JEUGDBOEKENSCH OU W JEUGD EN 25 JAAR BEVRIJDING „En waarom ik niet boek van Gertie Evenhuis knap Laos, een tweede Vietnam" Boek tegen het Zionisme in Sovjet-Unie Bij onverwachte rellen en conflicten Sociologen willen samen met politie gaan uitrukken Wijang in-t-kuipje. nVBMHM iTsiiKiaai inventum maakt u het koffiezetten gemakkelijk! „DE OPEN HAARD" i 1181 INVENTUM in VERKOPERS OF VERKOOPSTER Het weer VRIJDAG 1 MEI 1971 UIT ENQUÊTES enige jaren geleden is gebleken, dat er bij de jeugd grote belangstelling bestaat voor oorlogsboeken. Maar dan in het meer „avontuurlijke" genre. En dat steekt nogal af tegen de verhalen die jon geren van hun eigen ouders te horen krijgen. Wat zegt hun honger en ver volging? En diegenen, die er dertig jaar geleden het ergste van meemaak ten, die het om de wezenlijke vrijheid ging en niet om een hap voer of stie kem in spertijd een boompje omzagen, die houden hun mond. Hun er varingen zijn teveel geweest, ze dragen het nooit over, hooguit aan enkele leeftijdgenoten. Dus: wat vertel je de jeugd bij de viering van 25 jaar be vrijding? Juist binnen het kader van de jeugdlitteratuur is dit een uit daging. Want zelfs de meest geëngageerde jeugdboekenschrijver weet dat voor kinderen oorlog betekent: lekker, spannend avontuur, en nog echt gebeurd ook. Hij moet dus wel van spanning uitgaan, wil hij het kind vast houden maar synchroon met het spannende, verhalende element, moe tussen de regels door de essentie over oorlog en vrijheidsgedachte gegeven worden. aa Aan thema gebakken Dagboek van Thijs Verslag van Burchett: 99 r Graafwijkstraat 40 jan'Ssweg» BEVERWIJK mnmnniiinmiiiiiiiiiiiiiimnmimnnininnnmniiimnniniiiiiinniiiifiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiminiiil iiniiiniiiiiiniiiin <>r ill! Jliii ||g lÊlillllI door MENTAAL PAARLAARSTEEG 1 - HAARLEM Tel. 0 23 - 32 67 50 Erasmus* kabouters Romantici Fanatici VOORBEELDEN Een prijsvraag begin zestiger jaren uitgeschreven om voor de jeugd aan manuscripten van niveau over het Ne derlandse verzet te komen, leverde mets op. Wel veel manuscripten, maar er zou niets van gehalte onder zitten. Toch was er één manuscript, van Gertie Evenhuis, dat na enige bewerking door haarzelf bij Van Goor werd uitgegeven onder de titel „Wij waren er ook bij", en dat in 1964 een prijs kreeg van de Jan Cam- pertstichting! Het beleefde binnen enke le jaren vier herdrukken; in de pers werd het niet zelden vergeleken met „Het Achterhuis" van Anne Frank, een mening, die ook de vader van Anne Frank tegenover Gertie Everhuis uit- *PWaarom werd dit manuscript inder tijd door de prijsvraagjury uit verzets kringen over het hoofd gezien? Waarom spreekt het de jeugd zo aan? Geen dui delijker voorbeeld hoe er naar twee maatstaven geoordeeld en gelezen wordt. Want al was het manuscript voor de uit gave dan bewerkt, de essentie was de zelfde gebleven in het verhaal dat geba seerd is op Gertie Elbertsens oorlogs- schooldagboek en de ervaringen van Wim Evenhuis tijdens zijn schooljaren in de oorlog. De bekroning van „Wij waren er ook bij" leidde ertoe, dat de gemeente Put ten Gertie Evenhuis de opdracht gaf voor de schooljeugd een reconstructie te schrijven van de represaillemoorden in Putten. David Koning bracht in 1969 dit aangrijpende verhaal, dat inmiddels ook al aan zijn vierde druk toe is, in een te levisiebewerking voor de NCRV. Hier mee was het bewijs wel geleverd dat men binnen onze jeugdlitteratuur een schrijfster had gevonden, die dit hoge eisen stellende onderwerp op een unieke wijze aankon. v GERTIE EVENHUIS telijke mededelingen doorschoten met dergelijke belangrijke, zijdelingse op merkingen en gedachten, die de recht lijnige gang van zaken doorbreken en de meest waardevolle informaties geven over het gevoels- en denkleven van de hoofdpersoon. Niet alleen de schrijftechniek, die ook binnen de internationale jeugdlitteratuur razend knap is, maakt dit boek een uit schieter, maar ook de grote elasticiteit waarmee van een