IJmuider Courant IF i Guerrilla's hebben noordelijke provincies van Mozambique stevig in handen Caetano wil status quo handhaven I Gedichten uit Portugese koloniën ft i iiiüin J» Jl S«»! f m y* V 'ia%- Dr. Mondlane Eenvijfde Driemanschap Angola t rü «fi 14 ;4>- Veiligheidsraad „Rood vergif" Vertraagd Erbij •*- nW* HUMIMÜ! VERDEELDHEID IN ANGOLA VERZWAKT HET VERZET (Van een speciale medewerker) Vanuit Tanzanië, over de grensrivier Rovuma in smalle, wankele kano's, via de weg van de kust naar de geïsoleerde Portugese vesting Mueda, vindt de be voorrading plaats van het bevrijdingsleger in Mozam bique, de Frelimo. In de noordelijke provincies Cabo Delgado, Niassa en Tete van deze Portugese kolonie in Afrika, woedt een jarenlange guerrilla tegen Portugal, met als resultaat, dat er in de, door Frelimo bevrijde gebieden, voor de Portugese strijdkrachten een hoogst onbevredigende situatie is ontstaan. Meer gelaten dan hoopvol wachten de soldaten hun aflossing af, die één keer in de twee maanden geschiedt. Deze verse troe pen, die als regel per helikopter worden aangevoerd, omdat voor hen de wegen niet meer veilig zijn, werpen zich dan de eerste dagen bijna hartstochtelijk op voor de Portugese belangen, maar nadat ze een paar keer in een hinderlaag zijn gelopen, trekken ze zich voor de rest van de tijd terug op hun bases. Daarop verschijnt meestal een verkenningsvliegtuig in de lucht, gevolgd door een gevechtshelikopter, die zijn boordwapens plichtmatig leegschiet op het oerwoud, waarna het wachten weer wordt hervat. HET BEVRIJDINGSFRONT van Mozambique is in mei 1962 opgebouwd uit onder meer de Democratische Na tionale Unie en verschillende kleinere nationalistische partijen. Oprichter van Frelimo was de op 5 februari 1969 bij een bomaanslag in Dar es Sa laam, Tanzanië, omgekomen Portuge se sociaal-democraat dr. Eduardo Mondlane. Op 23 oktober 1964 riep Frelimo op tot „totale gewapende op stand tegen het Portugese kolonialis me en voor gehele onafhankelijkheid van de bevolking van Mozambique". Vanaf dat ogenblik begonnen de mas sale arrestaties door de Portugese ge heime politie van hoofdzakelijk intel lectuele negers. Een hevige strijd ont brandde aan de noordelijke grens tus sen guerrilla's en Portugese strijd krachten. In mei 1966, toen bleek dat de op stand niet kon worden neergeslagen, stuurde Portugal 5.000 militairen naar Mozambique, het grootste aantal sinds 1961, toen op aandringen van Mozam- bikaanse Portugezen een korps vrij willigers naar de kolonie is gezonden om een „oproer" te bedwingen. De „ordeverstoring", zoals het in Portugal werd gezien, was het gevolg van een massamoord op honderden burgers, die voor vrijheid demon streerden. Op 16 juni opende op be vel van de Portugese gouverneur in Mueda een peloton militairen het vuur op de demonstrerende menigte. Zeshonderd mensen werden gedood. DE BESLISSENDE fase in de strijd leek te komen in oktober 1967, na de succesvolle aanval van Frelimo-strij- ders op het vliegveld van Mueda. Er bevonden zich toen 40.000 Portugese militairen in Mozambique. Na de ope ratie verklaarde Frelimo-leider Mond lane, dat hij eenvijfde van het land, de noordelijke provincies, met zijn 8.000 guerrilla's volledig onder controle had. De revolutie heeft tot nog toe twee grote slagen geïncasseerd. Dat was in de eerste plaats de moord op dr. Mondlane, die door een in een boek verstopte bom is gedood en een paar maanden later, op 5 april 1969 de overgave aan de Portugese autoritei ten van een van de guerrillaleiders, La- zare Kavandane. De situatie is nu nog dezelfde als eind '67, met het verschil, dat Freli mo de bevrijde gebieden meer dan ooit in handen heeft. De guerrilla's, die verzekerd zijn van de hulp van de bevolking, kunnen in deze gebieden hun ideeën in praktijk brengen. Onder de ogen van de machteloze Portugezen worden hele dorpen in een gezamenlijke produktie ingeschakeld, waarbij een gedeelte van de opbrengst vrijwillig