G. van Benthem van den Bergh NA VIJFENTWINTIG JAAR VRIJHEID OOK VOOR DE ANDER m 25 Erbij ZATERDAG 2 MEI 1970 DE LANDELIJKE Raad van Kerken heeft haar leden-kerken en -geloofsgemeenschappen (hervormd, gereformeerd, r.-k., luthers, oud-katholieke kerk (en) doopsgezinde en remonstrantse broederschap, broeder gemeente en Genootschap der vrienden), de gastleden (Leger des Heils en de Nederlandse Protestantenbond) en een aantal andere kerken en geloofsgemeenschap pen, gevraagd omstreeks de 4de of 5de mei interkerke lijke diensten te organiseren in.het teken van de dank baarheid voor de bevrijding van ons land van vijf jaar bezetting door de nationaal-socialistische dictatuur. De raad vraagt op de meest royale wijze bij te dragen aan de inzamelingen en voor de actie „Vrijheid, ook voor de ander" op giro 252424 ten name van de penning meester van het gelijknamig comité, te Amsterdam. Actiekrant MMS® 1 RiJDING DEN HAAG. Godfried van Benthem van den Bergh was zeven toen de Duitse invasie in ons land geschiedde. Dit interview is dan ook niet be doeld in verband met zijn herinneringen aan oorlog, verzet en bevrijding. Desondanks had het zin om met Van Benthem van den Bergh te praten omdat hij zich heeft ontwikkeld tot een intelligent waar nemer van onze maatschappij en de verzetsbewe gingen daartegen. Bovendien heeft hij een gezonde en kritische belangstelling voor het nabije verleden, dat in het eigentijdse overloopt. Na de traditionele studententijd in Leiden, kwam voor Van Benthem van den Bergh de ommekeer tij dens een verblijf in Amerika rond 1965. Hij raakte onder de indruk van het protest tegen de Ameri kaanse politiek in Vietnam. De neerslag is te vinden in zijn onlangs gepubliceerde boek „De ideologie van het Westen". Van Benthem van den Bergh is lid van de Partij van de Arbeid, waarin hij links staat. Voorts is hij onder meer voorzitter van het comité dat ijvert voor rehabilitatie van Weinreb. Als wetenschappelijk medewerker is hij verbonden aan het Institute of Social Studies in Den Haag. „Na de oorlog wilde men geen nieuwe maatschappij" SCHERMERHORN heeft gezegd: het verband dat wij in de oorlog hadden was sterk maar had een negatief ka rakter. We hebben nee gezegd tegen de Duitsers, maar zijn aan het ja op an dere gebieden niet toegekomen. Na de oorlog is volgens Schermerhorn dat verband weggevallen en er is een va cuüm voor in de plaats gekomen. Dat hebben we toen geen van allen gezien. Met andere woorden, men wist niet wat men wilde. Is dat vacuüm waarop hij doelt ooit opgeheven? Van den Bergh: „Een vacuüm is er nooit geweest. Het is een idealistische manier van voorstellen. Een manier die abstraheert van de feitelijke machts constellaties, zoals die zich na de oorlog onmiddellijk voorde den. De regering in Londen was ver schrikkelijk bang dat de zaak hier in 1945 uit de hand zou lopen. Het is niet voor niets dat er een Militair Gezag is ingesteld. Dat gebeurde, omdat eenvou dig de orde moest worden hersteld en de veranderingen moesten van bovenaf worden gekanaliseerd". Nog even dat vacuümidee. Is dat vol gens u een hersenschim? „Dat eenheidsidee is een tamelijk my thische conceptie van Nederland in de oorlog lijkt me. Ik geloof niet dat je kan zeggen dat men samen één was. Er was een vrij kleine groep, die daadwerkelijk bij het verzet betrokken was; dan was er de groep die collaboreerde en er was een grote, min of meer lijdzame, massa. Het was daarom ook niet zo verschrik kelijk moeilijk dat deel van het verzet, dat na de oorlog werkelijk maatschap pelijke veranderingen wilde, vrij