Tolk F. Kampman
uit Santpoort
verhoorde na
de bevrijding
Duitse oorlogsmisdadigers
m
IJMUIDEN TIJDENS
MEIDAGEN '40
Alfred Krupp en Kaltenbrunner behoorden tot ondervraagden
3*3
Koninklijk gezin op 12 mei
naar Engeland
ZATERDAG 2 MEI 19 70
ONDERGEDOKEN
P --'V. sz-
'v-:
CANADEZEN
VERHOREN
Rijksduitsers
Joodse uittocht
Veel paniek
InaÉÉMÉ
üfili HSÜf m I
m
mm
w «Wi
■WM? 'H
heer F. Kampman (geheel links) in 1945
tolk met twee Canadese officieren.
(Van een onzer redacteuren)
SANTPOORT Kaltenbrunner
was een misselijke arrogante kwast,
die tot het laatst heeft getracht de
verantwoordelijkheid voor zijn mis
daden af te schuiven op Heinrich
Himmler. Deze had immers enkele
maanden daarvoor toch al zelfmoord
gepleegd Daarentegen is Hitiers
wapenfabrikant Alfred Krupp jr. al
tijd buitengewoon onderdanig ge
weest, bij het serviele af. Hij maakte
op mij dan ook de indruk van een
enorme slappeling met bijzonder wei
nig karakter, die waarschijnlijk in het
toenmalige Duitse bestel slechts de
rol van jongste bediende heeft mogen
vervullen. Vandaar dat ik nooit een
echte oorlogsmisdadiger in hem heb
kunnen herkennen". Dit zijn enige
persoonlijke herinneringen aan zware
Duitse delinkwenten van de heer
F. Kampman uit Santpoort, thans ad
junct-directeur bij HIM-Chemie n.v.
in Velsen-Noord, die na de tweede
wereldoorlog als officiële tolk van het
Canadese bezettingsleger geruime tijd
met het verhoor van verscheidene be
ruchte oorlogsmisdadigers werd be
last.
Behalve de reeds genoemde Kalten
brunner en Krupp waren dit onder meer
nog de gewetenloze professor Heismeier,
die in het concentratiekamp Neuengam-
me dodelijke proeven nam op joodse kin
deren en de vooral in Engeland zo geha
te mr. Joyce („Lord How-How"), die via
de Duitse radio trachtte onder zijn voor
malige Britse landgenoten tweedracht en
paniek te zaaien. Waarschijnlijk kent
men hun lot, Kaltenbrunner en Heis
meier stierven aan de galg, mr. Joyce
werd gefusilleerd en Krupp achtte men
in Neurenberg met een gevangenisstraf
voldoende voor zijn kwalijke activiteiten
gehonoreerd.
Uiteraard Is de heer Kampman niet
bij toeval in het Canadese leger verzeild
geraakt, zodat deze interessante periode
uit zijn leven op een lange voorgeschie
denis berust. De vader van de heer
Kampman behoefde namelijk in de oor
logsjaren als directeur van de gemeen
telijke gas- en waterbedrijven met zijn
gezin niet naar elders te evacueren, zo
dat de familie bleef behoren tot de on
geveer vijftienduizend inwoners, die toen
nog in Velsen waren overgebleven. Zij
waren voornamelijk samengetrokken
rond het Antoniusziekenhuis in IJmuiden
-Oost.
De toen 24-jarige F. Kampman was in
verband met de bekende risico's voor
jongemannen al enige tijd ondergedoken
in de kelder van een school aan de Kal-
verstraat, waar ook hetkringhuis van
de NSB was gevestigd. Een nogal hache
lijk schuilplaats dus, waar de onderdui
kers boven hun hoofd de WA telkens
hoorden zingen en exerceren.
Hier werd de heer Kampman in de be
ruchte hongerwinter benaderd door de
illegaliteit, met het verzoek zich voor de
Binnenlandse Strijdkrachten (BS) ter be
schikking te stellen, met de bedoeling
direct bij de naderende bevrijding te as
sisteren bij de voedseldistributie. De heer
Kampman verklaarde zich hiervoor on
middellijk gaarne bereid, zodat hij ver
volgens instructies ontving over hetgeen
Het grote kanon dat de Duitsers on
getwijfeld met spijt bij het politie
bureau op het Tiberiusplein in
Velsen moesten achterlaten.
Alfred Krupp in gesprek met zijn
advocaat tijdens het proces in Neuren
berg.
van hem na de capitulatie van de Duitse
troepen werd verwacht.
