Dr. Bruins Slot
„DE HITLER IN
ONSZELF IS
NOG NIET DOOD"
25 jaar g eleden
HF
ZATERDAG 2 MEI 1970
- -
ZA
„DEZE MAAND is het twee
jaar geleden", zo schreef Henri
Faas, de parlementaire redac
teur van De Volkskrant in
december 1962, „dat voor de
eerste maal een grootscheepse
rebellie in de anti-revolutionaire
partij uitbrak tegen fractieleider
Bruins Slot. Hij was toen ver
antwoordelijk voor de val van
het kabinet-De Quay, maar na
dramatische vergaderingen in de
A.R.P. werd hij gedwongen zijn
koers te wijzigen en de terug
keer van het kabinet-De Quay
te aanvaarden. Later werd het
dr. Bruins Slot ook binnen de
A.R.P. kwalijk genomen dat
hij de Nieuw-Guinea-politiek
ondermijnde door te pleiten
voor een gesprek met Indonesië.
Velen zien in hem de man die
door zijn acties het meest ver
antwoordelijk is voor de over
dracht van Nieuw-Guinea aan
Indonesië zonder goede waar
borgen".
FAAS schreef dit op de dag
dat bekend werd gemaakt dat
dr. J. Bruins Slot, de fractie
voorzitter van de A.R.P., op me
disch advies had besloten de
Tweede Kamer te verlaten. Voor
dr. Bruins Slot gingen dat jaar
prof. Romme (K.V.P.) en mr.
Burger (P.v.d.A.) al heen en
kondigden dr. Tilanus (C.H.U.)
en prof. Oud (V.V.D.) hun af
treden aan.
OP MEDISCHE gronden
moest dr. Bruins Slot kiezen
tussen het Kamerlidmaatschap
of het hoofdredacteurschap van
het dagblad Trouw. Hij koos
voor het laatste. Tot op heden
is hij dit blad, dat hij zelf in de
illegaliteit van de oorlogsjaren
had opgericht, als hoofdredac
teur trouw gebleven.
TWEE JAAR geleden kwam
de heer Bruins Slot in het
nieuws omdat de Zuidafrikaan-
se regering hem een inreisvisum
weigerde. Dr. Bruins Slot is een
felle tegenstander van de apart
heidspolitiek en heeft dat in zijn
blad dan ook niet onder stoelen
of banken gestoken.
(Door Santé Brun en Urias Nootenboom)
ONS INTERVIEW met dr. J. A. II. J. S. Bruins Slot
heeft plaats in het sobere vertrek van de hoofdredac
teur van het dagblad Trouw, de voortzetting van het
illegale Trouw. Ten aanzien van sommige vragen valt
enige terughoudendheid in de beantwoording te be
merken. Dat blijkt echter niet te berusten op onwil iets
te zeggen, doch op het feit, dat dr. Bruins Slot voor het
herdenkingsnummer van zijn dagblad ook een artikel
klaar heeft. Hij is de laatste, die het gras voor zijn eigen
voeten wil wegmaaien. Uiteindelijk blijkt, dat de
onderwerpen van dit interview en het verhaal van de
heer Bruins Slot elkaar slechts zeer gedeeltelijk over
lappen.
U HEBT IN februari '45 in Trouw
geschreven, dat A.R. en C.H.U. één
grote partij zouden moeten vormen.
De terugkeer van Schouten uit het con
centratiekamp aldus prof. Manning
in „De Confessionelen" heeft dit sa
mengaan verhinderd.
Dat is volstrekt onjuist. Toen Schou
ten bij de koningin kwam heeft hij ge
zegd: ik ben niet veranderd en ik ben
niet vernieuwd. De koningin heeft dat
ook aan mij gevraagd. Wij vonden dat
eerlijk gezegd een beetje een Morele
Herbewapeningsvraag. Én aangezien
we niet voor Morele Herbewapening
waren en bovendien zagen, dat Scher
merhorn, wiens gedachten de onzen
niet zozeer waren, wel aan vernieuwing
deed, zeiden wij: Nee, wij zijn ons
zelf gebleven. Maar er is na de oorlog
wel degelijk overleg geweest met de
C.H.U. over wat ik noemde de
tweespalt in de protestantse politiek.