klein gegeven een schitterend afgerond en vol relaas werd gemaakt. De jongen Thijs zeurt zijn vier jaar ou dere broer Sebastiaan de kop gek, dat hij ook mee wil doen. Met iedereen 'gebeurt er iets', die anderen hebben maar fijne avonturen, alleen Thijs niet. Tot hij een stakingsmanifest vindt, waarmee hij op eigen houtje de verzetsman gaat spelen. Het spel gaat eerst ongemerkt voor Thijs over in ernst, dan krijgt een grenzeloze angst hem te pakken, denkt hij dat ie dereen de dupe zal worden van zijn daad. Die angst golft op een onontkoombare wijze door het hele verhaal heen: hoe Thijs zijn pamfletten probeert kwijt te raken; hoe hij maar geen gemakkelijke oplossing kan vinden voor zijn probleem, een oplossing die in verhalen en boeken altijd zo voor de hand ligt. Midden in die wurgende angst belandt hij in een razzia en staat hij oog in oog met een alleen gelaten joods meisje. Hij kan het er niet meer bij hebben, het is te echt, niets klopt meer met zijn opwindende spelletje. Tegelijk vloekt hij op zichzelf, omdat zijn menszijn (dat hij langzaam aan het ontdekken is) hem wel dwingt een daad te stellen. Hij brengt het meisje onder bij een tante. En terwijl hij zelf opgescheept blijft zitten met het gevoel dat hij er niets van terecht heeft ge bracht, maken de volwassenen hem dui delijk, dat hij de enige is die een daad stelde. Deze meesterlijke eendagsnotitie van een kind tijdens de oorlog, zal zoals de beide andere 'oorlogsboeken' van Gertie Evenhuis tot onze klassieken gaan beho ren, omdat het een waar document hu- Toen ter herdenking van 25 jaar be vrijding uitgeverij Agon Elsevier met een speciaal 'boekje voor de jeugd wilde komen en daarbij aan de romanschrijf ster Marga Minco dacht, kwam dr. Lou de Jong met het voorstel die opdracht aan Gertie Evenhuis te geven. (Een il luster voorbeeld hoe de laatste jaren bij ons de moderne jeugdlitteratuur steeds beter geïntegreerd raakt in onze litteratuur) Gretie Evenhuis: „Ik wilde er eerst niet aan. Ik deed het tegen mijn zin. Maar als je eenmaal aan zo'n thema ge bakken zit. De moeilijkheid wanneer je vaak over hetzelfde thema schrijft, is, dat je lijnen steeds verder wilt gaan doortrekken, je niet alleen bij het onder werp bepalen. Doe dat maar eens voor kinderen. Dit is maar een klein verhaal., ik heb er maanden aan gewerkt om die bepaalde accentverlegging te krijgen. Uitgangspunt voor de schrijfster in „En waarom ik niet?" (uitg. Agon Else vier, 3,90) is het kind, dat leeft onder de druk van volwassenen. Een proble matiek die los van het oorlogsgegeven staat. Dat dat kind, Thijs, ook nog leeft onder de druk van de Duitsers doet hem aanvankelijk minder. Met elkaar is alles wat ouder is en hem de wet voorschrijft één pot nat. Meteen al de inzet van het verhaal maakt dit uitgangspunt van Gertie Even huis duidelijk: „Het was herfst 1943 en ik was elf jaar; mijn naam is Thijs. Mijn broer was vijftien en hij had een per- ADVERTENTIE soonsbewijs met zijn foto erop, en ook een vingerafdruk. Er was al weinig met hem te beginnen geweest, maar nu was hij werkelijk onuitstaanbaar". Binnen enkele regels een maximum aan informatie, een duidelijk gesteld uit gangspunt, dat lezers van 10-13 jaar niet kan misleiden over het komende „oor logsverhaal". In de harde constatering van wat oor log voor burgers inhoudt en voor de oor logvoerenden hanteert Gertie Evenhuis de nuchtere benadering van kinderen, die niet door valse ethiek belast zijn. Volwassenen zullen het misschien een verwerpelijke black humor vinden, voor kinderen zal het „normaal" zijn. Zoals de passage over de neergeschoten pilo ten: de ander vonden ze later in het weiland van een boer, alles aan hem was er nog, hoofd en romp en benen wel iswaar apart". In dit hele verhaal één dag uit het leven van Thijs Waterman zijn de fei- main is. MIEP DIEKMANN. ADVERTENTIE (Van onze redactie buitenland) Richard Ottinger, lid van het Huis van I Afgevaardigden van de Amerikaanse staat New York, heeft