Mr. Burger:
„DE TWEE
GROTE
PARTIJEN
HEBBEN
ELKAAR C
)NTTAKELD"
Geistige Kameradschaft
Deutschland-Niederlande
25jaargelëden
in dm JVdder&tndm
OPENHARTIG
PRAGMATICUS
OMSTREDEN
TEGENSTELLING
MISLUKT
Grundgesetze neuen kultellen DefikenS:|E|l
Der M&ïm m
der Tür
r;(,^rv,! ".L .r n r - ",.;t - mm
ZATERDAG 2 MET 1970
Erbij
MR. J. A. W. BURGERS balans
van een kwart eeuw Nederlandse
politiek na de bevrijding: „De ver
nieuwing heeft niet kunnen door
zetten. De doorbraak heeft gefaald
op politiek, niét op geestelijk ter
rein". Ziet Burger voor de ver
klaring van deze ontwikkeling een
rechtstreekse relatie met het be
wustwordingsproces, dat in de oor
logsjaren begon? Na enige aar
zeling: „In ieder geval is er na de
oorlog een nieuwe aanpak geweest
(sneller nu, met duidelijke stem
verheffing), dat is een enorm
winstpunt, we kennen een geeste
lijke bevrijding, die je niet genoeg
kunt waarderen óók als dat in
de politieke machtsverhoudingen
niet heeft doorgewerkt".
Kuhdsefeufla des dbc» Kvtfur*i*f«* ia Den Hmg
d«r beidea VdSker *«f kuliwttlUm G«bi«t
Eim Rede des RekhkoöttóMksrs
W* Stakende ütifcönft* der
b* ,u„ Pwtv«rwftttung
- - -
S «I I» :i
V
\i v v -
Sperrba!I«me dfeer
Hölknd
-.-.-vl:,;?'
Fi
„KVP heeft niet één draad
socialisme willen dulden"
Mr. JA. W. BURGER, in 1943 advocaat in Dordrecht, stak
in mei van dat jaar per motorboot „met een groep van tien
mensen die moeilijk zaten" naar Engeland over. Zijn oog
merken waren die van zo menig Engelandvaarder: bij te dra
gen tot betere informatie van de regering in ballingschap en
het verlangen „zinvol werk te doen". Hij kende Gerbrandy
en SDAP-minister Van den Tempel (Sociale Zaken). „Ik
dacht zeker gehoor te vinden, maar de voorstelling die ik
door Radio Oranje had gekregen was te fraai. Gerbrandy c-s.
bleek alleen maar één van de vele ballingenregeringen". An
dere teleurstelling: „Ik dacht de ministers direct te kunnen
spreken. Maar door de Britse intelligence ben ik, zoals alle
Engeland-vaarders, weken opgehouden". Burger, verlangend
de ministers over Nederland in te lichten, werd „hoogst ner
veus door het oponthoud". De Engeland-vaarders werden da
delijk na de security-periode aan de koningin voorgesteld.
Burger niet aangezien de koningin toen in Amerika was. „Dat
is belangrijk geweest, omdat ik intussen het jargon van de
Nederlanders in Engeland leerde kennen, en hun verwach
tingen van een naoorlogse Oranje-autoritaire regering
fessie blijft
achterwege".
geestelijke verkettering
IN EEN BROCHURE in Nederland
had de nu 66-jarige Burger al uiteen
gezet dat slechts de gijzelaars der
Duitsers in St. Michelsgestel gelegen
heid hadden tot discussie over het
nieuwe Nederland. Burger: „En dat is
uitgekomen, in 1945 hebben we dan
ook Schermerhorn en zijn club gekre
gen, een gijzelaars-kabinet". Tegen ko
ningin Wilhelmina zei hij dat, met ahe
respect voor de verzetsbewegingen, die
te geïsoleerd en te dadengericht moes
ten optreden om tot geconsolideerde
inzichten omtrent het toekomstige be
leid van Nederland te kunnen geraken.
(Hij voegt er aan toe, dat in de sfeer
van de Ordedienst OD en bepaal
de militante groeperingen autoritaire
trekken aanwezig waren die zich slecht
met een naoorlogse democratie zouden
verdragen
ZIJN OPENHARTIGE uiteenzetting
was „misschien één van de dingen
waarom ik zo naar boven ben geval
len". Burger werd minister zonder por
tefeuille- Gerbrandy had de neiging tot
zwart-wit-denken. Hij zei: „U moet
goed begrijpen dat ik u niet als socia
list vraag". Burger: „Nee, maar ik ben
het wel".