U DACHT niet verder dan de pro
testantse wereld?
De gedachtenwereld van nu één
grote christelijke partij bestond
toen helemaal niet. Noch in de katho
lieke, noch in het protestantse kamp.
Dat was in de christelijke partijen een
voudigweg niet aan de orde. Het is
niet de schuld van Schouten geweest,
dat we niet met de C.H.U. zijn gaan
optrekken na de oorlog. Er zijn we1
besprekingen gevoerd. En Tilanus van
de C.H.U. heeft een rondreis gemaakt
om de mening van zün partijleden te
peilen. Hij kwam terug met de bood
schap, het gaat niet.
BUITEN UW gedachten over dit ty
pisch protestants-politieke probleem
had u toch ook wel een conceptie van
het reilen en zeilen van de maatschap
pij na de oorlog?
Bij mijn gedachten over het samen
gaan van de grote protestantse partij
en had ik ook een idee voor het pro
gramma van die partij. Het moest een
radicaal progressief programma zijn.
MET WELK modern programma zou
dat het best te vergelijken zijn?
Het is moeilijk om zaken van 25 jaar
geleden te vergelijken met iets van nu.
We zijn allemaal enorm geëvolueerd.
Je moet het eigenlijk vergelijken met
iets van voor de oorlog. En dan was
het doodeenvoudig een breken met
het christelijk conservatisme van de
christelijke partijen van voor '40.
WAS DIE IDEE mede ontstaan als
gevolg van de bezetting, of gelooft u,
dat die zich onafhankelijk daarvan ook
wel ontwikkeld zou hebben?
Het is er in ieder geval door ver
sneld. Het was er in potentie wel, want
ik herinner me, dat ik voor de oorlog
in het blad van de ARJA nu ARJOS
geschreven heb, dat het idioot was,
dat de SDAP eeuwig en altijd buiten
de regering w.erd gehouden. Die oor
log maakte wel wat bij je los. Je
leerde de relativiteit van dingen die
je voor de oorlog door traditie en zo
voor absoluut had gehouden.
MEENDE U, dat er een kans was,
dat de plannen zoals u ze in Trouw
beschreef, gerealiseerd zouden wor
den?
Ik heb het wel gehoopt, maar ik heb
weinig verwacht. U moet zich goed
realiseren, dat de verzetskring waar
in ik verkeerde niet bestond uit de
klassieke traditionele politici. Ik heb
mij ook zeer goed gerealiseerd, dat
het verzet niet representatief was voor
het Nederlandse volk. Ik herinner mij,
dat mijn schoonvader, de vroegere mi-
nister van onderwijs, prof. Rutgers,
tegen mij zei, toen het ging over de
zuivering van de Tweede Kamer: „Als
je een representatieve Kamer wilt heb
ben moet je niet zuiveren".
ZAG U IN DE Contactcommissie
mogelijkheden om na de oorlog uw
plannen gerealiseerd te krijgen?
Daarin ben ik het met Drees eens
geweest. Ik was zeer de mening toe
gedaan, dat het verzet na de oorlog
geen politieke rol mocht spelen. Ove
rigens had die Contactcommissie geen
politieke rol: het was een zuivere ver
zetsorganisatie, die zich bezig hield met
de problemen van een overgangsperio
de na de bevrijding. Daarover werd
gecorrespondeerd met de regering, die
een veel te grootse voorstelling van
dat verzet had.
U WAS enerzijds voorstander van
een radicaal progressief programma
en anderzijds zat u voor de rechter
vleugel in de Contactcommissie?
