„Sterk Westers bondgenootschap zou Hitiers oorlog verijdeld hebben FR. GOEDHART (ex-„Pieter 25 jaar geléden „Nederlandse arbeider van nu leeft er beter van dan vroeger de koning zelf" SATERDAG 2 MEI 1970 Erbij 30 ZATE ff Geen verraad Vervreemd Zenuwslopend Vrijheid NA VO L ER ZIJN weinig actieve politici meer in en rond het Haagse Binnenhof, die een duidelijke en lei dende rol in het verzet van 1940 tot 1945 hebben gehad Een van hen is Frans Goedhart, lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid. Als Goedhart spreekt over oorlog en de vijfentwintig jaar vrede daarna, klinkt weer de stem van Pieter 't Hoen, onder welke schuilnaam de thans 66-jarige direct na de bezetting zijn „Nieuwsbrieven" uitgaf, de eerste illegale pers in Nederland. Eigenlijk was hij voor de oorlog al illegaal. Toen hij in de jaren 1937 voor eigen rekening een brochure wilde laten drukken, waarin hij het abstracte karakter van de Nederlandse neutraliteitspolitiek aan de kaak stel de, kreeg hij de contraspionage van het leger op zijn dak die hem ernstig aanraadde, zijn als ultra gevaarlijk bestempelde activiteiten te matigen. Op 18 januari 1942 werd hij samen met dr. H. B. Wiardi Beekman op het strand van Scheveningen ge arresteerd terwijl hij wachtte op een „e-boot" die hen naar Engeland zou brengen. Hij werd ter dood veroordeeld, maar wist begin augustus 1942 te ont snappen. Met zijn doodvonnis op zak bleef hij zich inzetten. DE REBEL UIT DE BEZETTINGSJAREN is geen fanaticus geworden. Daarvoor is zijn gevoel voor de betrekkelijkheid der dingen te groot, al zijn de wilde haren van zijn socialisme wel wat vergrijsd, waardoor hij zich nu meer verwant voelt met de gematigde groeperingen in de P.v.d.A. dan met wat hij het „New-Left-gedoe" noemt. Zijn oordeel over de hele tragedie van 1940-1945 is echter nog steeds even hard als in 1937, toen hij correspondeerde met Winston Churchill en als journalist fulmineerde tegen de Europese staatslieden en politici, die hun ogen schenen te sluiten voor de duidelijk waarneembare snode plannen van Hitier, althans verzuimden, daaruit de onvermijde lijke consequenties te trekken. VREES VOOR TERUGVAL IN NEUTRALITEITSPOLITIEK Hoe heeft u de politieke ontwikke lingen van mei 1940 af ervaren? „Een oordeel over de politieke ont wikkelingen in ons land tijdens en na de Tweede Wereldoorlog kan moeilijk gegeven worden zonder er de jaren, die aan mei 1940 voorafgegaan zijn, bij te betrekken. De verantwoordelijk heid voor het ontketenen van deze Tweede Wereldoorlog lag uiteraard in de eerste plaats bij de leiders van het „derde rijk" Als men dit heeft astgesteld. komt onmiddellijk daarna de tweede ver antwoordelijkheid voor het uitbreken van de oorlog aan de orde: de verant woordelijkheid van de Westeuropese democratieën en hun staatslieden en politici, die hun ogen schenen te slui ten voor Hitiers plannen. Zij lieten na, zich onmiddellijk aaneen te sluiten in een bondgenootschap dat uitvoering van Hitiers .Jannen had moeten en kunnen verhinderen. Bovendien lieten zij na, zich een krachtige militaire de fensie te verschaffen „De hele tragedie 1940-1945 komt daarom niet uitsluitend voor verant woording van Hitle-r. maar ook voor rekening van de Westeuropese demo cratieën. wier leiders zich onnozel, on bekwaam en slap gr dragen hebben, zodat West-Europa -en gemakkelijke prooi van de Duitse veroveraar werd. De meidagen van 1940 waren dan ook de bezegeling van het volledige bankroet van de Nederlandse buiten landse politiek, van onze neutraliteits politiek en van ons slonzige defensie beleid." Wat werd naar uw oordeel het eer ste politieke probleem in de meidagen van 1940? „Het eerste probleem was uiteraard de onmiddellijke aansluiting bij de an dere mogendheden, die op dezelfde wijze slachtoffer van Hitiers agressie en van hun eigen gebrek aan voorbe reiding dreigden