TEKORT AAN BOMEN
MAAKT RANDSTAD
ONLEEFBAAR
jr
Hormonen en sluipwespen
bondgenoten van de boer
Hormonen en
misdadigheid
fcgl
Prof. F. J. Maas: Voor de prijs
van één straaljager zet je
een hele stad in het groen V
|3I
mmmmi
ZATERDAG 4 JULI 1970
IÜ
Df-
iii
De troosteloze kaalheid van
een stukje Randstad-niemo-
bouw (foto boven, Joh.
Wierslaan, Boerhaavewijk,
Haarlem), waar het groen
nog slechts uit sprietjes be
staat. Daaronder (links) een
betere aanpak: de Zuider-
houtparkflat aan de Prins
Mauritslaan in Haarlem, ge
vat in een coulisse van be
staande hoge boomgroepen.
Sprietjes
h&MK'-
Stofzuigers'
Voorgekweekt
(Van een onzer verslaggevers)
De fruitspinmijt, de dennespanner, de bastaard-
satijnvlinder, de vruchtbladroller en al die andere nie
tige wezentjes die wij insekten noemen, zullen zich
moeten voorbereiden op een nieuwe verdedigings
methode. Want de grote knappe wezens die mensen
heten, gooien dit jaar een nieuw wapen in de strijd.
Niet een wapen dat zich als een boemerang op de mens
zelf richt, zoals de insekticiden dat plegen te doen,
maar een uiterst selectief wapen waarvan wij de ver
vaardiging hebben afgekeken van.... de insekten.
Geboortebeperking
Resistentiespook
Moeizaam speurwerk
Tweesnijdend wapen
Rovers tegen rovers
Spannende zaak
4
*&*sk«ï
1>>
(Van een onzer redacteuren)
ONS LEEFKLIMAAT kan op
vele wijzen worden gediend. De
grote steden bijvoorbeeld zou
den best wat meer tintjes groen
kunnen gebruiken. Voorvechter
van dit facet van het rijk gescha
keerde welzijnsmilieu is prof.
dr. F J. Maas, 39 jaar en hoog
leraar in de landschapskunde
aan de Delftse T.H. Als de
boomarme Randstad in zijn
werkkamer ter sprake komt,
zegt hij: „Voor de prjjs van één
straaljager kun je van de Rand
stad weer een fijn woongebied
maken".
DE OPVATTINGEN van deze
jonge hoogleraar zijn terug te vin
den in een brochure, die de Werk
groep Bosbouw Randstad Holland
van het bosbouwproefstation in
Wageningen, waarvan hij lid is,
onlangs het licht deed zien. Maas
en zijn medestanders schreven
daarin onder meer over het onbe
hagen dat de bewoners van vele
nieuwe stadswijken ondergaan in
de dagelijkse relatie tot het hen
omringende leefmilieu, „Door ge
bruik te maken van voorgekweek-
te bomen in nieuwe stadsuitbrei
dingen en grote stedelijke parken
kan men het woongenot snel ver
hogen", aldus een der conclusies
van de werkgroep.
HET BELANG van het vooral
in de Randstad spaarzame groen
heeft vele kanten. Prof. Maas:
„Men krijgt een veel prettiger om
geving. Groen is bovendien rust-
gevend, en heeft, mits in goede
vormgeving, belangrijke recreatie
ve mogelijkheden. Daarnaast heeft
sL
SOr .4
maar toch al flink uit de kluiten
geschoten bomen nodig. De helft
daarvan moet in de randstad worden
ondergebracht. „De kosten daar
van", zegt prof. Maas. „zijn circa
vijf miljoen gulden per jaar", dat is
de prijs van één straaljager. Als je
op deze manier tijdig plant, kun
je in de randstad een belangrijke
verbetering van het woonklimaat
bereiken. Niet op korte termijn, wel
over tien jaar, mits je nu begint"
het een sterke milieu-hygiënische
functie".
Het stedelijke groen verkeert ten
opzichte van de verkeersvoorzie-
ningen in een sterk onderontwik
kelde positie. Prof. Maas betoogt
dat de bomen in de stedelijke ker
nen ook waarde hebben omdat zij
veel stof en andere ongerechtighe
den, die zich in de lucht bevinden,
vasthouden.
HET GROEN bindt die stoffen",
zegt prof. Maas „Met groenstro
ken van 200 meter begin je ook te
merken dat bomen het lawaai van
het verkeer afremmen". Een paar
sprekende cijfers over de vuile
lucht: op een willekeurige middag
bevinden zich in elke liter lucht in
een stadscentrum 13.220 stofdeel
tjes. In een boomvrije straat bui
ten het lentrum bedraagt dat
aantal 10.180 maar in een straat
met boombeplanting zijn het er
maar 3040.
