GIDSEN EN RONDLEIDERS ZIJN IN ONS LAND NOG EEN SOORT BEDELAARS IJmuider Courant SANERING EN ERKENNING VAN HET GIDSENVAK EEN NATIONAAL BELANG „Als je niet om een fooi hoefde te soebatten zou dit een ideaal vak zijn" Beschamende lacune in Nederlandse toeristen industrie (Van onze correspondent) HET KOMT voor dat een Am sterdamse „rondvaartgids" een boot vol ijverig links en rechts kij kende Amerikanen of Duitsers ont hult, dat de riolen van onze hoofd stad op de grachten worden ge loosd. Er zijn ook nog gidsen in ons land. die het aandurven (of ge dwongen zijn) de geachte clièntele aan het einde van een trip of ex cursie mee te delen, dat zij voor hun diensten van de toerorganisa- tor geen beloning ontvangen en dat zij dus, als arm student, zijn aan gewezen op de goedgeefsheid ach ja, de clièntele voornoemd be grijpt het zeker wel? Beroepskader Graantje mee Vergunningen Ex-student Guido stock- mann weet uit eigen er varing: „Gidsen is een heerlijk vak. Binnen zekere grenzen ben je vrij man; je be paalt je eigen werkindeling, je komt met interessante mensen in aanraking. En als je het een beetje leuk kunt doen, geeft het je voldoening. Maar de be taling is niet de sterkste kant". DAT GEBEURT allemaal nog in ons land waar het gidsenwezen slechter georganiseerd is dan in de meeste an dere landen van Europa. Maar er zit verbetering in de lucht. De overheid, de reisorganisatoren, de verenigingen voor vreemdelingenverkeer en niet in de laatste plaats de Nederlandse eid- senorganisatie („Guidor"! zelf stre ven ernaar, het beroep van gids of reisleider in sociaal opzicht op een hoger plan te brengen. Eerste streven is, de beroepsuitoefening van de da mes en heren wegwijzers bij te scha ven tot het peil dat Nederland aan het levensbelang van zijn toeristenin dustrie verschuldigd is. NAAR SCHATTING zijn er vier- h vijfhonderd mannelijke en vrouwelijke landgenoten, die in het rondleiden van vreemdelingen hun voornaamste bron van inkomen vinden. Driehonderd daarvan zijn lid van de Guidor. Freelancers, huisvrouwen, studenten en gelegenheidsreisleiders, zoals de geschiedenisleraar die zijn zomervakantie combineert met een groepsreis naar het oude Rome. com pleteren het beeld. Daarnaast zijn er natuurlijk de in- formatrices van de VVVs, de welbe spraakte toerwagenchauffeurs en, voor speciale groepen, het personeel van musea of de deskundigen van ge renommeerde industrieën en grote handelsconcerns. ALLEMAAL PIKKEN zij een graan tje mee uit de gouden stroom van bui tenlands geld, die uit de springbron nen van deze reislustige wereld naar ons landje vloeit. Hoe beter zij hun werk doen, des te breder kan die stroom worden, ten gunste van ons al lemaal. Daarom is het een nationaal belang dat onze gasten worden opge vangen door ter zake kundige, goed ge- informeerde meertalige gidsen, die weten wat een buitenlander kan inter esseren en die niet met de mond vol tanden staat als hun bijvoorbeeld wordt gevraagd, waarom wij een eigen taal hebben, hoe ons verzuilde omroepbestel in elkaar zit en hoe het toch komt dat Amsterdam 's lands hoofdstad, maar Den Haag ons rege ringscentrum is. GUIDOR MAG zich niet verheugen in de welwillende medewerking van alle bij het toerisme betrokken figuren. „Het is mij te veel een vakvereniging, die streeft naar hogere salarissen voor de eigen leden en uitsluiting van anderen", zegt de een. „Een stelletje linkse Amsterdammers, waar zeker heel wat koren, maar toch ook nog wel wat kaf tussen