LIJDENSWEG VAN EEN GOEDE DUITSER... gevangenbewaarder was de toeverlaat van de gedetineerde Hollanders in het concentratiekamp HET RAADSEL DESERTIE LIJDENSWEG GOEDMAKEN ZATERDAG 2 MEI 1970 Erbij HET SCHILDERIJTJE een typisch Hollands bollenlandschap is misschien maar kladwerk. Maar het is met oneindige toe wijding en liefde neergepenseeld door een man die op zijn dood zat te wachten in de barak der ge- doemden. De toewijding en de liefde van een man die weet, dat hij zijn Hollandse landschap nooit meer zal aanschouwenDie man was John Dons, die in 1942 wegens illegaal werk werd opgepakt en naar Amersfoort overgebracht. Hij was op heterdaad betrapt en wist dus dat hij geen kans meer had. Engbrocks: „Ik was het die hem het doodvonnis moest aanzeggen. Toen ik dat gedaan had, vroeg ik of hij nog een laatste wens had. Hij zei: hebt u schilder gerei? Hij wist dat ik schilderde en ik gaf hem mijn spullen. Wij hadden vaak samen over kunst gesproken. Maar nu, in zijn laatste nacht, wilde hij alleen zijn. De hele nacht werkte hij door. 's Morgens, vlak voor hij naar Utrecht gebracht werd om in fort Rhijnauwen gefusilleerd te worden, riep hij mij bij zich en gaf mij zijn laatste werkstuk; de verf was nog nat. „Dit is voor u", zei hij, „ik schenk het u in naam van de vrijheid!" Het schilderij dat de verzets man John Dons in de nacht voor z'n terechtstelling maakte en wegschonk aan de Duitse kampwacht Engbrocks die het het thans, 28 jaar later, aan Dons' nabestaanden terug gaf Clandestiene foto van Willy Engbrocks (1.) in gesprek met een ge detineerde in kamp Amersfoort. A- -Mm&s Wethouder A. de Ruiter: „Ik dank mijn leven aan Engbrocks". (Van een speciale medewerker) Concentratiekamp Amersfoort was in de oorlogsjaren een hel op aarde. Tienduizenden gevangenen waren er dag en nacht blootgesteld aan de kwellingen en folteringen van hun sadistische bewakers, en velen zijn er bezweken of gefusilleerd. Zij die het inferno overleefden, herinneren zich echter met dankbaarheid die éne goede Duitser die aan hun kant stond. Gevangenbewaarder Willy Engbrocks, die voor elke gedetineerde een vriendelijk woord had, die nooit sloeg en die hielp waar hij kon, zelfs toen hij zich daardoor de toorn van de opper-kampbeulen op de hals haalde. Willy Engbrocks, wiens naam dezer dagen na 25 jaar weer in het nieuws was, toen hij een schilderijtje hem geschonken door een terdoodveroordeelde gevangene in zijn laatste uur aan de nabestaanden af stond. Een goede Duitser en een goed mens, zoals onderstaand gesprek met een overle vende van kamp Amersfoort, de huidige wethouder Anton de Ruiter, duidelijk maakt. Ook al geldt Engbrocks in het tegenwoordige Duitsland nog altijd als een deserteur, een paria bijna, die door zijn omgeving verguisd en geboycot wordt. Willy Engbrocks: het raadsel van Amersfoort HET SCHILDERIJ is nu waar het thuis hoort. Bij Peter Dons, een broer van de gefusilleerde, in Utrecht. Waar om Engbrocks het na al die jaren af stond? Waarschijnlijk is hij al die tijd bezig geweest om uit te vinden, waar de nabestaanden woonden. Maar nu is zijn ereschuld ingelost. Resteert al leen de vraag: wie en wat was deze „goede Duitser" nu eigenlijk? WETHOUDER Anton de Ruiter van Veenendaal heeft hem gekend. „Met zes Veenendalers moest ik mij melden bij de SD in Utrecht," vertelt hij „Nou, het liep mis wij moesten als gijzelaars meteen op transport naar Amersfoort. Even naar huis bellen was er niet bij. Zo kwamen wij in het kamp, zonder enige bagage, zelfs geen tandenborstel. Het was een gure okto berdag. Rillend van de kou stonden wij urenlang op het kampplein. Ein delijk kregen wij gevangeniskleding en daarna werden we kaalgeschoren. Die middag kwam ik meteen al in con tact met Willy Engbrocks. Ik moest naar het toilet en hij moest me