te worden. Daartoe moest de Nederlandse regering zich uiteraard terstond naar niet direct be dreigd gebied begeven, al was het al leen maar om gevangenneming door de vijand te verhinderen. In het be lang van de voortzetting van de strijd tegen het „derde rijk" was dit een vol strekte vereiste. S1 echts weinigen za gen dat toen in, zodat men in brede kring het vertrek van koningin Wil helmina en de ministers als een soort van verraad beschouwde Men voelde zich in de steek gelaten, aan zijn lot overgelaten en het waren geen repu blikeinen, maar oranjeklanten die op de overal aangeplakte capitulatiepro clamatie van generaal Winkelman de slotzin ,Leve ie koningir" doorstreep ten. Er brak =>en vare paniek uit met een reeks van zelfmoorden en in Am sterdam kon men op allerlei straat hoeken vuren zien branden waarin de buurt.bevolking boeken, kranten en tijdschriften met anti-nazi-inhoud in vlammen lieten opgaan En intussen schreef dr. Colijn, de zogeheten ster ke man" van ie iaren dertig die een grote verantwoordelijkheid droeg vooi het in die tijd gevoerde Nederlandse politieke beleid, in „De Standaard" een artikel, waarin hij te verstaan gaf dat hij niet op de vlucht sloeg, maar in Nederland op zijn oost bleef" Schrijft u net ontstaan van het verzet toe aan de eude politieke par tijen? „Bepaald niet, integendeel. In die kringen vond met he+ opkomende ver zet een onverantwoorde zaak. Men sprak over „Indiaantje spelen", „licht zinnig gedoe" enz. Het verzet kwart, voort uit uiteenlopende motieven. Bij sommigen was dit bet beledigde na tionale gevoel, bii anderen was het godsdienstige afkeer van het heidense nationaal-socialisme. bij weer anderen de vijandschap tegen het fascisme, ter wijl de langzamerhand groeiende ver ontwaardiging over het nazi-optreden tegen de joodse Nederlanders op den duur ook een krachtige impuls voor sabotage van het Duitse regime in ons land werd. Voor het overige zorgden de Duitsers en hun Nederlandse me destanders van de NSB er wel voor dat er een klimaat van wrevel en af keer onder de bevolking ging ont staan." Hoe beoordeelt u de houding van de Orde Dienst en het College van Vertrouwensmannen en van de Neder landse regering in Londen? „In de Nederlandse regering in Lon den had ik van begin af zeer weinig vertrouwen. Het was tenslotte het ka binet, dat in de laatste fase van de ge beurtenissen voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog de verantwoor delijkheid droeg voor het hulpeloze beleid, dat namens ons land ge voerd was. Ik vond het gezelschap dan ook niet bijzonder geschikt om een krachtige bijdrage te leveren tot het opvijzelen van het moreel in Neder land terwijl ik er evenmin van ver wachtte dat het een vastberaden po litiek in het kamp der geallieerden zou steunen. In De Geer c.s kon men onmogelijk de inspirerende figuren zien, die in dit dieptepunt van onze geschiedenis nodig waren Alleen ko ningin Wilhelmina was een persoon lijkheid van wie kracht uitging. De moeilijkheid was, dat het kabinet-De Geer tenslotte de continuïteit van het Nederlandse staatsbeste] vertegen woordigde en ondanks zichzelf de rol moest vervullen van symbool van de Nederlandse staat en de Nederlandse wil om als onafhankelijk volk te blij ven bestaan. We konden deze regering dan ook bezwaarlijk in de illegale pers gaan aanvallen. Wat zich in de boezem van de Ne derlandse regering in Londen afspeel de, wisten wij natuurlijk toentertijd niet precies, maar met de deelnemende figuren was men in Nederland niet onbekend, terwijl mer uit aard en ka rakter van de Nederlandse radio uitzendingen uit Londen natuurlijk ook wel enige conclusies kon trekken Voor het overige heb ik de Neder landse regering in Londen, ook niet nadat De Geer door Gerbrandy ver vangen was niet beschouwd als het col lege. dat de na-oorlogse ontwikkeling in Nederland beslissend zou