schuilt Ik moet geen hippies in mijn bussen", zegt de ander. „Maak tenminste een begin met enige regeling, een basis om met z'n allen op voort te bouwen", meent een derde. WANT WAT Guidor nastreeft, komt overeen met de wens van vele ande ren. Dit is wat er moet gebeuren: Verhoging van de vakkennis en de algemene ontwikkeling van de gidsen en reisleiders; Meer overleg en betere samen werking in goed vertrouwen tus sen de gidsen en de reisbedrijven en toeristische organisaties; Wettelijke erkenning van de be- roepsgids met een, aan bepaalde eisen gebonden vergunningenstel sel; Vaststelling van een minimum-ho norering, zodat het verfoeilijke en mensonterende vragen om fooien kan worden uitgebannen. ER WORDT, op verschillende plaat sen en manieren, aan gewerkt. Mu seumdirecteuren, VVV-managers, ex ploitanten van prominente toeristi sche attracties, leiders van rondvaart en rondritondernemingen maken er een punt van, in de stille wintermaan den „informateurs" en informatrices op de hoogte te brengen van de be langrijkste wetenswaardigheden. Voor namelijk door de activiteiten van Gui dor zijn er beknopte talencursussen, lessen in kunst- en algemene geschie denis, in aardrijkskunde, economie, waterstaathuishouding en staatsin richting van Nederland ER IS OOK een groeiend overleg tussen de officiële bestuurders en de nog te weinige officiële gidsen. Op het punt van de honorering worden ver beteringen bereikt, maar vooral hier wringt de schoen in het vaderlandse toerisme. Het reiswezen is een margi naal bedrijf met felle concurrentie. De kosten voor de reisleiders figure ren maar al te vaak als sluitstuk op de begroting en nog te veel wordt er van uitgegaan, dat de man of vrouw die in bus of boot de microfoor be speelt, wel netjes gekleed moet zijn, wèl goed z'n vreemde talen moet spre ken, en alles noet weten wat een bui tenlander maar vragen kan maar voor de honorering aan het ein de van de trip de schoongewassen, goed gemanicuurde nand als een soort bedelaar dient op te houden. Commissies (percentages van de om zet die een gids aan souvenirwin kels, restaurants en fabrieken langs zijn route toespeelt! doen de rest, zo redeneert men dan. En voor de winter nog de werkloosheidswet Daar moeten wij at, vinden de gid sen zelf Het rondleiden van vreemde lingen dient een behoorlijk betaald beroep te worden met een eigen stan ding, onverschillig of het als dagtaak of incidenteel wordt uitgeoefend in vaste of in losse dienst er onverschil lig of het nu een vriendelijke huis vrouw is, die een centje wil bijverdie nen. de toerwagenchauffeur de stu dent-gids de diergaar 'esuppoost dan wel de man of de vrouw die er hun totale broodwinning in vinden. VOORNAAMSTE struikelblok op de weg naar dit ideaal is de vergunnin genkwestie. Net ais bij de rijschool houders is het moeilijk, greep op het veelsoortige gidsen- Mkje te krijgen zolang er geen wettelijke mogelijk heid komt om de beunhazen uit te sluiten. Guidor heeft een op Frans voorbeeld geënt ontweroreglement ge publiceerd. Bij de behandeling van het hoofdstuk toerisme in de begro ting van Economische Zaken hebben de Kamerleden Lems en Krosse er onlangs vragen over gesteld Het ant woord van staatssecretaris Van Son maakt duidelijk hoever het er nu mee staat: „Ik wil graag de toezegging doen, dat ik een willig oor heb voor de pro blematiek van het begeleiden van toe risten. Dit is geen gratuite bewering. Mijn medewerkers op het departe ment hebben dnds 1967 op verschil