Dr Feisser legde 125 jaar geleden grondslag van baptistengemeenten Lutherse beroering rond Braziliaanse president Hoogleraren in Kampen tegen CPN-er in civitasraad Synode over echtscheiding Training voor kinderdiensten VlV - OUD EN NIEUW Nieuwe tekst voorgesteld voor de wet op de gewetensbezwaren ,kerk Verdeelde kerk in Berlijn ZATERDAG 23 MEI 1970 Erbij 16 NEDERLAND TELT nog geen tienduizend baptisten een handvol dus. Een hervormde gemeente in een middelgrote stad telt evenveel be lijdende leden als alle zeventig baptistengemeenten in Nederland totaal. Toch hebben deze 70 gemeenten, verenigd in de Unie van Baptisten Ge meenten in Nederland, een 50 predikanten, een viertal vrijgestelde predi kanten voor bijzondere werkzaamheden een eigen seminarium (dat samenwerkt met de theologische faculteit van Utrecht), bouwen zij voort durend nieuwe kerkgebouwen, hebben een zich uitbreidend sociaal werk (verpleegtehuizen, etc.) en drijven zending in landen als Kongo en Kame roen. Al deze inspanningen financieren zij zelf. Hoe dat mogelijk is? Helder Camara kadidaat voor Nobelprijs Jongeren nodig voor en recreatie Dr Enklaar nu ook rector van „Baarn" HET ANTWOORD op die vraag is nu precies 125 jaar geleden gegeven door dr. Johannes Elias Feisser, de eerste baptist in Nederland. Hij ont dekte in de bijbel, dat de gemeente van Jezus Christus gemeente van ge lovigen behoorde te zijn. Aan die ont wikkeling ging veel strijd vooraf. Als predikant van de hervormde kerk van Gasselternijveen aan de Drents- Groningse grens kwam hij steeds vaker in conflict met het christendom, dat typerend was voor de kerk van zijn dagen. Men hoorde bij de kerk men was nu eenmaal als kind erbij inge lijfd, door de kinderdoop en op de daarvoor bestemde tijd deed men be lijdenis. Het behoorde bij de verplich tingen die de mens nu eenmaal heeft. Werd door Feisser de vraag gesteld of men er persoonlijk deel aan had, of men ook werkelijk geloofde in hetgeen beleden en gepredikt werd dan werd gezwegen in de meeste gevallen of zelfs ontkennend geantwoord Als een van de belangrijkste oorza ken van deze verwording van het Li chaam van Christus tot instituut meen de Feisser de kinderdoop te moeten aanwijzen. Hij weigerde deze voortaan te bedienen en stelde zijn bezwaren op schrift in een brochure „Beknopte aan wijzing van het ongeoorloofde in den doop der kleine kinderen" (Groningen -1843). Hoewel hij met nadruk aan het Klassikaal Bestuur van Drenthe ver zocht zijn bezwaren ter beoordeling voor te leggen aan de synode en de faculteit te Groningen, ging men aan zijn protest tegen de kinderdoop voor bij en daar Feisser bij zijn weiger achtige houding bleef verklaarde het Provinciaal Kerkbestuur hem ingaan de 1 januari 1844 ontzet van zijn ambt „wegens stellige weigering van een ge deelte van zijn dienst en het stichten van wanorde en ergernis". Ds. Brummelkamp, een van de voor mannen van de Afscheiding die zich onder leiding van ds Hendrik de Cock in Ulrum in 1834 had voltrokken zocht contact met dr. Feisser, menende in deze recalcitrante collega een mede stander te hebben gevonden. Het liep echter op niets uit; voor de Afgeschei denen was Feisser te vrij en boven dien was zijn opvatting over de doop De gereformeerde synode heeft na de uitvoerige bespreking van een rap port over echtscheidingsgronden uitge sproken, dat de bijbel leert, dat zij, die in de Heer trouwen, elkaar als man en vrouw uit Gods hand aanvaar den en Hem beloven elkaar trouw te blijven tot de dood. In haar onderricht laat de H. Schrift echter zien, dat er vanwege onze zondigheid een situatie kan ontstaan waarin echtscheiding on ontkoombaar is. Kenmerkend voor een dergelijke situatie, aldus de synode uitspraak, is „dat door duurzame al gehele ontwrichting de voortzetting van het huwelijk onmogelijk is geworden. Daarom