Dr Feisser legde 125 jaar geleden
grondslag van baptistengemeenten
Lutherse beroering rond
Braziliaanse president
Hoogleraren in Kampen tegen
CPN-er in civitasraad
Synode over
echtscheiding
Training voor
kinderdiensten
VlV -
OUD EN NIEUW
Nieuwe tekst voorgesteld voor de
wet op de gewetensbezwaren
,kerk
Verdeelde kerk
in Berlijn
ZATERDAG 23 MEI 1970 Erbij 16
NEDERLAND TELT nog geen tienduizend baptisten een handvol
dus. Een hervormde gemeente in een middelgrote stad telt evenveel be
lijdende leden als alle zeventig baptistengemeenten in Nederland totaal.
Toch hebben deze 70 gemeenten, verenigd in de Unie van Baptisten Ge
meenten in Nederland, een 50 predikanten, een viertal vrijgestelde predi
kanten voor bijzondere werkzaamheden een eigen seminarium (dat
samenwerkt met de theologische faculteit van Utrecht), bouwen zij voort
durend nieuwe kerkgebouwen, hebben een zich uitbreidend sociaal werk
(verpleegtehuizen, etc.) en drijven zending in landen als Kongo en Kame
roen. Al deze inspanningen financieren zij zelf. Hoe dat mogelijk is?
Helder Camara
kadidaat voor
Nobelprijs
Jongeren nodig voor
en recreatie
Dr Enklaar nu ook
rector van „Baarn"
HET ANTWOORD op die vraag is
nu precies 125 jaar geleden gegeven
door dr. Johannes Elias Feisser, de
eerste baptist in Nederland. Hij ont
dekte in de bijbel, dat de gemeente
van Jezus Christus gemeente van ge
lovigen behoorde te zijn. Aan die ont
wikkeling ging veel strijd vooraf. Als
predikant van de hervormde kerk van
Gasselternijveen aan de Drents-
Groningse grens kwam hij steeds
vaker in conflict met het christendom,
dat typerend was voor de kerk van zijn
dagen. Men hoorde bij de kerk men
was nu eenmaal als kind erbij inge
lijfd, door de kinderdoop en op de
daarvoor bestemde tijd deed men be
lijdenis. Het behoorde bij de verplich
tingen die de mens nu eenmaal heeft.
Werd door Feisser de vraag gesteld of
men er persoonlijk deel aan had, of
men ook werkelijk geloofde in hetgeen
beleden en gepredikt werd dan werd
gezwegen in de meeste gevallen
of zelfs ontkennend geantwoord
Als een van de belangrijkste oorza
ken van deze verwording van het Li
chaam van Christus tot instituut meen
de Feisser de kinderdoop te moeten
aanwijzen. Hij weigerde deze voortaan
te bedienen en stelde zijn bezwaren op
schrift in een brochure „Beknopte aan
wijzing van het ongeoorloofde in den
doop der kleine kinderen" (Groningen
-1843). Hoewel hij met nadruk aan het
Klassikaal Bestuur van Drenthe ver
zocht zijn bezwaren ter beoordeling
voor te leggen aan de synode en de
faculteit te Groningen, ging men aan
zijn protest tegen de kinderdoop voor
bij en daar Feisser bij zijn weiger
achtige houding bleef verklaarde het
Provinciaal Kerkbestuur hem ingaan
de 1 januari 1844 ontzet van zijn ambt
„wegens stellige weigering van een ge
deelte van zijn dienst en het stichten
van wanorde en ergernis".
