een mysterieus muziek-medium
Aïjvi
„DRIE VROUWEN" VAN MUSIL
TONEEL-
a:v
Hoe anderen
Rosemary zien
„GEESTEN" VAN LISZT,
BEETHOVEN EN BACH
DICTEREN „POSTUME'
COMPOSITIES AAN EEN
LONDENSE HUISVROUW
4*ÊUÊÊaXb
mm
Cl
-L v
Novellen met
verantwoorde
psychologische
achtergrond
notities
1970
MEI
ZATERDAG
■'■s&wï
P
MP'
(Van onze rtv-red actrice)
VOOR DE MENSEN in Balham, een van de povere
woonwijken in Londen, is Rosemary Brown een
gewone huisvrouw die zich niet onderscheidt van andere
huisvrouwen. Zij is een weduwe van ruim 40 jaar met
nog twee schoolgaande kinderen. Maar er is wel iets
met Rosemary aan de hand. Ze heeft namelijk paranor
maal contact met overleden componisten als Beethoven,
Schubert, Chopin, Liszt en Bach. Via hun „ontmoe
tingen" met haar geven deze componisten Rosemary
sinds enige jaren al nieuwe composities op, in totaal
op het moment al ruim 400, en dat is toch uiteraard wel
een heel merkwaardige zaak Zij praat hierover zelf
met opvallende nuchterheid, met vermijding van be
laden woorden ais „trance", „hiernamaals" etc, met
grote zekerheid en zo te horen met volstrekte integriteit.
Zij ontvangt bezoekers in haar Londense woonkamer
waar niets wijst op haar bijzondere contacten.
Af
V. 1
r yt,-
-
V i
h'. v'
Groeiend contact
Mediamieke lessen
IN DE TWINTIGER JAREN
van deze eeuw beleefden de
psychologische roman en no
velle een tijd van hernieuwde
bloei. Het expressionisme, dat het
gezicht van de beeldende kunst en
de litteratuur in het decennium
van de eerste wereldoorlog bepaal
de, was omstreeks 1920 uitgeraasd.
De bundel Menschheitsdamme-
rung, waarin Kurt Pinthus een
representatieve keuze der expres
sionistische lyriek bijeenbracht,
verscheen in dat jaar. Het bleek
later, dat deze anthologie tevens
een afsluiting van deze periode
was. Verscheidene schrijvers ver
volgden de weg, die al voor de
grote Europese crisis was inge
slagen.
DUITSE
LITTERATUUR
Drie novellen
itosemary Brown:
■i
:..ir a.
'k -
v.vv-f., - -,VW
'l -A .V.
iötflï
"77
k.UsM/.
TOEN ZIJ ZEVEN WAS, verscheen
haar de componist Liszt, die zij als
zodanig uiteraard niet herkende. Die
zei haar lessen te zullen geven wan
neer zij daarvoor rijp zou zijn. Vanaf
die leeftijd ging Rosemary piano spe
len, maar haar opleiding bereikte nim
mer een hoog niveau. Rosemary Brown
wilde trouwens balletdanseres worden,
maar ze mocht niet van haar ouders.
DOOR HAAR huwelijk en het jong
overlijden van haar echtgenoot kwam
er eigenlijk niets meer van werkelij
ke pianostudie, wel van zo af en toe
nog een beetje spelen. In 1964. tijdens
zo'n spel, merkte zij ineens dat haar
handen als het ware geleid werden.
Liszt was teruggekeerd, dacht zij zelf.
Rosemary Brown was sterk ontroerd
door de muziek. Zij vroeg Liszt hoe zij
de noten zou kunnen onthouden, want
Drie meningen over het feno
meen Rosemary Brown. Prof.
Ian Parrott, hoogleraar in de
muziekwetenschappen aan het Uni
versity College in Wales: „Ik ge
loof niet dat je hier iets zult vin
den dat op bedriegerij lijkt. Als
musicus ben ik graag bereid te zeg
gen dat alles wat ze heeft geschre
ven stilistisch mogelijk is. Ik vind
de muziek goed, maar niet gewel
dig. Ik geloof dat alle zwakkere
gedeelten te wijten zijn aan de pro
blemen die zij bij het „overbrengen
ondervindt".