heeft de overheid voor een scheidingsrecht te zorgen". Ook stelde de synode, dat de kerk geroepen is tot intensieve pastorale bij stand in de huwelijksproblematiek. Het is gewenst, dat een pastoraal geschrift wordt opgesteld, waarin aan de hand van het betrokken rapport, de gemeen te voorlichting wordt gegeven over de hedendaagse vragen van huwelijk en echtscheiding. De synode benoemde deputaten voor de samenstelling van dit geschrift. Het Landelijk Centrum voor Gere formeerd Jeugdwerk is begonnen met het trainen en begeleiden van hen. die betrokken zijn bij kindemevendien- sten. In iedere plaats, waar 10 tot 15 deelnemers deze training willen vol gen, bestaat de mogelijkheid vier a zes avonden bezig te zijn met en te praten over kindernevendiensten. Er zal vooral aangesloten worden bij vragen uit de praktijk. De training en coaching kunnen ook afgestemd wor den op gemeenten, waar men met kin dernevendiensten wil beginnen. Voor inlichtingen kan men zich wen den tot het LCGJ, afdeling kadervor ming, Maliestraat la te Utrecht, tele foon 030-22641. Begin april verscheen bij het LCGJ een speciale uitgave over kindernevendiensten. Deze uitga ve kan besteld worden door storting van 3 op gironummer 475060 t.n.v. Gereformeerd Jeugdwerk, Utrecht, on der vermelding van: „Kinderneven diensten". een onoverkomelijke hinderpaal Naar Feissers mening waren de Afge scheidenen te schools en zat het hun „anderhalve voet te hoog". Intussen had in Duitsland, via Enge land waar het baptisme al enkele eeuwen bestond de baptistische op vatting over de gemeente als gemeen te van gelovigen reeds gestalte gekre gen in de stichting van baptistenge meenten. Daar Feisser met het be staan van deze gemeenten geheel niet op de hoogte was moet het voor hem een grote verrassing geweest zijn, toen een afvaardiging van de Hamburgse baptistengemeente zich in november 1844 bij hem meldde. Het bezoek van deze Duitse baptisten zou beslissend worden. In begin mei van 1845 bracht Feisser een tegenbezoek aan Ham burg en toen hij naar Gasselternijveen terugkeerde reisde een van de Ham burgse pioniers, Julius Köbner, met hem mee. Op 15 mei 1845 doopte Julius Köb ner, door onderdompeling in een veenkanaal te Gasselternijveen, de eerste zeven mensen onder wie natuurlijk dominee Feisser en institueerde daarna de eerste bap tistengemeente in Nederland. De zer dagen precies 125 jaar geleden. Feisser was van mening, dat per soonlijk geloof in het verlossingswerk van Christus de enige voorwaarde is om gedoopt te worden als uitdruk king van het met Christus begra ven zijn en het met Hem opgestaan zijn en om toe te treden tot Zijn gemeente. De nadruk valt op de persoonlijke beslissing (die, overigens, door Feisser werd beschouwd als het werk van Gods verkiezende genade). Bij de kinderdpop wordt de dopeling er naar toe gedragen, willoos, onmon dig. Bij de doop van gelovigen loopt de dopeling zelf naar het doopwater toe: wat verhindert mij om gedoopt te worden? Ik geloof! Deze persoonlijke betrokkenheid bij het heil, dit weten erbij te behoren, kan aanleiding zijn tot een ongezond individualisme, dat slechts uit is op bevrediging van eigen religieuze ge voelens en dat het vrome „ik" centraal stelt. Natuurlijk komen deze uitwassen van het pietisme ook in de baptisten gemeenten voor maar ze vormen niet het totaalbeeld. Dat wordt gevormd door een sterk personalisme ieder weet zich medeverantwoordelijk op grond van zijn eigen keuze. Een sterk gemeenschapsleven (de baptistische gemeenteopvatting is con- gregationalistisch) is daarvan het ge volg, hetgeen bij individualisme uit gesloten zou zijn. De gemeente als huisgezin staat centraal en zonder het wetticisme van financiële normen als het geven van tienden bijvoorbeeld draagt ieder naar vermogen op ba sis van vrijwilligheid bij tot instand