Ds. Brummelkamp, een van de voor
mannen van de Afscheiding die zich
onder leiding van ds Hendrik de Cock
in Ulrum in 1834 had voltrokken
zocht contact met dr. Feisser, menende
in deze recalcitrante collega een mede
stander te hebben gevonden. Het liep
echter op niets uit; voor de Afgeschei
denen was Feisser te vrij en boven
dien was zijn opvatting over de doop
De gereformeerde synode heeft na
de uitvoerige bespreking van een rap
port over echtscheidingsgronden uitge
sproken, dat de bijbel leert, dat zij, die
in de Heer trouwen, elkaar als man
en vrouw uit Gods hand aanvaar
den en Hem beloven elkaar trouw te
blijven tot de dood. In haar onderricht
laat de H. Schrift echter zien, dat er
vanwege onze zondigheid een situatie
kan ontstaan waarin echtscheiding on
ontkoombaar is. Kenmerkend voor een
dergelijke situatie, aldus de synode
uitspraak, is „dat door duurzame al
gehele ontwrichting de voortzetting van
het huwelijk onmogelijk is geworden.
Daarom heeft de overheid voor een
scheidingsrecht te zorgen".
Ook stelde de synode, dat de kerk
geroepen is tot intensieve pastorale bij
stand in de huwelijksproblematiek. Het
is gewenst, dat een pastoraal geschrift
wordt opgesteld, waarin aan de hand
van het betrokken rapport, de gemeen
te voorlichting wordt gegeven over de
hedendaagse vragen van huwelijk en
echtscheiding. De synode benoemde
deputaten voor de samenstelling van
dit geschrift.
Het Landelijk Centrum voor Gere
formeerd Jeugdwerk is begonnen met
het trainen en begeleiden van hen. die
betrokken zijn bij kindemevendien-
sten.
In iedere plaats, waar 10 tot 15
deelnemers deze training willen vol
gen, bestaat de mogelijkheid vier a
zes avonden bezig te zijn met en te
praten over kindernevendiensten.
Er zal vooral aangesloten worden
bij vragen uit de praktijk. De training
en coaching kunnen ook afgestemd wor
den op gemeenten, waar men met kin
dernevendiensten wil beginnen.
Voor inlichtingen kan men zich wen
den tot het LCGJ, afdeling kadervor
ming, Maliestraat la te Utrecht, tele
foon 030-22641. Begin april verscheen
bij het LCGJ een speciale uitgave
over kindernevendiensten. Deze uitga
ve kan besteld worden door storting
van 3 op gironummer 475060 t.n.v.
Gereformeerd Jeugdwerk, Utrecht, on
der vermelding van: „Kinderneven
diensten".
een onoverkomelijke hinderpaal
Naar Feissers mening waren de Afge
scheidenen te schools en zat het hun
„anderhalve voet te hoog".
Intussen had in Duitsland, via Enge
land waar het baptisme al enkele
eeuwen bestond de baptistische op
vatting over de gemeente als gemeen
te van gelovigen reeds gestalte gekre
gen in de stichting van baptistenge
meenten. Daar Feisser met het be
staan van deze gemeenten geheel niet
op de hoogte was moet het voor hem
een grote verrassing geweest zijn, toen
een afvaardiging van de Hamburgse
baptistengemeente zich in november
1844 bij hem meldde. Het bezoek van
deze Duitse baptisten zou beslissend
worden. In begin mei van 1845 bracht
Feisser een tegenbezoek aan Ham
burg en toen hij naar Gasselternijveen
terugkeerde reisde een van de Ham
burgse pioniers, Julius Köbner, met
hem mee.
Op 15 mei 1845 doopte Julius Köb
ner, door onderdompeling in een
veenkanaal te Gasselternijveen, de
eerste zeven mensen onder wie
natuurlijk dominee Feisser en
institueerde daarna de eerste bap
tistengemeente in Nederland. De
zer dagen precies 125 jaar geleden.
Feisser was van mening, dat per
soonlijk geloof in het verlossingswerk
van Christus de enige voorwaarde is
om gedoopt te worden als uitdruk
king van het met Christus begra
ven zijn en het met Hem opgestaan
zijn en om toe te treden tot
Zijn gemeente. De nadruk valt op de
persoonlijke beslissing (die, overigens,
door Feisser werd beschouwd als het
werk van Gods verkiezende genade).