snel uit te schakelen. Na een periode met éérst de crisis en daarna de chaotische toestand die de oorlog met zich meebrengt, is er een soort natuurlijke neiging om het even wicht te herstellen en terug tot het nor male te komen. Ik geloof dat dat ook aan mensen die hun machtsposities van voorheen willen bemachtigen, zoveel kans geeft om dat te doen. Want eigenlijk wil niemand meer conflicten. Iedereen zegt: laten we in godsnaam maar zo gauw mogelijk teruggaan naar de vooroorlogse toe stand. Dat is niet alleen zo bij de macht hebbers, maar ook bij het merendeel van de bevolking Na iedere grote oor log zie je toch weer een periode van restauratie" In dat geval ging het om een restau ratie na een periode die werkelijk niets goeds meet in zich droeg. Daar was iedereen het toch over eens? „Dat is maar de vraag of iedereen het daarover eens was Neem nou dat begrip vooroorlogs Had dat een slechte be tekenis? Allerminst. Vooroorlogs dat was alles wat goed was. Dat soort din gen mag je niet uitvlakken De werkloosheid dan? „Nee, dit natuurlijk niet Men was het er ook over eens. dat het beleid moest veranderen. Ik vermoed dat daardoor een heel snelle industrialisatiepolitiek in Nederland is begonnen Natuurlijk, dat zijn allemaal lessen die uit het verleden getrokken zijn. Maar dat betekende nog niet, dat men een werkelijk andere maatschappij wilde. In de eerste plaats al niet, omdat men zich niet precies kon voorstellen wat dat precies zou moeten zijn. Er is een ten dens niet alleen in Nederland, maar in het hele westen, die de hele periode van 20 jaar na de oorlog heeft bepaald en die er op neerkomt, dat men voor zich zelf weer het idee wil hebben dat men de zaak in de hand heeft. Er waren de meest afgrijselijke din gen gebeurd. Er was een enorme nood zaak om de oorzaken en daarmee de schuld voor wat er gebeurd was, ergens buiten deze maatschappij te projecteren. Er wordt niet voor niets altijd gesproken van het duivelse nationaal-socialisme. Er is een behoefte geweest de schuld te schuiven op de nazi's, die daar direct voor verantwoordelijk waren. Zonder dat men de vraag stelde, hoe het mo gelijk was dat de nazi's uit een samen leving voortkwamen die toch voor een groot gedeelte gelijksoortig was aan de onze. De werkelijke vraag dus hoe het mogelijk was dat deze dingen allemaal konden gebeuren, kon eenvoudig niet worden gesteld. En dat des te meer niet, omdat juist precies dezelfde maatschap pelijke orde werd hersteld". Een van de gevolgen van de oorlog is de doorbraakgedachte geweest. Is dat merkwaardig dat we nu, 25 jaar na de Bevrijding', een nieuw soort doorbraak gedachte zien, een nieuw maatschappij beeld? Is dat logisch? Of moest dat ko men? „Ik vind het erg moeilijk om te zeg gen: moest zoiets komen. In zekere zin geloof ik wel, dat het haast niet anders kon. Dat hangt een beetje samen met wat ik eerder heb gezegd. Ik geloof dat je kunt zeggen, dat de manier waarop de politiek is bedreven, ook in Neder land, die moet je niet teveel geïsoleerd zien. Je moet Nederland zien als een on derdeel van het westerse systeem. Er was na de oorlog sprake van een heel duidelijke reactie tegen alle vormen van denken en handelen die het bestaande evenwicht in de maatschappij zouden kunnen verstoren. Men wilde denken in termen van evenwicht. In de trant van „Pas op, probeer niet de zaak te radi caal te veranderen, anders loopt het uit de hand. Proberen de maatschappij te verbeteren is eigenlijk verschrikkelijk gevaarlijk. Kijk naar de lessen van de revolutie, naar het Stalinisme. Kijk naar Hitier." Al die