houding en uitbreiding van het plaat selijke en landelijke werk. Dat ideaalbeeld stond Feisser voor ogen toen hij in mei 1845 met enkele getrouwen de eerste baptistengemeen te in Nederland vormde. Slechts zeven mensen telde die eerste gemeente. Vijandschap en onbegrip waren hun deel. Maar ze hielden vol, ondanks alles. Zij zagen het eenvoudig als een voortzetting van de Reformatie. En wat het geringe aantal betreft, „Lie- Het moderamen van de hervormde synode stelt zich achter de kandi daatstelling van de Braziliaanse bis schop Helder Camara voor de Nobel prijs voor de vrede. Vanwege de her vormde kerk zal een brief uitgaan naar de Nederlandse afdeling van de C.L.A.S.C. (De Zuidamerikaanse chris telijke vakbeweging), om de kandi daatstelling te ondersteunen. Er lopen diverse verzoeken om Dom Helder Camara voor de Nobel prijs in aanmerking te laten komen. Die verzoeken worden gedaan aan de voorzitter van de commissie voor de Nobelprijs. Zij zijn afkomstig van de C.L.A.S.C., van Pax Christi-bewegin- gen, van bisschoppenconferenties, on der meer de Nederlandse bisschoppen conferentie, en zeer recent ook van de voorzitter van de Italiaanse katholieke arbeidersbeweging. Dom Helder Camara is een van de militante voorvechters voor een soci aal, politiek en menselijk opzicht rechtvaardige samenleving in Brazi lië. De huidige militaire machthebbers in Brazilië nemen zijn activiteiten niet in dank af. Dat blijkt ook weer uit de uit nodiging die aan de Nederlandse pers is verzonden door de C.L.A.S.C. Ne derland, om op zaterdag 30 mei aan wezig te zijn in Amersfoort waar Dom Helder Camara zal spreken. In de uit nodiging wordt gezegd dat Dom Hel der Camara op 30 mei in Amersfoort zal spreken, mits hij inmiddels niet is gearresteerd. Dom Helder Camara wordt als volgt aangeduid: Aartsbisschop van Olinda en Recife, Brazilië, drager van het simpele houten kruis der armen. ver honderd moedige, geoefende krij gers dan tienduizend vreesachtige en ongeordende soldaten" aldus Feis ser „Elke baptist een evangelist" is een in deze gemeenten vaak gehoord gezegde. Hoewel er bij de in 1905 opgerichte Baptist World Alliance ruim 31 miljoen baptisten zijn aangesloten de mees te baptisten vindt men in Amerika en Canada vormen de baptistengemeen ten van Nederland met hun tienduizend leden een kleine minderheid op de ker kelijke kaart. De groei was slechts langzaam. Toen Feisser in 1865 stierf waren er nog maar enkele gemeenten met totaal een kleine honderd leden. Toen in 1881 de Unie van Baptisten Gemeenten werd opgericht sloten zeven gemeenten zich aan. In de daarop volgende negentig jaar is het getal gemeenten vertien voudigd terwijl het ledental een ster kere vermeerdering onderging. Vooral in de jaren na de tweede wereldoorlog is er van een snellere groei sprake. Van 1950 tot 1960 groeide het aantal leden met 27,8 perct, van 1960 tot 1970 met 16,5 percent. Waar de kerk als instituut, behorend tot de vanzelfsprekendheden van het christelijke cultuurpatroon, in onze da gen een veel omstreden zaak is ge worden, zien de baptistengemeenten de toekomst wel met enig vertrouwen tegemoet. De mythe van het christe lijke Europa, als corpus christianum, is als zodanig ontmaskerd. De kerk van de toekomst kan in de maatschappij van de toekomst geen andere zijn dan die van zijn oorsprong. Feissers ont dekking dat naar het Nieuwe Testament de gemeente van Christus per defi nitie gemeente van gelovigen is, is vooral in deze dagen van de allergroot ste actualiteit. DS. J. VAN DAM Deze sterk contrasterende uniform stijlen demonstreren hoe het Leger des Heilsuniform voor de eerste keer sinds 1878 grondig is ver anderd. Links draagt majoor Pat Benn het oude kostuum, rechts kapitein Sylvia Dalziel in de nieuwe uitmonstering. Het nieuwe uniform werd getoond op een demonstratie in