kunnen of moeten beïnvloeden De taak voor deze regering was vóór alles, alle nog be schikbare krachten in te helpen zet ten voor de geallieerde oorlogsvoering en daarbij tevens alle technische voor bereidingen te treffen die nodig waren om na de capitulatie v/ r Duitsland in de ergste nood hier te lande te voor zien. Een kabinet dat enkele jaren in emigratie geleefd had en dat daardoor van het politiek-psychologisch klimaai in eigen land vervreemd moest zijn kon natuurlijk nooit een beslissende rol spelen in de na-oorlogse situatie. Natuurlijk kon men zich niet afzijdig houden van alle problemen die ter stond aan het einde van de strijd op ons af zouden komen." „Het eerste grote probleem zou na tuurlijk Nederlands-Indië worden. Het is goed geweest dat koningin Wilhel mina daarover tijdens de oorlog van uit Londen bepaalde uitspraken heeft gedaan, waaruit bleek dat men ook toen reeds besefte dat de toestand in dat land na het beëindigen van de strijd met Japan niet zonder meer tot de vooroorlogse status teruggebracht zou kunnen worden. Men had naar mijn smaak toen nog wel drie stappen verder mogen gaan waarmee ons na de oorlog veel ellende bespaard zou zijn gebleven. Ook het besluit om na de oorlog met België en Luxemburg een economische unie aan te gaan, is uitstekend ge weest. ofschoon het te betreuren blijft zijn dat deze groep in de oorlog geen bijzonder positieve rol gespeeld heeft.' NA DE OORLOG heeft het feno meen „verzetsheld" niet altijd even gelukkig opgeloste problemen gescha pen voor litteratoren, beeldhouwers en filmmakers. Veel verder dan de uit beelding van de zwoegende saboteur of de tragiek van de geforceerde dood is men doorgaans niet gekomen. De verzetsman van het eerste uur, Pieter 't Hoen, die gedreven door ziin poli tieke passie als redacteur drukker en uitgever van zijn 'llegalp „Nieuwsbrie ven" het moreel van het volk pro beerde te versterken is naar het uiter- een geheel nieuwe ontwikkeling na de bevrijding. Ik voor mij heb in de oor logsjaren nooit geloofd in een abrupte overgang van de bestaande maatschap pij naar een geheel andere. Zo'n over gang zou alleen door een revolutie, een bloedbad Qn alles wat daar aan verschrikkelijk» bi.i hoort. althans theoretisch mogelijk' geweest zijn. Dat is een middel dat -zeel ernstiger is dan de kwaal. Tenslotte moet men willen erkennen dat wij na 1945 in geheel West-Europa wij moeten de zaak niet alleen vanuit het Nederlandse kel dergat bekijken ondanks veel te kortkomingen, een ontwikkeling heb ben doorgemaakt, die een welvaart heeft gebracht, die vijfentwintig iaar geleden onvoorstelbaar was. Ik ben dan ook daarin niet teleurgesteld. De vrijheid van het democratisch systeem is hersteld, de verschrikkelijke ver woestingen zijn uit ons levensbeeld verdwenen en er is een redelijk ver deelde welvaart gekomen. Een gewone arbeider hier in Amsterdam leeft thans beter dan zeg Lodewijk XIV eertijds als vorst van Frankrijk" „Maar het is met welvaart en vrij heid precies zo als met ziekte en ge zondheid: men waardeert het pas goed als het er niet meer is. Iedereen vindt dat alles nu vanzelfsprekend, vooral de jonge mensen. Als wij nq beginnen te vertellen over de werkloosheid, zo als die in de iaren dertia hestond dan heet dat: „gelul van ouwe kerels". Toch is kennis van de geschiedenis van belang. Als je dat ontkent ben je geneigd aan te nemen dat de wereld- dat in de laatste jaren van de oorlog geen pogingen 'ijn ondernomen om de grondslag te leggen voor een verenigd West-Europa. De visie daarop ontbrak en van politici, die nauwgezette Ne derlandse neutraliteit steeds als hoog ste beginsel in hun vaandel hadden geschreven, kon mer zulke initiatie ven niet verwachten Wat vindt u van de Orde Dienst? „Bij de Orde Dienst zaten natuur lijk talloze goede -aderlanders, die anti-Duits en anti-nazi waren en die niets vuriger wensten dan een spoedi ge nederlaag van Hitier. De top van de Ö.D. wilde echter niet aan verzet doen Het was dan ook geen verzetsorgani satie, ofschoon individuele O.D.'ers meermalen tegen de bedoeling van de O.D.