ver gezellen. Het viel me op dat hij niet snauwde, integendeel. Vriendelijk in formeerde hij naar mijn naam en her komst. Ik moest een meter voor hem uitlopen en hij praatte honderd uit. En natuurlijk dacht ik toen: misschien valt het allemaal nog wel mee. „LATER vertelde hij me dat hij een Nederlandse vrouw had. Hij was al in 1925 naar ons lar.d gekomen en voelde niets voor de nazi's. Maar in 1940 na de bezetting van ons land werd hij door de Wehrmacht opgeroepen. Hij kreeg een soldatenpak maar blijk baar vertrouwden zij hem toch niet he lemaal, want men deelde hem niet bij een militair onderdeel in. Inplaats daarvan moest hij een prikkeldraad afzetting rondom kamp Amersfoort aanleggen." was niet mogelijk. Een paar dagen la ter kwam de Pool weer op me af. Nu zou het dan gebeuren, dacht ik. Maar toen kwam Engbrocks tussenbeide. Hij heeft die Pool wel zo duidelijk gezegd waar het op stond, dat ik nooit meer last van die vent gehad heb „Natuurlijk had ik erop gerekend Engbrocks nooit meer te zien, toen ik in kamp Amersfoort werd vrijgelaten. Maar wat denkt u? Het was midden gewapende Duitser. Het zou te veel uitleg vergen en dan moest je nog maar afwachten. Ik schakelde daarom een vriend, Frits van Leeuwen, in die ook als gijzelaar in Amersfoort had gezeten. Samen hadden we al spoedig een plan de campagne opgesteld. We adviseerden Enbrocks deze nacht doodleuk te gaan slapen in het huis van de Ortskommandant, onder het voorwendsel, dat hij verdwaald was. nodig zou hebben, als de Engelsen kwamen. Twee weken bleef hij bij ons. Niemand wist ervan dan mijn vriend Frits van Leeuwen en onze vrouwen. Nadat Veenendaal bevrijd was, be sloten we contact te zoeken met de Engelse inlichtingendienst in Amers foort. Op de fiets gingen we er heen. We hadden onze vrouwen op het hart gebonden niemand de ware naam van „Engels" te noemen, als wij er niet „Daarna is hij geprest om er kamp bewaker te worden. Hij kon er niet onderuit, maar hij nam zich voor om zo menselijk mogelijk op te treden tegen de politieke gevangenen. Meer malen kwam hij daardoor in conflict met de beruchte kampbeulen Berg en Kotalla. Een eenmaal is hij zelfs voor straf opgesloten met tien gevangenen aan wie hij even tevoren het doodvon nis had moeten aanzeggen. „Maar hoe dan ook, voor velen was het een uitkomst, dat Engbrocks er was. Hij was hun vertrouwensman. Clandestiene boodschappen gingen via Engbrocks. Ook voor mij is hij een keer in de bres gesprongen". „Het was in de middag van 6 de cember 11942. Ik herinner het me nog goed. Ik kreeg een hevig pak slaag van een Poolse bewaker. Steeds als hij bij mij in de buurt kwam, sloeg en schopte hij me, waar hij me maar ra ken kon. Het was vreselijk. Het werd zo erg, dat ik tenslotte niet meer wist, wat ik deed. Ik wou de Pool aan vliegen, maar mijn metgezellen hiel den me tegen. Hadden ze dat niet ge daan, dan had ik hier niet meer ge zeten. Trouwens, ik verwachtte niet anders dan gedood te zullen worden. Drie uur lang kreeg ik slaag. Beklag februari 1945. We dronken een kopje surrogaat met een aantal onderduikers, toen er gebeld werd, 's avonds om ne gen uur. Ik deed open en tot mijn grote verbazing stond daar Willy Engbrocks, in volle uitrusting. De ka pelaans Meertens en Höppener uit Ge leen, die ik in kamp Amersfoort had ontmoet, hadden hem mijn adres ge geven". Ik was blij, nu iets aan hem terug te kunnen doen, in dank voor zijn hou ding tegenover de gevangenen in Amersfoort. Maar ook besefte ik. dat ik hem nu niet binnen kon laten. Ik kon de onderduikers die bij mij in huis waren niet confronteren met een De Ortskommandant trapte erin! De volgende dag ging Engbrocks „terug" naar zijn onderdeel. Dat wil zeggen, dat hij zich meldde bij Van Leeuwen. Ik was daar ook en samen zorgden we voor een totale