„Kabouters zijn lijnrechte nazaten van de provo's
K
geen bedreiging, maar
wel een vingerwijzing
1970
MEI
Op een bom
Hebzucht
Eigetl staat Roel van Duijn
Krakers
Fantasie
De Efteiing-kabouter verwijst naar
„kleine boodschap". Een grotere
boodschap brengen de echte kabou
ters ons.
(Van een verslaggever)
rabouters bestaan! Na eeuwenlang
slechts in kindersprookjes bestaan
te hebben, zijn de kabouters uit
iet bos der verbeelding in de harde
werkelijkheid van de 20ste eeuw opge
doken.
IN AMSTERDAM hebben zij zich ge
manifesteerd als de afstammelingen in
rechte lijn van de provo's. Speelser nog
dan de provo's wekken zij minder wre
vel bij de behoudzuchtigen in onze
samenleving. Wellicht is ook de ver-
materialisering van die samenleving zo
ver gewoekerd dat ook de behoudzuch
tigen begrip gaan krijgen van de oer-
menselijke verlangens die de kabouters
etaleren. Zij immers willen ruimte voor
spel en plezier, minder eerbied voor de
luchtvervuilende en „stadverpestende"
auto, aandacht en respect voor bejaar
den, ontplooiingskansen voor kinderen,
minder agressie en minder hebzucht bij
de mensen die steeds meer dreigen te
verworden tot consumenten van weg-
werp-artikelen waaraan in wezen geen
beho.efte bestaat.
VEEL VAN WAT de kabouters propa
geren ziet men trouwens bijgeschaafd
en gevernist opduiken in de partijpro
gramma's van de gevestigde politieke
partijen. De kabouters zijn de gang
makers van een proces dat eigenlijk al
ondergronds op gang begon te komen.
Griezelig is daarbij natuurlijk wel dat de
„gewone dingen des levens" zo on
bereikbaar zijn geworden dat ze door
sprookjesfiguren als kabouters moeten
worden gepropageerd.
EEN DING staat wel vast: De kabou
ters willen geen gewelddadige omwen
teling van onze samenleving. Zij zijn
geen anarchisten in de oude zin. Roel
van Duyn, feitelijk een opper-kabouter,
heeft ordelijk en democratisch zitting in
de Amsterdamse gemeenteraad, Hij,
provo-raadslid, zegt bij herhaling dat
bestaande goede elementen in het so
cialisme en het liberalisme op hun
waarde moeten worden geschat en be
houden. De fleurige kabouter-padde
stoelen ontspruiten aan de „rottende
boomstronk" van de samenleving, maar
daarin ook vinden zij hun voeding.
DAT HET de kabouters ernst is met
hun goedmoedigheid bewezen ze over
duidelijk door op de explosieve viering
van Koninginnedag letterlijk afwezig te
zijn. Zij hadden zich teruggetrokken in
het Amsterdamse Bos. Daarmee ont
liepen zij tactisch de kans over één kam
te worden geschoren met de „straat
schenders" die dit feest wilden ver
storen. „Wij gunnen het monarchistisch
publiek van harte zijn feest van ijs en
patat" zo werd mild verklaard.
;s -v iy
abouter staat
auto's, zelfs een tweede huis, de com
mercie heeft hen zo gemaakt".
HANS TUYMAN zegt: „Wij hebben
een wereld te verliezen. Tot die we
reld behoort bijvoorbeeld ook Vlaar-
dingen waar de mensen op een bom
leven. Wij moeten voorkomen dat
straks een miljoen mensen naar de
Veluwe worden geëvacueerd omdat
het havengebied van Rotterdam on
leefbaar is geworden.
Wij zijn duidelijk verontrust over de
milieuverontreiniging, de heilloze wer
king van kunstmest en insecticiden,
waarmee ook de mensen worden ver
giftigd.
SINDS KORT ls onze alternatieve
kledingindustrie op gang gekomen.
Meisjes, die niet meer in een atelier
wilden werken, maken nu goedkopere
kleding voor iedereen. Een project
van de geestelijke volksgezondheid is
dat wij nu voorlichting over ons werk
gaan geven aan de politie. Vanuit de
ze structuur moeten wij komen tot een
herstructurering van de maatschappij.
De autoriteit, de staat is in zichzelf
verdeeld. Wij moeten opvechten tegen
de werkelijke belangenkliek die het
niet kan zien. Ik noem hen de eco-
nomieslaven. Wij willen dat de goede
krachten aan bod komen. Vanuit ons
zelf moet naar een reëel alternatief
worden gestreefd."
Hans Tuynman vindt dat de grote
steden onbestuurbaar zijn geworden.