Londen. Het is een uiterst riskante bijeen komst „op basis van een zeer twijfel achtig plaatselijk lutherdom". Zo heeft dr. Hans-Otto Wölber van Hamburg, besturend bisschop van de verenigde evangelisch-Iutherse kerk van Duits land de komende vijfde assemblee van de lutherse wereldfederatie, LWF, van 14 tot 24 juli te houden in de Zuid- braziliaanse havenstad Porto Alegre, gekenschetst. Bisschop Wölber deed dit tijdens een vergadering van het bestuur van de Duitse lutherse kerk, waarop bisschop dr. Heinrich Meyer van Lübeck pleitte voor het gelijktijdig van verschillende kanten benaderen van de LWF om een „respectabele en nuchtere beslissing" te verkrijgen, namelijk het afzeggen van de verregaand voorbereide algemene vergadering in dictatoriaal Brazilië. Dr. Meyer betwijfelde of de LWF wel ih staat zou zijn binnen het kader van een wereldwijde vergadering ter plaatse juist te regaeren op de zware maatschappelijke en politieke spannin gen, waarin Brazilië nu verkeert. DE WEERSTAND tegen het verga deren in Brazilië is toegenomen door het plan van de Braziliaanse lutherse kerk om voor de openingszitting van de LWF-assemblee achttien eregasten uit te nodigen, onder wie de Braziliaan se president generaal Emilio Gerras- tazu Medici, de commanderende gene raal van het derde leger en de gouver neur van Rio Grande do Sul. Dit plan is door ds. Guido Tornquist, luthers predikant in Porte Alegre en secreta ris van het plaatselijk voorbereidings comité van de assemblee .voorgelegd aan de LWF in Genève. Hij voegde daar aan toe, dat de president „via de assemblee een woord tot de wereld wil richten", en dat er „een zeer tra gische situatie" zou ontstaan, als tij dens de openingsplechtigheid demon straties tegen de regering zouden wor den gehouden. Ds. Tornquist: „Daar de meerderheid van het volk één lijn trekt met de revolutie van 1964 en de militaire regering, zou bij demon straties de openbare mening zich tegen de assemblee keren". De redactie van „Metanoia" (Be kering), tijdschrift voor radicaal lu theranisme, in Cambridge, Mass. (Ver. St.), is onder geloofsgenoten over heel de we reld een actie te gen het houden van de assemblee in Brazilië begon nen. In duizenden brieven aan lu therse bestuurders en predikanten wordt president Medici van Brazilië, waar politieke gevangenen op grote schaal ernstig gemarteld worden, „de Hitier van zijn land" genoemd. Het aangekon digde thema van de assemblee van de LWF is „Gezonden in de wereld". „Ge zonden waarmee?", vraagt „Metanoia". IN EEN telegram aan de LWF heb ben de beide Nederlandse afgevaardig den voor „Porto Alegre", prof. dr. C. H. Lindijer en de heer C. F. G. E. Hallewas, hun ontsteltenis uitgesproken over het plan generaal Medici als ere gast de gelegenheid te geven tot „een woord voor de wereld". Doorgaan van dit plan zou hun komst naar Porto Ale gre onzeker maken. In het pamflet „Gezonden in de we reld; Brazilië balanceert op rand van vulkaan" wondt Brazilië geschetst als een land met „een volledige diktatuur die stevig in het zadel zit",als een land waar folteringen van tegenstan ders van het bewind aan de orde van de dag zijn. De critische informatie rond „Gezon den in de wereld.is uitgegeven door een groep (overwegend jonge) le den van de lutherse kerk. KAMPEN. De onlangs actueel ge worden vraag of een communist zitting mag hebben in het overlegorgaan van de theologische hogeschool te Kampen is uitvoerig behandeld door de rector van deze instelling, prof dr. G. P. Hart- velt. Hij sprak tijdens de theologische hogeschooldag van de Gereformeerde Kerken. Zoals bekend is, is enige tijd geleden een van de studenten uit de civitasraad, het overlegorgaan van hoogleraren en studenten, lid geworden van de Com munistische Partij van Nederland. Hij stelde zich vervolgens kandidaat voor de verkiezingen van