Bij de kinderdpop wordt de dopeling
er naar toe gedragen, willoos, onmon
dig. Bij de doop van gelovigen loopt
de dopeling zelf naar het doopwater
toe: wat verhindert mij om gedoopt
te worden? Ik geloof!
Deze persoonlijke betrokkenheid bij
het heil, dit weten erbij te behoren,
kan aanleiding zijn tot een ongezond
individualisme, dat slechts uit is op
bevrediging van eigen religieuze ge
voelens en dat het vrome „ik" centraal
stelt. Natuurlijk komen deze uitwassen
van het pietisme ook in de baptisten
gemeenten voor maar ze vormen niet
het totaalbeeld. Dat wordt gevormd
door een sterk personalisme ieder
weet zich medeverantwoordelijk op
grond van zijn eigen keuze.
Een sterk gemeenschapsleven (de
baptistische gemeenteopvatting is con-
gregationalistisch) is daarvan het ge
volg, hetgeen bij individualisme uit
gesloten zou zijn. De gemeente als
huisgezin staat centraal en zonder het
wetticisme van financiële normen
als het geven van tienden bijvoorbeeld
draagt ieder naar vermogen op ba
sis van vrijwilligheid bij tot instand
houding en uitbreiding van het plaat
selijke en landelijke werk.
Dat ideaalbeeld stond Feisser voor
ogen toen hij in mei 1845 met enkele
getrouwen de eerste baptistengemeen
te in Nederland vormde. Slechts zeven
mensen telde die eerste gemeente.
Vijandschap en onbegrip waren hun
deel. Maar ze hielden vol, ondanks
alles. Zij zagen het eenvoudig als een
voortzetting van de Reformatie. En
wat het geringe aantal betreft, „Lie-
Het moderamen van de hervormde
synode stelt zich achter de kandi
daatstelling van de Braziliaanse bis
schop Helder Camara voor de Nobel
prijs voor de vrede. Vanwege de her
vormde kerk zal een brief uitgaan
naar de Nederlandse afdeling van de
C.L.A.S.C. (De Zuidamerikaanse chris
telijke vakbeweging), om de kandi
daatstelling te ondersteunen.
Er lopen diverse verzoeken om
Dom Helder Camara voor de Nobel
prijs in aanmerking te laten komen.
Die verzoeken worden gedaan aan de
voorzitter van de commissie voor de
Nobelprijs. Zij zijn afkomstig van de
C.L.A.S.C., van Pax Christi-bewegin-
gen, van bisschoppenconferenties, on
der meer de Nederlandse bisschoppen
conferentie, en zeer recent ook van de
voorzitter van de Italiaanse katholieke
arbeidersbeweging.
Dom Helder Camara is een van de
militante voorvechters voor een soci
aal, politiek en menselijk opzicht
rechtvaardige samenleving in Brazi
lië. De huidige militaire machthebbers
in Brazilië nemen zijn activiteiten niet
in dank af. Dat blijkt ook weer uit de uit
nodiging die aan de Nederlandse pers
is verzonden door de C.L.A.S.C. Ne
derland, om op zaterdag 30 mei aan
wezig te zijn in Amersfoort waar Dom
Helder Camara zal spreken. In de uit
nodiging wordt gezegd dat Dom Hel
der Camara op 30 mei in Amersfoort
zal spreken, mits hij inmiddels niet is
gearresteerd.
Dom Helder Camara wordt als volgt
aangeduid: Aartsbisschop van Olinda
en Recife, Brazilië, drager van het
simpele houten kruis der armen.
ver honderd moedige, geoefende krij
gers dan tienduizend vreesachtige en
ongeordende soldaten" aldus Feis
ser „Elke baptist een evangelist" is
een in deze gemeenten vaak gehoord
gezegde.
