Vraaggesprek met beroemde
Griekse componist
Eerst moeten de
kolonels weg!"
MYSTERIE VAN FLYING ENTERPRISE - IN
1951 VERGAAN - NOOIT OPGELOST
m
Alles is gul en
royaal aan hem
ZATERDAG 6 JUNI 1970
Erbij
17
(Door onze redacteur in Parijs)
OP ZIJN PERSCONFERENTIE die hij
pas drie weken na zijn sensationele
aankomst in Parijs van de dokters
mocht geven, had Mikis Theodorakis een af
spraak gemaakt voor een persoonlijke ont
moeting. We moesten dezer dagen maar eens
langs komen op zijn oude adres in de Rue
Notre Dame des Champs, waar hij woonde
toen hij op het nationale conservatorium bij
Messiaen compositie, en bij Eugène Bigot
orkestdirectie studeerde. Bij aankomst, een
dag of wat later stonden er drie televisie
auto's voor de deur en puilde het trappen
huis uit van radio-, foto- en andere reporters.
aisS®;
Plöt
Janboel
Geen fatalist
Piano
(Van een medewerker)
DE RAADSELACHTIGE onder
gang van het Amerikaanse stoom
schip „Flying Enterprise" nu
achttien jaar geleden de geheim
zinnigheid rond de lading en het
wel of niet goede zeemanschap van
kapitein Curt Carlsen houdt (ten
minste) één Nederlander nog
steeds bezig: de 63-jarige directeur
R. Sodenkamp van de Nederland-
sche Lloyd Verzekering in Amster
dam. Hij weet dat er zirconium
een metaal dat onmisbaar was voor
de bouw van Amerika's eerste
atoomonderzeeër in het scheeps
ruim lag. Maar hij weet niet of dat
er tijdens de bergingspogingen in
1953 is uitgehaald. De Amerikanen
zwijgen daarover in alle talen. Het
is een van de vele raadsels van een
scheepsramp, die dagenlang over
de hele wereld voorpaginanieuws
was.
Zonderling
Geruchten
Dollars
r
THEODORAKIS
NADAT IK al die obstakels en bar
ricades met succes had gepasseerd,
nodigt boven Mikis Theodorakis, reus
met dik zwart haar in flanellen over
hemd en oude pantalon, me met een
breed gebaar uit via nog wat came
ra's, tape-recorders en projectoren,
toch vooral bij hem binnen te komen,
alsof hij een vriend terugziet die hij
sinds jaren uit het oog was verloren.
BINNEN: een sympathieke janboel
van halflege wijn- en whiskyflessen
waarmee iedereen zijn gang kan gaan,
stapels vuile borden, onopgemaakte
bedden, overal telegrammen, brieven
en krantencoupures met verslagen
over zijn persconferentie. Onophoude
lijke telefoontjes van vrienden en an
dere kandidaten voor gesprekken, die,
door gastheer of bezoeker of een on
duidelijk lid van Mikis „secretariaat"
beantwoord worden. Ziedaar dan de
sfeer van boheme en intense actie,
waarin Theodorakis als ,,'s werelds
meestgeïnterviewde man" niet voor
mijn persoon maar voor Griekenland,
zo amendeert hij zelf haastig na
drie jaren concentratiekamp en gevan
genis zijn eerste weken vrijheid be
leeft. Een sdmultaan-interview waarbij
hij van keuken, via slaapkamer naar
werkvertrek-piano, tafel en twee stoe
len, verzets-affiches aan de muur
beent, om al zijn klanten niettemin
met dezelfde openhartigheid, spontani
teit en overtuigingsdrift te woord te
staan.
Kort voor het gesprek was, als
nieuwe coup de théatre, ook zijn vrouw
met twee kinderen in Parijs uit de he
mel komen vallen, maar de details over
hun bevrijding houdt hij, als uitzonde
ring, nu maar liever voor zich. De
rest van de familie is bij Jean-Jacques
Servan-Schreiber gelogeerd, die wat
ruimer behuisd is en die, als expert-
verloskundige, vanuit Parijs ook deze
drievoudige kidnapping weer heeft
voorbereid en georganiseerd. Dit keer
echter zonder de medewerking en zelfs
het medeweten van h.h. kolonels, en
om ze niet nog wijzer te maken dan
ze al zijn, acht Mikis het dan maar
beter die bijzonderheden nu eens niet
aan de grote klok te hangen. Wel wil
hij zeggen, dat een jong Frans echt
paar met een vriend die bovendien
allemaal ouders zijn zijn twee kin
deren met hun moeder in Griekenland
met een vissersboot en een vliegtuig
hebben geschaakt. Dat ze nu anoniem
willen blijven, is, volgens Servan-
Schreiber „voor iedereen een goede les
in bescheidenheid, mijzelf inbegre
pen".