Het consigne luidde dat op het tijdstip
van de overgave in Velsen de klokken
de bevrijding kenbaar moesten maken,
hetgeen tevens het sein was voor de le
den van de BS met hun armbanden in
het openbaar te treden, teneinde te
trachten een eventuele chaos te voorko
men. Ook was er inmiddels een opslag
plaats van bij d e Duitsers „georgani
seerd" voedsel ingericht, om direct in de
ergste noden van de bevolking te kunnen
voorzien.
En zoals algemeen bekend, was het
dan 4 mei eindelijk zo ver! Des avonds
omstreeks zeven uur, kort nadat de inwo
ners van Velsen hun maaltijd van suiker
bieten en tulpenbollen hadden „genoten",
maakte triomfantelijk klokgelui de zo
lang verwachte bevrijding bekend en be
gaf men zich zingend en juichend op
straat, terwijl overal de Nederlandse
driekleur weer werd uitgestoken. De heer
Kampman zal deze avond nimmer ver
geten, vooral omdat hij toen in staat was
als lid van de BS onder de feestvieren
de bevolking enige duizenden, aan de
Duitsers ontnomen sigaretten uit te de
len. Hetgeen uiteraard tot wilde tafere
len aanleiding gaf.
Nu braken er spannende dagen aan,
want de Duitsers waren nog altijd in het
bezit van hun wapens, terswij 1 de komst
van de geallieerde bevrijdingstroepen
pas later kon worden verwacht. Maar
behalve het kaalknippen van enige meis
jes, die met de bezetters hadden geheuld,
is het verder niet tot excessen gekomen
en kon de haat van de bevolking tegen
over de Duitsers worden ingetoomd. Dit
restant van de weermacht had zich trou
wens teruggetrokken in het versterkte
gebouw van de PEN-cêntraJe aan de Ka
naalstraat, soms nog in gezelschap van
enkele Nederlandse vriendinnetjes.
Onderwijl maakte de BS zich verdien
stelijk met een politiële taak, door te
assisteren bij het ophalen en bewaken
van gearresteerde NSB-ers, die in kam
pen bij „Velserbeek" en in IJmuiden-
West waren ondergebracht.
Enige dagen later konden de bevrij
dingstroepen dan eindelijk juichend wor
den ingehaald, voor Velsen bestaande uit
het Royal Canadian Regiment, dat onder
meer bij Monte Cassino in Italië bijzon
der ernstige verliezen had geleden, waar
door het regiment telkens moest worden
aangevuld. Tot de weinige overlevenden
van deze invasie behoorde ook de negen
tienjarige captain Johnny Qualv uit Mon-
,1 I 4 T -
treai. die tijdens deze bloedige veldtocht
vier keer zwaar werd gewond. De heer
Kampman kwam in Velsen dikwijls met
deze militair in contact, waarna hij vele
jaren later nog eens in de gelegenheid
is geweest hem tijdens een zakenreis in
Montreal op te zoeken.
Zijn voorbeeldige kennis van de Engel
se taal bracht de heer Kampman inmid
dels in een steeds nauwere relatie met de
Canadese bevrijders, zodat hij door hen
al spoedig als de enige contactman met
de BS werd beschouwd. Het duurde dan
ook niet lang of hij werd officieel als
tolk aangesteld en omdat het de jonge
Kampman wel avontuurlijk leek, ging hij
kort daarop in op het verzoek van Cana
dese zijde voor het volgen van een oplei
ding tot sergeant. Na voor het examen
te zijn geslaagd kon sergeant Kampman
als tolk aan de geallieerde bezettingstroe
pen in Duitsland worden toegevoegd.
In Recklinghausen werd hij daarna
speciaal getraind voor het verhoren van
Duitse oorlogsmisdadigers, hetgeen bij
zondere instructies noodzakelijk maakte.
Iedere deliquent werd namelijk ongeveer
zes maal en telkens afzonderlijk door Ca
nadese, Engelse en Amerikaanse tolken
verhoord, van wie geregeld aparte rap
porten werden opgemaakt. Deze rappor-
Duitse krijgsgevangenen in IJmuiden,
gereed om via de Afsluitdijk naar de
verwoeste Heimat te worden afge
voerd.
ten gingen weer naar een hogere instan
tie, waar men naar aanleiding van deze
indrukken een eindrapport van de onder
vraagde oorlogsmisdadiger opmaakte, dat
later- tijdens de processen in Neurenberg
aan de rechters zou worden voorgelegd.
De heer Kampman bewaart aan deze
periode in het geallieerde bezettingsleger
nog altijd buitengewoon interessante her
inneringen. Zo vertelt hij b ijvoorbeeld
een mooi verhaal over Alfred Krupp, die
hem tijdens het eerste verhoor heel on
derdanig zijn kostbaar gouden polshorlo
ge ten geschenke wilde aanbieden. De
Nederlandse ondervrager in Canadees
uniform weigerde echter abrupt op deze
duidelijke toenaderingspoging in te gaan,
maar wel zag hij kort daarop een Belg
met hetzelfde horloge pronken.
