Leen Jansenterug uit de Tour de France: „RINI WAGTMANS EN IK ZIJN ALS VRIENDEN UIT ELKAAR GEGAAN" Wat ik op dat moment voelde is met geen pen meer te beschrijven Okker en Stöve bij laatste vier VAKANTIE ZIT ER WEER OP m I JAN WIENESE ZET PUNT ACHTER ROEICARRIERE „IK KAN NIET MEER BEREIKEN DAN IK NU AL BEREIKT HEB" Wouters van den Oudeweijer won in Leeuwarden Tennistoernooi Bennebroek Engeland achter ZATERDAG 18 JULI 1970 11 PPi Zenuwen Naar huis Belazerd Terwijl miljoenen Nederlanders de vrije dagen nog tegoed hebben, zit de vakantie voor de beroepsvoetbal lers er al weer op. Eén van de verenigingen, die deze week de trainingen hervatte, was Ajax. Met hulp trainer Grijzenhout (links) trokken onder andere Krol, Cruyff en Vasovic het Amsterdamse Bos in om de eerste rondjes van het nieuwe seizoen te lopen. inniK W mBÊBBÊÊË Eenling Breekpunt Leen Jansen: teleurgesteld terug uit de Tour de France. GSTAAD Betty Stöve en Tom Okker hebben zich geplaatst voor de halve fina les van het internationale tennistoernooi, dat in Gstaad wordt gehouden. In de kwart eindstrijden versloeg Betty Stöve haar Amerikaanse tegenstandster Cecilia Martinez in drie sets: 4-6, 6-4 en 6-3. Tom Okker plaatste zich door zijn Zuid- slavische profcollega Nikola Pilic, van wie hij de laatste tijd herhaaldelijk heeft ver loren, met 6-4, 6-4 te verslaan. In de halve finales komt de Nederlander uit tegen de Brit Roger Taylor. Deze versloeg de Australiër Barry Phillips-Moore met 7-5, 6-4. De andere halve finale gaat tussen Tony Roche en Cliff Drysdale. Betty Stöve staat in de halve finales van het damesenkelspel tegenover Rose mary Casals. Frangoise Durr ontmoet Hei- ga Niessen. TENNIS. Na de eerste dag van de Da- viscupfinale (Europese zone B) tussen West-Duitsland en Rusland in Dusseldorp is de stand 11. In het eerste enkelspel van de dag won de 31-jarige Wilhelm Bungert met 64, 79, 6—4, 63 van de negen jaar jongere Rus Vladimir Korto- kov. Alej ander Metreveli maakte de stand gelijk. Hij versloeg Christian Kuhnke met 6—1, 6—1, 10—8. (Van onze sportredactie) AMSTERDAM Volgwagen 316 uit de Tour-de-Francekaravaan staat geparkeerd voor de stayerscabines in het Olympisch Stadion terwijl in Frankrijk de renners op weg zijn naar Parijs. Het loopt al tegen half vier in de middag. De deelnemers aan de Franse wielerronde hebben het zwaarste werk er vrijwel weer op zitten. In Amsterdam, op de klets natte wielerovaal in het stille stadion, loopt Leen Jansen zich te verbijten. Leen Jansen werd als privé-soigneur van Rini Wagtmans met goedvinden van Ton Vissers, de ploegleider, nog net voor het vertrek naar startplaats Limoges in de ploeg van Willem II- Gazelle gezet. Maar voor Leen Jan sen duurde de Tour maar kort. Ton Vissers zelf stuurde de wielermas- seur terug naar Zandvoort, nog voor de verschrikkelijke Mont Ventoux te Hjf moest worden gesraan. Jansen ging en „Smokkeltje" Wagtmans, Rini's zieke vader, kwam. Rini ging uit slagen maken en steeg pijlsnel in het klassement. „Smokkeltje" Wagtmans werd bejubeld. Niemand repte over Leen Jansen die zich op van de ze nuwen naar huis haastte. Het uitvallen van wagen nummer 316 uit de Tour-karavaan viel geen mens op. Natuurlijk niet; er gebeurt zoveel. Er spelen zich iedere dag grote en kleine drama's af in het circus van de proffiet sers. Over het afhaken van een naam loze soigneur maakt geen mens zich druk. Alleen die naamloze soigneur zelf dan, die zich vertrapt voelt en dagen npdig heeft om weer op verhaal te komen. Maar dan komt het verhaal er ook in een vloed van woorden uit. Het verhaal van een van de uitvallers uit de Tour de France van dit jaar. Een uitvaller, „ik weet het, ik heb ook een grote muil", die