Na negentien jaar komt Gé Peters terug in de Tour CABALLERO IS NIET BANG asmwm&fiFT* -.Cam i&ï'iiL 750 MOTO GUZZi ZATERDAG 6 JUNI 1970 mmm. Geen angst Geen hartinfarct Niet eerder al? Kritiek Welke renners? 0,60 Zonder kopman MAAAAMMMMMMMMMMMAMAMMMMWWMAAMWMMMAAMMMMMAMIMMWIMWWMMMMWIflMWIMIMAMMMMMMM (Van onze sportredacteur) HAARLEM Negentien jaar na zijn adieu aan de Tour de France stapt Gé Peters weer het ronde-wezen van Goddet en tegenwoordig Lévitan binnen. Tóén had hij het wel gezien na de beroemde val van Willem de Locomotief van Est in een ravijn. Van Est was zijn gele trui kwijt. Er viel geen eer en geen duit meer te behalen. Nu komt Peters terug als ploegleider. De Lange van Haarlem brengt dan zijn Caballero's mee naar Limoges. Peters is evenmin als Frans van den Enden, Caballero's ma nager. een man van grote uitbundigheid en veel woorden. Dat is het tweetal in het verleden zelfs vaak kwalijk genomen, omdat men zei: „In de profwielrennerij moet je schreeuwen en hoog van de toren blazen, anders ben je nergens en kun je wel inpakken". Geen wonder dat het koppel Petersv. d. Enden nu met voldoening en gepaste trots maar nog steeds zonder grote uitbundigheid en veel woorden voorbereidingen treft voor de Ronde van Frankrijk, waarvoor Levitan 12 juni officieel de selectie bekendmaakt. fcMIBllinJ# -W a I,.!: 1i mum ipilliHiim,. j'j Nog niet zo lang geleden en dan in weken te rekenen zou het een canard geweest zijn te melden, dat Caballero de Tour zou gaan rijden. Nu barst de équipe, de enige com pleet-Nederlandse formatie, van zelf vertrouwen. Peters, de gentleman on der de ploegleiders, over die plotselin ge omwenteling: „Ik heb het zelf wel altijd in mijn hoofd gehad. Ik heb steeds gedacht: als het weer maar eens omslaat, beter wordt, dan zul je het zien, dat we een goede ploeg heb ben. Nederlanders zijn nu eenmaal weer-renners. Ik was zelf ook zo. Voor de start Van een koers kon je al staan sterven van kou en narigheid. Je wil niet dat renners zich daar iets van aan trekken, maar ik begrijp het wel. En het is bewezen. In het Arden- se weekeinde LuikBastenaken Luik en de Waalse Pijl was het mooi weer en onmiddellijk ging het stuk ken beter. En nu in de laatste we ken is bij de groei van de vorm ook het resultaat gekomen. We won nen etappes in sterk bezette interna tionale wedstrijden. En als ik zeg: we wonnen, dan bedoel ik ook regu lair, dus niet gekochte overwinnin gen. Daar pas ik voor. Want als het er écht op aan komt val je dan be hoorlijk door de mand". Peters en Van den Enden gaan niet met angst de Tour de France tege moet. Van den Enden: „Waarom zou den we? Is de doorsnee van de ande- re ploegen beter? Welnee". En Pe ters voegt er aan toe: „ik heb nu alle renners en ploegen langdurig bezig gezien, maar wij hebben één van de gelijkmatigst rijdende ploegen. We doen niet onder voor Sonolor. Met kopman Aimar wordt door onze ren ners de kachel aangemaakt. We heb ben bijv. een betere équipe dan Fri- matic, dat als Franse groepering de Tour in moet. Dan zijn er de ploegen, die wel één of twee uitgesproken ster ke renners hebben de ploeg van Merckx laten we buiten beschouwing evenals Mars-Flandria maar ver der nauwelijks aan een redelijk fiet send tiental kan komen, zoals Peugeot en BIC. Ik heb ze toch zien rijden. Ik weet het". Caballero is ineens internationaal in kracht boven Willem II uitgegroeid. Van den Enden monkelend: ..Willem Mecanicien Johnny Krijnen is niet mee naar de Ronde van Zwitser land. Hij heeft het te druk met voorbei eidingen te treffen voor de Tour. Krijnen (Caballero) heeft zijn werkplaats in het Haarlemse „tech nische wielercentrum" van Metz aan de Krocht. II werd twaalfde en laatste in de be gintijdrit van de Midi Libre en met flinke achterstand". Gé Peters: „Voor Ton Vissers is het dit jaar erg moei lijk. Hij moet zich weer waar maken met zijn ploeg. Wagtmans is een goe de coureur. Ik zou hem wel willen hebben, maar hij tobt met een bles sure. Pijnen is het toch ook niet. En wat is er dan verder? Met Ottenbros is het eigenlijk een zielige vertoning. De wereldkampioen maakt zijn trui nergens waar. Als hij in Italië pas seert lachen ze hem uit. Kijk, als het slecht gaat ben ik niet van plan er een hartinfarct van op te lopen, ik slaap er niet minder om als hét eens tegen loopt, maar daarom is het wel vervelend. Maar gelukkig zijn we nu aan de gunstige kant gekomen en draaien we