een mysterieus muziek-medium Aïjvi „DRIE VROUWEN" VAN MUSIL TONEEL- a:v Hoe anderen Rosemary zien „GEESTEN" VAN LISZT, BEETHOVEN EN BACH DICTEREN „POSTUME' COMPOSITIES AAN EEN LONDENSE HUISVROUW 4*ÊUÊÊaXb mm Cl -L v Novellen met verantwoorde psychologische achtergrond notities 1970 MEI ZATERDAG ■'■s&wï P MP' (Van onze rtv-red actrice) VOOR DE MENSEN in Balham, een van de povere woonwijken in Londen, is Rosemary Brown een gewone huisvrouw die zich niet onderscheidt van andere huisvrouwen. Zij is een weduwe van ruim 40 jaar met nog twee schoolgaande kinderen. Maar er is wel iets met Rosemary aan de hand. Ze heeft namelijk paranor maal contact met overleden componisten als Beethoven, Schubert, Chopin, Liszt en Bach. Via hun „ontmoe tingen" met haar geven deze componisten Rosemary sinds enige jaren al nieuwe composities op, in totaal op het moment al ruim 400, en dat is toch uiteraard wel een heel merkwaardige zaak Zij praat hierover zelf met opvallende nuchterheid, met vermijding van be laden woorden ais „trance", „hiernamaals" etc, met grote zekerheid en zo te horen met volstrekte integriteit. Zij ontvangt bezoekers in haar Londense woonkamer waar niets wijst op haar bijzondere contacten. Af V. 1 r yt,- - V i h'. v' Groeiend contact Mediamieke lessen IN DE TWINTIGER JAREN van deze eeuw beleefden de psychologische roman en no velle een tijd van hernieuwde bloei. Het expressionisme, dat het gezicht van de beeldende kunst en de litteratuur in het decennium van de eerste wereldoorlog bepaal de, was omstreeks 1920 uitgeraasd. De bundel Menschheitsdamme- rung, waarin Kurt Pinthus een representatieve keuze der expres sionistische lyriek bijeenbracht, verscheen in dat jaar. Het bleek later, dat deze anthologie tevens een afsluiting van deze periode was. Verscheidene schrijvers ver volgden de weg, die al voor de grote Europese crisis was inge slagen. DUITSE LITTERATUUR Drie novellen itosemary Brown: ■i :..ir a. 'k - v.vv-f., - -,VW 'l -A .V. iötflï "77 k.UsM/. TOEN ZIJ ZEVEN WAS, verscheen haar de componist Liszt, die zij als zodanig uiteraard niet herkende. Die zei haar lessen te zullen geven wan neer zij daarvoor rijp zou zijn. Vanaf die leeftijd ging Rosemary piano spe len, maar haar opleiding bereikte nim mer een hoog niveau. Rosemary Brown wilde trouwens balletdanseres worden, maar ze mocht niet van haar ouders. DOOR HAAR huwelijk en het jong overlijden van haar echtgenoot kwam er eigenlijk niets meer van werkelij ke pianostudie, wel van zo af en toe nog een beetje spelen. In 1964. tijdens zo'n spel, merkte zij ineens dat haar handen als het ware geleid werden. Liszt was teruggekeerd, dacht zij zelf. Rosemary Brown was sterk ontroerd door de muziek. Zij vroeg Liszt hoe zij de noten zou kunnen onthouden, want Drie meningen over het feno meen Rosemary Brown. Prof. Ian Parrott, hoogleraar in de muziekwetenschappen aan het Uni versity College in Wales: „Ik ge loof niet dat je hier iets zult vin den dat op bedriegerij lijkt. Als musicus ben ik graag bereid te zeg gen dat alles wat ze heeft geschre ven stilistisch mogelijk is. Ik vind de muziek goed, maar niet gewel dig. Ik geloof dat alle zwakkere gedeelten te wijten zijn aan de pro blemen die zij bij het „overbrengen ondervindt". Prof. dr. W. H. C. Ten- h a e f f, hoogleraar in de para psychologie aan de Rijksuniversi teit van Utrecht, noemt de verschij ning die Rosemary Brown als 7- jarige met Liszt had „een norma le gehoorshallucinatie". Bij de la tere verschijningen „zijn daar dan nog eens gezichtshallucinaties bij gekomen". Hij vraagt zich af