Hoewel er bij de in 1905 opgerichte
Baptist World Alliance ruim 31 miljoen
baptisten zijn aangesloten de mees
te baptisten vindt men in Amerika en
Canada vormen de baptistengemeen
ten van Nederland met hun tienduizend
leden een kleine minderheid op de ker
kelijke kaart.
De groei was slechts langzaam. Toen
Feisser in 1865 stierf waren er nog
maar enkele gemeenten met totaal een
kleine honderd leden. Toen in 1881
de Unie van Baptisten Gemeenten werd
opgericht sloten zeven gemeenten zich
aan. In de daarop volgende negentig
jaar is het getal gemeenten vertien
voudigd terwijl het ledental een ster
kere vermeerdering onderging. Vooral
in de jaren na de tweede wereldoorlog
is er van een snellere groei sprake.
Van 1950 tot 1960 groeide het aantal
leden met 27,8 perct, van 1960 tot 1970
met 16,5 percent.
Waar de kerk als instituut, behorend
tot de vanzelfsprekendheden van het
christelijke cultuurpatroon, in onze da
gen een veel omstreden zaak is ge
worden, zien de baptistengemeenten de
toekomst wel met enig vertrouwen
tegemoet. De mythe van het christe
lijke Europa, als corpus christianum, is
als zodanig ontmaskerd. De kerk van
de toekomst kan in de maatschappij
van de toekomst geen andere zijn dan
die van zijn oorsprong. Feissers ont
dekking dat naar het Nieuwe Testament
de gemeente van Christus per defi
nitie gemeente van gelovigen is, is
vooral in deze dagen van de allergroot
ste actualiteit.
DS. J. VAN DAM
Deze sterk contrasterende uniform
stijlen demonstreren hoe het Leger
des Heilsuniform voor de eerste
keer sinds 1878 grondig is ver
anderd. Links draagt majoor Pat
Benn het oude kostuum, rechts
kapitein Sylvia Dalziel in de nieuwe
uitmonstering. Het nieuwe uniform
werd getoond op een demonstratie
in Londen.
Het is een uiterst riskante bijeen
komst „op basis van een zeer twijfel
achtig plaatselijk lutherdom". Zo heeft
dr. Hans-Otto Wölber van Hamburg,
besturend bisschop van de verenigde
evangelisch-Iutherse kerk van Duits
land de komende vijfde assemblee van
de lutherse wereldfederatie, LWF, van
14 tot 24 juli te houden in de Zuid-
braziliaanse havenstad Porto Alegre,
gekenschetst.
Bisschop Wölber deed dit tijdens een
vergadering van het bestuur van de
Duitse lutherse kerk, waarop bisschop
dr. Heinrich Meyer van Lübeck pleitte
voor het gelijktijdig van verschillende
kanten benaderen van de LWF om een
„respectabele en nuchtere beslissing" te
verkrijgen, namelijk het afzeggen van
de verregaand voorbereide algemene
vergadering in dictatoriaal Brazilië.
Dr. Meyer betwijfelde of de LWF
wel ih staat zou zijn binnen het kader
van een wereldwijde vergadering ter
plaatse juist te regaeren op de zware
maatschappelijke en politieke spannin
gen, waarin Brazilië nu verkeert.
DE WEERSTAND tegen het verga
deren in Brazilië is toegenomen door
het plan van de Braziliaanse lutherse
kerk om voor de openingszitting van
de LWF-assemblee achttien eregasten
uit te nodigen, onder wie de Braziliaan
se president generaal Emilio Gerras-
tazu Medici, de commanderende gene
raal van het derde leger en de gouver
neur van Rio Grande do Sul. Dit plan
is door ds. Guido Tornquist, luthers
predikant in Porte Alegre en secreta
ris van het plaatselijk voorbereidings
comité van de assemblee .voorgelegd
aan de LWF in Genève. Hij voegde
daar aan toe, dat de president „via
de assemblee een woord tot de wereld
wil richten", en dat er „een zeer tra
gische situatie" zou ontstaan, als tij
dens de openingsplechtigheid demon
straties tegen de regering zouden wor
den gehouden. Ds. Tornquist: „Daar
de meerderheid van het volk één lijn
trekt met de revolutie van 1964 en
de militaire regering, zou bij demon
straties de openbare mening zich tegen
de assemblee keren".