Het staat wat paradoxaal, maar in
die linkersector zaten De Waarheid,
Het Parool en Vrij Nederland en dat
was ons allemaal te socialistisch. Wij
waren voorstanders van een radicali
sering van de christelijke politiek.
DUS EEN soort intern radicalisme?
Nee dat niet, maar wij waren een
voudig niet bereid socialist te worden,
of communist. Wij wilden geen volks
front. Wat aan de ander.e kant weer
niet inhield, dat wij niet met de so
cialisten in de regering wilden. Dat is
direct na de oorlog om verschillende
redenen niet doorgegaan. Drees en
Schermerhorn kwamen mij vragen als
minister van Binnenlandse Zaken.
Toen heb ik gezegd, dat ik weten wil
de wat er met de omroep zij wilden
die nationaliseren zou gebeuren.
Bovendien wilde ik op de kortst mo
gelijke termijn verkiezingen en daar
bij nog twee A.R.'s in het kabinet,
waarvan 1 op onderwijs. Schermer
horn heeft direct gezegd, dat het laat
ste niet mogelijk was. Over die om-
roepgeschiedenis werd geen duidelijke
verklaring afgelegd, en ook niet over
de verkiezingen. Ze zeiden, dat de be
volkingsregisters allemaal in het onge
rede waren geraakt en daarom kon
den er geen verkiezingen worden uit
geschreven. Als je nou ziet, dat ze
in alle mogelijke Afrikaanse landen
en zelfs Vietnam naar ik aanneem
zonder bevolkingsregisters verkie
zingen houden, dan zie ik niet in waar
om dat hier destijds ook niet had ge
kund. Maar daar zat achter, dat men
in de kringen van de Nederlandse
Volksbeweging bezig was met een po
litieke heroriëntatie en die wilde men
niet met verkiezingen doorkruisen. Dat
vond ik fundamenteel fout. Ik meende,
dat wanneer je onder die Nazi's uit
was, je moest zorgen voor een demo
cratisch bewind Enfin op geen van
de drie door mij gestelde eisen werd
ingegaan, en daarop is die samenwer
king met de socialisten afgestuit.
HOE STOND U tegenover de Ne
derlandse Volksbeweging?
Ik ging daar lijnrecht tegenin, want
ik vond die NVB min of meer een
voortzetting van de Nederlandse Unie.
Het is natuurlijk merkwaardig, dat in
die NVB mensen zaten als De Quay,
Suurhoff en Buskes. Een zeer verras
sende combinatie.
U SLUIT TOCH niet uit, dat de le
den van de Nederlandse Unie in de
oorlog een evolutie hadden doorge
maakt?
Natuurlijk waren zij geëvolueerd.
Ik wil beslist geen kwaad spreken.
Schermerhorn had hele andere ideeën
dan ik. Dat sloot niet uit, dat wfj
daar samen over spreken konden. En
ik wil ook zeer wel toegeven dat hij
het op een aantal punten veel meer
bij het rechte eind had dan ik. Bij
voorbeeld in de kwestie Indonesië, die
heeft hij veel beter doorgehad dan ik.
Mijn kernbezwaar tegen de NVB
school echter in hun opvatting van het
begrip nationaal. Die opvatting kon ik
niet delen. Zij werkten met een „na
tionale" ideologie. Daar ben ik tegen.
Ik ben ook niet uit nationalistische
overwegingen in het verzet gegaan en
heb ook niet op die gronden tegen de
Duitsers gestreden. Je ontdekt dat,
wanneer je het illegale Trouw leest.
Wij vonden de strijd tegen de Duit
sers veel meer een religie-strijd dan
een nationale strijd. Het Nazisme is
een vorm van heidendom en daarte
gen verzetten wij ons zeer fel".
U WAS TEGEN de onderhandelin
gen van de vertrouwensmannen met
Seyss Inquart?