of hier sprake is van cryptomnesie (eenvoudig vertaald: ongewild pla giaat) iets waar meer schrijvers en componisten last mee hebben ge had. Hijzelf vindt deze verklaring onvoldoende. Hij wijst bovendien op het feit dat bijvoorbeeld Goethe ge dichten in een toestand van somna bulisme (slaapwandelen) heeft ge maakt. Iets dergelijks zou met mrs. Brown het geval kunnen zijn. „Ik verwerp in beginsel de moge lijkheid niet, dat overledenen zich onder bepaalde omstandigheden kunnen manifesteren. Maar niet verwerpen en aannemen zijn geen synoniemen. Onder deze omstandig heden lijkt het mij prematuur om hier van het geval-Rosemary Brown een duidelijke verklaring te geven. Diepgaand onderzoek door een kleine groep van gespeciali seerde deskundigen zal ons, naar wij hopen, dichter brengen bij de oplossing van het probleem waar voor haar composities ons stellen Eén der bewijzen voor haar eer lijkheid en goede trouw is het feit dat zij bereid is zich voor zo'n on derzoek beschikbaar te stellen". Hepzibah Menuhin, pia niste en zuster van de beroemde violist Yehudi Menuhin: „Het is buiten kijf dat ze een zeer oprech te vrouw is. De muziek is beslist in de stijl van deze componisten. Het is eenvoudige muziek, maar sommige melodieën zijn erg mooi' dat was voor haar wel een probleem: muziek had zij nimmer eerder opge schreven. Listzt liet haar de muziek, nog steeds door besturing van haar handen, meermalen spelen en zo leer de zij het stuk kennen. Dit was het be gin van haar vele ontmoetingen met de componist, waarbij zich dan later anderen zouden voegen zoals Chopin, Berlioz, Bach, Brahms, Beethoven, Schubert, Schumann, Rachmanitiov, Debussy, Grieg en Mozart. Soms „ver schijnen" zij als groep, soms afzonder lijk. Zij praten met haar in het En gels, zij het dan met een sterk Duits of soms Frans accent. Het noteren van muziek vond in deze begintijd nog niet plaats. OVER HAAR sensationele samen komsten repte zij maar weinig. De ontdekking kwam pas toen Rosemary Brown eens werd voorgesteld aan me vrouw Mary Firth, muzieklerares en lector in de muziekwetenschappen. Deze vrouw merkte al gauw dat me vrouw Brown fundamenteel niet erg goed piano kon spelen, maar toch haar onbekende muziek kon produceren. Dit leidde tot oprichting van een fonds, waardoor Rosemary Brown in staat werd gesteld financieel onafhankelijk haar dagelijkse muziekarbeid te ver richten. In de afgelopen jaren heeft Rosemary Brown, naar haar zeggen, een gedegen opleiding in het noteren van muziek gekregen, waardoor zij ook steeds sneller kon werken. Dat blijkt ook nodig te zijn, want, zo ver klaart zij zelf: „Soms verdringen de componisten zich rond mij om mij hun muziek over te brengen." Tot die 400 werken behoren ook stukken die voor meer instrumenten zijn geschreven, zoals bijvoorbeeld een septet van De bussy. Rosemary Brown zegt zelf over haar componisten: „Wanneer zij aan mij verschijnen, schijnen zij terug te, gaan naar de bloeitijd van hun leven. Als ze bij hun overlijden tamelijk oud wa ren, lijkt het wel of ze opnieuw jong geworden zijn. Ik heb me afgevraagd waarom dat zo was en Liszt zei: „Er is geen verval, geen ziekte." Daarom gaan ze terug naar hun jeugd. Ge woonlijk verschijnen ze min of meer zo gekleed als ze gewend waren, maar ik geloof dat dat alleen is om zich ge makkelijker te laten herkennen. Ze zien er allemaal goed uit." v HAAR COMPONISTEN werken op verschillende manieren. „Liszt leidt mijn handen voor een paar maten te gelijk en dan schrijf ik de muziek op. Chopin noemt mij de noten aan de piano en duwt mijn handen naar