aan de beweging wordt af gestaan. De totaal analfabete bevol king krijgt lager onderwijs, uitblin kers wordt de kans gegeven in Dar es Salaam, waar ook het hoofdkwar tier van Freilmo zich bevindt, verder te studeren. Medische verzorging heeft zijn in trede gedaan in de dorpen, hoewel sommige van deze dorpen nog niet bij het front zijn aangesloten. Er wordt, naar het front zegt, geen geweld uit geoefend om mensen te winnen voor de strijd. Niets zouden de Portugezen liever zien, dan dat op grote schaal dorpshoofden werden omgebracht, waarna zij dan de guerrilla's en de be volking tegen elkaar zouden uitspelen. Men is bij Frelimo dermate zeker van de juiste aanpak van de revolutie, dat men overtuigd is op den duur met veel geduld en propaganda, de hele be volking achter zich te krijgen. HET DRIEMANSCHAP, besturend presidium van Frelimo, dat zijn „stu diereizen" in Moskou, Peking en Ha vanna heeft gehad bestaande uit Uria Simango, Marcelino dos Santos en Sa- more Machele, ziet de werkelijkheid onder ogen. Een militaire overwinning op korte termijn, met veertigduizend Portugese militairen in Mozambique, is niet haalbaar. Zelfs nu is het zo dat waar Frelimo het noorden van het land onder controle heeft, in het zuiden de Portugezen nog steeds heer en mees ter zijn. Een poging, om ook hier door te dringen wordt niet eens onderno men. Men tracht de „bevrijde" gebie den te consolideren en hierdoor een soort pat-situatie te creëren met vrij spel voor het bevrijdingsfront. Gere geld gaat Machele, die tevens opper bevelhebber van de guerrilla's is, van uit Tanzanië naar Mozambique om zich cjaar van de bestaande situatie op de hoogte te houden. Bij deze ge legenheden wordt geen enkel militair kamp overgeslagen. Machele zelf houdt urenlange politieke toespraken en mengt zich onder de soldaten. De dorpen worden één voor één bezocht. Er worden teach-ins gehouden, waar bij Machele de bevolking steeds op roept een vergelijking te maken tus sen hun situatie onder Portugees be wind en die in samenwerking met Fre limo. AAN DE ANDERE kant hoopt men opi druk vanuit het buitenland op Port- tugal, onder meer het stopzetten van wapenleveranties in NAVO-verband aan dat dictatoriaal geregeerde land. Behalve begrip in communistische lan den, probeert het bevrijdingsfront ook sympathie te winnen hij westerse lan den. Als laatste middel, een wellicht ijdele hoop, ziet men een politieke revolutie in Portugal zelf, waardoor Mozambique zonder bloedvergieten on afhankelijk wordt. Wat Portugal betreft, Salazars op volger Caetano wil duidelijk de status quo handhaven. Hoewel het land een enorme defensiebegoting heeft (onge veer 42 percent), waarvan het groot ste gedeelte opgaat in de gewapende strijd in Portugees Afrika, zullen de guerrilla's er toch blijven, totdat ze met geweld worden verdreven. Terwijl de militaire situatie in Portugees Gui nee ernstig wordt geacht, beschouwt men het Portugese gezag in Angola en Mozambique, althans voorlopig als verzekerd. De Portugese regering probeert het buitenland, speciaal de Verenigde Sta ten, te overtuigen van de strategische waarde van de Kaap Verdische eilan den, die het werkelijke doel zouden zijn van de guerrilla's in Guinee om op deze wijze steun te krijgen tegen de opstand. Een en ander met een va ge vingerwijzing op een uitlating van een Russisch diplomaat, die zou heb ben gezegd: „Op de dag, dat wij de Kaap Verdische eilanden krijgen, is Brazilië van ons". Mocht het tot een plotselinge hevi ge uitbarsting komen in Mozambique dat gelooft men in Portugal, dat Zuid- Afrika de regering openlijk te hulp zal komen. DOOR HET bombardement op 6 fe bruari 1961 van de opstandige bevol king van Baixa De Cassinga liet Por tugal duidelijk blijken, dat men in Portugal niet van plan is de Afrikaan se „provincie" Angola op te geven. Elke bevrijdingsactie tracht nen met veel machtsvertoon de kop in te druk ken. s. V-. t' V A>/' '■s- y EjrtvJK» - S - ..JPV Was