Ja, ik heb met Meijer bij de ver
trouwensmannen heftig geopponeerd
tegen die voedseldroppings, omdat wij
vreesden, dat die de oorlog alleen
maar verlengen zouden. Bovendien
stonden wij op het standpunt, dat de
Duitsers er alleen waren om tegen te
vechten niet om mee te praten. Ik
geef toe, dat je daar nu wel anders
over kunt denken. Maar naar ons be
sef toen maakte je de volksgeest ka
pot door te onderhandelen met de
Duitsers. En dat op een moment, dat
je met je krant voortdurend alles deed
om de strijdbare mentaliteit van het
volk wakker te houden. Wij wisten
heel goed, dat wij onszelf niet ken
den bevrijden, doch dat de geallieer
den dat moesten doen. Maar wij wil
den wel een volk presenteren zonder
gebroken ruggegraat. Achteraf moet
je zeggen, dat die droppings helemaal
geen kwaad hebben gedaan, maar dat
kon je toen niet weten.
DE ORDE DIENST had ook wel een
eigen idee over hoe het na de oorlog
zou moeten gaan. Is men in de Trouw-
groep bang geweest, dat het ooit zo
ver zou komen?
Ik moet zeggen, dat er over de
ideeën van de OD tot op de dag van
vandaag geen duidelijkheid bestaat.
Dat de OD er op uit was een militair
bewind te vestigen, wordt door aller
lei OD-figuren ontkend. In ieder ge
val hadden ze wel anti-parlementaire
trekjes. Wij stonden erg sceptisch te
genover de OD. Uiteindelijk heeft het
door Londen ingestelde Militair Ge
zag alle taken overgenomen, die de
OD zich had gesteld. Dat de regering
een militair gezag instelde, daar heb
ik overigens nooit moeite mee gehad.
Dat vond ik volkomen begrijpelijk. Of
dat militair gezag het nu zo goed ge
daan heeft, is een andere kwestie. Het
is een vraag, die je achteraf wel kunt
stellen, maar die toen niet relevant
was.
HEBT U HET IDEE, dat de radi
caal-progressieve ideeën van vlak na
de oorlog nu door de AR gerealiseerd
worden?
Door een gedeelte van de AR wel
ja; namelijk door de radicalen.
IS DAT DE eerste keer sinds de
oorlog, dat het geprobeerd wórdt?
Nee. Het Europees federalisme was
voor de oorlog in AR-kringen een vol
strekt krankzinnige en onaanvaardba
re zaak. De AR's hebben het vlak na
de oorlog wel klaar gekregen om de
partij rijp te krijgen voor het Euro
pees federalisme. Dat vind ik een be
langrijke progressieve ontwikkeling.
Wij zijn in onze Indonesië-politiek zeer
conservatief geweest, maar we zijn dan
ook helemaal omgekeerd voor er spijt
stemmers en radicalen waren in de AR.
Dan gaat het om concrete punten,
maar naar de geest?
Ik vind, dat de A.R. zich sinds de
oorlog steeds moderner heeft opge
steld. Het taboe, dat door de oorlog
onder Colijn lag op het principe
van de planeconomie is na de oorlog
door Zijlstra volkomen doorbroken.
Maar je hoort nog steeds klachten
in de geest van: wat we ons in de
oorlog hebben voorgesteld; daar is
helemaal niets van terecht gekomen.
„Wij hebben in de oorlog gevoch
ten tegen de Hitier uit Duitsland. Nu
na 25 jaar ontdekken we, dat we de
Hitler in onszelf nog niet vermoord
hebben. Dat is het probleem. Hitier
dat is: eigenwaan, rassenwaan, hoog
moed, onbarmhartigheid, egoïsme en
recht van de sterkste. Als, je de poli
tiek van na '45 nu eens ontdoet van
de christelijke en humanistische hu
maniserende verhalen, waarmee we
het voor de kiezers zelf aantrekkelijk
proberen te maken; blijft er dan nog
iets goeds over? Is het zoveel meer
en beter dan onbarmhartigheid egoïsme
en recht van de sterkste. Dat heeft de
generatie van nu door en dat verwijt
ze ons terecht.