de juiste toetsen. Als het een lied is, pro beert Schubert het te zingen maar hij heeft geen erg goeie stem. Beetho ven en Bach hebben liever dat ik aan tafel zit met papier en potlood: zij ge ven mij de toonsoort, de maat, de lin ker- en de rechterhand op." „SOMS KOMT de muziek erg snel door en kan ik nauwelijks vlug genoeg schrijven. Andere keren gaat het erg langzaam en een beetje aarzelend. Soms valt het geluid weg en ben ik er niet zeker van wat zij hebben gezegd, zodat ik het ze moet laten herhalen. Maar ik geloof dat door het doen, zo wel de componisten als ikzelf vooruit gaan. Ik kan zelf niet beslissen dat ik in contact wil komen met een bepaalde componist; dat schijnt van hun kant georganiseerd te worden en ik geloof dat Liszt de leiding heeft van de orga nisatie. Brahms heeft mij enige vinger oefeningen gegeven om de spreiding van mijn vingers en de spanning van mijn handen te verbeteren. Rachma- ninov heeft een hoop gedaan voor mijn pianotechniek en hij heeft geprobeerd er een beetje stijl in te krijgen, terwijl Liszt mij geadviseerd heeft omtrent voordracht en juiste interpretatie." OVER DE componisten zelf zegt zij het volgende: „Bach is een van de overbrengers, wiens muziek, moet ik eerlijk zeggen, me niet erg lag. Ik was verbaasd toen hij kwam. Ik dacht dat hij misschien een beetje beledigd zou zijn dat ik mij niet tot zijn muziek voelde aangetrokken, maar ik geloof dat hij het ziet in het licht van het feit dat ik niet geleerd heb het te waande- ren- ,1 „Beethoven maakt het mij nogal las tig, omdat hij misschien wel drie of vier, soms wel zeven of acht, stukken tegelijk heeft lopen. Hij lijkt me onge veer 35 jaar te zijn. Hij ziet er voor treffelijk uit en zijn knorrig uiterlijk is hij helemaal kwijt." „IK GELOOF dat Debussy zich in onze wereld van vandaag helemaal thuis zou voelen, omdat hij heel mo dern in zijn manier van doen is. Ge zien de manier waarop hij zich kleedt, zou je hem een soort hippie kunnen noemen soms komt hij in zeer excentrieke kleren." „IK HEB Mozart twee of drie keer gezien en hij heeft me wat pianomu ziek gegeven. Liszt gelooft dat hij wel terug zal komen om me meer muziek te geven, maar dat is misschien pas over een tijdje." „Van Schubert heb ik werkelijk de voltooiing van de onvoltooide symfo nie gehoord. Of hij het nog door zal geven, ik bedoel op schrift, weet ik nog niet. Alles wat ik kan zeggen, is dat het absoluut verrukkelijk was ik heb in mijn leven nog nooit zo iets moois gehoord." HUN UITGANGSPUNT was de om streeks 1895 tot ontwikkeling gekomen psychologische litteratuur, waarin de schrijver zich speciaal bezighield met de innerlijke groei en conflicten van zijn personen. Sigmund Freud heeft op deze ontwikkeling natuurlijk grote in vloed uitgeoefend. Oostenrijk en spe ciaal Wenen met sijn bijzonder ver fijnde cultuur waren bij uitstek voor bestemd tot het voortbrengen van voor dit genre gepredisponeerde kunste naars. De namen van Schnitzler en Stefan Zweig komen hier het eerst in gedachten. Het werk van Hofmans- thal, Rilke de vroegere Thomas Mann is zonder deze achtergrond on denkbaar. In de eerste hoofdstukken van Zweigs Die Welt von gestern is deze sfeer op onnavolgbare wijze vast gelegd. Deze ontwikkeling zette zich voort tot zij in 1914 abrupt werd af gebroken. Een tiental jaren later getuigde een aantal schrijvers van hun belangstel ling voor nog steeds het zelfde onder werp, dat zij met veel verfijnder mid delen benaderden. Zweig en Schnitzler bleven wat aan de modieuze kant. Fraulein Else, een novelle van laatst genoemde uit 