-top bij verzetsacties betrokken zijn geweest. Het doei van de O.D.-top was, na de te verwachten capitulatie van Duits land en in afwachting van de komst van de Nederlandse regering in Ne derland rust en orde te garanderen en een radicale staatsgreep te voorkomen Men trof bij deze heren nogal wat uiterst bekrompen hoge militairen aan. die iedereen lie niet even conservatief was als zijzelf als communist be schouwden In hun berichtgeving naar Londen stookten zij dan ook tegen al les in Nederland, d t min of meer links was. Hoe ver hun misplaatste bemoeizucht ging, bteek onder andere uit het feit, dat zij tijdens de laatste maanden van de oorlog een poging wilden doen om het illegale blad Het Parool onder hun eensuur te brengen. Evenmin als dat de SD lukte is de O.D. daarin geslaagd, maar het inci dent bewijst wel wat voor mentaliteit daar overheersend was. Mijn conclu sie terzake van de O.D. moet dan ook lijk een goedmoedig burger, aan wie elke vorm van dramatisch heldendom vreemd is: „Ik moet wel zeggen dat de jaren 1940-'45 voor mij en voor de anderen die van het begin af in het verzet zijn gegaan, de vreselijkste periode uit ons leven is geweest. Met uiterst beschei den middelen, met heel zwakke wa pens, aanvankelijk zonder enige erva ring, in het begin helemaal niet be grepen en zelfs afgewezen door een groot deel van de bevolking, dat door angst verlamd werd moest de strijd worden aangebonden tegen de verplet terende overmacht van Hitiers derde rijk, dat bovendien kon rekenen op de hulp van allerlei Nederlanders, die er hun werk van maakten verzetsmensen op te sporen en in het verderf te stor ten. Een onnoemelijk aantal voortref felijke Nederlanders heeft daardoor de dood gevonden Men moest steeds met valse papieren werken, onder geleende namen optreden, zich vermommen en voortdurend /an scnuilplaats verande ren. Het was een zenuwslopende tijd Men was voortdurend omringd dooi een onzichtbaar gevaar Ik voor mij zou liever met een geweer als soldaat aan de strijd hebben deelgenomen dan 'deze enerverende rol te spelen Maar er was nu eenmaal geen keus." MET DE hierboven geschetste ach tergrond is het antwoord van Fr. Goedhart op de vraag, wat hij denkt over de ontwikkeling van de afgelopen vijfentwintig jaar, op zijn minst ver rassend. „Sommige mensen hebben tijdens de oorlog een droombeeld opgebouwd van geschiedenis begint bij je eigen ge boorte en dan kom je tot de ernstigste misverstanden." GOEDHART WIJST, wat hij noemt, de „zure maatschappijcritiek" van Nieuw Links in zijn partij van de hand: „Zij maken gebruik van een methodologie die tot gevaarliike si tuaties kan leiden. Het op speelse ma nier oproepen van de grootst mogelij ke onzin kan op den duur een terug slag oproepen, zoals men thans in Amerika bezig is te ervaren. Als men systematisch rotzooi verwekt ook al heeft men in ziin critiek niet altijd ongelijk dan schept men een situa tie, waarin de gewone man in de straat er genoeg van kriigt on dan begint die te roepen om een „sterke man" Die krijgt dan grote bevoegdheden, gaat censuur uitoefenen, begint met groot gemak te arresteren en dat leidt dan weer tot het oprichten van kampen met prikkeldraad en bewakers." „En dan is de cirkel van de afge lopen vijfentwintig jaar weer gesloten. Achter al die zogenoemde ludieke ac ties waart bovendien het spook van het neutralisme weer rond. De als pacifisme vermomde acties tegen de NAVO komen in feite weer in die ene bedding terecht: de militaire krachtsinspanning van Europa te ver zwakken. Maar ja, er zijn in Neder land tegenwoordig een aantal doldrif tige mensen, die bewogen door een soort van ideologie