Hij werd belast met de voorberei
ding van de terugkeer van het kabinet,
stelde voordien als voorwaarde tot zijn
toetreding van het kabinet dat alle mi
nisters daaraan medewerking moesten
geven. Van dat unanimiteitsbeginsel is
niets terechtgekomen, aldus Burger.
„Gerbrandy had de anderen daarvan
niets gezegd, ze wisten van niks, in
wezen zat ik in m'n eentje".
In mei 1944 werd Burger minister
van Binnenlandse Zaken. Hij stelde
zich, zij het niet zonder reserve, ach
ter de plannen voor invoering van een
tijdelijk Militair Gezag in Nederland,
omdat in de overgangstijd burgerlijke
bestuurders tegenover de geallieerde
militaire functionarissen geen been
zouden hebben om op te staan. Hij
zag zijn bedenkingen later wel bewaar
heid. „De uitwerking van het M-G. is
niet goed geweest. Het ademde een
paternalistische, autoritaire sfeer. Het
waren wel vaak mensen van goeden
wille, maar die het contact met Neder
land geheel kwijt waren geraakt".
PARTIJPOLITIEKE doelstellingen
in engere zin hielden Burger toen wei
nig bezig: er was zoveel praktisch werk
te doen. „Mijn instelling was die van
pragmaticus. Wel was ik sterk ge
ïnspireerd door artikelen in de onder
grondse pers, al wat ik maar in han
den kreeg, maar vanwege een natuur
lijke affiniteit in de eerste plaats Vrij
Nederland en Het Parool. De stukken
van Goedhart, Van Randwijk, Van
Heuven Goedhart ze waren uiter
mate richtinggevend. Tussen twee
haakjes: kenmerkend voor het isole
ment van de regering in Londen was
dat de ondergrondse bladen die in
Engeland terecht kwamen, onder de
grootste geheimhouding werden aange
boden uit vrees voor onthulling van
de identiteit van de betrokkenen. Als
of de Duitsers die bladen niet in han
den kregen
DE INSTELLING van het kabinet-
Gerbrandy t.a.v. naoorlogs Nederland:
„Zo'n eenheid was dat kabinet niet, het
werd bijeengehouden door de gemeen
schappelijke vijand. Het was er hoog
stens om „het schip aan de wal te leg
gen" zoals Gerbrandy het uitdrukte.
Wel had hij, in navolging van Chur
chill, een voorkeur voor een tweepar-
tijensysteem, maar het kwam nooit
verder dan algemeenheden. Ook streef
de hij naar een kernkabinet van 3 a 4
man, zoals Churchill had, en dat de za
ken in wezen zou uitmaken. Daarover
was een geweldige ruzie geweest, daar
de andere ministers zich niet in een
tweederangs positie wilden laten ma
noeuvreren. Die tegenstelling herleef
de, toen Kruis, chef van het Militaire
Gezag, niet wilde dat ministers naar
Nederland zouden gaan en Gerbrandy
het compromis van de kwartiermakers
vond. Dat werd door de anderen weer
als een streven naar een kernkabinet
uitgelegd. Natuurlijk zijn ook die later
toch gegaan, maar het verblijf van de
ministers in het bevrijde zuiden is mi
nimaal geweest, het M.G. wilde zelf het
gezag in handen houden.
NA EEN OMSTREDEN toespraak
voor Radio Herrijzend Nederland, ja
nuari '45, nam Burger ontslag uit de
regering. Het tweede kabinet-G er bran
dy, dat spoedig daarna optrad, ruimde
plaats in voor mannen als Huysmans
en Beel, die uit bevrijd gebied naar
Engeland waren overgekomen. Burger
is nog steeds de (door de Parlemen
taire Enquête Commissie bestreden)
mening toegedaan, dat de samenstel
ling van dit kortstondig kabinet sterk
door het Militair Gezag is beïnvloed.
„Beel werkte op het geementehuis van
Eindhoven en kende zijn zaken. Het
M.G-, dat van alles niets afwist, had een
grote steun aan deze man, die over
vloeide van ijver en werkkracht. Hij
was een eerste vraagbaak, politiek
goed, een soepel en meegaand man bo
vendien".
Wel vreemd vindt Burger het ook nu
nog dat Gerbrandy, de grote zuiveraar
ookDe Quay opnam als minister
van oorlog. De Quay wiens omstreden
rol in de Nederlandse Unie toen nog
niet goed onderzocht was (of kon zijn).
„Maar goed, inzake De Quay werd toen
beslist. Ik ben er daarom altijd tegen
geweest om dan later wéér over De
Quay te beginnen. Dat had dan metéén
moeten gebeuren".
NA DE BEVRIJDING is rar. Burger
tot 1962 lid geweest van de PvdA-frac-
tie in de Tweede-Kamer, waarvan een
aantal jaren als voorzitter. Thans is hij
lid van de Eerste Kamer en tevens van
het Europees parlement.