1924, beroemd om de toepassing der „erlebte Rede", speelt in een luxueus hotel-met-tennisbaan. Zweig wordt in zijn latere novellen zekere geroutineerde eenvormigheid verweten. MET ROBERT MUSIL is het anders gesteld. Hij maakte voor zijn in 1924 verschenen novellenbundeltje Drei Frauen gebruik van de inmiddels in litteratuur en psychologie verworven kennis (hij studeerde zelf onder ande re psychologie), maar verwerkte deze op geheel andere wijze dan de zojuist genoemden. Hij epateert niet, noch met zijn verhaal als zodanig, noch met zijn manier van doen. Zijn werk is stil en verfijnd, het resultaat van ein deloos verwerpen, vervangen en bij schaven. Ieder woord en iedere komma telt hier. Drei Frauen is de titel, waaronder Musil de drie novellen, die elk een vrouwennaam dragen, als bundel heeft gepubliceerd. Anders dan men zou verwachten, is de hoofdpersoon in ieder verhaal een man, die door een vrouw tot een katharsis wordt ge bracht. Het is opvallend, dat de no- v,ellen gesitueerd zijn in een nogal ruige natuur onder een fel schijnende zon, midden in de zomer. Een zeer ingrijpende geestelijke ontwikkeling voltrekt zich ver van de stad. Wellicht wil de schrijver hiermee aantonen, dat het verfijnd psychologisch spel zich niet noodzakelijkerwijs behoeft te vol trekken in een geciviliseerde omge ving. Dit in tegenstelling tot bijvoor beeld Zweig en Schnitzler, die een duidelijke voorkeur hebben voor het stedelijk milieu. IN DE NOVELLE Grigia brengt een vrouw een man met een latent doods verlangen ertoe aan dit verlangen ge hoor te geven. Hij maakt zich uit on lust los van zijn vertrouwde omgeving en geraakt in een zó verwarrende si tuatie, dat hij aan de verleiding tot een uitweg in de dood geen weerstand kan bieden. Het verhaal van Homo en de boerenvrouw Grigia, door hem in een al lang verlaten mijngang ge bracht, die door haar man met een rotsblok wordt afgesloten, is het kleu- rigste van de drie. DE TWEEDE NOVELLE De Portu gese voldoet mij minder dan de beide andere. De Heer van Ketten uit een oorlogszuchtig geslacht beslecht een reeds generaties durend conflict met de bisschoppen van Trente in zijn voordeel. Vele jaren heeft hij in het zadel doorgebracht, zijn mooie, jonge Portugese vrouw slechts zelden bezoe kend. Na ondertekening van het vre desverdrag staat hij plotseling voor een gapende leegte: wat vender met zijn leven nog te doen? „Toen stak hem, terwijl hij naar huis reed, een vlieg." De Heer van Ketten wordt levensgevaarlijk ziek, verspeelt de lief de van zijn vrouw en moet zelfs een rivaal naast zich dulden. Met uiterste krachtsinspanning en door zich in le vensgevaar te begeven, gelukt het hem, zijn zelfvertrouwen en de liefde van zijn vrouw te herwinnen. Wat mij niet bevredigt, is dat Musil in De Por tugese een dier als beeld voor gevoe lens gebruikt. De Portugese heeft op de burcht een jonge wolf, waar zij erg op gesteld is, omdat hij haar aan haar man herinnert. De Heer van Ketten, thuis ziek liggend en met zich zelf in conflict, laat de wolf door één van zijn knechten doodschieten. Zijn vrouw wendt zich van hem af. Hij heeft haar in haar liefde gekwetst. Men zou Musil groot onrecht aandoen, door te zeggen, dat hij hier een ge makkelijke oplossing heeft gekozen. Er zullen weinig schrijvers zijn, die wat zij publiceerden, zo tot in alle finesse overwogen als hij. Toch komt mij deze oplossing minder geslaagd voor. TONKA SPREEKT bij eerste lezing het minst aan, blijkt echter een minu tieus werkstukje, met zeer veel over leg geschreven, tot in het kleinste de tail bewust