MR. LINTHORST HOMAN
„Kritiek op mij was juist"
„Ik was blij dat de Nederlandse
Unie werd
opgeheven"
25 jaar geléden
OPTIMIST
ILLEGALITEIT
LOYALITEIT
NIEUWE IDEEEN
EUROPA
NA DE OORLOG heeft mr. J. Linthorst Homan belang
rijke functies bekleed. Na voorzitter te zijn geweest van
de Vaste Commissie voor het Nationale Plan, werd hij in
1952 directeur bij Buitenlandse Economische Betrekkingen.
Hjj nam deel aan vele conferenties en onderhandelingen.
In 1958 werd hjj vertegenwoordiger van ons land bjj de
EEG en Euratom in Brussel en in 1962 lid van de hoge
autoriteit der EGKS in Luxemburg. In 1968 volgde hij
mr. Van Kleffens op als vertegenwoordiger van de Euro
pese Commissie in Londen. Het contact met de Europese
Beweging heeft hij altjjd aangehouden. Dank zij vele uit
nodigingen voor spreekbeurten binnen en buiten de kring
der zes, kreeg hij volop gelegenheid, de ontwikkeling van
de Europese gedachte van nabjj te volgen.
WIE DE WERKKAMER van mr. Linthorst Homan betreedt, beseft
onmiddellijk, dat zowel deftigheid als diplomatieke formaliteit
hem volkomen vreemd zijn. Want de heer Linthorst Homan is een
warme persoonlijkheid, die geheel open staat voor anderen. Zelf zegt hij:
„Ik ben een spontaan mens'". En er aan toevoegend: „Dat heeft mij in de
oorlog helaas wel eens parten gespeeld, wanneer ik soms in eigen kring
al te loslippige uitlatingen deed". „Ik heb altijd ruiterlijk erkend, dat ik
fouten heb begaan. Ik ben nog altijd van mening dat de oprichting van de
Nederlandse Unie een noodzakelijke daad is geweest, vooral 'om psycho
logische redenen, wegens de politieke leegte die er was. Kritiek op het
besluit om de Unie op te richten, acht ik dan ook onjuist, maar de critiek
op mijzelf wèl juist".
wing van de Europese maatschappij.
Ik zie de federale werkmethode ali
de beste voor het in wisselwerking bren
gen van de gemeenschappen op de ver»
schillende niveaus: de plaatselijke, de
gewestelijke, de nationale, de Europe
se, en geleidelijk het wereldverband.
Dit is een rechtsgedachte. Per saldo
zal het het recht moeten zijn, dat
de verhoudingen beheerst en dat aan
de maatschappij haar werkschema
biedt
Als integraal federalist ga ik uit van
de vitale noodzaak dat in elke gemeen
schap, klein en groot, het eigen rechts
bestel veel omvattend moet zijn. om
dat alleen op deze manier de volks
deelname algemeen en creatief kan
zijn.
Natuurlijk zal het altijd moeilijk blij-
ven bepaalde belangen over te bren
gen naar een hoger vlak. Vandaar ook
dat de gemeenten van een provincie,
een belang liever intercommunaal be
handelen dan het toe te vertrouwen
aan de provincie, en staten liever de
zaak inter-gouvernementeel proberen
aan te pakken dan de taak af te staan
aan „Brussel". Dit brengt een groot
risico mee, omdat het niet de meest
efficiënte methode is.
De federale methode, constitutioneel
de democratische procedure vastleg-
leggen van de „groei" van onderop,
heeft reeds in de geschiedenis bewezen
de beste waarborgen te bieden".
„ALS FEDERALIST behoor ik tot de
zogenoemde „Europese optimisten",
dat wil zeggen tot hen, die het ideaal
verwezenlijkbaar achten. Ik deel dus
niet de mening van hen die vrezen dat
de Europese mens niet zal uitkomen
boven zijn nationale uitdrukkingsvor
men".
Mr. Linthorst Homan meent dat de
Europese' gezindheid nog veel te wen
sen overlaat. „De psychologische kant
van de EEG is een der moeilijkste
dingen. Er zal pas vooruitgang op dit
gebied kunnen zijn zodra rechtstreekse
verkiezingen voor een Europees parle
ment dat over werkelijke bevoegdheden
bezit, mogelijk worden. Pas dan zullen
de Europese Gemeenschappen ten dui
delijke politieke inhoud kunnen krijgen.
Ook de maatschappelijke inhoud zal
pas kunnen worden bereikt, zodra er
voor een direct gekozen Europees parle
ment maatschappelijke Europese partij
programma's met elkaar in wisselwer
king staan Dan wordt de zaak ook hel
der voor de jongere generatie, welke nu
aan het bestaande bestel geen houvast
heeft!"
Tot slot merkt hij op:
„Wij hebben het punt bereikt waar
op politieke integratie hoe langer hoe
onontbeerlQker wordt voor de economi
sche integratie.