IDEALISME van toen en van de
protesterende jongeren van nu is dus
te vergelijken?
Ja. Ik vind zelf, dat ik in de jaren
'60 in Trouw praktisch hetzelfde doe,
als wat ik in de oorlog heb gedaan.
Trouw is strijden tegen ongerechtig
heid in al zijn vormen; dat is het wil
len doorbreken van structuren, die
hun rechten alleen maar ontlenen aan
het zuivere feit dat ze bestaan.
HET SAMENGAAN van A.R.-frac-
tievoorzitterschap in de Tweede Ka
mer en het hoofdredacteurschap van
Trouw was niet gelukkig?
Je was niet formeel, maar prak
tisch enorm politiek gebonden, door
de vereniging van deze twee functies
in een persoon. Het is een zegen voor
een krant, dat een hoofdredacteur die
andere baan kan laten schieten. Ik
moest kiezen omdat het fysiek niet
meer ging. Bovendien kreeg ik moei
lijkheden binnen de partij over mijn
Nieuw-Guinea politiek. En van de zij
de van de krant, wilde men een hoofd
redacteur, die zich helemaal aan die
taak kon wijden. Op dat moment was
Trouw nogal marginaal en dat moest
men te boven komen, maar daarvoor
was naast een goede directe
een full time hoofdredacteur nodig,
die iets van die krant kon maken. Ik
meen, dat we daar ook aardig in zijn
geslaagd.
DE SFEER van de krant is sinds
die tijd helemaal veranderd.
Ja, ik was helemaal vrij en kon
doen wat mijn overtuiging was.
HEBT U VOOR "62 daar nooit con
flicten over gehad?
Die loste je dan op met een com
promis. Bedenk u wel; als je met Van
Eibergen van het C.N.V. in de Kamer
zat en je moest iets schrijven over
woningbouw, dan paste je wel op, dat
Van Eibergen niet in moeilijkheden
kwam. Zo ging het in alle sectoren.
Je kon nooit echt kritisch zijn ten op
zichte van je eigen mensen. Dat is èn
voor de politiek èn voor de krant ver
keerd.
DE MAATSCHAPPELIJKE ontwik
keling, zoals we die nu zien en waar
van u zegt een voorstander te zijn, is
die in '45 begonnen?
Nee het gekke is, dat wat je na de
oorlog verwachtte nu pas begint. De
ontwikkeling komt nu op gang. Ik ben
bijvoorbeeld ook blij dat nu de raad
van kerken een evangelisch politiek
beraad gaat organiseren. Ik wil mijn
verwachtingen niet te hoog spannen,
wel vind ik het goed dat er van een
andere kant dan van het partij-esta-
blishment eens over politiek gespro
ken wordt.
BISSCHOPPELIJKE brieven en een
mandement ziet u dat in dezelfde
sfeer?
Het mandement heb ik destijds toe
gejuicht, maar dat zou ik nu niet
meer doen. We zijn een stuk opgescho
ten. Kardinaal Alfrink gaeft zulk soort
zaken niet meer uit Het is wel goed,
dat die kerken, die nooit politieke par
tijen zullen worden iets organiseren,
waardoor je in zekere zin vrijblijvend
over politiek kunt praten. Het gaat
hier over mensen, die vinden, dat chris
tenen aan politiek moeten doen en dat
het evangelie ook over politiek iets te
zeggen heeft. Laten de christenen uit
D'66, uit de P.v.d.A., uit de K.V.P.,
uit de V.VD. uit de A.R. en de chris
tenen die helemaal niet bij een partij
zijn eens bij elkaar gaan zitten en de
problemen evalueren aan de hand
van het evangelie. Begrijp mij goed:
ik denk helemaal niet in categorieën
van doorbraak. Ik denk gewoon dat de
christenmensen eens bij elkaar moe
ten gaan zitten en over politiek moe
ten praten ongeacht in welke partij
ze zitten.