NADERE TOELICHTING van dat
begrip geestelijke bevrijding? „De con
fessionele partijen zijn blijven bestaan,
maar niet meer met het accent op het
confessionele. Een rooms-katholiek
stemt niet per se KVP meer..." Bur
ger geeft toe dat het bisschoppelijk
mandement van de jaren '50 nog een
bedenkelijke poging tot restauratie is
geweest. Vergeefs overigens: dat stuk
doorbraak bleek toch niet tegen te
houden: „Voor wie in de politiek nu
anders kiest dan volgens de eigen con-
BURGER HAD OOK in het politiek
domein graag anders gezien. „Of lie
ver: het zou anders hebben moeten
kunnen Een wat moeizame formu
lering, waaruit een zekere gelatenheid
opklinkt. „Als er méér begrip was ge
weest maar Romme voelde zich,
voelde zijn partij bedreigd door de
doorbraakgedachte. En natuurlijk was
die doorbraak ook de bijl aan de wor
tel van de confessionele partijen, voor
zover die gezien werden als de onmid-
delijke consequentie van een geloofs
overtuiging".
WELKE OPVATTINGEN trof Bur
ger toen hij als minister van Binnen
landse Zaken (en later als ambteloos
burger) in 1945 in het bevrijde zuiden
verbleef? „Er was een sterke mentali
teit die zich keerde tegen het herver-
schijnen van de oude politieke-partijen
er waren zoveel onbekende mensen, die
toen naar voren kwamen. Maar anderen
zeiden, laten we de partijen weer in
stellen, dan zien we wel hoe dat as
socieert (zo is het trouwens ook later
met de Partij van de Arbeid gegaan).
Ik zocht meteen in Eindhoven contact
met socialisten, dan wist je met wie je
sprak".
DE OORLOG HAD ook tot tegenstel
lingen binnen het socialisme geleid
„Ja, een controverse was er wel. Je
had een Hilde Verwey-Jonker, een
Wim Thomassen, een Ruygers, die wa
ren al sterk in de ban van het perso
nalistische socialisme zoals de Neder
landse Volksbeweging dat voorstond.
Ze zagen dat al in een grote progres
sieve meerderheid uitkomen, die Ne
derland na de oorlog zou regeren. Daar
tegenover stonden andere socialisten,
een man als Donker, oervast in het
oude geloof".
DE NEDERLANDSE Volksbeweging,
met het ondergronds begonnen blad
„Je Maintiendraï". Socialisten deden
'zich er in horen en jonge R.K.-intel
lectuelen uit de (eveneens ondergrond
se) Christofoorgroep. De visie van een
a-dogmatisch socialisme was meesle
pend, maar ook wat vaag. En in de
toch sterk traditioneel-gebonden ver
houdingen van Nederland ronduit we
reldvreemd, zoals spoedig zou blijken.
BURGER ZEGT ER VAN: „Het eer
ste kabinet-Beel is het enige geweest
dat gedragen werd door de twee grote
partijen, P.vd.A. en K.V.P. Van de
Goes van Naters zei dat dit het begin
van een nieuw tijdperk zou zijn. Nie
mand voorzag dat de concurrentiestrijd
van de partijen de samenwerking zou
gaan overheersen. Heel teleurstellend.
Dat is in het verdere verloop wel dui
delijk geworden: de twee groten heb
ben elkaar afgetakeld. Ze hebben het
vertrouwen in de parlementaire demo
cratie niet versterkt.
BURGER LAAT NIET TOEVALLIG
meermalen de naam Romme vallen.
Romme, die een spilfiguur werd en in
Burgers visie een groot obstakel op de
vernieuwingsweg. „Hij schreef tijdens
de bezetting zijn studie over grondwets
wijziging, waarin o.m. werd gesteld dat
een overheidsfunctie slechts verkregen
kon worden door die erkende dat het
staatsgezag werd uitgeoefend op gods
dienstige grondslag. Nooit heeft hij dit
opvattingen herroepen. Alleen heeft hij,
daarop aangevallen, gezegd dat een
discussie daarover niet opportuun was.
Méér niet".
„NU WERD HET DE vernieuwers ook
niet gemakkelijk gemaakt. Ze liepen
meteen tegen een probleem als Indone
sië op. We hadden in Nederland zo ge-
isoleerd gezeten, dat we niet het flauw
ste idee hadden van de bewustwording
in de koloniale gebieden, daar in de ver
te. Het heeft de naoorlogse ontwikkeling
in Nederland sterk bemoeilijkt".