De redactie van
„Metanoia" (Be
kering), tijdschrift
voor radicaal lu
theranisme, in
Cambridge, Mass.
(Ver. St.), is onder
geloofsgenoten
over heel de we
reld een actie te
gen het houden
van de assemblee
in Brazilië begon
nen. In duizenden
brieven aan lu
therse bestuurders en predikanten wordt
president Medici van Brazilië, waar
politieke gevangenen op grote schaal
ernstig gemarteld worden, „de Hitier
van zijn land" genoemd. Het aangekon
digde thema van de assemblee van de
LWF is „Gezonden in de wereld". „Ge
zonden waarmee?", vraagt „Metanoia".
IN EEN telegram aan de LWF heb
ben de beide Nederlandse afgevaardig
den voor „Porto Alegre", prof. dr. C.
H. Lindijer en de heer C. F. G. E.
Hallewas, hun ontsteltenis uitgesproken
over het plan generaal Medici als ere
gast de gelegenheid te geven tot „een
woord voor de wereld". Doorgaan van
dit plan zou hun komst naar Porto Ale
gre onzeker maken.
In het pamflet „Gezonden in de we
reld; Brazilië balanceert op rand van
vulkaan" wondt Brazilië geschetst als
een land met „een volledige diktatuur
die stevig in het zadel zit",als een
land waar folteringen van tegenstan
ders van het bewind aan de orde van
de dag zijn.
De critische informatie rond „Gezon
den in de wereld.is uitgegeven
door een groep (overwegend jonge) le
den van de lutherse kerk.
KAMPEN. De onlangs actueel ge
worden vraag of een communist zitting
mag hebben in het overlegorgaan van
de theologische hogeschool te Kampen
is uitvoerig behandeld door de rector
van deze instelling, prof dr. G. P. Hart-
velt. Hij sprak tijdens de theologische
hogeschooldag van de Gereformeerde
Kerken.
Zoals bekend is, is enige tijd geleden
een van de studenten uit de civitasraad,
het overlegorgaan van hoogleraren en
studenten, lid geworden van de Com
munistische Partij van Nederland.
Hij stelde zich vervolgens kandidaat
voor de verkiezingen van de Provin
ciale Staten, en is nu lijstaanvoerder
voor de komende gemeenteraadsver
kiezingen. De theologische hogeschool
ontving hierop verscheidene heftige
reacties. Er werd zelfs gedreigd finan
ciële bijdragen in te trekken als „die
communist" niet uit het overlegorgaan
zou worden verwijderd. Prof. Hart-
velt meent echter dat dit geen oplos
sing is.
De hoogleraren hebben zich intussen
over deze zaak uitgesproken. Dit col
lege aanvaardde met nagenoeg algeme
ne stemmen het standpunt dat de be
lijdenis van het christelijk geloof on
verenigbaar is met de keuze voor het
communisme. „Gezien de ondemocra
tische signatuur van de C.P.N. moet
het lidmaatschap van die partij onver-
Truus Ophuysen,
één der
samenstellers van
het Brazilië-
pamflet.
Het moet in ons land mogelijk wor
den op gewetensgronden bepaalde wa
pens (bijvoorbeeld atoombewapening),
bepaalde legers (bijvoorbeeld een na
tionaal leger in NATO-verband) en
bepaalde oorlogen (bijvoorbeeld de
oorlogvoering in Vietnam) af te wij
zen en als dienstplichtige deze gewe
tensbezwaren officieel erkend en ge
honoreerd te krijgen. Niet alleen een
godsdienstige of zedelijke afwijzing,,
maar ook een politieke standpuntbepa
ling verdient erkenning als grond voor
zo'n gewetensbeslissing.