lessen getrokken uit de voor oorlogse jaren, hebben de ideologische verdediging van dat evenwichtsdenken sterk bepaald". Wat zijn de gevolgen daarvan? „Je kreeg een haast magisch-bezwe- rend denken, om maar niet tot het be wustzijn toe te laten wat er allemaal is gebeurd. Dat moest op de een of an dere manier worden verdrongen. Dat is ook de reden waarom er zo'n mythe over die nationale eenheid en het ver zet in de oorlog noodzakelijk was. Dat moest je denken, anders kon het niet goed gaan". Het „verzet" van nu tegen de maat schappelijke orde, heeft dat veel kans? „De vraag waarvoor oppositiebewe gingen altijd gestaan hebben, is: moet je kleine verbeteringen wel aanvaar den of moet je kleine verbeteringen juist niet aanvaarden, omdat alleen een fundamentele verandering van systeem werkelijke veranderingen kan bewerk stelligen. Ik moet zeggen dat ik daar over een agnostisch standpunt inneem. Ik geloof dat een revolutie in de tra ditionele zin gewoon niet mogelijk is. Dat zou in een landje als Nederland mis schien kunnen, maar zelf geloof ik daar nauwelijks m. Het soort transformatie dat noodzakelijk zou zijn, kan zich niet tot Nederland beperken. Een van de grote zwakten van de radicale opposi tie is dat zij wel dezelfde vorm aan neemt in verschillende landen, maar niet leidt tot een beweging over natio nale grenzen heen. Al die oppositiebe wegingen opereren toch nog steeds bin- nen het kader van de nationale staten. Het is verschrikkelijk moeilijk om tus sen die bewegingen onderling contact te krijgen. Er zijn natuurlijk veel informe le contacten, maar van een organisatie over de grenzen heen is eigenlijk geen sprake. Terwijl aan de andere kant de mensen van de machtige organisaties dit soort contacten wel hebben. Je ziet een duidelijke machtsconcentratie, zowel militair als economisch, over de gren zen heen. Als je kijkt naar de manier waarop de EEG zich ontwikkelt, dan is het duidelijk dat de integratie vooral aan de top plaats vindt, en beslist niet aan de basis. Dat is het probleem in onze maat schappij, dat de mensen die verandering willen, over het algemeen over veel minder hulpbronnen beschikken om zich te organiseren en om informatie uit te wisselen dan degenen die aan de top van het systeem zitten. Je kan ook, geloof ik, de strijd- en actiemethoden van de nieuwe oppositie en de hele discussie over gewelddadig heid, alleen maar goed beoordelen, al* je uitgaat van het inzicht dat het een asymmetrisch conflict is. Daarom zijn de onderliggende groe pen genoodzaakt om methoden te ge bruiken die de spelregels van het be staande sysLeem aantasten. Juist die spelregels zijn onderdeel van de machts uitoefening binnen dat systeem". U hoeft niet te voorspellen, maar toch, ziet u toekomst voor het verzet tegen deze maatschappij? ..Een van de meest hoopvolle dingen die er op het ogenblik gebeuren is dat er actiegroepen komen van technici en wetenschapsmensen, zoals actiegroepen tegen milieuverontreiniging, dat er or ganisaties zijn, ook onder intellectuelen, die allerlei concrete dingen aanpakken. Daarmee krijg je ook een soort tegen wicht tegen de technocratische en onge controleerde besluitvorming, waaronder onze maatschappij te lijden heeft". Drs. J. SOETENHOEST en R. PAUW. DE NIET-LEDEN, die de brief kre gen toegestuurd zijn: de Unie van baptistengemeenten, de christelijke gereformeerde kerken, de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, de Broederschap van Pinkstergemeenten en de gereformeerde gemeenten, die hun adhesie hebben betuigd aan de actie „Vrijheid, ook voor de