de Provin ciale Staten, en is nu lijstaanvoerder voor de komende gemeenteraadsver kiezingen. De theologische hogeschool ontving hierop verscheidene heftige reacties. Er werd zelfs gedreigd finan ciële bijdragen in te trekken als „die communist" niet uit het overlegorgaan zou worden verwijderd. Prof. Hart- velt meent echter dat dit geen oplos sing is. De hoogleraren hebben zich intussen over deze zaak uitgesproken. Dit col lege aanvaardde met nagenoeg algeme ne stemmen het standpunt dat de be lijdenis van het christelijk geloof on verenigbaar is met de keuze voor het communisme. „Gezien de ondemocra tische signatuur van de C.P.N. moet het lidmaatschap van die partij onver- Truus Ophuysen, één der samenstellers van het Brazilië- pamflet. Het moet in ons land mogelijk wor den op gewetensgronden bepaalde wa pens (bijvoorbeeld atoombewapening), bepaalde legers (bijvoorbeeld een na tionaal leger in NATO-verband) en bepaalde oorlogen (bijvoorbeeld de oorlogvoering in Vietnam) af te wij zen en als dienstplichtige deze gewe tensbezwaren officieel erkend en ge honoreerd te krijgen. Niet alleen een godsdienstige of zedelijke afwijzing,, maar ook een politieke standpuntbepa ling verdient erkenning als grond voor zo'n gewetensbeslissing. Dit is de overtuiging van de studie commissie van het interkerkelijk vre desberaad, IKV, benoemd in overleg met de commissie internationale za ken van de landelijke Raad van Ker ken. De visie van de studiecommissie is aanvaard door het IKV en ook al be sproken met de vaste Kamercommissie voor Defensie. De ideeën van de stu diecommissie van het IKV zijn neer gelegd in een pas verschenen cahier Cahier voor vredesvraagstukken nr. 5 getiteld „Dienstweigering, voor stel tot wijziging Wet gewetensbezwa ren militaire dienst". In dit cahier worden ook concrete voorstellen tot toepassing van bepalingen inzake (plaats)vervangende dienst gedaan. (Bestellingen: documentatie IKV, Parkweg 20a, Voorburg, prijs ƒ2,50). Met de Dienstweigeringswet, die in ons land in 1923 van kracht werd, werd de gewetensovertuiging erkend, dat men „den evenmensch niet mag dooden, ook wanneer dit ingevolge overheidsbevel geschiedt". In 1962 is deze eerste wet vervangen door de. Wet gewetensbezwaren militaire dienst die erkenning mogelijk maakt van „onverkomelijke bezwaren tegen elk oorlogsgeweld". In dit verband wordt het optreden van een politie- of vre desmacht in het verband van de Ver enigde Naties en elke vorm van re volutie ook gerangschikt onder „oor logsgeweld". Voor wie niet wil die nen in een nationaal leger in NATO- verband of in een leger uitgerust met massale vernietigingswapens (atomai re of nucleaire, biologische en chemi sche strijdmiddelen), en daar ook on overkomelijke gewetensbezwaren te gen heeft, maar wel zou willen dienen in bijvoorbeeld een V.N.-rampenkorps, is erkenning van deze gewetensbezwa ren ingevolge de huidige wet meestal uitgesloten. Ook het gebruikelijke har de optreden tegen getuigen van Jehova met hun gewetensbezwaren (tegen mi litaire dienst en tegen iedere vorm van dienst aan de staat) vindt de studie commissie, en ook het IKV zelf, dui delijk onjuist en onrechtvaardig. Toe passing van een wet mag nimmer tot apert onrecht leiden, aldus de com missie. De IKV-commissie stelt de volgende nieuwe wettekst voor: 1. Ernstige gewetensbezwaren in de zin van deze wet zijn de onoverko melijke gewetensbezwaren tegen persoonlijke vervulling van militai re dienst. 