Dit is de overtuiging van de studie
commissie van het interkerkelijk vre
desberaad, IKV, benoemd in overleg
met de commissie internationale za
ken van de landelijke Raad van Ker
ken.
De visie van de studiecommissie is
aanvaard door het IKV en ook al be
sproken met de vaste Kamercommissie
voor Defensie. De ideeën van de stu
diecommissie van het IKV zijn neer
gelegd in een pas verschenen cahier
Cahier voor vredesvraagstukken nr.
5 getiteld „Dienstweigering, voor
stel tot wijziging Wet gewetensbezwa
ren militaire dienst". In dit cahier
worden ook concrete voorstellen tot
toepassing van bepalingen inzake
(plaats)vervangende dienst gedaan.
(Bestellingen: documentatie IKV,
Parkweg 20a, Voorburg, prijs ƒ2,50).
Met de Dienstweigeringswet, die in
ons land in 1923 van kracht werd,
werd de gewetensovertuiging erkend,
dat men „den evenmensch niet mag
dooden, ook wanneer dit ingevolge
overheidsbevel geschiedt". In 1962 is
deze eerste wet vervangen door de.
Wet gewetensbezwaren militaire dienst
die erkenning mogelijk maakt van
„onverkomelijke bezwaren tegen elk
oorlogsgeweld". In dit verband wordt
het optreden van een politie- of vre
desmacht in het verband van de Ver
enigde Naties en elke vorm van re
volutie ook gerangschikt onder „oor
logsgeweld". Voor wie niet wil die
nen in een nationaal leger in NATO-
verband of in een leger uitgerust met
massale vernietigingswapens (atomai
re of nucleaire, biologische en chemi
sche strijdmiddelen), en daar ook on
overkomelijke gewetensbezwaren te
gen heeft, maar wel zou willen dienen
in bijvoorbeeld een V.N.-rampenkorps,
is erkenning van deze gewetensbezwa
ren ingevolge de huidige wet meestal
uitgesloten. Ook het gebruikelijke har
de optreden tegen getuigen van Jehova
met hun gewetensbezwaren (tegen mi
litaire dienst en tegen iedere vorm van
dienst aan de staat) vindt de studie
commissie, en ook het IKV zelf, dui
delijk onjuist en onrechtvaardig. Toe
passing van een wet mag nimmer tot
apert onrecht leiden, aldus de com
missie.
De IKV-commissie stelt de volgende
nieuwe wettekst voor:
1. Ernstige gewetensbezwaren in de
zin van deze wet zijn de onoverko
melijke gewetensbezwaren tegen
persoonlijke vervulling van militai
re dienst.
2. De bezwaren kunnen zich richten:
a. hetzij tegen de vervulling van
militaire dienst in het alge
meen;
b. hetzij tegen persoonlijk gebruik
van wapens in het algemeen;
c. hetzij tegen persoonlijk gebruik
van bepaalde wapens;
d. hetzij tegen persoonlijke deelne
ming in een bepaald leger of te
gen bepaald gebruik van dat
leger.
Juist omdat de minister van Defen
sie inzake gewetensbezwaren militaire
dienst een belanghebbende partij is,
adviseert de studiecommissie de ver
antwoordelijkheid voor de toepassing
van de Wet Gewetensbezwaren te la
ten berustenf bij een ander ministerie
(Algemen Zaken - CRM - Justitie -
Binnenlandse Zaken).