Volgens hem heeft het produktie-appa-
raat een continue hebzucht aangewak
kerd. Hij verwijst in dit verband naar
de rel om de Bijenkorf. In feite was
het een protest van de consument te
gen de producent. Er is een nieuw
welvaartsproletariaat ontstaan met
rancunegevoelens. Een brede laag van
de bevolking is gefrustreerd door een
wilde kooplust. Maar de consument
weet niet meer wat hij koopt,
DE KABOUTERS doen de oude
maatschappij een proces aan. Die ou
de maatschappij is het resultaat van
tweeduizend jaar dokteren. Een rigou
reuze omwenteling valt dus niet te
verwachten. Maar tientallen sym
pathiserende autoriteiten en ambtena
ren onderhouden een intensief contact
met de kabouters. Zij zijn zich bewust
dat het door hen geboden alternatief
meer dan het gegniffel van de toer
schouwer verdient.
(Van een onzer redacteuren)
AMSTERDAM Kabouters bestaan niet, althans
niet in Oranje Vrijstaat. Ex-provo Hans Tuynman
noemt het een hardnekkig misverstand dat de 105*full
time werkende leden van de drie maanden geleden uit
geroepen alternatieve maatschappij als kabouters wor
den aangemerkt. Voor zover er kabouters bestaan ver-
Kabouters bezetten het
Leidseplein. Dit plein moet
geen opslagplaats van blik
zijn. zo vinden ze. De auto's
moeten weg om ruimte te
maken voor kinderspel.
richten zij hun daden heimelijk, in de nacht. Hans
Tuynman zegt: „Kabouters zijn schepsels waar wy naar
wijzen, zij zijn het goede voorbeeld van ons werk
Niettemin heeft de vertederende figuur uit onze
kinderdromen het Nederlandse volk inmiddels zo week
gemaakt dat zijn imago groeit naarmate meer steden
het voorbeeld van Amsterdam volgen.
ENKELE JAREN geleden schreef
ex-provo thans „opper-kabouter" Roel
van Duyn: „Helaas zijn we niet meer
in staat een revolutie uit te voeren.
Daarvoor heeft het anarchisme te
veel aanhang verloren. Wat kunnen
we nog doen? Provoceren, omdat we
weten dat we deze wereld niet meer
veroveren kunnen? Klappen uitdelen
zolang het nog kan: dat is de actuali
teit van het anarchisme". De opper-
kabouter had er destijds veel succes
mee, want het clubje medestanders
dat hij om zich heen verzamelde groei
de uit tot een beweging die de hele
wereldpers naar Amsterdam deed
snellen. Sinds het provotariaat is op
geheven toont Roel van Duyn ons een
ander gezicht. Hij is de vriendelijke
man geworden, die ons begrijpend,
met uitgestoken handen tegemoet
treedt en zijn volgelingen inprent in
het offensief tegen de wat hij noemt
„oude" maatschappij mededogen te
betrachten en het gewapend conflict
te vermijden.
REEDS GERUIME tijd sprak een
aantal oud-provo's over de oprichting
van een volksuniversiteit voor sabota
ge van macht en geweld. Tijdens de
derde bijeenkomst half januari
trad Ruud Vermeer naar voren, die
de oprichting van een eigen staat als
de meest effectieve vorm bepleitte.
Roel van Duyn schreef daarop zijn
staatscourant, een eigentijdse filoso
fie, die door zijn aanhangers met res
pect en geestdrift wordt gehanteerd.
liet „de Kabouterkrant" verschijnen
die reeds nu een voortreffelijke lay
out heeft.
HET DEPARTEMENT voor volks
huisvesting manifesteerde zich aan
vankelijk het meest indrukwekkend.
De wanhopige zwerfgezinnen die in
navolging van Engelse jongeren leeg
staande panden betrokken, kregen de
belangstelling en de morele steun van
honderdduizenden woningzoekenden in
ons land. Maar niet alleen van hen.
Ook de autoriteiten fronsten hun wenk
brauwen. want over het aantal leeg
staande woningen kregen zij cijfers
voorgeschoteld die er niet om logen.
Utrecht en Den Haag reageerden po
sitief op de iedere avond terugkeren
de lijdensweg van de krakers, eerder
dus nog dan in Amsterdam, waar bur
gemeester Samkalden voor een vol
dongen feit werd geplaatst.
Op vijf mei werd, als contrast met
de zelfvoldane bevrijdingsfeesten, een
nationale kraakdag uitgeroepen. Zo
was ook Haarlem die dag het terrein
van intensieve „kraak-acties".
ECHTE SYMPATHIE van een vori
ge generatie hadden de provo's nooit
verworven. De nieuwe signatuur Oran
je Vrijstaat deed de ouderen echter
wel meeleven. Heel Nederland grin
nikte om de reeks speelse actie waar
mee ook de leden van andere volks
departementen in het stadsbeeld ver
schenen. De nog altijd nerveus ope
rerende Amsterdamse politie wist en
weet er nog niet goed raad mee, want
ook de volgelingen van Roel van Duyn
hebben zich het etiket van vredelie
vendheid en goede communicatie met
de autoriteiten Opgeplakt.
De auto-eliminatiedienst stuurde
zestig bakfietsen de straat op om daar
mee te bewijzen dat Amsterdam ge
bukt gaat onder een waanzinnige ver
keerschaos. Het departement van on
derwijs, opvoeding en oppositie stelde
een „Klikspaan" aan, die tot taak
kreeg te grote klassen op scholen te
signaleren. Er was de actie van de
spelende kinderen op het Leidseplein,
nadat kabouterauto's een parkeerter
rein hadden geblokkeerd, er werden
dynamisch-biologische winkeltjes in
gericht voor de verkoop van ongespo-
ten fruit en groente, er groeide een
wandelende tak in de hoofdstad.
