25 jaar gateden MR. VAN KLEFFENS MWM$I Nuchter Jammer W eerklank Indonesië Smuts Gereviseerde Volkenbond ZATERDAG 2 MEI 1970 Erbij aipimmilP iiisiiljli k"t:"'"1' „Nooit geloofd in echte en duurzame vernieuwing" LONDEN Wie de Britten kent weet dat hoe arg wanend de ingeboren vrees van een eilandvolk zjj soms nog altijd tegenover buitenlanders staan, de Nederlanders een streepje bij hen voor hebben. Dat komt niet alleen omdat De Ruyter en „Van" Tromp de Engelsen ontzag hebben ingeboezemd een trauma dat nog steeds doorwerkt maar ook omdat zij zich in vele opzichten met ons verwant voelen en onze be langen vaak parallel lopen. Ook tijdens de oorlog heeft onze uitgeweken regering dat menigmaal kunnen vast stellen. „Dat was", zo zegt mr. E. N. van Kleffens, die minister van Buitenlandse Zaken in de twee oorlogs kabinetten was, „in zekere zin een negatieve waar dering. Verscheidene ballingenregeringen in Londen lagen onderling overhoop, die hun interne politieke strijd in Engeland voortzetten. Zij slaagden er lang niet altijd in, die ruzies onder elkaar te beslechten. Van ons hadden ze geen last", vertelt de oud-minister lachend. „Natuurlijk hadden we onze meningsverschil len, maar wij bestookten elkaar niet". DE 75-JARIGE STAATSMAN, die in jaren welke behoren tot de moeilijk ste die ons nationale bestaan heeft ge kend, tegenover de buitenwereld zulk een centrale rol heeft gespeeld, woont tegenwoordig in een afgelegen land huis bij Lissabon, waar hij ook enkele jaren gezant is geweest. Hij is echter gelukkig nog vitaal, en het was voor hem dan ook geen bezwaar om even over te wippen naar Londen, waar hij ons na zijn lange reis een autorit naar het vliegveld van Lissabon van vijf kwartier, een overtocht van meer dan drie uur per vliegtuig en nogmaals een autorit van een uur naar Londen fris en wel in de huiselijke sfeer van de Dutch Club te woord stond. HET BEELD VAN sommigen, dat de Nederlandse regering in Londen bij de Britse autoriteiten niet of weinig zou hebben meegeteld verwierp hij als beslist onjuist. Dat zal, zo kwam het ons voor, niet in de laatste plaats te danken zijn geweest aan de gezagheb bende persoonlijkheid van Van Klef fens. Hij is een nuchter man, met een scherp oog voor de realiteit, een lange ervaring, tevens kennis van en begrip voor onze Britse bondgenoten. „NEEN", BEKENT HIJ openhartig, „ik geloofde niet aan werkelijke duur zame naoorlogse vernieuwing, en ook niet aan het nut van al te veel plan nenmakerij op binnenlands gebied. Ik vond dat wat er na de oorlog in ons land moest gebeuren, best aan de Ne derlanders thuis kon worden overgela ten. Maar dat betekent allerminst dat we in Londen moesten stilzitten." Mr. Van Kleffens, die vooral de waarde begreep van zoveel mogelijk persoonlijke contacten zowel met de Engelsen als met zijn collega's uit de andere uitgeweken regeringen, was daardoor in staat belangrijke initiatie ven te ontwikkelen. Zo vormde zich bij hem al spoedig het denkbeeld van een Europese Staal- en Stikstofgemeenschap. Een e erste nota in die zin is, met goedkeuring van koningin en kabinet, in de zomer van 1943 aan een aantal geallieerde leiders overhandigd. „HET IS JAMMER dat daar niets van is gekomen. Het zou een prachtig begin zijn geweest van een regeling of organisatie ter beperking van de be wapening, omdat hierdoor de produk- tie van staal (een hoofdbestanddeel van alle conventionle wapens) en stik stof (onmisbaar voor alle conventio nele explosieven) zou kunnen worden gecontroleerd, zonder dat enig land zich daarvoor in zijn prestige aange tast zou behoeven te gevoelen." OP 28 DECEMBER 1943 werd voor het eerst en wel van Nederlandse zijde de oprichting