al trammelant ondervond met de be geleiders van de renners uit de „Blauwe Ploeg", vóór de Tour begon. Maar de el lende begon pas goed toen de etappe koers op gang kwam. Jansen ergerde zich aan de gedragingen van Vidal, de eerste soigneur van Willem II-Gazelle en aan de wijze waarop Vissers, de equipeleider, bepaalde problemen „oploste". Jansen: „De maandag voor het kam pioenschap van Nederland al kwam ik bij Rini Wagtmans in St. Willibrord. Zijn rechterbovenbeen was een ruïne en nie mand zag hem in staat te starten in de Tour. Toen heb ik hem dagelijks onder handen genomen. Soms massages van 2 uur. Het ging vooruit. Hij kon al vrij snel weer goed koersen. Rini wilde me toen mee hebben naar de Tour en Vis sers gaf daarvoor toestemming. Rini zijn supporters zouden mijn onkosten betalen. Nu vroeg Vissers me of ik mee wilde gaan met de vaste masseur van zijn ploeg en dat deed ik omdat ik dat beter vond voor de samenwerking in de ploeg. Je moet per slot ruim drie weken met elkaar optrekken. Op weg naar Frankrijk kwam de eerste ruzie al. Met de mecaniciens. Er werden op mijn aandringen een paar flessen drank gekocht. Je moet weten,ik moet veel drinken vanwege mijn nier stenen en ik was niet van plan om het in die auto af te peigeren van de pijn. Maar de heren mecaniciens vonden het niet nodig dat er inkopen werden gedaan en zij reden door. Dat zat me al heel niet lekker." „De dag van vertrek naar La Rochelle kwam Vissers naar me toe en die ver telde me dat ik met een oud busje moest gaan rijden. Ik had niet één kaart of routebeschrijving en moest maar zien hoe ik steeds op tijd in de plaats van aan komst kwam. Ik kroop iedere dag op van de zenuwen achter het stuur, want steeds werd ik door controleurs tegengehouden. En ik had helemaal geen officiële papie ren op die auto. Toen kwam ook de eerste echte ruzie met Vidal die Bergmans, de vaste masseur van Willem II, en mij steeds weer liep op te jagen. Vidal wilde altijd 's ochtends zo vroeg mogelijk voor uit rijden. Terwijl Rini wilde dat ik tot de start bij hem bleef. Dat laatste deed ik dan ook. Maar dat betekende dat ik in m'n eentje steeds van start naar aan komst stuurde, buiten het parcours om. Toen kwam er een onenigheid met Vis sers die er bezwaar tegen maakte dat ik een vriendin van een kennis bij me had. Dus was ik vanaf dat moment helemaal alleen." „Op een kwaaie dag, er was inmiddels nog veel meer voorgevallen, word ik bij Vissers geroepen. Ik wist dat hij net ■daarvoor met Rini had gesproken. Toen werd me gezegd dat de organisatie niet meer voor drie soigneurs wilde betalen omdat er al drie renners van onze ploeg hadden opgegeven. Vissers vroeg Rini toen of hij de resterende twaalf dagen mijn hotel en verzorging wilde betalen. Maar er was nog niet zoveel verdiend, dus zei Rini: „Dat kan ik niet." Toen stelde ik voor dat ik in onze bus zou slapen en zelf wel voor m'n happie zou zorgen. Maar daar wilde Vissers niets van weten. Dat zou de naam van de firma immers geen goed doen, vond hij. Toen zei Vissers: „Leen je bent er als laatste bij gekomen, nu moet jij ook als eerste naar huis." Op dat moment kon ik niet helder meer denken. Ik raakte in paniek. Pakte mijn spullen en besloot in derdaad te vertrekken. De volgende och tend masseerde ik Rini nog één keer voor de start en toen we als vrienden uit elkaar gingen, kon ik mijn tranen niet bedwingen. Vissers vertelde me bij m'n vertrek nog dat hij me zeker zal mee nemen naar Parijs-Luxemburg in augus tus. Ik naar huis. In één ruk. En toen las ik in de krant dat ik naar huis was ge stuurd omdat „Smokkel" Wagtmans was gekomen. Wat ik op dat moment voelde is met geen pen te beschrijven. Ik was helemaal knock