2. De bezwaren kunnen zich richten: a. hetzij tegen de vervulling van militaire dienst in het alge meen; b. hetzij tegen persoonlijk gebruik van wapens in het algemeen; c. hetzij tegen persoonlijk gebruik van bepaalde wapens; d. hetzij tegen persoonlijke deelne ming in een bepaald leger of te gen bepaald gebruik van dat leger. Juist omdat de minister van Defen sie inzake gewetensbezwaren militaire dienst een belanghebbende partij is, adviseert de studiecommissie de ver antwoordelijkheid voor de toepassing van de Wet Gewetensbezwaren te la ten berustenf bij een ander ministerie (Algemen Zaken - CRM - Justitie - Binnenlandse Zaken). Ook tegen het nu nog nagenoeg verplichte psychiatrisch rapport be staan bedenkingen. „Andersdenkende minderheden zijn niet gestoord; men behoeft niet krankzinnig te zijn om persoonlijke vervulling van de militai re dienst te weigeren." Wat de toet sing van het gewetensbezwaar betreft, heeft het IKV er in het algemeen be zwaar tegen, dat de leden van de com missie gewetensbezwaren (die de mi nister adviseert over al of niet erken nen) zo ver van de bezwaarden af staan (de huidige voorzitter sinds 1954! is nu 72 jaar). En ook dat de toetsing niet in de vorm van een ge sprek gebeurt maar veeleer door een soort examen, een ondervraging met het karakter van een soort kruis )- verhoor (met confectie vragen en irre levante en vooringenomen vraagstel ling). enigbaar worden geacht met het lid maatschap van de civitasraad, al dus de hoogleraren. Aan de zijde van de studenten is het beraad nog gaande. De rector van de hogeschool deelde voorts mee, dat er momenteel bijna 350 studenten staan ingeschreven. Over de subsidiëring van de hogeschool wordt voortdurend overleg gevoerd met het departement van onderwijs, aldus prof. Hartvelt, maar er is nog niet bekend hoeveel geld de regering de hogeschool heeft toegedacht. De kerken stelden dit jaar 925.000 gulden ter beschikking. De plannen tot uitbreiding van de we tenschappelijke staf belopen een be drag van 1.400.000 gulden. Men komt een half miljoen gulden tekort. In 1970 hebben we weer honderden jongelui vanaf 18 jaar nodig om in juli en augustus interkerkelijk recrea- tiewerk te doen. Het gaat om die men sen, die vanuit een gelovige inzet vanuit bezinnen en creativiteit willen werken op een van de 140 projekten, waar de kerk aanwezig is om mee te helpen de vakantietij d, „het feest van het welzijn", te bevorderen. Aldus, in een wervende folder, de landelijke Stichting ten dienste van het recrea- tiewerk van de kerken, Hoofdstraat 55, Driebergen; tel. 03438-3164 of 2942. Enkele gegevens: meer dan 1000 jongeren waren in 1969 namens de kerk (en) werkzaam op het veld van de recreatie. Ze werkten 2 of 3 weken tegen een zakgeldvergoeding van ca. 25 per week; kost en inwoning vrij; reiskosten vergoed. Nadere inlichtin gen bij de stichting. In de vacante functie van rector van het gereformeerde zendingsseminarie te Baarn is door de generale synode van de gereformeerde kerken benoemd dr. I. H. Enklaar, hervormd theoloog en rector van de hervormde zendings hogeschool in Oegstgeest. De benoeming in Baarn grijpt voor uit op de fusie per 1 september van beide zendingsopleidingen. Ds. P. G. van Berge, nu reeds conrector te Baarn, wordt de (gereformeerde) con rector van het gezamenlijke seminarie. Er zijn nu ook twee Berlijnse evan gelische (protestantse) kerken, een in Oost-Duitsland en een in West-Berlijn. De regionale synode-Oost van de evan gelische kerk van Berlijn-Brandenbura heeft namelijk de consequenties ge trokken uit de beslissing van de Oost duits e evangelische kerken zich offi cieel terug te trekken uit de EKID, de ene, overkoepelende Evangelische Kerk in (geheel) Duitsland. Ondanks de verregaande verslechte ring in de verhouding tussen Oost- en West-Duitsland functioneerde de EKiD nog min of meer. De Oostduitse ker ken meenden tenslotte er goed aan te doen zich ook organisatorisch te hou den aan de nu eenmaal bestaande staatkundige grenzen. Gezamenlijk vergaderen èn besluiten uitvoeren bin nen de „ene kerk" van geheel Duits land was in de praktijk al heel moei lijk geworden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 16