voorgesteld van een Atlantisch Pact. Dit gebeurde in het Nederlands in een door mr. Van Kleffens voor Radio Oranje uit gesproken rede. Dat zij ook elders, en met name in Engeland, de aandacht trok, blijkt onder andere uit de op neming van een volledige Engelse ver taling in een in 1944 verschenen boek van Sir Edward Grigg, getiteld „British Foreign Policy". OOK IN DE VERENIGDE STATEN vond de idee van mr. Van Kleffens weerklank. Iedereen weet dat op die grondslag in 1947 het Noord Atlantisch Verdrag tot stand kwam. In deel II van zijn memoires vermeldt Harry Truman dat het Van Kleffens is ge weest, die de gedachte heeft geopperd dat de naoorlogse militaire samenwer king de vorm zou krijgen van een „Noord Atlantisch Pact" de oceaan als een verbindend, niet als een schei dend element. TRUMAN GEWAAGDE in dezelfde passage van mr. Van Kleffens' „op merkelijke greep op de dingen die van werkelijke betekenis waren" eraan toevoegend dat deze „altijd in staat was het juiste woord op het juiste mo ment te laten horen". „HET NOORD ATLANTISCH Pact", zegt mr. Van Kleffens, „heeft de tand des tijds doorstaan en is soepel genoeg gebleken, zodat tof dusver nooit de behoefte is gevoeld het te wijzigen. Maar het beste apparaat werkt niet wanneer de wil ontbreekt om het op de juiste wijze te gebrui ken. Inderdaad mag men zich afvra gen wat er met het Westen zou zijn gebeurd indien dit verdrag niet was gesloten." De Verenigde Naties zijn een teleur stelling gebleken door het misbruik dat de Sovjet-Unie van het vetorecht heeft gemaakt en ook doordat wat hij de minder rijpe landen noemde, hun handelen vaak laten ingeven door ge voelens van wrok of naijver, boven dien haast zonder een cent tot de orga nisatie bij te dragen. DEZE TEKORTKOMINGEN zaten ook wat betreft Indonesië de Neder landse regering dwars, die ten onrech te werd verweten in de Verenigde Na ties niet krachtig genoeg te zijn opge treden. Als vertegenwoordiger in de Veiligheidsraad droeg de heer Van Kleffens een klein blauw boekje bij zich dat het Handvest van de Verenig de Naties bevat. Hij haalt het ver weerde exemplaar dan ook tevoor schijn om het artikel 27, lid 3 over het stemmen in de Veiligheidsraad te citeren en eraan te herinneren dat geen Nederlands voorstel daar kans op aanneming had, omdat daarvoor ze ven van de elf stemmen vereist wa ren. Die zeven stemmen konden wij nooit halen door tegenstand van de kant van de Sovjet-Unie, Polen, de Witrussen (of de Oekraïne), Syrië en de om niet geheel begrijpelijke rede nen anti-Nederlands stemmende gede legeerde van Colombia. „HET WAS GEEN gemakkelijke tijd daar in de Veiligheidsraad. Maar ik heb het overleefdverzucht mr. Van Kleffens. IN DE OORLOGSPERIODE was zijn voornaamste taak het buitenlands be leid in nationale geest uit te stippelen. Zijn eerder genoemde radiotoespraak was vooral een reactie op een sugges tie, in het openbaar gedaan door de Zuidafrikaanse premier Jan Smuts dat Nederland na de oorlog lid zou moe ten worden van het Britse Gemene best! SMUTS WAS IN het Britse oorlogs kabinet een creatieve geest. Wanneer hij in Engeland was, had de heer Van Kleffens altijd een lang gesprek met hem. „Hij was een wijs man en altijd interessant. Ik sprak Nederlands tegen hem en hij Afrikaans tegen mij. Na tuurlijk voelde ik er niets voor dat Nederland een sloepje zou worden, va rend achter het Britse fregat. Daarom wilde ik die gedachten van Smuts niet onweersproken laten. Opgaan in een buitenlands staatslichaam zou het eind hebben betekend van de Nederlandse souvereiniteit, en ik was niet in Enge land gekomen om zo iets te bevorde ren. Wel bepleitte ik samenwerking, maar een die zich ook tot de Verenig de