neergezet. Een jongeman is door zijn geliefde, die hij al jaren kent, en die veel aan hem te danken heeft, bedrogen. Herhaalde malen wordt hij met de waarheid geconfron teerd en telkens vindt hij argumenten om de werkelijkheid opzij te schuiven. Tegenover de overtuigende feiten stelt hij zijn gevoelens. In het ziekenhuis, kort voor haar dood, zit hij aan haar bed: „Zo zat hij aan haar bed, was lief en goed voor haar, maar hij sprak nooit het woord uit: Ik geloof je, Hoe wel hij haar al lang geloofde. Want hij geloofde haar alleen maar zo, dat hij niet langer ongelovig en boos tegen haar kon zijn, maar niet zo, dat hij voor alle consequenties daarvan ook voor zijn verstand wilde instaan. Het hield hem gezond en verbond hem met de aarde, dat hij dat niet deed." DE BEIDE Oostenrijkers Robert Mu sil (1880-1942) en Hermann Broch (1886-1951) hebben gemeen, (behalve het feit, dat zij in ballingschap stier ven) dat zij slechts weinig bekend werden. Zij publiceerden van 1930 tot 1940, een tijd waarin hun werk niet tot zijn recht kon komen. Beiden heb ben een scherpe blik voor de wereld beschouwelijke en maatschappelijke crisis van de achter hen liggende tijd, die zij in monumentale werken tot uit drukking brengen. Broch schreef de trilogie Die Schlafwandler (1931), Musil zette vanaf 1924 alles op één kaart en begon met de roman Der Mann ohne Eigenschaften, waarvan hij in 1930 de eerste 1100 bladzijden liet verschijnen. Onvermoeibaar verder werkend, na in 1938 uit Oostenrijk te zijn gevlucht, steeds meer in vergetel heid rakend, streed hij voort met het werk, dat hij zich als taak had ge steld. Steeds veranderde hij het con cept, keurde soms honderden bladzij den manuscript af, soms nauwelijks wetend waarheen de roman zou voe ren. Hij stierf plotseling aan een hart aanval. De roman Der Mann ohne Eigenschaften, 2000 bladzijden tellend, is een fragment gebleven. De eerste twee delen bleven een spiegel van de maatschappij van vóór 1914, in het nagelaten deel tekent hij een ethische visie op de toekomst. Hij wil de ver loren zin van het bestaan terugvinden, tracht deze ook te berekenen. DE BUNDEL Drie vrouwen ver scheen onlangs, vertaald door Jacques Hamelink, in de „Kleine Bellettrie Serie" van Athenaeum-Polak Van Gennep in Amsterdam. Een fraai boek je! Als pocket kwam Drei Frauen in de RoRoRo pocketreeks uit, voorzien van een korte verhelderende inleiding tot Musils werk door Adolf Frisé en van een keuze uit een ongepubliceerde autobiografie van de schrijver. Vooral door zijn toevoegingen is RoRoRo 64 een zeer waardevol boekje geworden. ANNE BRANDENBURG DE WEENSE avantgardist Peter Handke (schrijver van het onlangs hier gespeelde „Kaspar") heeft een nieuw stuk voltooid, dat ,Ritt über den Bodensee" heet. Het zal in het Deutsche Schauspielhaus in Ham burg in première gaan. IN MOSKOU heeft het Groot- Russische Toneelverbond, de be roepsorganisatie van toneelschrij vers, -spelers en -regisseurs, zijn twaalfde congres gehouden. De voorzitter, de acteur Zarev, had fel le critiek op wat hij noemde de „verontrustende stromingen" onder jongere regisseurs om af te wijken van de traditionele r.egievormen. Hij juichte het dan ook toe dat zulke „eigenzinnige" opvoeringen als die van Tsjechovs „Drie zusters" door de regisseur Efros en Ostrovski's „Plaats in de zon" door Sacharov op overheidsbevel van het reper toire zijn genomen. Scherp keerde hij zich dan ook tegen de leiding van het Moskouse Taganka-Thea- ter, waar nogal eens „ideologisch twijfelachtige" stukken worden op gevoerd. In het afgelopen seizoen werd daar