deze eerste Portugese actie als afschrikwekkend v oorbeeld bedoeld, vanaf 15 maart van hetzelfde jaar, toen in het noorden van de kolonie de opstand uitbrak, kreeg de Portuge se luchtmacht handen vol werk. Als represaillemaatregel wegens de aan val op de koffieplantages van Carmo- na door opstandelingen, werden Afri kaanse dorpen met 750-ponds napalm bommen met de grond gelijk gemaakt. Jachtvliegtuigen joegen de van angst radeloze dorpelingen achterna. Er zijn geen officiële cijfers, maar men ver moedt, dat 30.000 Afrikanen werden vermoord, toen de Portugezen het gezag met geweld min of meer herstelden. Het verzet was voorlopig gebroken. Drijfveer achter de toenemende na tionalistische bewustwording zijn, net zoals in andere Portugese koloniën, de onafhankelijkheidsbewegingen. De ver deeldheid tussen de verschillende or- „Al eeuwenlang worden in de Portugese koloniën gene raties van Afrikanen als slaven uitgebuit en geterroriseerd. Nu deze koloniën eindelijk in opstand zijn gekomen, neemt het fascistische Portugal zijn toevlucht tot folteringen en moord en bombardementen met napalm. En door het Westen dat de mond vol heeft van mensenrechten en democratie wordt dit achterlijke kolonialisme niet alleen getolereerd maar zelfs openlijk en op grote schaal gesteund". Aldus Bertus Dijk in het voorwoord van de door hem samen gestelde en vertaalde gedichtenbundel „Vuur en ritme". Het bevat gedichten uit de Portugese koloniën in Afrika: Angola, Mozambique, Kaap Verdische Eilanden, Guinee-Bissau en Sao Tomé. De dichters in deze bundel stellen openlijk of soms In be dekte termen het Portugese kolonialisme aan de kaak. Hei merendeel van hen is „assimilado", kleurling. Zij hebben van af hun jeugd de invloed van de Portugese cultuur ondergaan Enkele namen: Antonio Cardoso, Fernando Costa Andrade. Agostinho Neto uit Angola, José Craveirinha en Jorge Rebelo uit Mozambique, Jorge Barbosa, Anguinaldo Fonseca en Oné- simo Silveira uit Guinee en de Kaap Verdische Eilanden. Van Kaoberdiano Dambara uit Guinee-Bissau tenslotte dit gedicht van een gekweld mens, geschreven in de inheemse taal, het „Crioulo": MIJN DROOM Vooruit, sta op, naar beneden! Ik kom om je te arresteren! Wie ben je? Kijk hier (en hij laat mij een papier zien) In de naam van de „wet" en van de „staat". Ik schrik wakker Aan het voeteneind ligt enkel de oude hond Mijn lichaam is stijf, ik klappertand, De doodsangst heeft me te pakken Ik ben woedend op mijzelf! („VUUR EN RITME" werd samengesteld en vertaald door Bertus Dijk en uitgegeven door Van Gennep in Amsterdam) ganisaties verzwakt het verzet. Waar in de kolonie Mozambique de kleine re organisaties zich hebben geschaard achter Frelimo en zich zo beter kun nen concentreren zowel op de strijd tegen de Portugese strijdkrachten als op ontwikkelingshulp in eigen gelede ren is in Angola nog geen eenheid ge smeed. Het zijn voornamelijk de drie grootste organisaties, de MPLA (Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola, opgericht in 1956 en er kend door de Organisatie voor Afri kaanss Eenheid, de OAE), de GRAE (Revolutionaire Regering van Angola in Ballingschap) en de Unita (Natio nale Unie voor de totale onafhanke lijkheid van Angola), die weigeren een gezamenlijke leider te kiezen. In het buitenland voeren zij een ware pam- flettenoorlog. Op 13 juni 1960 richt de MPLA, die op 29 maart 1959, toen de Pide (thans DGS: de sinistere Portugese geheime politie) vele leiders arresteerde, in el kaar dreigde te storten, zich in een verklaring tot de Portugese regering om aan te dringen op een vreedza me oplossing van het koloniale pro bleem en stelt een ronde-taf el-confe rentie voor. Evenals in Mozambique reageerde het Portugese gezag ook hier met massale arrestaties in de hoofdstad Luanda. Demonstranten worden opgewacht door inderhaast versterkte garnizoenen, die het vuur op ze openen. Als reactie hierop brak in maart de opstand uit. Het afschuwelijke Portugese