onlangs op een pers- conferentie gezegd, dat 30.000 Amerikaanse militairene betrokken zijn bij de lucht acties boven Laos. Hij zou het Congres vragen, aldus meldt het persbureau AFP. een onderzoek in te stellen naar de Ame rikaanse inmenging in Laos. Ottinger kreeg dit cijfer van een voor malige militair en een economische advi seur, die onlangs in Laos een onderzoek hebben ingesteld. Bladerend in het boekje „Laos, een twee de Vietnam" van Wilfred Burchett (Pega sus, Amsterdam) komt men tot de conclusie dat deze links-georiënteerde Australische auteur met zijn cijfermateriaal in de buurt komt van Ottingers gegevens. Bur chett citeert het getal van 12.000 Ameri kaanse militairen in Laos, drie jaar gele den door het Russell-tribunaal genoemd. Hij geeft verder hetzelfde getal volgens opgaven van het Centrale Comité van de Neo Lao Haksat in 1969 en voegt daaraan nog toe „duizend man van de groene ba retten". Volgens Ottinger worden gemiddeld 900 vluchten per dag boven Laos gemaakt. Burchett, die de „Internationale Herald Tribune" van oktober 1969 citeert, komt nog met het cijfer 300 vluchten per dag. Het woord „escalatie" lijkt in Laos duide lijk van toepassing. De geëngageerde Burchett brengt uit gebreid verslag uit van de verborgen oorlog in Vietnams buurland. Hij te kent de achtergronden en geeft een com pact historisch overzicht. Een nuttige aan vulling op het dagelijkse kwantum oorlogs nieuws uit Zuidoost-Azië, dit boekje over Laos. MOSKOU (Reuter). De Sovjet-Unie heeft 100.000 exemplaren uitgegeven van een boek waarin het Zionisme wordt aan gevallen en Israël wordt beschuldigd van het volgen van het „Bloedspoor der nazi's". Het boek is een verzameling van berichten uit de Russische pers, die al lange tijd een door de regering gesteunde anti-Israeli- sche en anti-Zionistische'campagne voert. a I Deze koffiefilter is het hélemaal! Vol-automatisch I één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht héérlijke koppen! 105, u kunt er op rekenen! ADVERTENTIE Wij zijn gespecialiseerd in het maken en inbouwen van alle mogelijke modellen HAARDEN en SCHOUWEN, ook naar eigen ontwerp. Alle bijkomende werk zaamheden worden door ons in éigen beheer uitgevoerd. Als u wilt overgaan tot het laten maken van een OPEN HAARD moet u beslist even een bezoek brengen aan onze voor Nederland unieke schouwenzaal. TELEFOON 0 2510 - 23377 (na 18.00 uur25166 - 30224 - 28380) (Van onze correspondent) AMSTERDAM Het Sociologisch Insti tuut van de Amsterdamse Universiteit gaat iets van zjjn wetenschappelijke arbeid bui ten de dikke muren van het gevestigde uni versitaire denken bedrijven. Als in den lande de brand slaat uit een van onze maatschappelijke tegen stellingen zal een universiteitsploeg ter re gistratie van de emoties en hun verborgen drijfveren ter plekke aanwezig zijn. Daartoe is onlangs in Amsterdam de „on derzoekgroep crisissituaties" opgericht. Ini tiatiefnemer en aanvoerder van de uit vijf tien doctoraalstudenten bestaande groep is dr. P. Valkenburg, sedert een jaar lector in de methoden en technieken van sociolo gisch wetenschappelijk onderzoek. De vroegere hoofdmedewerker aan de Groninger universiteit (alwaar hij met prof. Hutte een nimmer gerealiseerd plan smeed de om het politiegedrag tijdens crisissitua ties te bestuderen) wil gaarne duidelijk maken dat vooral haast geboden is rond het optreden van de ploeg. Hij zegt: „Sociologen horen zo vaak de beschuldiging dat ze te laat zijn als er in de maatschappij een conflict is geweest. Ze komen na vijf jaar met een rapport wan neer de zaak al helemaal vergeten is. Ons is het nu hierom te doen: als er een crisis of een conflict uitgebroken is, willen we onmiddellijk de allereerste gegevens ver zamelen". „U moet het verder zien als een experi ment in tweeërlei zin. Ten eerste in het kader van de vernieuwing van het onder wijs. Van sociologiestudenten hoor je zo vaak de klacht dat ze steeds maar boeken moeten lezen, dat ze te weinig bij