lende manieren geprobeerd, dit on derwerp een beetje van de grond te krijgen. Het etreft een organisato risch en helaas kwalitatief wat ach tergebleven gebied van ons toeris tisch patroon. De organisatie is van wisselende sterkte, dan eens wat be ter, dan weer minder goed gepresen teerd. De gesprekspartners met wie moet worden onderhandeld zijn niet altijd even willig Op dit terrein zijn heel moeilijk esultaten te bereiken, maar mijn medewerkers hebben in de afgelopen jaren op verschillende manieren geprobeerd steun te verle nen. Ik heb het gevoel, dat wij lang zamerhand vat beginnen te krijgen op de situatie. Onlangs is een rapport van de ANW verschenen waarna ontwerpstatuten zijn opgesteld voor een stichting Ned landse gidsen en reisleiders waarin alle betrokkenen zouden meewerken: de ANVR, de ANW. de NBT de KNVTO de FNOP en de gidsenorganisatie zelf Als dit lukt, is het een >tap ir de goede rich ting. Ik wil oog opmerken dat er nu intensieve contacten hestaan nissen de gidsen en de reisbureaus en hel Nederlands Wetenschappelijk insti tuut voor toerisme ir> Breda Et is kans dat in seotember a.s een mlei- dingscursus tn Amsterdam slaagt Als dit allemaal lukt kan deze zaak een stuk in de goede richting worden opgelost" De beraadslaging in de Tweede Ka mer werd met deze woorden besloten Die daarbuiten niet. ALS mr. E. C. F. Stockmann huist hij, na voltooide rechten studie in Groningen, nu op een be nijdenswaardige studentenkamer tweehoogachter aan de Keizers gracht in Amsterdam, waar hij zelf nog sociologie studeert, do ceert aan de Sociale Academie, tentamens afneemt aan bedeesde meisjes, cursussen organiseert voor mede-gidsen en met brio op komt voor de stoffelijke en onstof felijke belangen van gidsen en reisleiders als voorzitter van hun organisatie Guidor. „WIJ ZIJN in de eerste plaats een beroepsvereniging die streeft naar een beter aanzien v an het gidsenvak. Maar dan moet je zelf eerst iets presteren. Beroepsoplei ding, algemene kennis, weten om te gaan met je mensen. Beunha zen krijg je er alleen uit als er een van overheidswege gecontro leerd vergunningstelsel komt, zo als dat reeds in haast alle landen van Europa bestaat". „In de tweede plaats zijn we de vakvereniging, die met werkge vers onderhandelt over salarisnor men. Het grootste kwaad zijn de commissie-percentages. Wij willen onze gasten Nederland laten zien. De werkelijke boeiende punten. De IJsselmeerpolders, de Deltawer ken, de grachten, ons cultuurbe zit. Nu zijn we maar al te vaak gedwongen, ze als busvee van een diamantslijperij naar een souve nirwinkel te slepen, en van de klompenfabrikant naar het weg restaurant, waar je weet dat ze er scheutig zijn met commissies, of zeg maar fooien!" „TEGEN FOOIEN op zichzelf Marken en Volendam, naar de dia mantslijperij, de klompenmaker en de winkel met Delfts blauw" WEINIG te spreken is Guido Stockmann voorts over de reisor ganisaties in ons land. Hij noemt ze de goede niet te na gespro ken enghartig. „De meesten willen alleen maar dat je de bus- heb ik overigens geen bezwaar. Maar dan moeten ze worden ge geven omdat de toerist je werk heeft gewaardeerd, omdat je als toeristenleider meer hebt gedaan dan van je verwacht werd. Het moet niet zo zijn, dat het „ver val" door de reisorganisator als hoofdbestanddeel van je inkomen wordt gezien". „IK ZAL je een voorbeeld ge ven. Je kunt met Amerikanen 'en fijne tocht maken naar Friesland. Over de Afsluitdijk door het pol derland, dat vinden ze