VOOR HET AANDUIDEN van si
tuaties en begrippen werden namen
gekozen uit het vocabulaire van de
establishment met het oogmerk dat
vocabulaire op het hak te nemen, te
ontdoen van zijn officiële klankkleur.
Om die reden werd het weinig oor
spronkelijke liedje „de uil zat in de
olmen" tot volkslied verheven. Daar
om noemden de jeugdige sprekers die
overal lezingen gaven in het land
zich „Hagheprekers".
De alternatieve maatschappij van
Roel van Duyn sloeg in de harten
van vele jongeren als een levensideaal
dat zijn kracht niet putte uit een ideo
logie, maar uit een „rottende boom
stronk". De vriendelijk getinte sub-
versiteit van de kabouter deed de
communisten aarzelen. Het paste niet
in hun denkraam, zij hielden zich op
de achtergrond. Slechts een enkele
werker van het eerste uur helde over
naar het kamp van de C.P.N., maar
kreeg weinig navolgers.
DE STELLINGEN van het drieman
schap Roel van Duyn, Hans Tuynman
en Frans van Bommel, de braintrust
van Oranje Vrijstaat mogen toch wat
doctrinair in de oren klinken, het da
gelijks leefpatroon van de kabouters
voltrekt zich soepel, wisselt steeds van
karakter naarmate de omstandighe
den veranderen, onderscheidt zich
door een verrassende oorspronkelijk
heid, waarbij fantasie en intelligentie
hand in hand gaan.
In tegenstelling tot de provo's zijn
de kabouters niet verbeten en even
min strijdvaardig. Wat zij laten zien
is het alternatief van een menigte
vastgeroeste zaken. Zo geven zij nieu
we ideeën over bejaardenzorg, kinder
crèches en openbaar vervoer. Niet be
langrijk is onder welke naam de ka
bouters goede werken doen. De mees
te departementen werken als aparte
units, creëren eigen ideeën hetgeen
bijzonder lastig is voor de politie, die
nauwelijks preventieve maatregelen
kan treffen. De stoel van de burge
meester die vermist werd? Op het
persbureau weet men van niets. Het
zal wel het werk zijn van een bepaal
de groep, maar welke groep blijft on
bekend. Alleen op donderdagavond tij
dens de volksvergadering is er sprake
van. enige coördinatie, worden voor-
zichte lijnen uitgestippeld. Soms is
het idealisme bovenmenselijk groot.
Zegt een kabouter: „Het moet zo zijn,
dat jij mijn brood bakt en ik jouw
broek naai. Ons leven geschiedt op ba
sis van eerlijkheid. Wij hebben geen
vijf TV's en twee paar ogen nodig.
Maar de mensen willen vijf TV's, twee
In zijn proclamatie stelt hij: „Hoe
ontstaat uit de oude maatschappij een
nieuwe maatschappij? Als een padde
stoel op een rottende boomstronk.
Uit de sub-cultuur van de bestaande
orde groeit een alternatieve samenle
ving. De ondergrondse maatschappij
van de opstandige jongeren komt bo
ven de grond en gaat, onafhankelijk
van de nog heersende autoriteiten,
zichzelf sturen. Deze revolutie vol
trekt zich nu. Dit is het einde van de
underground, van het protest, van het
demonstreren. Van nu af geven wij
onze energie aan de opbouw van een
anti-autoritaire maatschappij".
VAN DE OUDE maatschappij is
nog wel wat te gebruiken. Kennis, so
cialistische idealen en het beste van
de liberale tradities. De paddestoel
van de nieuwe maatschappij voedt
zich met de sappen van de rottende
boomstronk tot zij vergaan is. „De
oude maatschappij", zo zegt hij, „zal
voor onze ogen verslijten. Wij zullen
haar opgebruiken. Links en rechts zul
len de oaddestoelen van de nieuwe
maatschappij zich uitzaaien. Heksen-
Hans Tuynman
kringen van kaboutersteden zullen zich
federeren tot een wereldomspannend
net: De Oranje Vrijstaat".
Amsterdam werd uitgeroepen tot
eerste kabouterstad. Op 5 februari
werd tot een aantal maatregelen be
sloten ter bevordering van een zelf
sturende, onafhankelijke maatschap
pij. In de kortst mogelijke tijd wer
den twaalf volksdepartementen uit de
grond gestampt en stuurgroepen van
vrijwillige, onbezoldigde ambtenaren
geformeerd. Deze ambtenaren dien
den verantwoording af te leggen aan
de wekelijkse volksvergaderingen op
donderdag, waar iedereen zijn kritiek
kan spuien. De Oranje Vrijstaat be
trok verder een stadhuis, benoemde
Roel van Duyn tot ambassadeur en
Sommigen gaan zover dat ze zich uitdossen in de oude kabouterkleding.