het maatschappelijk gebeuren betrokken zijn. Dat is dus het didactische en voor ons ook meest interessante facet, maar in de zin van het zo snel mogelijk verzamelen van de primaire gegevens is het natuurlijk ook een wetenschappelijk experiment". Teruggekeerd van een „brandhaard" gaan Valkenburgh en zijn medewerkers zo spoedig mogelijk een voorlopig verslag op stellen. Naar hun bedoeling zal dat binnen veertien dagen gepubliceerd moeten wor den. Daarnaast kan de mogelijkheid benut worden om, na lezing van de voorhanden documentatie en een ander diepte-onder zoek, ook nog een volledige studie het licht te doen zien. Wat de heer Valkenburgh ook bij herha ling beklemtoont is de aard van de con flicten, die een onvoorzien karakter zullen moeten hebben. Voor de te verwachten 5 mei-rellen in Amsterdam, waartoe kabou ters en andere hoofdstedelijke revolutio nairen nu al het scenario zouden opstellen, heeft de groep dan ook geen belangstelling. Als sprekend voorbeeld voor een con flict-situatie waarheen de universitaire on derzoekers wel spoorslag zullen afreizen, noemt Valkenburg de rel die vorig jaar na een televisie-reportage in de Haagse schil derswijk losbarstte. Hij zegt: „zo'n explosie, een hele buurt die ineens op de achterste benen staat, daar moeten we bij zijn. Nog dezelfde avond. Dan filmen, met de bandrecorder onder de mensen gaan, met iedereen praten om te horen wat er precies aan de hand is. Er is natuurlijk veel meer. Je hebt de hippies, het druggebruik. Plotseling zijn er in Groningen wilde stakingen. Er is het de- mocratiseringsverschijnsel met zijn bezet tingen in de universitaire wereld en aan de andere kant is er het terugvallen in de mystiek, het luisteren naar Indiase muziek. Ik dacht dal we zonder meer kunnen vast stellen dat de samenleving de laatste jaren zo beweeglijk zo dynamisch is geworden dat het ook uit wetenschappelijke oogpunt interessant geworden is om een groep so ciologen te hebben die dergelijke dingen registreert". 5 Ws:S I. j'S ;'v" -• Welke jongeman en/of meisje wil ons assisteren bij de ver koop? Wij vragen: (of zij die hiervoor willen wor den opgeleid.) Leeftijd 20 - 30 jaar. 5-daagse werkweek met vacantie-afsprakan wordt rekening gehouden. Heeft U interesse en wilt U meer weten over salaris, werktijden, etc. bel land voor een afspraak of komt eens langs. Tijdens de provo-rellen in Amster dam van enkele jaren geleden vier den vernielzucht en straatterreur hoogtij. Zo werden herhaaldelijk parkeermeters uit de grond gerukt en als projectielen tegen de poltie ge bruikt. De provo-beweging is een zachtmoedige dood gestorven, maar het is bijna zeker dat zij zichzelf ver moordde toen zij het vandalisme in haar acties binnenhaalde. Ofschoon zij in oorsprong een weloverwogen vreedzame bedoeling had, heeft het geweld haar de afkeer van een meer derheid der publieke opinie bezorgd. De thans als paddestoelen uit de grond schietende kaboutergemeen schappen doen het anders. In Amster dam hebben bijvoorbeeld kabouters een parkeerterrein in het hartje van de stad bezet, alle auto's ervan ge weerd en er een kinderspeelplaats van gemaakt. Er is geen kwaad woord bij gevallen, er is geen par- keermeter beschadigd, er is geen gummiknuppel gebruikt. Op die wijze krijgt het jeugdpro- test een bijna Erasmiaanse inslag. De „Lof der Zotheid" van Erasmus her leeft in een soort openluchtspel. De jonge dwazen houden de volwassen wijze een spiegel voor en men moet al een heel sterk bijziende volwas sene zijn als men in de spiegel niet de eigen, aanvaarde maatschappelijke dwaasheid ziet. De dwaasheid van een parkeermeter voor een particu lier vervoermiddel tegenover de dwaasheid van een volkomen afwe zigheid van ruimte voor het spel der stadskinderen. Kabouters of geen kabouters, onze gevestigde maatschappelijke or de is een orde van veel dwaze dingen. Men moet slechts de moed opbren gen, de dwaasheid ervan te herken nen en toe te geven. Het was in de tijd van Erasmus al