internationaal goed mee". In het begin van het seizoen is het beslist niet best gegaan met Caballe ro. We hoeven de films maar terug te draaien van de eerste voorjaars klassiekers. Peters: „Nee, het ging slecht. En ik heb de renners gezegd: als het zo blijft moeten jullie maar stoppen en zoek je maar een andere baas. Dan gaan wij van ons principe af om een louter Nederlandse ploeg te zijn en nemen we er buitenlanders bij. De buitenlanders willen graag bij ons. Ik zou zo Van Springel kunnen krijgen of een Verbeeck of noem maar op. We hebben maatregelen ge nomen. We hebben renners bestraft. Er zijn ruzies geweest en er zijn har de woorden gevallen. Maar dat was allemaal nodig. Nu is dat over. We kunnen goed met elkaar opschieten. De jongens rijden voor elkaar voor treffelijk als ploeg. Als er moeilijkhe den zijn worden die direct uitgepraat. En nu de overwinningen en successen gekomen zijn is de stemming natuur lijk helemaal goed". Zijn die successen er gekomen door de hardere lijn, die Caballero heeft ingevoerd? En had dat ai niet veel eerder moeten gebeuren? Van den Enden: „Nee, je moet de omstandig heden in de gaten houden. We zijn langzaam aan begonnen met de op bouw van de profploeg. We startten met amateurtjes. En kon je die gras groene jongens afsnauwen? Nu kun je eisen stelen, omdat je coureurs ouder zijn en intussen geroutineerd zijn geworden. Bovendien, iedereen heeft zijn eigen stijl van werken. Je wilt het zo goed mogelijk doen volgens de richtlijnen van je fabriek. En die wil niet, dat we als een drijver met een zweep achter de renners aanzit ten. Trouwens, als het er niet in zit, krijg je het er met een zweep ook niet door. Je moet wel consequent zijn. Dat wel natuurlijk. En niet kin derachtig". Gé Peters, van wie gezegd werd, dat hij te zacht en te aardig voor zijn renners is, is in de loop van de vijf jaar, dat Caballero nu met profs aan de koersen deelneemt, duidelijk ver anderd. Hij lijkt resoluter en pakt de zaken harder aam De Haarlemmer daarover: „Ik was direct al wel ploeg leider, maar in de eerste jaren hield ik me eigenlijk een beetje „bezijden". Ik liet ze maar wat rommelen. Maar nu de ploeg meer inhoud en spirit krijgt, sta ik er ook tussen. Ik ben er nu intensief mee bezig. In het buiten land tellen we nu mee. Dat geeft vol doening. Er zijn nu misschien wat meer spanningen, maar die worden opgelost. Ik ben er fel bij betrokken. Ik doe het wel op mijn eigen manier. Ik praat ook niet zoveel met de ande re ploegleiders, hoewel ik goed met ze op kan schieten. Je verzeilt anders zo gauw in: kunnen we niets van gen, kunnen we niets regelen. Ik wil dat de jongens het doen. Wat heeft het voor nut je hele hebben en houden te besteden aan het regelen van „suc cessen". Daarom vind ik het ook zo fijn, dat we zonder veel grote kosten in de Tour komen." Heeft de voortdurende kritiek op hun „te lieve" optreden bij de ren ners niet ondermijnend gewerkt? Pe ters: „Kijk, ik vind het vervelend, dat we nogal eens gekleineerd zijn. hoe wel ik me er niet veel van aangetrok ken heb (zo is het, knikt Frans v.d. Enden). Theo Koomen haalde om iets te noemen, alsmaar Pellenaars er bij die dan alsmaar spuide, dat we ner gens konden rijden en dat we niet meetelden. Maar kijk nou eens: We rijden overal. We komen tijd en ren ners tekort om alles bij te benen. We zijn internationaal gearriveerd. Voor ons was dat al lang duidelijk, maar voor de buitenwacht is het dat nu ein delijk ook door die Tour. Dat is een prettig aspect van de huidige situatie. Het zal ook nog wel andere gevolgen hebben, want de Nederlandse renners in buitenlandse dienst zien nu ook, dat ze bij Caballero alle wedstrijden kun- Eén van de schreeuwende koppen in L'Equipe (dat de Tour organi seert). nen rijden. Dat geeft ook meer per spectief". Van den Enden: „Zo bouw je als maar verder volgens lijnen van ge leidelijkheid. Als je forceert loop ,ie na korte tijd toch vast. Stel je voor. dat we vorig jaar doorgedreven hadden om in de Tour te komen met geld is tenslotte alles mogelijk en het was een fiasco geworden, dan was de prof- ploeg misschien wel opgedoekt". Is men nu niet bang meer voor een fiasco? Peters: „Nee, zeker niet, nog maals er zijn veel ploegen, die in doorsnee zwakker zijn dan wij". Welke renners gaan er mee naar de ronde van Frankrijk? Peters, glim lachend: „Als we geselecteerd wor den voor de Tour heb ik zo al een gro te vaste