Prof. dr. W. H. C. Ten-
h a e f f, hoogleraar in de para
psychologie aan de Rijksuniversi
teit van Utrecht, noemt de verschij
ning die Rosemary Brown als 7-
jarige met Liszt had „een norma
le gehoorshallucinatie". Bij de la
tere verschijningen „zijn daar dan
nog eens gezichtshallucinaties bij
gekomen". Hij vraagt zich af of
hier sprake is van cryptomnesie
(eenvoudig vertaald: ongewild pla
giaat) iets waar meer schrijvers
en componisten last mee hebben ge
had. Hijzelf vindt deze verklaring
onvoldoende. Hij wijst bovendien op
het feit dat bijvoorbeeld Goethe ge
dichten in een toestand van somna
bulisme (slaapwandelen) heeft ge
maakt. Iets dergelijks zou met mrs.
Brown het geval kunnen zijn.
„Ik verwerp in beginsel de moge
lijkheid niet, dat overledenen zich
onder bepaalde omstandigheden
kunnen manifesteren. Maar niet
verwerpen en aannemen zijn geen
synoniemen. Onder deze omstandig
heden lijkt het mij prematuur om
hier van het geval-Rosemary
Brown een duidelijke verklaring te
geven. Diepgaand onderzoek door
een kleine groep van gespeciali
seerde deskundigen zal ons, naar
wij hopen, dichter brengen bij de
oplossing van het probleem waar
voor haar composities ons stellen
Eén der bewijzen voor haar eer
lijkheid en goede trouw is het feit
dat zij bereid is zich voor zo'n on
derzoek beschikbaar te stellen".
Hepzibah Menuhin, pia
niste en zuster van de beroemde
violist Yehudi Menuhin: „Het is
buiten kijf dat ze een zeer oprech
te vrouw is. De muziek is beslist
in de stijl van deze componisten.
Het is eenvoudige muziek, maar
sommige melodieën zijn erg mooi'
dat was voor haar wel een probleem:
muziek had zij nimmer eerder opge
schreven. Listzt liet haar de muziek,
nog steeds door besturing van haar
handen, meermalen spelen en zo leer
de zij het stuk kennen. Dit was het be
gin van haar vele ontmoetingen met
de componist, waarbij zich dan later
anderen zouden voegen zoals Chopin,
Berlioz, Bach, Brahms, Beethoven,
Schubert, Schumann, Rachmanitiov,
Debussy, Grieg en Mozart. Soms „ver
schijnen" zij als groep, soms afzonder
lijk. Zij praten met haar in het En
gels, zij het dan met een sterk Duits of
soms Frans accent. Het noteren van
muziek vond in deze begintijd nog niet
plaats.
OVER HAAR sensationele samen
komsten repte zij maar weinig. De
ontdekking kwam pas toen Rosemary
Brown eens werd voorgesteld aan me
vrouw Mary Firth, muzieklerares en
lector in de muziekwetenschappen.
Deze vrouw merkte al gauw dat me
vrouw Brown fundamenteel niet erg
goed piano kon spelen, maar toch haar
onbekende muziek kon produceren. Dit
leidde tot oprichting van een fonds,
waardoor Rosemary Brown in staat
werd gesteld financieel onafhankelijk
haar dagelijkse muziekarbeid te ver
richten. In de afgelopen jaren heeft
Rosemary Brown, naar haar zeggen,
een gedegen opleiding in het noteren
van muziek gekregen, waardoor zij
ook steeds sneller kon werken. Dat
blijkt ook nodig te zijn, want, zo ver
klaart zij zelf: „Soms verdringen de
componisten zich rond mij om mij hun
muziek over te brengen." Tot die 400
werken behoren ook stukken die voor
meer instrumenten zijn geschreven,
zoals bijvoorbeeld een septet van De
bussy.
Rosemary Brown zegt zelf over haar
componisten: „Wanneer zij aan mij
verschijnen, schijnen zij terug te, gaan
naar de bloeitijd van hun leven. Als
ze bij hun overlijden tamelijk oud wa
ren, lijkt het wel of ze opnieuw jong
geworden zijn. Ik heb me afgevraagd
waarom dat zo was en Liszt zei: „Er
is geen verval, geen ziekte." Daarom
gaan ze terug naar hun jeugd. Ge
woonlijk verschijnen ze min of meer
zo gekleed als ze gewend waren, maar
ik geloof dat dat alleen is om zich ge
makkelijker te laten herkennen. Ze
zien er allemaal goed uit." v
HAAR COMPONISTEN werken op
verschillende manieren. „Liszt leidt
mijn handen voor een paar maten te
gelijk en dan schrijf ik de muziek op.