ant woord hierop deed 60.000 Afrikanen naar Kongo vluchten, terwijl de uiteen geslagen guerrilla's zich wanhopig trachtten samen te bundelen in de oer wouden van Dembos in het noorden. De Portugese druk bleek hier echter zo groot te zijn dat men besloot van tactiek te veranderen. De guerrilla's verlegden de strijd naar het oosten van het land, dat ze vanuit bases in Kongo en Zambia binnenvielen. DE STRENGE represaillemaatre gel van Lissabon lekte uit en de vei ligheidsraad verzocht Portugal op 10 juni 1961 de acties te matigen. In ju li werd door de Portugezen het Corpo BIJ DE FOTO'S Bevoorrading van de guerrilla's ge schiedt vanuit Tanzanië via de grensrivier Rovuma. Produkten uit bevrijd Mozambique worden geruild tegen medicamenten, voedsel, kle ding en onder wijsbenodigdheden (foto hierboven). Met deze lichte wapens van guer rilla's in Angola is de strijd tegen Portugese vliegtuigen bij voorbaat een verloren zaak (foto hiernaast). Opperbevelhebber Machele van het Frelimo (links) in een van de guer- rillakampén (foto linksboven). de Voluntarios („vrijwilligerskorps") opgericht. De blanken werden bewa pend en kregen volmacht iedereen met een zwarte huid te doden. Militairen en burgers arresteerden alle potentië le leiders onder de Afrikanen. In augustus 1966 kwamen de organi saties in Brazzaville bij elkaar en de leider van MPLA, Augustino Neto, kon digde een nieuw, nu gezamenlijk front aan tegen de Portugezen in het zuiden van Angola. Vanaf dit tijdstip kon het verzet georganiseerd worden genoemd. Ook de Portugezen beseffen dit, de gevechten met de guerrilla's worden regelmatiger, feller, steeds meer sol daten sneuvelen. De guerrilla's heb ben opleidingskampen opgericht in de grensgebieden, waar Algerijnse en Chinese instructeurs de stoomcursus sen geven. Lissabon stuurt 55.000 mi litairen naar de „provincie". DE SITUATIE is in die vier jaar niet veel veranderd. De guerrilla's ma ken het noorden en vooral het oosten van Angola voor de Portugezen onze ker, terwijl Lissabon alles in het werk stelt om wat zij ziet als „het rode vergif op zwarte aarde," tegen te hou den en te weren. Voornamelijk uit de rijke industriegebieden in het zuiden en het midden van het land en de kust streken. Ook in Angola spreken de verzets organisaties over „bevrijde" gebieden, hoewel het „bestuur" niet zo efficiënt schijnt te zijn als dat in Mozambique. De Portugezen trachten de kolonie tegen elke prijs te handhaven. Ze ko men nu langzamerhand tot het inzicht, dat ze met hun gewelddadig optreden haast niets hebben bereikt. Ineens blijkt er wel geld te zijn voor de nood zakelijke sociale verbeteringen. DE VRAAG HOE het vluchtelingen probleem op te lossen, wordt niet beant woord. Na de Portugese represaille maatregelen in '61 zijn er in een half jaar ongeveer 200.000 Afrikanen voor het oorlogsgeweld op de vlucht gegaan. Pas in '66 is deze stroom wat afge nomen. Volgens voorzichtige schattin gen moet het aantal uitgeweken Ango- lezen tegen de half miljoen lopen. On geveer een kwart van dit aantal kwam om na de Portugese moordpar tij. De honderdduizenden die in Kongo aankwamen, werden er niet veel be ter op. Ze werden min of meer aan hun lot overgelaten. Het Internationa le Rode Kruis stopte al in januari 1962 met zijn hulpverlening. Het hoge com missariaat voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties gaf meer dan 50.000 gulden per jaar. De Angolese nationalisten doen wat ze kunnen om de nood te verlichten, maar hun maat regelen halen weinig uit. Zo nu en dan keren groepjes vluchtelingen naar An gola terug, moe van de uitzichtloosheid en gezwicht voor de Portugese propa ganda. „Waarschijnlijk hebben we de red ding van Angola aan onze luchtmacht te danken", schreef de Portugees He- lio Fergas in zijn boek „Oorlog in Angola" Het is mogelijk dat dit alle maal de bevrijding van de kolonie met vele jaren heeft vertraagd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 13