gedaanteverwisse ling. Er was gezorgd voor valse pa pieren en voortaan werkte Engbrocks als ziekenverzorger Engels in Over- berg. Het lukte schitterend en er kraai de geen haan naar" De bevrijding naderde. Hoe zou de Engelse geheime dienst reageren op de desertie van Engbrocks? Zouden ze hem vertrouwen of „Op vrijdagavond, vlak voor de be vrijding, stond hij weer voor mijn deur", zegt Anton de Ruiter. „Hij begreep, dat hij voorspraak bij waren. In Amersfoort werden we zeer welwillend te woord gestaan door de Engelsen. Vee] te lang naar onze zin eigenlijk; er kwam maar geen eind aan. Eindelijk konden we naar huis. Toen we thuis kwamen, was de vogel gevlogen. Ik vroeg mijn vrouw, waar Engbrocks was. „Engbrocks?" reageerde zij. „Dat weet je toch? Die is vandaag toch opgehaald, omdat hij jullie in Amersfoort moest spreken?" Toen wij in Amersfoort zaten, had de geheime dienst een paar Engelse of ficieren haar mijn huis gestuurd om Engbrocks in te rekenen. Een tolk vroeg mijn vrouw waar Engbrocks was. Mijn vrouw antwoordde, dat zij geen Engbrocks kende. „Roep hem maar gerust, mevrouw", zei de tolk „Er gebeurt niets met hem, want uw man is immers ook in Amersfoort. Maakt u zich maar niet ongerust". Toen riep mijn vrouw Willy Engbrocks en hij ging mee Er brak voor hem nu een ware lij densweg aan. Geheel onbeschermd kwam hij nu m de grote opsporings molen terecht en werd niet van an deren onderscheiden Hij kwam in tat van kampen en gevangenissen Ten slotte werd hij gedetineerd in de ge vangenis te Hamburg. Toen hij daar uit werd ontslagen, keerde hij naar Nederland terug. Daar werd hij opnieuw gearresteerd Hoewel hij nooit voor een tribunaal is gedaagd, heeft hij toch weer in ver schillende gevangenissen gezeten. Pas in 1948 werd nij op vrije voeten ge steld. De Amsterdamse procureur-fis caal Sikkel zei, dat Engbrocks voor hem het raadsel van Amersfoort was. Ze konden geen hoogte van hem krij gen. Engbrocks had brieven van ex- gevangenen die zeer positief ten aan zien van hem waren. Maar uitgere kend van Duitse zijde kreeg de justi tie bezwarend materiaal tegen Eng brocks in handen gespeeld!". NA ZIJN invrijheidstelling voegde Engbrocks zich bij zijn gezin. Maar wie meent, dat toen voor hem een betere tijd aanbrak, heeft het mis. In ziin woonplaats begon men hem t» boycotten. Hij stelde zich beschik baar voor een Duitse organisatie die zich inzette, om iets goed te maken bij de joden. Weer sloeg het ongeluk toe. In Israël werd hij herkend als „Rapportenführer" van het Amers- foortse concentratiekamp, waardoor alweer moeilijkheden ontstonden. Anton de Ruiter: „Typisch iets voor Engbrocks om dat schilderij terug te geven. Hij wil altijd maar goed ma ken wat zijn landgenoten hebben mis dreven. De man heeft er een ongeluk kig leven door gehad. Thans is hij ge heel invalide en lijdt aan zenuwtoe vallen. En dat dit nu juist hèm moet overkomen OOK PASTOOR Stoelinga te Oud- Beyerland was in de oorlogsjaren ge detineerd in het concentratiekamp te Amersfoort. Hij zegt over de gevan genbewaarder Willy Engbrocks „Een vriendelijke vent. één van de weinige moffen die ons niet mishan delden. Engbrocks was daar de meest opvallende figuur Een man. die er altijd op uit was. de best mogelijke omstandigheden voor de gevangenen te scheppen. Ik heb toen wel eens ge dacht, dat het best een priester zou kunnen zijn, die op de één of ande re onverklaarbare manier in een Duits uniform 'was terechtgekomen". TENSLOTTE Engbrocks zelf: Ik voel de me meer Nederlander dan Duit ser, Mijn moeilijkheid was dat ik te genover mijn meerderen de schijn moest ophouden, terwijl ik de Neder landers (ik ben met een Nederlandse getrouwd en heb zes kinderen) tóch wilde helpen." RIK VALKENBERG I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 33