Chopin noemt mij de noten aan de
piano en duwt mijn handen naar de
juiste toetsen. Als het een lied is, pro
beert Schubert het te zingen maar
hij heeft geen erg goeie stem. Beetho
ven en Bach hebben liever dat ik aan
tafel zit met papier en potlood: zij ge
ven mij de toonsoort, de maat, de lin
ker- en de rechterhand op."
„SOMS KOMT de muziek erg snel
door en kan ik nauwelijks vlug genoeg
schrijven. Andere keren gaat het erg
langzaam en een beetje aarzelend.
Soms valt het geluid weg en ben ik er
niet zeker van wat zij hebben gezegd,
zodat ik het ze moet laten herhalen.
Maar ik geloof dat door het doen, zo
wel de componisten als ikzelf vooruit
gaan. Ik kan zelf niet beslissen dat ik in
contact wil komen met een bepaalde
componist; dat schijnt van hun kant
georganiseerd te worden en ik geloof
dat Liszt de leiding heeft van de orga
nisatie. Brahms heeft mij enige vinger
oefeningen gegeven om de spreiding
van mijn vingers en de spanning van
mijn handen te verbeteren. Rachma-
ninov heeft een hoop gedaan voor mijn
pianotechniek en hij heeft geprobeerd
er een beetje stijl in te krijgen, terwijl
Liszt mij geadviseerd heeft omtrent
voordracht en juiste interpretatie."
OVER DE componisten zelf zegt zij
het volgende: „Bach is een van de
overbrengers, wiens muziek, moet ik
eerlijk zeggen, me niet erg lag. Ik was
verbaasd toen hij kwam. Ik dacht dat
hij misschien een beetje beledigd zou
zijn dat ik mij niet tot zijn muziek
voelde aangetrokken, maar ik geloof
dat hij het ziet in het licht van het feit
dat ik niet geleerd heb het te waande-
ren- ,1
„Beethoven maakt het mij nogal las
tig, omdat hij misschien wel drie of
vier, soms wel zeven of acht, stukken
tegelijk heeft lopen. Hij lijkt me onge
veer 35 jaar te zijn. Hij ziet er voor
treffelijk uit en zijn knorrig uiterlijk
is hij helemaal kwijt."
„IK GELOOF dat Debussy zich in
onze wereld van vandaag helemaal
thuis zou voelen, omdat hij heel mo
dern in zijn manier van doen is. Ge
zien de manier waarop hij zich kleedt,
zou je hem een soort hippie kunnen
noemen soms komt hij in zeer
excentrieke kleren."
„IK HEB Mozart twee of drie keer
gezien en hij heeft me wat pianomu
ziek gegeven. Liszt gelooft dat hij wel
terug zal komen om me meer muziek
te geven, maar dat is misschien pas
over een tijdje."
„Van Schubert heb ik werkelijk de
voltooiing van de onvoltooide symfo
nie gehoord. Of hij het nog door zal
geven, ik bedoel op schrift, weet ik
nog niet. Alles wat ik kan zeggen, is
dat het absoluut verrukkelijk was
ik heb in mijn leven nog nooit zo iets
moois gehoord."
HUN UITGANGSPUNT was de om
streeks 1895 tot ontwikkeling gekomen
psychologische litteratuur, waarin de
schrijver zich speciaal bezighield met
de innerlijke groei en conflicten van
zijn personen. Sigmund Freud heeft op
deze ontwikkeling natuurlijk grote in
vloed uitgeoefend. Oostenrijk en spe
ciaal Wenen met sijn bijzonder ver
fijnde cultuur waren bij uitstek voor
bestemd tot het voortbrengen van voor
dit genre gepredisponeerde kunste
naars. De namen van Schnitzler en
Stefan Zweig komen hier het eerst in
gedachten. Het werk van Hofmans-
thal, Rilke de vroegere Thomas
Mann is zonder deze achtergrond on
denkbaar. In de eerste hoofdstukken
van Zweigs Die Welt von gestern is
deze sfeer op onnavolgbare wijze vast
gelegd. Deze ontwikkeling zette zich
voort tot zij in 1914 abrupt werd af
gebroken.
Een tiental jaren later getuigde een
aantal schrijvers van hun belangstel
ling voor nog steeds het zelfde onder
werp, dat zij met veel verfijnder mid
delen benaderden. Zweig en Schnitzler
bleven wat aan de modieuze kant.