„Een andere keer stond ik in Reck
linghausen op de tram, waarvan in de
route het kamp was opgenomen waar
men de Duitse oorlogsmisdadigers had
opgesloten. Bij de halte riep de wagen
bestuurder met een kennelijk sarcasme:
„Konzentrationslager Recklinghausen". En
toen ben ik toch giftig geworden. Ik
liet de tram onmiddellijk weer stoppen
en heb alle passagiers plus de wagenbe
stuurder meegenomen naar het kamp,
waar ik het gezelschap een uitvoerige
rondleiding gaf. Aldus hoop ik hun het
verschil duidelijk te hebben gemaakt tus
sen de verschrikkingen van de Duitse
concentratiekampen en de betrekkelijk
humane wijze waarop de geallieerden
hun gevangenen behandelden", herinnert
de heer Kampman zich nog altijd met
voldoening.
(Van een onzer verslaggevers)
IJMUIDEN Vijfentwintig jaar
geleden werd het „laatste schot" van
de tweede wereldoorlog gelost en de
vrede getekend. Er zijn tal van „laat
ste schoten" geweest na die oorlog.
Zij en ook talrijke explosies hebben
sindsdien aan velen het leven gekost.
Ook in IJmuiden en omgeving werd
men daarmee geconfronteerd. Zoals
de grote explosie in de bunkers met
bijeengebracht oorlogstuig, welke tot
ver in de omtrek slachtoffers gemaakt
heeft om nog maar niet te spreken
van de vissers en andere zeevarenden,
die door mijnexplosies het leven heb
ben gelaten, tijdens en na de oorlog.
De oorlogsdagen zelve hebben voor
IJmuiden in die meidagen van 1940 alleen
maar beroeringen gebracht, zonder direct
oorlogsgeweld. In de vijf jaren daarop
echter heeft men vooral rond de haven ge
leerd, wat bombardementen betekenen,
terwijl meer landinwaarts in deze gemeen
te velen als gevolg van de oorlogsomstan
digheden van huis en haard verdreven
werden, omdat hun huizen in het schoots
veld lagen en afgebroken moesten worden.
Van die vijf meidagen is alleen het een
en ander bekend uit de dagrapporten
van de Velser politie en uit mededeln-
gen van korpsleden, die i n die dagen
dienst deden. Een maand voor de oor
log uitbrak, in april 1940 dus, kwam het
bevel van de Commandant Positie IJmui
den, dat er een zogenoemde „zeever
duistering" moest plaats hebben in ver
band met een eventuele aanval van de
Duitsers vanuit zee. Dit betekende, dat
er na het donker worden geen lichten
meer mochten schijnen bij de havens,
de sluizen, het Noordzeekanaal en een
groot deel van IJmuiden. Deze gedeelte
lijke verduistering duurde tot het uitbre
ken van de oorlog op 10 mei. Toen kwam
het bevel tot algehele verduistering en
werden allerwegen de ramen, die reeds
waren voorzien van s troken kleefband,
tegen glasscherven bij luchtaanvallen,
met allerlei middelen licht-dicht ge
maakt. Zwaardere gordijnen, dubbele
stellen gordijnen, zwart papier op de ra
men geplakt, luiken van karton met een
houten omlijsting kortom alles deed
dienst. De straatverlichting ging uit en
een lange periode van waar dat al
thans kon 's avonds door de duistere
straten zijn weg zoeken, brak aan.
Gedurende die eerste oorlogsdag gaf
de regering bevel de aanwezige Rijks
duitsers te arresteren. In Velsen werden
ongeveer 125 personen tussen 16 en 65
jaar aangehouden en in de ulo-school aan
het Tiberiusplein onder bewaking gesteld.
Een paar uur na deze opdracht kwam
ook het bevel de gevaarlijke Nederlan
ders, die daarvoor in aanmerking kwa
men te arresteren. Het betrof hier onge
veer 25 personen, die overgebracht wer
den naar de beruënte „Krententuin" in
Hoorn. Hun woningen werden doorzocht
op wapens, munitie en ander belastend
materiaal. Enkele dagen eerder was reeds
aan alle ingezetenen verzocht om alle
vuurwapens, welke men thuis had, in te
leveren. Alles tezamen kon de politie
toen een groot aantal wapens opbergen.