ALS THEODORAKIS met die woor
den zijn vriend Servan-Schreiber ci
teert kan hij een brede lach en al
les is gul en royaal aan hem niet
onderdrukken. Hij weet ook wel dat
de oud-directeur van „l'Express" de
opspraak en de achterklap niet hele
maal heeft weten te vermijden. Maar
ofschoon hij een paar flaters van diens
kant moeilijk ontkennen kan, zal je uit
de mond van Theodorakis toch geen
kwaad woord over Servan-Schreiber
vernemen. Want tenslotte heeft hij dan
toch maar de bal aan het rollen ge
bracht met zijn „publicitaire opera
tie", waardoor het drama van Grie
kenland opnieuw in het brandpunt van
de wereldbelangstelling is geplaatst.
„Die wereldopinie moet je vooral
niét onderschatten", zegt hij. „De ko
lonels zijn eerder meelijwekkend, dan
verachtelijke parvenus. Ze stellen per
soonlijk helemaal niks voor en door
hen fascisten te noemen doe je ze
eigenlijk nog tè veel eer aan. Het fas
cisme is tenminste nog een soort er-
satz-filosofie die met wat slogans van
schijnheroiek behangen werd. Zelfs die
valse pathos mist de junta nog. De
kolonels staan helemaal alleen temid
den van het volk en zelfs op het le
ger kunnen ze niet zeker rekenen. Op
de kerk evenmin. Het huidige Griekse
regime is een heel nieuw fenomeen van
willekeur en dictatuur en het is noch
met het bewind van Hitler of Musso
lini, noch met Franco of Salazar te
vergelijken. Ze houden zich staande
bij de uitsluitende gratie van de Ame
rikaanse geheime dienst. De kolonels
mogen naar hartelust brallen over hun
„revolutie" en over het christendom
dat Griekenland weer „de orde" heeft
gebracht, maar als ze voor een reis
een vliegtuig nodi ghebben dan moeten
ze eerst aan de Amerikanen toestem
ming en de sleutel van de remise vra
gen. Ook die binnenlandse „orde"
wordt trouwens goeddeels door de
Amerikanen gehandhaafd.
Op het hoofdkwartier van de CIA is
een archief met het modernste compu
tersysteem geïnstalleerd, waarin alle
Grieken met hun persoonlijke kenteke
nen en vooral politieke sympathieën in
kaart zijn gebracht".
„Hoe uit die greep je dan weer los
te werken? Is zo'n dictatuur dan niet
veel gevaarlijker dan een „volks"
fascisme?
„IK BEN geen fatalist, zelfs geen
pessimist", antwoordt Mikis ernstig.
„Volop optimist. Het is waar, dat het
Griekse volk de indruk van een zekere
gelatenheid kan geven. Onder de poli
tieke partijen heerst nog altijd ver
deeldheid.
Zelfs de communisten zijn in tweëen
gesplitst, waarbij de orthodoxe en sta
linistische vleugel vanuit Bulgarije
wordt geleid. Zelf behoor ik tot de an
dere groep van communisten en je
weet dat ik nu een oproep heb gelan
ceerd voor een eenheidsfront van het
verzet, met een urgentieprogramma
van negen punten, die voor alle par
tijen aanvaardbaar zijn. Griekenland
moet zich natuurlijk zelf bevrijden van
de junta. Maar de bodem van de Ame
rikaanse militaire steun dient vanuit
het buitenland onder de voeten van de
kolonels te worden weggetrokken Ik
kom terug", roept hij nu bijna bezwe
rend uit, „Óp het gewicht van de pu
blieke opinie. Iedereen moet zijn stem
verheffen. Direct en indriect via de
andere westelijke regeringen moeten
de Amerikanen ter verantwoording ge
roepen worden. En daarnaast: een
complete boycot van het Griekenland
der kolonels. Iedere toerist die nog
naar Griekenland gaat, steunt de jun
ta. Griekenland is een prachtig land",
zegt Theodorakis met lyrisch idealis
me, „Maar ik zou alle bewonderaars
van mijn vaderland nu willen uitnodi
gen pas samen terug te keren, als
eerst de kolonels met een Amerikaans
vliegtuig verdwenen zijn".