Fraulein Else, een novelle van laatst
genoemde uit 1924, beroemd om de
toepassing der „erlebte Rede", speelt
in een luxueus hotel-met-tennisbaan.
Zweig wordt in zijn latere novellen
zekere geroutineerde eenvormigheid
verweten.
MET ROBERT MUSIL is het anders
gesteld. Hij maakte voor zijn in 1924
verschenen novellenbundeltje Drei
Frauen gebruik van de inmiddels in
litteratuur en psychologie verworven
kennis (hij studeerde zelf onder ande
re psychologie), maar verwerkte deze
op geheel andere wijze dan de zojuist
genoemden. Hij epateert niet, noch
met zijn verhaal als zodanig, noch met
zijn manier van doen. Zijn werk is
stil en verfijnd, het resultaat van ein
deloos verwerpen, vervangen en bij
schaven. Ieder woord en iedere komma
telt hier.
Drei Frauen is de titel, waaronder
Musil de drie novellen, die elk een
vrouwennaam dragen, als bundel heeft
gepubliceerd. Anders dan men zou
verwachten, is de hoofdpersoon in
ieder verhaal een man, die door
een vrouw tot een katharsis wordt ge
bracht. Het is opvallend, dat de no-
v,ellen gesitueerd zijn in een nogal
ruige natuur onder een fel schijnende
zon, midden in de zomer. Een zeer
ingrijpende geestelijke ontwikkeling
voltrekt zich ver van de stad. Wellicht
wil de schrijver hiermee aantonen, dat
het verfijnd psychologisch spel zich
niet noodzakelijkerwijs behoeft te vol
trekken in een geciviliseerde omge
ving. Dit in tegenstelling tot bijvoor
beeld Zweig en Schnitzler, die een
duidelijke voorkeur hebben voor het
stedelijk milieu.
IN DE NOVELLE Grigia brengt een
vrouw een man met een latent doods
verlangen ertoe aan dit verlangen ge
hoor te geven. Hij maakt zich uit on
lust los van zijn vertrouwde omgeving
en geraakt in een zó verwarrende si
tuatie, dat hij aan de verleiding tot
een uitweg in de dood geen weerstand
kan bieden. Het verhaal van Homo
en de boerenvrouw Grigia, door hem
in een al lang verlaten mijngang ge
bracht, die door haar man met een
rotsblok wordt afgesloten, is het kleu-
rigste van de drie.
DE TWEEDE NOVELLE De Portu
gese voldoet mij minder dan de beide
andere. De Heer van Ketten uit
een oorlogszuchtig geslacht beslecht
een reeds generaties durend conflict
met de bisschoppen van Trente in zijn
voordeel. Vele jaren heeft hij in het
zadel doorgebracht, zijn mooie, jonge
Portugese vrouw slechts zelden bezoe
kend. Na ondertekening van het vre
desverdrag staat hij plotseling voor
een gapende leegte: wat vender met
zijn leven nog te doen? „Toen stak
hem, terwijl hij naar huis reed, een
vlieg." De Heer van Ketten wordt
levensgevaarlijk ziek, verspeelt de lief
de van zijn vrouw en moet zelfs een
rivaal naast zich dulden. Met uiterste
krachtsinspanning en door zich in le
vensgevaar te begeven, gelukt het
hem, zijn zelfvertrouwen en de liefde
van zijn vrouw te herwinnen. Wat mij
niet bevredigt, is dat Musil in De Por
tugese een dier als beeld voor gevoe
lens gebruikt. De Portugese heeft op
de burcht een jonge wolf, waar zij erg
op gesteld is, omdat hij haar aan haar
man herinnert. De Heer van Ketten,
thuis ziek liggend en met zich zelf in
conflict, laat de wolf door één van
zijn knechten doodschieten. Zijn
vrouw wendt zich van hem af. Hij
heeft haar in haar liefde gekwetst.
Men zou Musil groot onrecht aandoen,
door te zeggen, dat hij hier een ge
makkelijke oplossing heeft gekozen.
Er zullen weinig schrijvers zijn, die
wat zij publiceerden, zo tot in alle
finesse overwogen als hij. Toch komt
mij deze oplossing minder geslaagd
voor.