Diezelfde dag begonnen bij de politie
allerlei geruchten binnen te stromen. Het
was het begin van een schier onafgebro
ken rij berichten over lichtsignalen over
afgeschoten lichtkogels, over parachutis-
nte, die zouden zijn neergekomen in Vel
sen-Noord, de Velser polder en bij Duin
en Kruidberg.
De beroeringen werden de volgende
dag op 11 mei nog groter, toen een mij
nenveger van de Koninklijke Nederland
se Marine in het Noordzeekanaal tussen
de spoorbrug en de kleine sluis op een
mijn liep en het schip terstond zonk. Er
waren acht doden te betreuren.
De volgende morgen, tegen het mij
daguur liep een tweede s chip nab:
IJmuiden op een mijn. Het was het stoom
schip „Van Renselaar", dat binnen i
pieren met een mijn in aanraking kwair
Het kostte geen mensenlevens, doch We
moest een aantal gewonden naar het Ai
toniusziekenhuis worden gebracht.
In de vooravond omstreeks zeve
uur, arriveerde een trein met Duits
krijgsgevangenen, die onder leiding vï
Nederlandse militairen uit de trein en a-
een schip werden geleid. Zij werden af
gevoerd naar Engeland. Voor hen wi
de oorlog toen reeds over.
In de loop van die 12de mei waren ii
Velsen gearriveerd Prinses Juliana, Prin
Bernhard en de Prinsessen Beatrix ei
Irene, toen respectievelijk 2V-i jaar en
maanden oud. Zij hadden de tijd op he
raadhuis in Oud Velsen doorgebrachi
Omstreeks elf uur werden op de avoa
van die dag uitgebreide politiemaatrege
len genomen toen In de grote sluis
torpedojager „Codrington" van de Roya
Navy aanlegde. Prinses en de beide Priti
sesjes gingen vervolgens aan boord vai
dit Engelse oorlogsschip, dat hen veili)
naar Engeland voer.
De laatste oorlogs-dag, 14 mei, ver
drongen zich in IJmuiden rond de ha
vens ongeveer drieduizend joden afkom
stig uit alle delen van het land, doel
voornamelijk uit Amsterdam. Met in de
haast bijeengeraapte bezittingen hadde:
zij hun woningen verlaten en waren zi
snel mogelijk naar IJmuiden gekomen i
de hoop hiervandaan met een boot aas
Engeland te kunnen varen. Slechts ee:
naar verhouding gering aantal van hei
is het gelukt uit Nederland weg te ko
men zo wordt aangenomen. De politii
concludeerde dit aan de hand van ne
feit, dat na die dag ongeveer vijftig pet
sonenauto's in de omgeving van de Vis
sershaven werden aangetroffen. Deze zijl
naar het hoofdbureau van politie ge
bracht zo ook de achtergebleven hoe
veelheden goederen en koffers.
Allerlei geruchten bleven opduiken. D
meest bizarre zelfs, soms met vrij gro
te gevolgen. Een van die geruchten dee:
de ronde in de avond van de capitulatie
dag, 14 mei. Alom werd verteld, da
voordat de Duitsers kwamen, men he
Fort en de sluizen „in de lucht zou la
ten vliegen". Paniek ontstond er ondei
de bewoners van IJmuiden-West en Oost
Een grote mensenmenigte vluchtte over
haast van uit deze gemeentedelen de dui-
nen in en naar Driehuis en Santpoort
Er werden zoveel mogelijk politiemen-
sen de straat op gestuurd om deze me
nigte tot kalmte te brengen. Zij werder.
verstrekt met honderden militairen. Maai
het bleef moeilijk om de vluchtenden tt
overreden. Eerst toen de straatverlich
ting werd ontstoken keerde de rust weei
in IJmuiden.
Tezelfder tijd werd het grote stoom
schip „J. P. Coen" in de havenmoni
tot zinken gebracht, teneinde de door
vaart te belemmeren. Jarenlang is hei
wrak een obstakel geweest, waarmede
de scheepvaart terdege rekening heeft
moeten houden.
Het politierapport uit die mei-dagen
vermeldt voorts nog dat grote hoeveel
heden geweren, munitie en andere voor
werpen werden verzameld op die laatste
dag. Alles door Nederlandse militairen
achtergelaten in de duinen, op wegen en
terreinen. In die oorlogsdagen hebben
zich zes personen het leven benomen,
Pertinente aanwijzingen, als zouden
grote hoeveelheden juwelen en goud zijn
vervoerd, zijn bij de politie niet bekend
In de havenmond werd het stoom
schip Jan Pieterszoon Coen" tot
zinken gebracht teneinde het scheep
vaartverkeer te belemmeren. Op de
foto de „J. P. Coen" in zinkende toe
stand.
„uv -