ander". In een tevens door de Raad van Ker ken uitgestuurde „bevrijdingsbood- schap" wordt eveneens behalve terug gezien en herdacht ook stil gestaan bij de vraag van met name jongeren: „Wat hebben we (jullie) met de ver worven vrijheid gedaan, in eigen land en in de wereld?" en vooruitgezien met zinsnedes als: „Zolang vrijheid voor miljoenen slechts een droom Is zullen wij te maken hebben en hou den met de vraag, wat wij met onze vrijheid gedaan hebben, hoe wij er anderen door gediend hebben." HET ACTIECOMITé „Vrijheid, ook voor de ander" bestaat uit: de Raad van Kerken in Nederland (vertegen woordigd door de stichting Oecume nische hulp, de hervormde diakonale raad, het gereformeerd algemeen dia- konaal Bureau en de r.-k. stichting „Mensen in nood') en het Humanis tisch Verbond, de Collectieve Israël Actie, het Nederlands comité UNICEF, de Nederlandse Jeugdgemeenschap, de NOVIB en het UNESCO-centrum Ne derland. Voorzitter van het comité is mr. dr. J. Donner in Den Haag; als secretaris treedt op de gereformeerde kerkelijke functionaris voor ontwikkelingssamen werking drs. C. H. Koetsier. Secreta riaat van het comité: Maliebaan 88, Utrecht. Telefoon 030-22779 (het adTes van de Raad van Kerken). Gironum mer van de actie „Vrijheid, ook voor de ander" is 252424 in Amsterdam. Voor het voeren van de actie is on der meer een actiekrant (aan te vra gen bij het secretariaat; zie boven) met inlichtingen, suggesties enzovoorts samengesteld, waarin de gedachten en plannen van het comité worden uiteen gezet. Ter concretisering wordt het Nederlandse volk een aantal projecten ter financiering voorgehouden. 1. Steun aan een project van de Col lectieve Israël Actie waarin tot uit drukking komt dat de joodse ge meenschap in zijn totaliteit als geen ander geleden heeft onder de gevol gen van de Tweede Wereldoorlog. 2. Het kinderhulpplan in India in de staat Andhra Pradesh, dat ten doel heeft mogelijkheden te scheppen voor vorming en groei van kinde ren. 3. Steun aan vluchtelingen, slachtof fers van rassendiscriminatie en ge vangenen via de kerkelijke instan ties. Bij de vluchtelingen wordt met name gedacht aan de Soedan, Mozam bique en Vietnam. Uit de te verwer ven middelen zal ook het in 1969 door de Wereldraad van Kerken ingestelde fonds voor de bestrijding van rassen discriminatie versterkt worden. (De kerkelijke hulporganen trekken tel- kenjare grote bedragen uit voor de steun aan hen, die door beknotting van democratische grondrechten in ge vangenissen of concentratiekampen zuchten. Tevens wordt hierbij gedacht aan steun via de Vereniging ter be scherming van de vrijheid van me ningsuiting „Amnesty International", die het opneemt voor dezelfde catego rie van slachtoffers.) Naar het oordeel van het comité „Vrijheid, ook voor de ander" beant woorden genoemde doeleinden geheel aan die, welke het nationaal comité 25 jaar Bevrijding" hebben geïnspi reerd bij de voorbereidingen van de aanstaande hedrenking. Zij zijn dan ook in goed overleg met het nationaal comité geformuleerd. Het comité zal zelf geen inzamelings acties organiseren, doch roept werk groepen, actiecomités, scholen, jeugd clubs, bevrijdingscomités en kerken op om, ieder op zijn manier, aan de actie vorm te geven. Vijfentwintig jaar na de be vrijding, en nog altijd verzet. Destijds tegen de „nieuwe orde" van de nazi's, nu tegen de oude (althans niet vernieuwde) orde van het establishment en voornamelijk gedragen door de jongeren, zoals deze demon strant voor het Nationaal Monu ment op de Dam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 35