kern: Schepers, Steevens, Krekels, Vianen, Zoontjens, Hannss, Den Hartog, Rentmeester en Wou ters. Daar komt dan wellicht Benja mins nog bij. Dat is er één met ka rakter. Want mannen met karakter heb je natuurlijk nodig in de Tour". Duyndam is niet genoemd. Waar om niet? Peters: „Duyndam is niet geschikt voor de Tour. Als het te las tig wordt met de cols stapt hij af. Ik neem hem, op verzoek van de orga nisatoren, mee naar de ronde van Zwitserland, maar ik zelf had hem liever thuis gelaten. Het is een moei lijke jongen. Tijdens de Tour de l'Oise zei hij geen boe of bah. Ik heb ge vraagd: zit je iets dwars, maar dat was niet het geval. Hij keek niet naar zijn materiaal bij de tijdrit. Hij ver dween zonder iets te zeggen. Hij had er weinig idee in, lijkt me. Hij wilde zelf ook niet mee naar de Zes Provin ciën, de vroegere Dauphiné. Voor Duyndam zal er geen Tour zijn, dacht ik. Tenzij hij in Zwitserland iets bij zonders gaat doen". Peters en Van den Enden spreken met plezier nu over hun, kernrenners. Vianen kan op het voorste plan mee. Hij heeft eindelijk voldoende zelfver trouwen gekregen, maar hij kan nog veel meer dan hij zelf denkt. Sche pers de beste klimmer heeft zich in de Dauphiné een naam ver worven onder de beste renners. rCQVJPE (MpkSr liiilW «as»» J»»»? MMmmm Steevens blijft een vraagteken in die zin, dat er nog niet uitgekomen is, wat men verwacht had, maar in de laat ste wedstrijden zat hij steeds voorin. Slechts pech een valpartij hield hem van de eindzege in de Tour de l'Oise af. Krekels is nog wat bang om tot het diepst van zijn krachten te gaan, maar hij komt er wel, ook in de Tour. Den Hartog is e r. als r zware ritten op het programma staan. Hij is nuttig voor een dagploegenklas- sement. Peters: „Arie heeft veel kilo meters harde rondes nodig om in vorm te komen. Ik geloofde dat eerst niet, maar ik zie het nu." Zoontjens is een typische knokker. Hij verdedig de bijvoorbeeld de ontsnapping van Schepers als een duivel. „Hij zwalkte als een zeilschip naar links en rechts om iedereen terug te halen. Huub Ha- rings is verder onbetaalbaar door zijn routine. Hij brengt de spirit in de Frans van den Enden en Gé Peters (rechts) kijken nog eens de Franse kranten door, waar de goede pres taties van Caballero in de laatste weken uitvoerig worden belicht. ploeg onder de koers. Hij scheldt ze uit en haalt ze naar voren, als dat moet. Hij is een venijnketel. Maar de jongens accepteren het van hem.' Rentmeester en Wouters zijn natuur lijk de „broekjes" in de ploeg. Jonge coureurs met toekomst. Caballero zal weinig grootse daden kunnen verwachten in de Tour. Waar gaat men op gokken? Peters: „We starten zonder kopman, zoals we tot nu toe in de etappewedstrijden hebben gedaan. We hebben een ploeg zonder uitgesproken vedetten, maar wel, een constante ploeg. In eerste instantie mikken we op een etappezege. Het is zo gemakkelijk om te zeggen: we gaan een paar ritten winnen. Maar laten we reëel zijn: de tijdritten kun je wel af schrijven met Merckx, de grote berge tappes zijn niet voor ons; je hoeft je niet groter voor te doen dan je bent. Dan blijven er twaalf ritten over van de 21. De andere 120 coureurs willen die etappes ook winnen. Dus reken maar uit. Nee, als we maar goed mee komen." Hoe is het met de begeleiding? „Die is uitstekend. We nemen twee mas seurs mee, onze vaste man Collard en de Belg De Meijer, en twee mecani ciens, bij wie de vaste „crack" John Krijnen. Dan is er verder nog een chauffeur-hulp-mecanicien. De staf bij ons is zo goed, dat anderen er in het buitenland met jaloezie naar kijken. Dat is onze kracht," zegt Peters met duidelijke trots, „de renners kunnen alles zeggen en als smoesjes aanvoe ren, als ze slecht gereden hebben, maar nooit, dat het aan de verzorging lag. Wij hebben ook nog nooit één cent aan onze renners verdiend, zoals bij veel andere ploegen wel het geval is. Ze worden bij ons niet geflest. Dat geeft zekerheid en vertrouwen." Frans van den Enden knikt goedkeu rend. Hij zit ineens midden in de Tour- drukte. „Hoe bestaat het, hè. Wie had dat vijftien jaar geleden gedacht, toen we met een paar kleine amateurtje» begonnen. Wie dacht toen aan de Tour. Dat was een onbereikbaar iets, ver weg." HANS ROMBOUTS. 19 RECORDS DU MONDE rz* V v Aü f*t¥ ESSAIS «t, nat - tm - m W N vy U-v. VICTORIEUSE OFFENSIVE! ANCE D IIANDAIS S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 12