TONKA SPREEKT bij eerste lezing
het minst aan, blijkt echter een minu
tieus werkstukje, met zeer veel over
leg geschreven, tot in het kleinste de
tail bewust neergezet. Een jongeman
is door zijn geliefde, die hij al jaren
kent, en die veel aan hem te danken
heeft, bedrogen. Herhaalde malen
wordt hij met de waarheid geconfron
teerd en telkens vindt hij argumenten
om de werkelijkheid opzij te schuiven.
Tegenover de overtuigende feiten stelt
hij zijn gevoelens. In het ziekenhuis,
kort voor haar dood, zit hij aan haar
bed: „Zo zat hij aan haar bed, was lief
en goed voor haar, maar hij sprak
nooit het woord uit: Ik geloof je, Hoe
wel hij haar al lang geloofde. Want
hij geloofde haar alleen maar zo, dat
hij niet langer ongelovig en boos tegen
haar kon zijn, maar niet zo, dat hij
voor alle consequenties daarvan ook
voor zijn verstand wilde instaan. Het
hield hem gezond en verbond hem met
de aarde, dat hij dat niet deed."
DE BEIDE Oostenrijkers Robert Mu
sil (1880-1942) en Hermann Broch
(1886-1951) hebben gemeen, (behalve
het feit, dat zij in ballingschap stier
ven) dat zij slechts weinig bekend
werden. Zij publiceerden van 1930 tot
1940, een tijd waarin hun werk niet
tot zijn recht kon komen. Beiden heb
ben een scherpe blik voor de wereld
beschouwelijke en maatschappelijke
crisis van de achter hen liggende tijd,
die zij in monumentale werken tot uit
drukking brengen. Broch schreef de
trilogie Die Schlafwandler (1931),
Musil zette vanaf 1924 alles op één
kaart en begon met de roman Der
Mann ohne Eigenschaften, waarvan hij
in 1930 de eerste 1100 bladzijden liet
verschijnen. Onvermoeibaar verder
werkend, na in 1938 uit Oostenrijk te
zijn gevlucht, steeds meer in vergetel
heid rakend, streed hij voort met het
werk, dat hij zich als taak had ge
steld. Steeds veranderde hij het con
cept, keurde soms honderden bladzij
den manuscript af, soms nauwelijks
wetend waarheen de roman zou voe
ren. Hij stierf plotseling aan een hart
aanval. De roman Der Mann ohne
Eigenschaften, 2000 bladzijden tellend,
is een fragment gebleven. De eerste
twee delen bleven een spiegel van de
maatschappij van vóór 1914, in het
nagelaten deel tekent hij een ethische
visie op de toekomst. Hij wil de ver
loren zin van het bestaan terugvinden,
tracht deze ook te berekenen.
DE BUNDEL Drie vrouwen ver
scheen onlangs, vertaald door Jacques
Hamelink, in de „Kleine Bellettrie
Serie" van Athenaeum-Polak Van
Gennep in Amsterdam. Een fraai boek
je! Als pocket kwam Drei Frauen in
de RoRoRo pocketreeks uit, voorzien
van een korte verhelderende inleiding
tot Musils werk door Adolf Frisé en
van een keuze uit een ongepubliceerde
autobiografie van de schrijver. Vooral
door zijn toevoegingen is RoRoRo 64
een zeer waardevol boekje geworden.
ANNE BRANDENBURG
DE WEENSE avantgardist Peter
Handke (schrijver van het onlangs
hier gespeelde „Kaspar") heeft een
nieuw stuk voltooid, dat ,Ritt über
den Bodensee" heet. Het zal in het
Deutsche Schauspielhaus in Ham
burg in première gaan.
IN MOSKOU heeft het Groot-
Russische Toneelverbond, de be
roepsorganisatie van toneelschrij
vers, -spelers en -regisseurs, zijn
twaalfde congres gehouden. De
voorzitter, de acteur Zarev, had fel
le critiek op wat hij noemde de
„verontrustende stromingen" onder
jongere regisseurs om af te wijken
van de traditionele r.egievormen.
Hij juichte het dan ook toe dat zulke
„eigenzinnige" opvoeringen als die
van Tsjechovs „Drie zusters" door
de regisseur Efros en Ostrovski's
„Plaats in de zon" door Sacharov
op overheidsbevel van het reper
toire zijn genomen. Scherp keerde
hij zich dan ook tegen de leiding
van het Moskouse Taganka-Thea-
ter, waar nogal eens „ideologisch
twijfelachtige" stukken worden op
gevoerd. In het afgelopen seizoen
werd daar een werk van Wosnes-
senski na drie voorstellingen verbo
den wegens afwijkingen van de
officiële partij-ideologie.