niet anders. Alle hoofdstukken van de „Lof der Zotheid" weerspiegelden de dwaasheid van gevestigde en ge renommeerde instituties, van taboes. van normen en van posities. Wij or delijk levende, aan tradities gehechte en onszelf verstandig noemende men sen kunnen onnoemelijk dwaas zijn in de beoefening van ons ernstige spel der volwassenheid. Er is niets dwazers dan de menselijke comedie van de dagelijkse ernst. De mens iri vol ornaat, behangen met absurd gek ke dingen en gekleed in vreemd uit gevoerd textiel, het volwassen hoofd bekroond door een voorwerp dat op een gekapseisd schip lijkt, de lende nen omgord met metaal waaraan een steekwapen uit de vijftiende eeuw bengelt, die mens is ondanks onze moderne goede smaak nog altijd een figuur die onze eerbied opeist. Waar om lachen wij om een clown en knie len wij voor een staatsie-pak? Vreemd uitgevoerd textiel, om een mensenlichaam gedrapeerd Waar om smalen wij op unisex en buigen wij het hoofd in eerbied voor de jur ken van kardinalen en rechters? Waarom was Erasmus een cultuur filosoof en zijn de kabouters gek? De kabouters doen gek, maar ze zijn het lang niet. Daarom zaten zij ook tijdens de Amsterdamse rellen op Koninginnedag in het Amsterdamse Bos. Kaboutertjes zijn héél intelli gent Het weer is altijd een praatje waard. Waar praten de mensen in vredes naam over in landen waar het géén weer is? De onbetrouwbaarheid van ons klimaat veroorzaakt soms grote calamiteiten. Wij gedenken nu een van onze oude, lang overleden redacteu ren, die op zekere zondag met vrouw en kind in het Bloemendaalse Bos door een hevige donderbui werd overvallen. Hij vertelde het op maandagmorgen met grote droefheid en zei: „Voor mij was het met zo erg, ik had een para plu bij me. Maa" mijn arme vrouw en dat bloedje van een kind waren drijf nat De mens kan op vele manieren ster ven en soms sterft hij zelfs zonder dat hij het weet. Het einde kan ellendig, langzaam, smartelijk zijn, of plotse ling, pijnloos, mild als de duik in een warm bad. De dood kan komen als een saai besluit van een kleurloos leven, of als een romantisch slotaccoord van een heldenopera. In deze tijd van het jaar wordt veel over doden en sterven gesproken. Mo numenten waarop namen van dode mensen zijn gebeiteld, worden afge stoft en de namen worden plechtig op gelezen. Het is herdenkingstijd. Na vijfentwintig jaar worden de do den van 1940—1945 onder één noemer gebracht: zij gaven hun leven voor onze vrijheid. Het is een dooddoener, maar iedereen heeft er vrede mee. Het is bovendien een goed motief om plechtigheden op touw te zetten. Maar bovenal is het de enige manier om die enkelingen waardig te gedenken, die inderdaad bewust en bereidwillig hun leven op het spel hebben gezet voor onze vrijheid. Want hoe romantisch het ook moge klinken voor dat nuch tere, sceptische, zakelijke, ludieke ge slacht van vandaag, het is inderdaad waar dat Nederland een kwarteeuw geleden mensen telde die bereid waren te sterven voor anderen. Men wil ons doen geloven dat alle soldaten die in een oorlog sneuvelen, dat zeer bewust doen omwille van het goede doel. Dat is pertinent onjuist. De meerderheid sterft onwillig, ang stig, wanhopig en zonder offerzin. De meeste mensen sterven zoals zij leven: edelmoedig of egoïstisch, bereidwillig of Onder dwang van een onontkoom baar lot. Een kleine minderheid vormt een uitzondering. Er zijn mensen die klein zielig en egocentrisch door het leven gaan, maar in bepaalde omstandig heden en onder een geheimzinnige be zieling heldhaftige altruïsten worden. Die merkwaardige, bijna mystieke zelfverwerkelijking heeft een klein ge- tél Nederlanders in de oorlogsjaren ondergaan. Ze zijn ongetwijfeld de ge lukkigste mensen van die tijd geweest. Want de behoefte aan een verheven bewustwording van alle goeds dat on geweten in het binnenste aanwezig is, vormt geluk. Zij is ook de wezenlijke inhoud van wat men „romantiek" noemt. In het doorgaans saaie, gezapige le ven van heden is