NIET ALLEEN in de verhouding van
de vooruitstrevende krachten tot de dui
delijke gezagsaanbidders in de kring
van AR, CH en Liberalen, maar ook tus
sen de twee grote partijen. Bij de socia
listen toch zoiets als een doorwerking
van de oude SDAP-gedachte „Indië los
van Holland", bij de KVP'ers onder
Romme een exercitie op 'n evenwichts-
balk, die hem tussen de interne krach
ten van links en rechts heen moest voe
ren. De „aankleding" van de Linggadja-
ti-overeenkomst door Romme is van die
balanceerkunst een typisch voorbeeld
geweest.
DEZE EN DERGELIJKE verschijnse
len acht Burger van wezenlijke bete
kenis. Hij zegt: „Ik had gehoopt, dat-
die twee samen het beleid in handen
hadden kunnen hebben. Maar die bre
de opzet is mislukt. Ik vind dat jam
mer voor Nederland. In een bepaald
opzicht hebben we stilgestaan: wat be
treft onze politieke toekomst is de ont
wikkeling gering geweest".
Zijn toon is er één van frustratie als
hij zegt: „De KVP heeft als 't er op aan
kwam geen draad socialisme willen toe
staan, nooit en dientengevolge kreeg ook
de PvdA zijn complexen. De partij is er
door verdeeldheid niet in geslaagd zich
waar te maken. De verhouding van
deze twee partijen is innerlijk zo aan
getast, dat het een ernstige negatieve
factor vormt voor de parlementaire de
mocratie".
En de toekomst? „Mogelijk dat een
nieuwe generatie na zekere schokken
die vernieuwing wel tot stand zal
brengen". Met opnieuw een verwijzing
naar de geestelijke doorbraak, die toch
wel in opmars is, zegt Burger: „Er i«
geen reden om in de rouw te gaan. Maar
ik ben niet helemaal zonder zorgen. Nee
het is niet helemaal zo prachtig".
te,-
V>
x<v.v.
'v
te-x*
x> x&w-*.
f>W*
*r<
*/«♦:-$< r'* v-
j? *te i
S.VAUtiun
ii
w r v
■A#*m s - -a
kt
V - <**<4*1
v V H'
y*<-, -".or- A f*< A Vm
f*e *ter*4 ->t f- A*:
S*» x'-x f -
N a «cr-vLV'
V ».>-*♦< éVM
i Sy* -.v v -
v.M, 4* m *-»'• ê»t
r- W
i»» (S»>
«Kt
Druppel voor druppel eerst,
later bij lepels tegelijk, werd het
nazi-propaganda-gif de bezette
volken ingegoten. De gehate
Deutsche Zeitung in den Nieder-
landen schreef aanvankelijk nog
hooggestemde artikelen over de
„geestelijke kameraadschap" en
„het nieuwe culturele denken
vele goedgelovige Neder
landers vlogen erin.
i «c*
te r
■■m** v**
<:»-x *4
WW -5R -A,
VZ** Zrm -^4 x*
kf- Xto X v ZxeiAitéi*
m t i Wtmyi»'.
i*. Vx V+W»* *4 44»*S^m.
te X
wx**.
x m
X* i ■-**' i tteteo, 4*
W r* «y>. 1
WW SX *-,?.*<*
e#*-* t *#*«?.- w-m*
-• - m
te ÏM* kf **rte
i ?*5 Z Xm»
-rnxim wx amm i
I
V
mmffimwÊÊ
4
mim
A >- - V
Aük W
av -J, a.v*>a;. .X.>. ;.x:', '4- 'yji
*r> *mr»
- itmm «w» xz* Mtx* r*&
vx .ikjt
"%k< W*-m***»
O. ...V ,JA. 't
AV V >,-• <W 'l A. Vaï* -
wart*
i :W if****».-**'-
mm
en
xjA+te m A txc ,V< r,r fX.-yA fv» *4H tV f
v.x-> >;a te y'* irtexte* '- *4 *i a 4*r ***'-
**.-■*/. '/-*? -v
te t t ïtelb*. Z* J
ïiteöMi x-'te uw*x-m t
tote*, te»* SaI ^I w
te Dtm'Wte. ïf ite»ite ->*•■% te -Storm
te -mte te *te:< m te te r-x X<*te i te -,
v>,„; ..M 4 1'X'l ïf A A, - i .r «S
m W* w.
lrrx KAmKon
X' ><->** tin'tli'.'»*
I 'i ,t ':"'W
:te-
■mm
:i >te ttete
S,, -.
bte: te<-
*>>*te'y teteïte te vr*Xte
yXte'. fvA 'te? te- :'te :'te-
V
te'ter-
tettete* m&tet m