een werk van Wosnes- senski na drie voorstellingen verbo den wegens afwijkingen van de officiële partij-ideologie. MöRDERISCHE ENGEL" is de titel van een drama waarin de moord op Patrice Loemoemba en het verongelukken van Dag Ham- marskjöld, beiden als slachtoffers van de de-kolonisatie van Belgisch Kongo, worden behandeld. Het stuk is geschreven door Conor Cruis O'Brien, voormalig vertegenwoor diger van de Verenigde Naties in Kongo. Het zal binnenkort door de Barlog-Bühnen in Berlijn worden opgevoerd. DE OPVOLGING van Maurice Escande door de acteur Pierre Dux als directeur van de Comédie Fran- gaise staat nu vast. Dux heeft aan gekondigd, dat hij zich ten doel stelt, „de traditie te handhaven maar repertoire en opvoeringsstijl te verjongen en een nieuw publiek aan te trekken." De moderne Fran se auteurs zullen meer dan tot dus ver aan het woord komen, vooral op de zogenoemde „literaire soi rees", maar Molière zal niettemin de belangrijkste plaats op het re pertoire behouden. Het bewind van Pierre Dux zal dit najaar worden 1 ingewijd met Strindbergs „Droom spel" onder een buitenlandse gast regisseur. Een belangrijke nieuwe Molière-opvoering in het komende seizoen wordt „George Dandin", dat een moderne enscènering en een geheel nieuwe rolbezetting krijgt. DE MUSICAL ,JMan of La Mancha" schijnt in New York een even permanente plaats op het re pertoire te hebben veroverd als „The mouse-trap" in Londen. Na in ruim vier jaar meer dan vijftien honderd keer te zijn opgevoerd is de musical-versie van Don Quichot nog altijd een trekpleister voor het New Yorkse publiek. En dat bij toegangsprijzen van twaalf dollar voor de stalles tot zes dollar voor „het schellinkje"! AAN HET theater- en muziekfes tival van Zurich, de „Juni-Fest- wochen", nemen dit jaar ongewoon veel buitenlandse toneelgezelschap pen deel, onder meer het Théatre de Pare uit Brussel met De Ghel- derode's „Magie rouge", het Abbey Theatre uit Dublin met „The hos tage" van Brendan Behan, een Praags gezelschap met een moderne enscènering van Gogols „Revisor", het stedelijke ensemble uit Genua met ,1 rusteghi" van Goldoni, de Londense avantgarde-groep Theatre Machine met „Caught in the act" van Keith Johnstone, en het Odin Teatret uit het Deense Holstebro met „Ferai" van Peter Seeberg Drie gezelschappen uit Zürich zelf zullen met speciale opvoeringen aan de feestweken deelnemen. DE RUSSISCHE auteur Alexan der Soltsjenitsin. die onlangs uit de Bond van Sovjet-schrijvers is gezet, heeft tien jaar geleden een drama geschreven, getiteld „Een kaars in de wind", dat in de Sovjet-Unie noch gedrukt, noch opgeroerd is. Het gaat over het leven en sterven van een man die weigert zijn me dewerking te verlenen aan bepaal de wetenschappelijke experimen ten. De tekst van het stuk is nu voor het eerst gepubliceerd in het Italiaanse tijdschrift „II dramma" DE NEW YORKSE schouwburg jes „Off-off-Broadway" hebben op gehouden alleen maar gloednieuwe experimentele stukken te vertonen, zoals hun nieuwste repertoire be wijst. Dit voorjaar waren „off-off- Broadway" onder meer te zien: Shaws „Man and superman" (uit 1903), „Calvary" van Yeats (uit 1917), Pinero's „Trelawny of the .Wells'" (uit 1898), „Baal" van Brecht (uit 1918). „Anything goes" van Cole Porter (uit 1934), Girau- doux' „Folie de Chaillot" (uit 1943) en Pirandello's „Che-che" (uit 1913). Zelfs Shakespeare en Sofo- kles, waarvan het „officiële" Broad way niets moet hebben, kwamen in die avantgarde-theatertjes aardig aan hun trekken. S. K. f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 23