Staten zou moeten uitstrekken, juist om niet helemaal van één groot land afhankelijk te zijn." Van Kleffens' visie was op het gehe le wereldbeeld gericht. Maar dat be lette hem niet zich, samen met ande ren evengoed bezig te houden met din gen die dichter bij huis lagen. Wie zal in dit verband niet direct denken aan Benelux? Het initiatief daartoe is ge nomen door de ministers van Financiën van Nederland en België, beiden in Londen aanwezig, de heren Van den Broek en Gutt. Maar in een geval al» dit was natuurlijke en hartelijke me dewerking van de ministers van Bui tenlandse Zaken (Spaak, Bech en Van Kleffens) onontbeerlijk. Die hulp is ten volle gegeven. Afgezien van het onmiddellijke belang voor Benelux voor de naastbetrokken landen, moet hier worden herinnerd aan de grote be tekenis die de met Benelux opgedane ervaring heeft gehad bij oprichting en eerste uitwerking van de latere Ge meenschappelijke Markt. Een Nederlandse Nota over een Ge reviseerde Volkenbond werd in de zo mer van 1943 door koningin Wilhel- mina aan president Roosevelt „ter overpeinzing" overhandigd. Deze kwam ter sprake in een Amerikaanse commissie voor de naoorlogse interna tionale organisatie. Hoofdpunten wa ren de controle op de bewapening en voorkomen dat wat Duitsland aangaat een atmosfeer van vernedering zou worden geschapen, die zou neerkomen op een tweede verdrag van Versailles. Want we hebben leefgeld genoeg be taald. „Ik heb ook alle collega's uit de bezette landen bijeengeroepen voor een gedachtenwisseling over een Ont- werp-Wapenstilstandsconventie. Dit ontwerp was noodzakelijk, omdat er anders tussen de groten een Conventie zou worden opgesteld waarin de be langen van de kleinere landen onvol doende tot hun recht zouden kunnen komen." Mr. Van Kleffens heeft na de oor log nog slechts enkele maanden in Ne derland gewoond, namelijk toen hij nog steeds als minister van Buiten landse Zaken deel uitmaakte van het overgangskabinet-Schermerhorn. Van de vrees dat er onder de Ne derlanders in Londen de gedachte zou hebben geheerst van e en „Oranje- autoritair naoorlogse regering", heeft hij niets gemerkt. „Wie met koningin Wilhelmina over die dingen grondig heeft gesproken, zal zeker nooit tot deze conclusie gekomen zijn." Op de vraag of het waar is dat de regering in Londen bang was voor een linkse machtsgreep direct na de De- vrij ding, antwoordde mr. Van Klef fens met verbazing: „Dat is de eerste keer dat ik dit, heb gehoord!" ARN. D. LISSAUER Duitse soldaten kijken toe bij het bombardement van Rotterdam. MR. EELCO NICOLAAS VAN KLEFFENS vertelt, dat hij eigenlijk weinig geïnteresseerd is in de Nederlandse binnenlandse politiek. Zijn belangstelling gaat dan ook uit naar de ge schiedenis en het volkenrecht. Na zijn studie in Leiden (Volkenrecht) was hij een jaar werkzaam in Londen, maakte de eerste moei lijke jaren van de Volkenbond mee en trad ver volgens in dienst van de Olie. Nauwelijks der tig jaar oud trad mr. Van Kleffens als diploma tiek ambtenaar in dienst van Buitenlandse Zaken, waaraan hij tot zijn pensionering min of meer verbonden bleef. MET HET UITBREKEN van de oorlog be gon een van de belangrijkste fasen van zijn leven: als minister van Buitenlandse Zaken van de twee naar Londen uitgeweken oorlogs kabinetten was hij verantwoordelijk voor onze buitenlandse politiek. In die hoedanigheid leer de hij staatslieden als Winston Churchill, Eden, De Gaulle, Roosevelt en Truman van nabij kennen. TIJDENS en na de oorlog speelde mr. Van Kleffens een grote rol bij het totstandkomen van de Europese organisaties, terwijl hij na mens ons land ook enige tijd zitting had in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 29