Ook tegen het nu nog nagenoeg
verplichte psychiatrisch rapport be
staan bedenkingen. „Andersdenkende
minderheden zijn niet gestoord; men
behoeft niet krankzinnig te zijn om
persoonlijke vervulling van de militai
re dienst te weigeren." Wat de toet
sing van het gewetensbezwaar betreft,
heeft het IKV er in het algemeen be
zwaar tegen, dat de leden van de com
missie gewetensbezwaren (die de mi
nister adviseert over al of niet erken
nen) zo ver van de bezwaarden af
staan (de huidige voorzitter sinds
1954! is nu 72 jaar). En ook dat de
toetsing niet in de vorm van een ge
sprek gebeurt maar veeleer door een
soort examen, een ondervraging met
het karakter van een soort kruis )-
verhoor (met confectie vragen en irre
levante en vooringenomen vraagstel
ling).
enigbaar worden geacht met het lid
maatschap van de civitasraad, al
dus de hoogleraren.
Aan de zijde van de studenten is het
beraad nog gaande.
De rector van de hogeschool deelde
voorts mee, dat er momenteel bijna 350
studenten staan ingeschreven. Over de
subsidiëring van de hogeschool wordt
voortdurend overleg gevoerd met het
departement van onderwijs, aldus prof.
Hartvelt, maar er is nog niet bekend
hoeveel geld de regering de hogeschool
heeft toegedacht. De kerken stelden dit
jaar 925.000 gulden ter beschikking.
De plannen tot uitbreiding van de we
tenschappelijke staf belopen een be
drag van 1.400.000 gulden. Men komt
een half miljoen gulden tekort.
In 1970 hebben we weer honderden
jongelui vanaf 18 jaar nodig om in
juli en augustus interkerkelijk recrea-
tiewerk te doen. Het gaat om die men
sen, die vanuit een gelovige inzet
vanuit bezinnen en creativiteit willen
werken op een van de 140 projekten,
waar de kerk aanwezig is om mee te
helpen de vakantietij d, „het feest van
het welzijn", te bevorderen. Aldus, in
een wervende folder, de landelijke
Stichting ten dienste van het recrea-
tiewerk van de kerken, Hoofdstraat
55, Driebergen; tel. 03438-3164 of 2942.
Enkele gegevens: meer dan 1000
jongeren waren in 1969 namens de
kerk (en) werkzaam op het veld van
de recreatie. Ze werkten 2 of 3 weken
tegen een zakgeldvergoeding van ca.
25 per week; kost en inwoning vrij;
reiskosten vergoed. Nadere inlichtin
gen bij de stichting.
In de vacante functie van rector van
het gereformeerde zendingsseminarie
te Baarn is door de generale synode
van de gereformeerde kerken benoemd
dr. I. H. Enklaar, hervormd theoloog
en rector van de hervormde zendings
hogeschool in Oegstgeest.
De benoeming in Baarn grijpt voor
uit op de fusie per 1 september van
beide zendingsopleidingen. Ds. P. G.
van Berge, nu reeds conrector te
Baarn, wordt de (gereformeerde) con
rector van het gezamenlijke seminarie.
Er zijn nu ook twee Berlijnse evan
gelische (protestantse) kerken, een in
Oost-Duitsland en een in West-Berlijn.
De regionale synode-Oost van de evan
gelische kerk van Berlijn-Brandenbura
heeft namelijk de consequenties ge
trokken uit de beslissing van de Oost
duits e evangelische kerken zich offi
cieel terug te trekken uit de EKID,
de ene, overkoepelende Evangelische
Kerk in (geheel) Duitsland.
Ondanks de verregaande verslechte
ring in de verhouding tussen Oost- en
West-Duitsland functioneerde de EKiD
nog min of meer. De Oostduitse ker
ken meenden tenslotte er goed aan te
doen zich ook organisatorisch te hou
den aan de nu eenmaal bestaande
staatkundige grenzen. Gezamenlijk
vergaderen èn besluiten uitvoeren bin
nen de „ene kerk" van geheel Duits
land was in de praktijk al heel moei
lijk geworden.