out." „Ik heb diezelfde dag nog via de tele foon met Rini gesproken. Hij zei niets in mijn nadeel te hebben gezegd. Het sterkte me weer een beetje dat Rini de volgende dag voor de televisie zei dat we niet met ruzie uit elkaar waren gegaan maar de hele zaak zit me nog niet lek ker." Niettemin weet Leen Jansen nu al: „Zo gauw de jongens weer thuis zijn ga ik naar St. Willibrord om Rini te mas seren en om met hem te praten. Dat heeft hij me al gevraagd door de tele foon." „Je begrijpt natuurlijk dat de presta ties die hij direct na mijn vertrek is gaan leveren niet uitsluitend zijn gekomen door de komst van zijn vader. AI gun ik die man best de eer. Maar toen Rini Wagt mans in de lappenmand zat met zijn rechterbovenbeen was ik alleen bij hem. Dat hij überhaupt nog in de Tour is ge start komt door mij. Dat durf ik gerust te zeggen. En daarom voel ik me bela zerd wanneer ze nu tegen me zeggen: sufferd jij bent naar huis gestuurd hè." LEEUWARDEN Harry Wouters van den Oudeweyer heeft in Leeuwarden op Fabiola tijdens een nationaal concours hippique een A-springconcours gewonnen. Hij bleef in de barrage een viertal ruiters in tijd voor. Gerard Maathuis zegevierde op Flamingo in een progressief spring concours. De uitslagen zijn: springconcours-A, na barrage: 1. Harry Wouters van den Oude weyer met Fabiola 0 strafpunten 35,6 sec.; 2. Jan Maathuis met Prince Polyson 0-36,6; 3. Gerard Maathuis met Sieglinde 0-37,2. Progressief springconcours: 1. na barra ge: Gerard Maathuis met Flamingo 15 p.- 43,6 sec.; 2. Jan de Haan met Caransa 15- 44,2; 3. Harry Wouters van den Oudeweyer met Dorian Grey 15-46,2; 4. Gerard Maat huis met Sieglinde 15-60,0. (Van onze tennismedewerker) BENNEBROEK. Het B- en C-toer- nooi van de tennisclub Bennebroek wordt vandaag en zondag voortgezet. Verras sende ontwikkelingen deden zich niet of nauwelijks voor. Het toernooi is dit jaar door de tennisclub Bennebroek voor het eerst georganiseerd. Sterke spelers en speelsters binnen het district Haarlem konden kennelijk het toernooiveld aan de Binnenweg nog niet vinden. De nederlaag van Wim Pastoors tegen de Rotterdammer P. Burki was wel te ver wachten. Kanshebber in het heren enkel B, J. de Groot uit Katwijk, bereikte de volgende ronde door een overwinning op Braam. De jonge Rein v. d. Wiel dwong Han Goossens een long set af. De volgende tegenstander van De Groot is Peter Groen land. Els Borgerding en mej. Faas, de eerste twee geplaatsten, kwamen in het dames enkelspel B nog niet in actie. Mej. E. Bor gerding komt uit tegen mej. H. v. d. Raadt. In het D.E. C-toernooi behaalde mej. Schaap in de derde ronde een drie sets zege. Tekelenburg versloeg Peter Groene- veld bij de heren. H. Coesel maakte korte metten met G. Harmsen. Laatstgenoemde speler maakte nog indruk door in de vo rige ronde een grootst mogelijke zege 60 60 te behalen, Uitslagen H. E. B, 2e ronde: J. de Groot Braam 63 64. GroenlandStrijbis 97 36 61. P. BartenSchultz 75 62. H. Goossensv. d. Wiel 60 108. E. Bartenv. d. Tunk 46 60 63. Bur kiPasstoors 60 61. D.E. B, 2e ronde: mej. Lommertsemej. Hooy 6—4 60. Mej. M. Gausmej. Vermeulen 8—6 06 6-3. H.E. C, 3e ronde: F. HosseletR. Bosma 64 75. H. BosseB. J. Groot 75 63. D.E. C, 3e ronde: mej. J. Schaap mej. M. Overing 26 63 6—1. BIRMINGHAM. Het Engelse cric ketelftal, dat na de eerste dag van de wedstrijd tegen de ploeg van de rest van de wereld op 282 runs stond voor het verlies van 7 wickets, voegde daar gisteren in Birmingham slechts 12 runs aan toe, om de eerste innings te be sluiten met een totaal van 294. Het restteam scoorde op de tweede dag 296 runs, voor het verlies van 4 wickets. luiAnAnnnnmmannnnnnfwvvinnnnnnnnfvvyMVViri (Van onze