IN DE genoemde brochure van
de werkgroep uit Wageningen plei
ten Maas c.s. voor kwekerijen,
ten einde op korte termijn een be
langrijke uitbreiding van het ste
delijke groen mogelijk te maken.
Maas: „Het gaat erom: hoe je de
groenstroken met beplanting en
die parken snel tot stand kunt
brengen. Een bos kost minstens
30 jaar, voordat het iets gaat doen.
We hebben ernaar gezocht hoe dit
versneld kan worden, vooral in
het westen van het land, waar zo
weinig beplanting is.
HET IS duidelijk: je moet par
ken opbouwen, waarin de bomen
snel groeien. Dat kan met „vlugge
boomsoorten zoals wilgen en po
pulieren. Een tweede punt is dat
er kwekerijen moeten komen.
Lang voordat we vaststellen, dat
er ergens in een uitbreidingsplan
beplanting moet komen, moeten
die kwekerijen er al zijn".
Prof. Maas heeft becijferd, dat
een voorgekweekte boom van 15
jaar oud hooguit honderd gulden
kost. Volgens de deskundigen heeft
Nederland tot het jaar 2000 jaarlijks
100.000 van deze halfvolwassen
VOOR DAT streven is medewer
king van de overheid nodig. Prof
Maas: „Het is nu gelukkig zo ver
dat de autoriteiten doorurongen zijn
van het belang van deze zaak, maar
met de actieve medewerking valt
het nog niet mee. Ik zou wel willen
dat er van de overheden wat meer
initiatief uitging".
NOG EVEN terug naar het leef
klimaat in de betonnen wereld van
de Randstad. Wat valt daar nog
meer over te zeggen? Prof. Maas:
„We willen heel bewusl een andere
stedebouw, een waarin ook de voet
ganger aan bod komt. Daarnaast wil
len wij inbouw van allerlei gro°n-
elementen. Zover is net helaas nog
niet. Wat je nu ziet zijn alleen maar
sprietjes van bomen. Het via kwe
kerijen produceren van voorgegroei-
de, volwaardige bomen vinden wij
een fundamentele zaak Daarnaast
moet de groen-voorziening helemaal
ingepast worden in de stedebouw-
planning. Wij dachten: als dat lukt
krijg je in de Randstad een prettig
woonklimaat."
Wetenschap start nieuw offensief
tegen de schadelijke insecten
DIE WAPENS heten hormonen. Zij
werden na moeizaam onderzoekings
werk in laboratoria gefabriceerd en
zullen deze zomer voorzover bekend
voor het eerst in de wereld buiten
worden beproefd De belangrijkste
vraag daarbij is: zullen de insekten
in staat blijken, net zoals tegen de
chemische bestrijdingsmiddelen resi
stentie (weerstand) op te bouwen?
Dat is niet te voorspellen. Over het
ongewisse effect van insekticiden is de
mens bijna gestruikeld De weten
schapsman. die alles bewezen wil zien
is er zo mogelijk nog voorzichtiger
door geworden
Dr. ir. G. W. Ankersmit bijvoor
beeld. Hij is lid van de „Werkgroep
geïntegreerde bestrijding van plagen
TNO" en hij begint met te zeggen:
„We staan op de drempel van een
nieuwe ontwikkeling. Maar het moet
allemaal nog uitgebreid in de praktijk
geprobeerd worden; daar wil ik de na
druk op leggen"
Zom u willen zeggen, of het nu een
kwestie is van erop of eronder
Ankersmit: „Ik weet het niet, maar
het wordt wel een spannende zaak"
DE GELEERDEN maken nog meer
pijlen voor hun boog. Volgend jaar
worden er misschien op een proefter-
rein bestraalde insekten losgelaten.
Mannetjes, die met x- en gammastra-
len steriel gemaakt zijn, die aldus de
gewoonlijk nogal explosieve insekte-
geboortes moeten beperken.
De mensen gaan de insecten steeds
meer dwarszitten. Wij zullen ze „eng"
blijven vinden, maar we moeten leren
dat er met de meeste van die beestjes
best te leven valt. De rest zullen we
doden en het voedsel, waar ze af moeten
blijven, dat we voor ons zelf willen
houden, zullen we kunnen eten zonder
bang te zijn zelf te moeten sterven.
De insekten zaten ons al heel lang
dwars. Ze brachten in land- en tuin
bouw ernstige schade aan zaad, oogst,
blad en vrucht aan. En terwijl de we
reldbevolking aan mensen almaar
groeide en wij met lede ogen aanzagen
dat wie zaaide, toch niet zoveel oogst
te als wel gewenst was. groeide ook
de wereldbevolking aan insekten.
TOEN VONDEN de chemici stoffen
uit, die zij insekticiden noemden en
die in staat bleken, onder de insekten
enorme slachtingen aan te richten.