IK KIJK rond en zie in de hoek van
de kamer de piano. Met één natte vin
ger is hij weer te lijmen om nog een van
zijn laatste liederen te zingen, met
zijn zware en bijna timbreloze stem.
Met zijn grote handen, die nog wat
gezwollen zijn zoals tbc-patiënten die
vaak vertonen, begeleidt hij zichzelf.
Een lied naar zijn gelijkenis: fors van
ritme, gedragen door een diepe
kracht, melancholiek en gelijktijdig
weerbarstig.
„Een explosief cadeau vertrouw ik u
toe", moet premier-kolonel Papado-
poulos in Athene indertijd tegen Ser
van-Schreiber hebben gezegd toen hij
hem Mikis als reisgezel naar Parijs
meegaf. Explosief is wél het woord,
een explosief van muziek, poëzie en
revolutionaire en patriottische bezeten
heid.
Wat de muziek nu verder voor hem
worden gaat?
„Zingen heb ik altijd gedaan", is het
antwoord. „Ook in de bak. Maar mijn
leven en mijn carrière worden nu alleen
nog maar gedomineerd door de poli
tiek, de bevrijding van Griekenland".
De volgende dag verlaat Mikis Theo
dorakis alweer Parijs en zijn zojuist
herenigde gezin. Hij gaat naar Italië
en Joegoslavië, het buurland van zijn
geknechte vaderland.
„Maar niet om concerten te geven",
voegt hij met iets als verbeten ironie
toe aan die aankondiging.
PAS NADAT in 1958 's werels eer
ste atoom-onderzeeboot „Nautilus" in
de vaart was gekomen, werd bekend
dat er eind 1951 stagnatie bij de bouw
van het schip had gedreigd, toen sij
pelden ook de eerste geruchten door
dat de lading van de Flying Enterpri
se daar iets mee te maken heeft ge
had. Openlijk heeft de regering van
de VS nooit gezegd dat het schip zir
conium in had De waarheid is steeds
verdoezeld.
De heer Sodenkamp nauw be
trokken bij scheepsverzekeringen
heeft zich van het eerste begin voor
deze affaire geïnteresseerd. Hij heeft
er veel over gepubliceerd, recentelijk
nog in „De Blauwe Wimpel". In 1952
al dacht hij aan een geheimzinnige la
ding en levende hij kritiek op het ge
drag van gezagvoerder Carlsen.
Verzekeringsman R. Sodenkamp, die al 18 jaar vergeefs speurt naar de oplossing
van het raadsel der Flying Enterprise.
Hij doet dat nog: „Het is toch wel
vreemd dat een kapitein alléén achter
blijft op een schip in nood. Dan is
het namelijk onmogelijk, de sleepbo
ten te helpen of de schade aan boord
zelf te repareren. Vakmensen zijn het
daarover met mij eens. Carlsen had
natuurlijk instructies van zijn rederij
om bij de kostbare lading te blijven.
Maar ook dat is nooit naar buiten ge
komen."
Ook in andere landen zijn er lieden
die nog altijd speuren naar het my
sterie van de Flying Enterprise. Mis
schien komen ze nog eens aan een op
lossing toe. En dan zal dat óók weer
wereldnieuws zijn. Net als toen: van
28 december 1951 tot 10 januari 1952.
ENKELE DAGEN eerder was de
Flying Enterprise uit Hamburg ver
trokken (na in Rotterdam 1200 ton
ijzer te hebben geladen), op weg naar
New York. Op tweede kerstdag kwam
het schip bij Ierland in een zware
storm. Het acht jaar oude „Liberty -
schip" had het moeilijk: het hoofddek
scheurde onder het geweld van de gol
ven. Met cement probeerde men nog
iets te herstellen, maar het haalde
niets uit."
Sodenkamp: „Volgens mij had Carl
sen nooit uit Hamburg moeten ver
trekken. Want ook daar was het weer
slecht. Maar ik denk dat de VS haast
had met het zirconium. Toch had Carl
sen na het scheuren van het dek één
ding moeten doen: terugkeren."