Vroeg of laat zal ook de Europese
defensie moeten worden geïntegreerd,
natuurlijk binnen het raam van de
NAVO.
Reeds Robert Schumann heeft gezien
dat Europa politiek verenigd moet wor
den. Er werd onder hem en Monnet
een voorzichtig begin gemaakt met de
Kolen- en Staalgemeenschap.
Ook Hallstein geloofde dat een Eco-
mische Unie de politieke middelpunt
zoekende krachten zal bevorderen. Het
is niet alleen aan De Gaulle te wijten
dat die krachten nog niet sterk °renoeg
zijn! De inwendige strijd hierover gaat
door".
ARN. D. LISSAUER
tie op de rede van Seyss Inquart in
juli 1941 in Amsterdam. „Wie niet voor
ons is, is tegen ons!"
„Dan zijn we „tegen"!", antwoordde
de Unie.
den houden en ook dat het bij een loul
ter militaire bezetting zou blijven.
Hoe had hij zich de samenwerking
met de Duitsers voorgesteld?
gekozen eerst legaal, daarna waar
schuwend en ten slotte ondergronds.
Onze waarschuwing kwam als reac-
zet heeft geleverd. Wij zijn legaal be
gonnen en wilden ons werk verrich
ten binnen de beperkingen, opgelegd
door de staat van Bezet Gebied.
Maar er heeft nimmer twijfel aan
bestaan, dat hij als goede vaderlan
der boven elke verdenking staat. Des
ondanks voelde hij, dat hij wegens zijn
„falen" zich na de oorlog uit de actie
ve politiek moest terugtrekken. Voor
de oorlog was mr. Linthorst Homan
vice-voorzitter van de Liberale Staats
partij „De Vrijheidsbond". In 1962
sloot hij zich aan bij de V.V.D.
„Samenwerking? Er is nooit van sa
menwerking sprake geweest", zegt mr.
Linthorst Homan met grote nadruk.
„Wij zijn nooit verder gegaan dan ac
tiviteit in het kader van het volken
recht. Maar toen geleidelijk bleek, dat
deze bezetter zich niet daaraan hield
wat dit betreft ben ik er ingelopen
was ik zo blij als een kind toen de
Nederlandse Unie in december 1941
werd verboden. Wij zagen het verbod
aankomen en verlangden er ook
naar!"
Hoe stond de Nederlandse Unie te
genover de illegaliteit?
„Ik had grote bewondering voor het
verzet. Later heb ikzelf ook illegaal
werk gedaan. Maar aangezien de
Unie de weg der openbaarheid had
gekozen, kon deze zich als zodanig
niet met het verzet bemoeien. Het ver
heugende feit echter is, dat de Unie
niet alleen vele Nederlanders politiek
bewust heeft gemaakt, maar dat zij
ook duizenden jongeren aan het ver-
MR. LINTHORST HOMAN WIL van
geen vergoelijking van zijn eigen hou
ding weten. Hij heeft zich in een aantal
premissen onder andere in de bedoe
lingen van de bezetter en in de militaire
situatie vergist. Na de oorlog heeft
op verzoek van het Driemanschap van
de Nederlandse Unie een ereraad een
onderzoek ingesteld naar de gang van
zaken, welks oordeel in het algemeen
gunstig was, maar over bepaalde uit
latingen van de heer Linthorst Ho
man ongunstig.
gewonnen. Zij werkte preventief op de
altijd aanwezige mogelijkheid van de
vorming van een Mussert-regering en
andere nare dingen."
Waren de in 1937 door de Minister
raad opgestelde aanwijzingen aan de
was voorbereid! Er ontstond daardoor
grote verwarring over wat wel en wat
niet mocht."
Aanvankelijk leefde bij mr. Lint
horst Homan de sterke hoop dat de
Duitsers zich aan het volkenrecht zou-
Dat moge nü zot klinken, maar in
1940 was dat anders. Vergeet u niet,
dat ook het manifest der politieke
partijen uit juni-juli 1940 dezelfde
geest ademde. Intussen hebben som
migen onzer ik niet reeds zeer
snel illegaal werk met hun Uniewerk
gecombineerd. Wij geloven dat de Ne
derlandse Unie de juiste weg heeft
„MIJN maatschappelijke idealen
hebben vaste vorm gekregen, toen ik
in de zware crisistijd der dertiger ja
ren heb gadegeslagen hoeveel er ont
brak aan de sociale samenhang in ons
volk. Vandaar dat ik mij toen heb in
gespannen om mijn bijdrage te leve
ren voor diepere samenhang, als bur
gemeester door sociale werkzaamheid,
als commissaris van de Koningin door
de oprichting van de Groninger Ge
meenschap en in de bezetting door de
mede-oprichting van de Nederlandse
Unie. Toen ik helaas doch begrij
pelijk niet mocht terugkeren als
Commissaris van de Koningin en an
dere functies vervulde, heb ik gepro
beerd de problemen in hun Europese
proporties te zien. Maar denkt u voor
al niet dat ik mij in het Europese werk
heb gestort om iets geheel nieuws te
gaan doen in verband met mijn oor
logsverleden. Dat is niet zo.