bezig ziin met ac ties, om altijd wie dan ook uit de NAVO pn de EEG te smijten. Ze zijn nooit bezig met pogingen om wie dan ook erbij te krijgen." ALS PRAKTISCH politicus wil Fr. Goedhart een onderscheid maken tus sen het sociaal-economische resultaat van vijfentwintig jaar bevrijding, dat hij waardeert, en het politiek bedrijf dat hij openhartig critiseert. „Het feit dat het vooroorlogse nartijwezen in Nederland bijna ongewijzigd is terug gekomen. is voor mij een bittere zaak. Even bitter is het feit dat het Neder landse volk de Dolitiek nog steeds niet serieus neemt. Men heeft al die heren, die volledig verantwoordelijk waren voor het bankroet van 1940, allemaal weer terug laten komen. Van Kleffens, als minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor de neutraliteits politiek, kon gewoon wetT doorgaan. De Quay heeft men, na dezelfde oorlog waarin hij lid van het driemanschap van de Nederlandse Unie is geweest, zelfs minister van Oorlog gemaakt. Dat was toch wel heel vreemd! Theoretisch had de oorlogssituatie aanleiding kun nen geven voor vernieuwing van de partijstructuur in ons land, maar dan had het volk politiek bewuster moeten denken. Men heeft de catastrofe van de oorlog als een soort natuurramp beschouwd. Het falen van de West europese democratie heeft men niet gezien en de executanten ervan heeft men niet in de beklaagdenbank gezet." „Na de bevrijding was de ellende voorbij, wij hadden honger en die moest gestild worden Duidelijke poli tieke controversen lagen er op dat mo ment niet op tafel Ook de gevestigde politici ontliepen het probleem. De partijen gingen gezamenliik in de Par lementaire Enquêtecommissie zitten om rechter in eigen zaak te snelen Er werd daardoor geen balans opgemaakt van de oorzaken die hadden geleid tot de catastrofe. Het verzet dat na de bevrijding wel een zekere mate van gezag en prestige had. kon evenmin ais een politieke eenheid gezien wor den. Het was te zeer door persoonlijke temperamenten benaald geweest En hoe goed en sympathiek het ook was, het was een maar zeer ten dele poli tiek gerichte gemeenschap." ERG OPTIMISTISCH over de ver nieuwing van de partijstructuur in Nederland in de toekomst wil Fr. Goedhart zich niet uitlaten. „Er is een proces gaande en dat gaat gepaard met vallen en opstaan. Het is een onduidelijke zaak. er staan vele gevestigde interessen od het spel. Ik weet niet waar het op uit zal lo pen. Er schijnt in Nederland een si tuatie te ontstaan als in Finland in Italië en enkele andere landen, waar bij een gematigde socialistische partij naast een radicale gaat ontreden Dat wondt een nieuwe comnlicatie. Het aanvankelijk élan van D'66. dat alles beter wilde doen, blijkt alweer weg te ebben. De ondoorzichtigheid, niet al leen in de politiek maar ook in de maatschappeliike organisatie blijft be staan. Zelfs de gemiddelde politicus heeft soms geen duidelijk overzicht meer. Dat kweekt ongenoegen, dat zich overal demonstreert." „VOOR HET overige wil ik niet na laten erop te wijzen, dat wij thans in 1970 in sommig onzieht in een situatie leven, die enigszins lijkt op de jaren van voor 1940 Toen was de notentiële bedreiging het derde riik. thans is het de Soviet-TTnie. Wij zijn thans in de vrije wereld economisch en militair redelijk verenigd, wat bliikt uit het bestaan van NAVO en EEG Er is echter net als voor 1940 een nei ging bij velen om de ogen te sluiten voor de gevaarliike werkelijkheid. Men vlucht uit de we-'i-o1iikhpid door zich op te winden over Zuidamerl- kaanse of Afrikaanse nrnhlemen en men sluit zich af voor het gpvaar dat ons rechtstreeks bedreigt. Er dreigt een terugval naar het neutralisme Na de ervaringen van 1040-1945 is dit wel het laatste, dat men van de nuhlieke opinie in West-Europa had mogen ver wachten." JAN VAN BEEK en H. VAN DIJK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 30