sportredactie) AMSTERDAM Te langen leste heeft skiffeur Jan Wienese zijn plan getrokken: hij zal geen grote wed strijden meer roeien. En misschien ook wel geen kleine meer. Hoewel het met Wienese allemaal nooit hele maal zeker is. „Jan is een bijzonder kind", placht zyn coach Visser te zeg gen. In dezelfde voegen als Dik Trom dat was, meende Visser. Het heeft lang geduurd, voordat Wieneses be sluit om niet meer „top" te roeien definitief was. De Amsterdamse skiffeur heeft lang geaarzeld, want het was veel waarvan hij afstand zou doen. Hij is enkele jaren lang 's werelds beste sculler geweest, werd beloond met Olympisch goud en was gevreesd om zijn kracht en zijn grote tactische gaven. Vóór alles moest echter Jan Wienese ergens zijn zinnen op hebben gezet. Was dat het geval, dan liet hij niets meer aan het toeval over, en pijnigde zichzelf om op het goede moment in topvorm te zijn. „Een race wordt echter niet alleen op het water geroeid" zei hij eens, kort voordat hij Olypisch kampioen werd in Mexico. „Aan mijn gedrag, al mijn doen en laten, moeten de skiffeurs kunnen merken, dat ik vind dat ik de sterkste ben. Er gaat een complete psychologische oorlogvoering aan een race vooraf." Jan Wienese hield daarvan. Hij groei de boven zichzelf als hij wist, dat hij werd gevreesd. „Een skiffeur is een een ling," was zijn stelregel. „Hij heeft er recht om zich op zijn eigen manier op een wedstrijd voor te bereiden. Hij moet zichzelf steeds happy kunnen voelen met de wijze waarop hij naar de race toe groeit." Het was een stelregel, die Jan Wienese veel problemen bezorgde. Hij plaatse zichzelf bewust buiten het gewone stra mien. En vooral de leiding van de roei- bond heeft hij nogal wat kopzorg ge bracht. Bij zijn vroegere coach en roei- bond-voorzitter dr. Dokkum ontmoette hij echter altijd veel begrip en zolang het tegendeel niet was bewezen kon Wienese zijn gang gaan. Jan Wienese is ook inderdaad een groot skiffeur, die echter in Mexico het hoog ste had bereikt wat er te bereiken viel en langzamerhand het brandende eerge voel in zich voelde doven. „Zelfs een Eu ropees kampioenschap zegt me eigenlijk niets meer. Ik kan niet meer bereiken dan ik al heb." Niettemin zette Jan Wie nese zich vorig jaar alsnog aan de voor bereidingen voor het Europees kampioen schap in Klagenfurt; Op zijn eigen wijze. Maar de overtuiging ontbrak. Voor de al- lom gefêteerde Wienese hoefde het alle maal niet meer. En zie, het mislukte ook prompt. Toen Jan Wienese in de finale eenmaal zag, dat hij niet meer kon winnen stopte hij de „motor." Het breepunt in Wie- nese's carrière was bereikt: hij had ver loren, omdat er niets meer te winnen was. En Jan Wienese kan niet verliezen. Niets deprimeert hem meer. Maar om niet te verliezen moet zeker een skiffeur veel op brengen. Niet alleen lichamelijk, maar vooral ook geestelijk. Hij worstelt niet al leen met de vijf andere deelnemers in de baan, maar zeker ook met zichzelf. En dat kan en wil Jan Wienese niet meer opbrengen. Het is te veel gevraagd. Hij heeft zich nu volledig gebogen over het opbouwen van een maatschappelijke carrière. Wienese gaat zijn studie voor physio-therapeut voltooien en peinst on derhand over de aanbiedingen die hij uit enkele landen heeft gekregen om coach te worden. Zijn besluit is echter nog niet gevallen. En misschien zal het ook nog wel even duren. Misschien komt er wel helemaal geen besluit. „Want," zegt Wie nese" het is niet onmogelijk, dat ik ooit nog weer eens ga roeien. Maar of ik dan de top nog haal, dat weet ik niet." En dat wil Jan Wienese nu eenmaal altijd. Jan Wienese op de vertrouwde plaats, die hij nu gaat verlaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 11