MIJN LEVENSDOEL is altijd ge.
weest mensen tot elkaar brengen. Wat
ik voor de oorlog in klein verband deed
en tijdens de bezetting heb gedaan,
toen ik mede trachtte een grondslag
te leggen niet voor een onmogelijke
eenheidspartij, maar wèl voor een
eenvoudiger en eerlijker politieke struc
tuur doe ik- thans op Europees ni
veau".
Het belang van de Nederlandse Unie
is vooral geweest, dat het een opvang
centrum was van mensen, die wanneer
er op dat ogenblik geen positief gees
telijke leiding zou zijn gegeven, in ver
warring zouden zijn gebracht.
Pas na de oprichting van de Neder
landse Unie kwamen de politieke par
tijen, die na de Duitse inva! niets had
den gedaan, in beweging. Mr Lint
horst Hotnans standpunt was: „Zolang
wij er waren, moesten de Duitsers re
kening met ons houden. Zonder de Ne
derlandse Unie zou de situatie anders
zijn geweest. Zij wekte aarzeling en
onzekerheid bij de bezetters en door
het bestaan van de Unie werd er tijd
Linthorst Homan in de oorlogsjaren.
ambtenaren en het spoor- en tramweg
personeel om zich loyaal tegenover
een bezetter te gedragen van invloed
op uw optreden? „Jazeker. De bood
schap van de regering was: Blijft op
uw post. Zorgt dat de maatschappij
blijft draaien."
De brochure was gebaseerd op de
Haagse Conventie van 1907, maar de
voorwaarde voor een loyaal gedrag
was, dat de bezettende macht zich van
zijn kant eveneens aan het Volken
recht zou houden en maatschappelij
ke activiteit toestaan."
Mr. Linthorst Homan had, toen hij
het geschrift als Commissaris van
de Koningin ontving, de minister van
Binnenlandse Zaken gevraagd het op
grote schaal te verspreiden, omdat
ook de bevolking moest begrijpen, wel
ke houding het tegenover een bezetter
had aan te nemen. Daarom was het
onvoldoende dat er maar één exem
plaar voor elke gemeente was in
handen van de burgemeester.
De regering voelde echter niets voor
ruimere verspreiding, omdat dit de
indruk kon wekken, dat zij eigenlijk
op een bezetting rekende. Maar het ge
volg daarvan was, dat het Nederland
se volk helemaal niet op een bezetting
MR. LINTHORST HOMAN had
zich als commissaris der Koningin
steeds tegen het „ancien régime" ver
zet en geprobeerd verouderde denk
beelden en vormen door nieuwe te ver
vangen.
De Nederlandse Unie zag als toe
komstbeeld een maatschappij zonder
klassentegenstellingen met de eigendom
als een dienende, sociale taak en het
hooghouden van de geestelijke waar
den. Men sprak in die tijd van het
„Nederlandse socialisme". Het berust
te op de erkenning dat het materiële
nooit centraal mag staan en dat in een
democratie de tegenstellingen op gees
telijke gronden dienen te worden over
wonnen. De naoorlogse Nederlandse
Volksbeweging en de doorbraak, die
tot de P.v.d.A. leidde, getuigden van
eenzelfde evolutie in het politieke den
ken".
De heer Linthorst Homan zelf hoopte
destijds dat na de oorlog het aantal
partijen tot vier of vijf zou kun
nen worden teruggebracht. „Partij-
versplintering is niet alleen gevaarlijk
voor de Nederlandse democratie, maar
remt ook onze geestelijk-politieke bij
drage aan het Europese denken".
Of hij teleurgesteld is over de na
oorlogse politieke ontwikkeling in Ne
derland?
„De politieke verhoudingen in het al
gemeen zijn veel beter dan vóór de
oorlog, maar het valt te betreuren dat
de grote bundeling van katholiek en
protestant, waarvan wij ons destijds zo
veel hadden voorgesteld, niet tot stand
is gekomen, hoewel de betrekkingen
tussen beide volksgroepen ook veel be
ter zijn dan vroeger. Mijn indruk is
dat de Nederlandse Unie het zou
natuurlijk dwaas zijn te zeggen dat het
alleen haar invloed is geweest een
stoot in de goede richting heeft gege
ven en dat er veel positiefs uit de oor
logsperiode is blijven hangen".
„Als ideaal der Europese integratie
heb ik van het begin gezien de groei
van Europese instellingen, welke hun
aandeel zouden hebben in de vernieu-
Intocht
der
Canadezen
op
de Amsterdamse
Vrijheidslaan.