Dat gebeurde niet. Een dag
later schoof een geweldige zee de Fly
ing Enterprise naar een slagzij van 60
graden. Het sos-sein volgde pas 28 uur
later; hoogst merkwaardig! De vol
gende dag namen toegesnelde schepen
de 10 passagiers en 37 bemanningsle
den over. Carlsen bleef alleen achter.
L. SMIT EN CO. kwam met de re
derij Isbrandtsen overeen, dat de sle
per „Oceaan" proberen zou vast te
maken. Maar op het laatste moment
moest het de„ Zwarte Zee", die een tros
in de schroef had gekregen, te hulp
komen. Op de proppen kwam ook de
Engelse marine-sleepboot „Turmoil".
Stuurman daarop was Ken Dancy, die
oversprong op de Flying Enterprise.
Hij werd als een held bejubeld. De
Turmoil nam het schip aan de tros en
langzaam ging h et konvooi richting
Falmouth. Maar een nieuwe storm
luidde de ondergang in. Op 10 januari
zonk het schip op 60 km van Fal
mouth.
Curt Carlsen was de held; New
York haalde hem groots in. Een film
maatschappij bood hem 150.000 dollar
als ze zijn verhaal mocht verfilmen.
Carlsen deed het niet, mocht het
waarschijnlijk niet doen.
TOEN HET GEJUICH verstomd
was, kwam de kritiek. Men nam het
hem kwalijk dat hij niet meer mensen
aan boord had gelaten om de lading
te verplaatsen, en ook dat hij de hulp
van de Franse sleepboot Abeille 25
had geweigerd. Persoonlijke moed
had hij natuurlijk, maar een goede
gezagvoerder had toch anders moe
ten handelen.
TOEN KWAMEN de geruchten over
de lading. Een Russisch blad onthul
de dat de Flying Enterprise oorlogs
materiaal in had en dat het schip
daarom niet naar de dichtsbijzijnde
haven het Franse Brest was ge
sleept. De Fransen waren namelijk
fel tegen de Amerikaanse herbewape
ning van West-Duitsland. De rederij
was bang voor rellen in Brest.
Als verzekerd bedrag voor de lading
werd eerst anderhalf miljoen gulden
genoemd, later acht miljoen. Maar ze
kerheid daarover is er nu nog niet.
IN AUGUSTUS 1953 bracht een Ita
liaans bergingsvaartuig duizenden dol
larbiljetten in Oostende aan de wal,
afkomstig uit de ruimen van de Fly
ing Enterprise. Zowel de rederij als
kapitein Carlsen beweerden dat er
nooit geld aan boord geweest was. En
dat zal ook wel, want waarom zou
men dat aan boord hebben gelaten?
Er was tijd genoeg geweest om het
op de Turmoil over te zetten.
Maar ook op dit punt waren er vele
geruchten. Het zou Duits vluchtkapi-
taal zijn geweest, bestemd voor nazi's
in Zuid-Amerika. De Italianen hielden
vol, dat het papiergeld uit de Flying
Enterprise kwam. Het werd gedroogd
en opnieuw in circulatie gebracht.
Hebben de Italianen toen ook het zir
conium boven water gebracht? Offi
cieel weet niemand daar iets van. Er
is nooit wat over gezegd ook.
Het zirconium kwam in 1955 ter
sprake toen de Nautilus zijn eerste
duikoefeningen hield. Het was een me
taal dat voor de kerntechniek uitste
kende eigenschappen bezat en dus ui
terst waardevol was voor de Ameri
kanen. Zirconium moet dan echter
gescheiden zijn van het onbruikbare
hafnium. Dat proces kon in 1951
slechts één fabriek aan deze kant van
het ijzeren gordijn en die lag bij
Hamburg de haven van waaruit de
Flying Enterprise vertrokken was.
Het erts zelf werd in Brazilië gedol
ven.
Rederij Isbrandtsen en de Ameri
kaanse marine-autoriteiten ontkenden
categorisch dat er zirconium in het
schip had gezeten. Pas in 1958 bleek
uit uitlatingen van mensen die met de
bouw van de Nautilus te maken had
den gehad, dat er wel iets van waar
was. Toch tast men nu ook nog in het
duister. Daarom is de Flying Enter
prise nog steeds een scheepsmysterie.
Of de waarheid ooit nog eens „boven
water" zal komen, is de vraag.