebracht: zij gaven hun leven voor
onze vrijheid. Het is een dooddoener,
maar iedereen heeft er vrede mee. Het
is bovendien een goed motief om
plechtigheden op touw te zetten. Maar
bovenal is het de enige manier om die
enkelingen waardig te gedenken, die
inderdaad bewust en bereidwillig hun
leven op het spel hebben gezet voor
onze vrijheid. Want hoe romantisch
het ook moge klinken voor dat nuch
tere, sceptische, zakelijke, ludieke ge
slacht van vandaag, het is inderdaad
waar dat Nederland een kwarteeuw
geleden mensen telde die bereid waren
te sterven voor anderen.
Men wil ons doen geloven dat alle
soldaten die in een oorlog sneuvelen,
dat zeer bewust doen omwille van het
goede doel. Dat is pertinent onjuist.
De meerderheid sterft onwillig, ang
stig, wanhopig en zonder offerzin. De
meeste mensen sterven zoals zij leven:
edelmoedig of egoïstisch, bereidwillig
of Onder dwang van een onontkoom
baar lot.
Een kleine minderheid vormt een
uitzondering. Er zijn mensen die klein
zielig en egocentrisch door het leven
gaan, maar in bepaalde omstandig
heden en onder een geheimzinnige be
zieling heldhaftige altruïsten worden.
Die merkwaardige, bijna mystieke
zelfverwerkelijking heeft een klein ge-
tél Nederlanders in de oorlogsjaren
ondergaan. Ze zijn ongetwijfeld de ge
lukkigste mensen van die tijd geweest.
Want de behoefte aan een verheven
bewustwording van alle goeds dat on
geweten in het binnenste aanwezig is,
vormt geluk. Zij is ook de wezenlijke
inhoud van wat men „romantiek"
noemt.
In het doorgaans saaie, gezapige le
ven van heden is de romantiek moei
lijk te vinden. Er zijn talrijke surro
gaten, maar die leveren alleen een
ellendige kater op. In 19401945 ech
ter werd de romantiek in zijn hevig
ste, hoogste vorm werkelijkheid. In de
zalige ban van die echte romantiek
zijn sommigen in die jaren gestorven.
Volledig overtuigd van het feit dat zij
het hoogste, beste deden wat een mens
doen kan en in de rotsvaste zekerheid
van een goede uitkomst.
Hun offerbereidheid onderscheidde
hen wezenlijk van fanatici. Hun dood
heeft zonder twijfel een goede uit
komst gehad. Waar, en hoe? Dat is
niet na te wijzen. Misschien voelen
sommige levenden dat aan in iwee
minuten stilte.
In sommige windstreken zijn fana
tici actief. Zo ook in Noord-Ierland,
waar christenen andere christenen tot
de dood toe haten en bevechten. Mis
schien is de aanvallige Bernadette
Devlin ook een kleine fanatica. Maar
een grote fanaticus is in ieder geval
dominee Paisley, die volgens objec
tieve kenners de godsdienst beleeft als
een „religieuze hondsdolheid."
Dominee Paisley beleeft echter
waarschijnlijk de godsdienst helemaal
niet, want hij besteedt er geen tijd
aan. Hij bedrijft politiek, dondert en
bliksemt in het parlement en
schreeuwt zijn haat uit op straat. Hij
haat de katholieken uit de grond van
zijn hart. En een hart dat zó vol haat
is, heeft geen plaats voor religieuze
beleving.
In het parlement is hij een nieuw
komer, maar bij Zijn eerste optreden
reeds werd hem het woord ontnomen
omdat hij zich van „onwelvoeglijke
termen" bediende. Dominee Paisley
was daar zeer verbaasd over. Iedereen
die hem kent zal er verbaasd over zijn
geweest, want het was volkomen te
recht dat hij zich van onwelvoeglijke
termen bediende.
Hij ként namelijk geen andere.
Biedt het project ook enige aanwijsbaar
nut voor de onderzochten zelf?
„Per se niet", zegt dr. Valkenburgh, „als
het dat zou hebben, is dat natuurlijk mee
genomen, maar we gaan er per se niet van
uit. Om u iets te noemen. Bij een bedrijfs
bezetting mogen wij de mensen onder geen
enkele voorwaarde toezeggingen doen. On
ze houding dient neutraal en objectief te
zijn. De onderzoekers mogen geen deelne
mers worden. Blijkt het achteraf toch mo
gelijk om bepaalde adviezen te geven dan
is dat een leuke bijkomstigheid. Maar het
staat niet voorop".
De groep zal geen Informaties publiceren
die voor betrokkenen schadelijk kunnen
zijn. Ook in dit vlak geldt het werk van de
Groninger hoogleraar prof. dr. H. Hutte,
die met een psychologengroep in de noor
delijke contreien vergelijkbaar werk ver
richt, als lichtend voorbeeld. Hutte trok
vorig jaar sterk de aandacht met zijn on
derzoek naar de knellende problemen van
de Van Heutsz-wachtlopers in Havelte
De heer Valkenburgh: „we zijn sterk ge
ïnspireerd door Hutte. Maar in Havelte had
hij wel degelijk het doel om verlichting
voor de dienstplichtigen te bewerkstelligen.
Het resultaat was echter dat ze naar een
strafcompagnie werden overgeplaatst en
nog dieper in de put kwamen. Ons punt is
dat we ons terdege zullen bezinnen op de
gevolgen die publikatie voor de betrokke
nen kan hebben".
De groep, die over een maand operatio
neel zal zjjn, zal het zo vertrouwt Val
kenburg aan werk niet ontbreken. „Als
ik even aan vorig jaar denk, dan zie ik zo
al drie voorbeelden van belang: De Schil
derswijk in Den Haag, de wilde staking in
Oude Pekela en de schoolbezetting in Be
verwijk. Ik verwacht een tot twee onder
zoeken per half jaar".
Dr. Valkenburg, gevraagd zijn vertrou
wen in de arbeid van zijn observatieteam
uit te spreken: „u moet het wel zien als
een experiment. Het kan zijn dat we er
over anderhalf jaar mee moeten ophouden,
omdat er te weinig uitkomt. Ons project
kan dus een flop zijn. Aan de ene kant
hoop ik dat ook. Op conflictsituaties "hoef je
natuurlijk niet zo gebrand te zijn".
ADVERTENTIE
ter
kennismaking
Wajang blijft ook
gewoon verkrijgbaar
in het bekende
gouden pakje.
Altijd smeerbaar, ook zo uit de koelkast.