MöRDERISCHE ENGEL" is de
titel van een drama waarin de
moord op Patrice Loemoemba en
het verongelukken van Dag Ham-
marskjöld, beiden als slachtoffers
van de de-kolonisatie van Belgisch
Kongo, worden behandeld. Het stuk
is geschreven door Conor Cruis
O'Brien, voormalig vertegenwoor
diger van de Verenigde Naties in
Kongo. Het zal binnenkort door de
Barlog-Bühnen in Berlijn worden
opgevoerd.
DE OPVOLGING van Maurice
Escande door de acteur Pierre Dux
als directeur van de Comédie Fran-
gaise staat nu vast. Dux heeft aan
gekondigd, dat hij zich ten doel
stelt, „de traditie te handhaven
maar repertoire en opvoeringsstijl
te verjongen en een nieuw publiek
aan te trekken." De moderne Fran
se auteurs zullen meer dan tot dus
ver aan het woord komen, vooral
op de zogenoemde „literaire soi
rees", maar Molière zal niettemin
de belangrijkste plaats op het re
pertoire behouden. Het bewind van
Pierre Dux zal dit najaar worden 1
ingewijd met Strindbergs „Droom
spel" onder een buitenlandse gast
regisseur. Een belangrijke nieuwe
Molière-opvoering in het komende
seizoen wordt „George Dandin", dat
een moderne enscènering en een
geheel nieuwe rolbezetting krijgt.
DE MUSICAL ,JMan of La
Mancha" schijnt in New York een
even permanente plaats op het re
pertoire te hebben veroverd als
„The mouse-trap" in Londen. Na in
ruim vier jaar meer dan vijftien
honderd keer te zijn opgevoerd is
de musical-versie van Don Quichot
nog altijd een trekpleister voor het
New Yorkse publiek. En dat bij
toegangsprijzen van twaalf dollar
voor de stalles tot zes dollar voor
„het schellinkje"!
AAN HET theater- en muziekfes
tival van Zurich, de „Juni-Fest-
wochen", nemen dit jaar ongewoon
veel buitenlandse toneelgezelschap
pen deel, onder meer het Théatre
de Pare uit Brussel met De Ghel-
derode's „Magie rouge", het Abbey
Theatre uit Dublin met „The hos
tage" van Brendan Behan, een
Praags gezelschap met een moderne
enscènering van Gogols „Revisor",
het stedelijke ensemble uit Genua
met ,1 rusteghi" van Goldoni, de
Londense avantgarde-groep Theatre
Machine met „Caught in the act"
van Keith Johnstone, en het Odin
Teatret uit het Deense Holstebro
met „Ferai" van Peter Seeberg
Drie gezelschappen uit Zürich zelf
zullen met speciale opvoeringen aan
de feestweken deelnemen.
DE RUSSISCHE auteur Alexan
der Soltsjenitsin. die onlangs uit de
Bond van Sovjet-schrijvers is gezet,
heeft tien jaar geleden een drama
geschreven, getiteld „Een kaars in
de wind", dat in de Sovjet-Unie
noch gedrukt, noch opgeroerd is.
Het gaat over het leven en sterven
van een man die weigert zijn me
dewerking te verlenen aan bepaal
de wetenschappelijke experimen
ten. De tekst van het stuk is nu
voor het eerst gepubliceerd in het
Italiaanse tijdschrift „II dramma"
DE NEW YORKSE schouwburg
jes „Off-off-Broadway" hebben op
gehouden alleen maar gloednieuwe
experimentele stukken te vertonen,
zoals hun nieuwste repertoire be
wijst. Dit voorjaar waren „off-off-
Broadway" onder meer te zien:
Shaws „Man and superman" (uit
1903), „Calvary" van Yeats (uit
1917), Pinero's „Trelawny of the
.Wells'" (uit 1898), „Baal" van
Brecht (uit 1918). „Anything goes"
van Cole Porter (uit 1934), Girau-
doux' „Folie de Chaillot" (uit 1943)
en Pirandello's „Che-che" (uit
1913). Zelfs Shakespeare en Sofo-
kles, waarvan het „officiële" Broad
way niets moet hebben, kwamen in
die avantgarde-theatertjes aardig
aan hun trekken.
S. K.
f