Maar wel bleek dat die kleine diertjes
in hun doodstrijd tegen de mensen tot
onverwachte dingen in staat waren.
In staat om zich tegen insekticiden te
wapenen, in staat als de draak met
de zeven koppen telkens sterker te
rug te komen.
Dr. ir. Ankersmit, wetenschappe
lijk hoofdambtenaar van de afdeling
entomologie (insektenkunde) aan de
Landbouwhogeschool in Wageningen,
vertelt wat de aanleiding was, in 1958
tot de oprichting van zijn uit vele tien
tallen geleerden bestaande werkgroep.
„Vooral de fruitteelt had resisten
tieproblemen met spint, een soort mijt
die tegen allerlei bestrijdingsmiddelen
heel snel weerstand opbouwde. Men
begon ongerust te worden; telkens
kwamen er wee) nieuwe plagen voor,
spint was vroeger echter helemaal
geen probleem geweest. Daar kwam
nog bij, dat men de giftigheid van
de insekticiden voor de consument
ging ontdekken. Het gevaar dreigde
dat de mens op den duur niet tegen
het gif bestand zou blijker en het in-
sekt wel, terwijl het omgekeerde het
geval moest zijn"
TWAALF JAAR duurt het zeer ge
compliceerde onderzoek van de werk
groep. Het vordert moeizaam. Een van
de eerste ontdekkingen die werden ge
daan was: de chemische bestrijding
is over het geheel genomen toch wel
bijzonder effectief. Er mocht dan wel
eens een veldslag van de insekten ver
loren worden, gechloreerde koolwater
stoffen (waarvan DDT er een is) mo
gen zich dan langzamerhand via de
voedselketen in dieren- en mensenrijk
hebben opgehoopt (tot in bet lichaams-
vet van de pinguins aan de Zuidpool
toe), de fruitteler en de landbouwer
zagen toch maar met eigen ogen
hoe hun produktie toenam. Meer graan
per hectare, meer (en mooiere) ap
pels aan de boom. De werkgroep zou
met goede alternatieven moeten ko
men.
Ir. Ankersmit geeft toe: „We pro
beerden middelen te vinden, die niet
de parasieten en de natuurlijke vijan
den van de insekten, die we wilden
treffen, doden. Maar de resultaten zijn
niet geweldig. Er zijn nog weinig se
lectieve middelen en de industrie heeft
er onder deze omstandigheden weinig
belang bij. De research en ontwikke
ling van één zo'n nieuw middel kosten
tien a vijftien miljoen gulden. Dat is
te duur".
INTUSSEN spuiten we onvervaard
door. Meer dan de helft van alle
insektiden komt in de bodem,
DE TNO-WERKGROEP ter bestrij
ding van plagen gaat deze zomer in
een Betuwse proefboomgaard land-
bouwparasieten bestrijden met z.g.
hormonale insekticiden.
Men hoopt dat de resultaten zo
gunstig zullen zjjn, dat deze nieuwe
hormoonpreparaten op den duur alle
huidige chemische bestrijdingsmid
delen kunnen vervangen. Die chemi
sche middelen kunnen n.l., zoals in
nevenstaand artikel wordt toege
licht, schadelijk zijn voor de gezond
heid van mensen, dieren en gewas
sen, terwijl de insekten tegen wie zij
gericht zijn er niet afdoende door
verdelgd worden.
Laboratoriumproeven hebben al
aangetoónd dat de nieuwe hormoon-
insekticiden zeer selectief tegen één
bepaalde insektesoort kunnen wor
den ingezet, en bovendien in de na
tuur snel worden afgebroken. De er
in verwerkte hormonen kunnen ZO'
wel de larven van het te bestrijden
insekt beschadigen alsook de vrucht
baarheid van de volwassen dieren
verminderen: soort van „anticon
ceptiepil" voor insekten dus
in het water terecht. Wat landbouw
en veeteelt met de ene hand nemen,
moeten ze met de andere hand terug
geven: watergebruikende gewassen en
vee worden beschadigd en ziek.
Ir. Ankersmit: „We zitten nu in een
overgangsvorm, die je „geleide be
strijding" kunt noemen. Alleen spui
ten als het echt nodi<* is. Het is ons
gelukt, het totale aantal bespuitingen
terug te dringen Bepaalde bespuitin
gen blijven al helemaal achterwege:
bladluizen b.v. zijn niet zo vreselijk
schadelijk als men altijd gedacht
heeft. Het hangt van het soort af.