geweldig. In Joure willen ze dan best -en Friese klokkenmakerij zien, Mak- kumer aardewerk, de Hindeloopei meubelindustrie: dat zijn voor een buitenlander boeiende zaken. Maar die Friezen verkopen hun produk- ten toch wel. Ze zijn niet eens blij als er met de bus vijf stoeltjes- klokken meegaan, dus commissie geven ze niet. Gevolg: je krijgt geen gids zo gek om een tocht naar Friesland te doen Dan in 's hemelsnaam maar weer naar patiënten een dagje meeneemt en aangenaam bezighoudt. Wat je ze vertelt, interesseert hen niet, als zij maar geen klachten krijgen 's avonds. Ze werken voor zichzelf, niet voor een algemener Neder lands belang". Waarin zijn buitenlanders over het algemeen geïnteresseerd? „Onze waterhuishouding, het jon getje met zijn vingertje in de dijk, de polders, de sloten, het vliegtuig dat landt op een veld beneden zee niveau. Dat is alles karakteristiek voor ons land. En verder informe ren ze naar ons belastingstelsel, onze sociale wetgeving; ze vragen de namen van bomen en planten langs de weg, en hoe het zit met de economie van Nederland en met de politieke partijen. Leg ze maar even uit dat wij nu vijftien groe peringen hebben in de Tweede Ka mer Er wordt gezegd dat Guidor wordt beheerst door „linkse" Am sterdammers. „Onzin! Amsterdam is toeristen stad nummer één. Hier strijken de buitenlanders dus neer en de af standen in ons land zijn zo, dat je vanuit Amsterdam in dagtochten overal naar toe kunt. Logisch dus, dat de meeste gidsen Amsterdam mer zijn. Van onze 300 leden wo nen er slechts 100 buiten de noofd- stad, verspreid over alle provin cies". „In Den Haag hebben we 15 le den, in Rotterdam 10, in Utrecht 7. En wat de politiek betreft: je moet je aanpassen aan de gasten die je rondleidt. Je eigen politieke mening staat daarbuiten, al zou ik persoonlijk op het ogenblik geen tocht naar Griekenland leiden. Maar naar Spanje ga ik wel; ie moet wel!" „Als je over de Dam rijdt, bars ten natuurlijk de vragen los over de hippies. Een goede gids zal dan uitleggen, dat Nederland altijd een tolerant land is geweest. Wè heb ben de Hernhutters, de Pilgrim- fathers en de Hugenoten binnen gehaald. Verder waren we toe vluchtsoord voor de joden uit Zuid en Oost-Europa, nu hebben we de hippies. Als je het zo vertelt wordt het toch wel wat begrijpelijker in dan zien ze meteen, dat de provo-, de hippie- en de kabouterbeweging, in de historische context geplaatst, minder belangrijke verschijnselen zijn". „Vorig jaar had ik een Duitser, die riep, dat we hier toch zoveel aardgas hebben en waarom we dan die hippies niet vergasten? Ik heb hem geantwoord, dat vergas sen een „reines deutsches Verfah- ren" was. Dat had ik niet moeten zeggen, misschien. Gelukkig werd de man prompt door zijn eigen reisgenoten op zijn nummer gezet. De volgende dag was hij niet meer in de groep. Zo zie je, zelfs op zul ke opmerkingen kun je als gids be ter niet ingaan. Dat regelt zich zelf wel". De touringcarchauffeur, de rond vaartgidsde reisleider: zij pra tenelk op hun manier, hun kostje wel bij elkaar, óók als de baas te weinig afschuift. Maar allen ervaren zij het als mens onwaardig, van de „liefdadig heid" der toeristen afhankelijk te zijn. Ook de museumsuppoost, en zelfs de conservator, fungeren regelmatig of af en toe als gids. Maar hun status en beloning zijn behoorlijk geregeld. Dat moet voor alle beroepsgidsen mogelijk zijnvindt de Guidor-vakbond. <-ï O*-:- 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 15