de romantiek moei lijk te vinden. Er zijn talrijke surro gaten, maar die leveren alleen een ellendige kater op. In 19401945 ech ter werd de romantiek in zijn hevig ste, hoogste vorm werkelijkheid. In de zalige ban van die echte romantiek zijn sommigen in die jaren gestorven. Volledig overtuigd van het feit dat zij het hoogste, beste deden wat een mens doen kan en in de rotsvaste zekerheid van een goede uitkomst. Hun offerbereidheid onderscheidde hen wezenlijk van fanatici. Hun dood heeft zonder twijfel een goede uit komst gehad. Waar, en hoe? Dat is niet na te wijzen. Misschien voelen sommige levenden dat aan in iwee minuten stilte. In sommige windstreken zijn fana tici actief. Zo ook in Noord-Ierland, waar christenen andere christenen tot de dood toe haten en bevechten. Mis schien is de aanvallige Bernadette Devlin ook een kleine fanatica. Maar een grote fanaticus is in ieder geval dominee Paisley, die volgens objec tieve kenners de godsdienst beleeft als een „religieuze hondsdolheid." Dominee Paisley beleeft echter waarschijnlijk de godsdienst helemaal niet, want hij besteedt er geen tijd aan. Hij bedrijft politiek, dondert en bliksemt in het parlement en schreeuwt zijn haat uit op straat. Hij haat de katholieken uit de grond van zijn hart. En een hart dat zó vol haat is, heeft geen plaats voor religieuze beleving. In het parlement is hij een nieuw komer, maar bij Zijn eerste optreden reeds werd hem het woord ontnomen omdat hij zich van „onwelvoeglijke termen" bediende. Dominee Paisley was daar zeer verbaasd over. Iedereen die hem kent zal er verbaasd over zijn geweest, want het was volkomen te recht dat hij zich van onwelvoeglijke termen bediende. Hij ként namelijk geen andere. Biedt het project ook enige aanwijsbaar nut voor de onderzochten zelf? „Per se niet", zegt dr. Valkenburgh, „als het dat zou hebben, is dat natuurlijk mee genomen, maar we gaan er per se niet van uit. Om u iets te noemen. Bij een bedrijfs bezetting mogen wij de mensen onder geen enkele voorwaarde toezeggingen doen. On ze houding dient neutraal en objectief te zijn. De onderzoekers mogen geen deelne mers worden. Blijkt het achteraf toch mo gelijk om bepaalde adviezen te geven dan is dat een leuke bijkomstigheid. Maar het staat niet voorop". De groep zal geen Informaties publiceren die voor betrokkenen schadelijk kunnen zijn. Ook in dit vlak geldt het werk van de Groninger hoogleraar prof. dr. H. Hutte, die met een psychologengroep in de noor delijke contreien vergelijkbaar werk ver richt, als lichtend voorbeeld. Hutte trok vorig jaar sterk de aandacht met zijn on derzoek naar de knellende problemen van de Van Heutsz-wachtlopers in Havelte De heer Valkenburgh: „we zijn sterk ge ïnspireerd door Hutte. Maar in Havelte had hij wel degelijk het doel om verlichting voor de dienstplichtigen te bewerkstelligen. Het resultaat was echter dat ze naar een strafcompagnie werden overgeplaatst en nog dieper in de put kwamen. Ons punt is dat we ons terdege zullen bezinnen op de gevolgen die publikatie voor de betrokke nen kan hebben". De groep, die over een maand operatio neel zal zjjn, zal het zo vertrouwt Val kenburg aan werk niet ontbreken. „Als ik even aan vorig jaar denk, dan zie ik zo al drie voorbeelden van belang: De Schil derswijk in Den Haag, de wilde staking in Oude Pekela en de schoolbezetting in Be verwijk. Ik verwacht een tot twee onder zoeken per half jaar". Dr. Valkenburg, gevraagd zijn vertrou wen in de arbeid van zijn observatieteam uit te spreken: „u moet het wel zien als een experiment. Het kan zijn dat we er over anderhalf jaar mee moeten ophouden, omdat er te weinig uitkomt. Ons project kan dus een flop zijn. Aan de ene kant hoop ik dat ook. Op conflictsituaties "hoef je natuurlijk niet zo gebrand te zijn". ADVERTENTIE ter kennismaking Wajang blijft ook gewoon verkrijgbaar in het bekende gouden pakje. Altijd smeerbaar, ook zo uit de koelkast.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 21