Schimmel werd bestreder met een
chemisch middel waarvan plotseling
ontdekt werd, dat het uit twee isome-
ren bestond, waarvan het ene een
schimmelwerende werking had en het
andere vijandelijke roofmijten van de
spint doodde. Toen dachten wij na
tuurlijk: als we uitsluitend de schim
melwerende stof gebruiker en verder
de roofmijten de kans laten, de spin
ten uit te roeien dan is dat probleem
opgelost, Maar alweer, de industrie
DE LICHAMELIJKE en geestelijke
ontwikkeling van mens en dier wor
den goeddeels bepaald dooi- de hormo-
nenproduktie der inwendige klieren.
Ontwikkelingsstoornissen kunnen dus
voortvloeien uit verstoring van het
hormonale evenwicht, maar ook soms
opgeheven worden door toediening
van hormonen waaraan tekorten be
staan. De endocrinoloog dr. Weller in
Koblenz b.v. is erin geslaagd, door
toediening van groeihormonen en het
manlijk geslachtshormoon testosteron
de jaarlijkse lichaamsgroei bij kinde
ren van 3 tot 12 cm te verhogen. Een
gevaarlijk experiment omdat daarmee
ook de sexuele rijpheid vervroegd kan
worden. Mogelijk in verband met de
welvaart (hoogwaardige voeding) wor
den meisjes tegenwoordig veelal zeer
jong reeds vruchtbaar, terwijl jon
gens soms al op 8-8-jarige leeftijd in
staat zijn, kinderen te verwekken.
Geestelijk blijven zulke „vroegrijpen"
echter vaak ver bij normale kinderen
achter en omdat zij meestal ook
lichamelijk zeer sterk zijn, is het ri
sico van gewelddadig gedrag, c.q. jeugd
criminaliteit bij dergelijke jongeren
bijzonder groot.
in dit geval een buitenlands bedrijf
is er niet voldoende in geïnteresseerd".
DE WERKGROEP is desondanks
niet pessimistisch. Er zitten ook ver
tegenwoordigers van de industrie in.
Chemische en farmaceutische onder
zoekers verrichten in de industriële
laboratoria heel wat goed werk. Bo
vendien zoekt de werkgroep naar heel
andere methoden. Het aanbrengen
van „ondergroei" bijvoorbeeld. On
dergroei, die sedert jaar en dag
zwaar te üjden heet* va,, de herbici
den (onkruidverdelgers), ook al een
groep vergiften, die te pas ën te on
pas werd gebruikt.
Dr. ir. Ankersmit: „In die onder
groei kunnen parasieten leven en
roofvijanden van de insekten. Maar
daarbij zijn we ook alweei op een
moeilijkheid gestuit. Een bepaalde
wants die de appels aanvrat, gedijde
in die ondergroei ook goed"
In een klimaatkamer, waar herme
tisch afgesloten plastic bakjes opge
tast staan met insekten in allerlei ont
wikkelingsstadia krig 'h een groepje
roofvijanden te zier wat" r een goed
deel van de hoop on effectieve
biologische oorlogvoering tegen scha
delijke insekten is gevestigd sluip
wespen. Vervaarlijke rovers met aan
het achterlijf een lange legboor waar
mee ze eieren leggen in de lichamen
van rupsen, die vervolgens door hun
larven van binnenuit worden opgege
ten. Hun bestaan was bekend maar
pas twee jaar geleden werd ontdekt
dat ze ook hier in ons land in behoor
lijke aantallen voorkwamen In „De
Schuilenburg". een tien hectaren gro
te boomgaard bij Lienden in de Be
tuwe, waar het „veldwerk bestrij
dingsmiddelen" wordt verricht, kon
den ze voor de onderzoekers van de
werkgroep hun aanwezigheid niet lan
ger verborgen houden.
In het proefstation voor de tuin
bouw in Naaldwijk zijn ze nu ingezet
om aan te tonen, dat ze de komkom-
meroogst kunnen vrijwaren van scha
delijke spint-mijten. „Een onderzoek
dat er veelbelovend uitziet", zegt dr.
ir. Ankersmit.
DE SLUIPWESP doet zijn slopende
werk in dienst van de mensheid. En
tien gram hormoonpreparaat per hec
tare cultuurgewas zal voldoende zijn
om precies van die insekten die we
kwijt willen, misvormd* en steriele
beestjes te maken, „Softenon-insek-
ten", die niet om schadevergoeding
kunnen vragen.
De entomoloog prof. dr J. de Wilde
secretaris van de senaat van de Wage-
ningse Landbouwhogeschool, heeft on
langs in een diesrede de verwachting
uitgesproken dat dt „normale" (bio
logische) insekticiden over tien jaar
alle chemische insekticiden vervan
gen zuilen hebben althans als die
normale middelen ons met in onze
verwachtingen teleurstellen, dat ze
voor andere dieren voor de pianten
en voor de mens ongevaarlijk zijn.
Ir. Ankersmit zei het al: „Dat wordt
een spannende zaak".