I
Bismarck lokte honderd
jaar terug de oorlog uit
- De „EMSER DEPESCHE" -
ZATERDAG 25 JULI 1970
Erbij
14
Pruisische troepen in stelling bij het beleg van Straatsburg in de Elzas. Heel Elzas-Lotharingen werd na de
capitulatie bij Duitsland gevoegd.
WAT BISMARCK ER VAN MAAKTE:
Toen de Franse regering bericht had ontvangen dat
Leopold voor de troon van Spanje had bedankt, heeft
de Franse gezant aan Z.M. de eis gesteld hem te
machtigen te telegraferen dat Z.M. zich voor de
verdere toekomst zou verbinden nooit meer zijn
toestemming te geven als Leopold opnieuw een
candidatuur zou aanvaarden.
DE OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET DOOR
ABEKEN VERZONDEN TELEGRAM:
Zijne Majesteit schrijft mij: „Graaf Benedetti sprak
mij op de promenade aan om op tenslotte opdringe
rige wijze van mij te vragen dat ik hem zou mach
tigen dadelijk te telegraferen dat ik mij voor de
verdere toekomst zou verbinden nooit meer mijn
toestemming te geven als Leopold opnieuw een
candidatuur zou aanvaarden.
Ik wees dit, tenslotte nogal ernstig, van de hand
daar men a tout jamais zulke verplichtingen niet
mag noch kan aangaan. Natuurlijk heb ik hem ge
zegd dat ik nog geen bericht (van bedanken) had
ontvangen en dat hij, daar hij eerder geïnformeerd
was dan ik, wel moest inzien dat mijn regering er
niets mee te maken had". Zijne Majesteit heeft na
dien bericht van Leopold ontvangen. Daar hij graaf
Benedetti had medegedeeld dat hij bericht van Leo
pold verwachtte, heeft hij op mijn aanraden be
sloten graaf Benedetti niet meer te ontvangen maar
hem door een adjudant mede te delen dat Z.M. de
bevestiging had ontvangen van het door Benedetti
reeds ontvangen bericht en dat hij de gezant verder
niets te zeggen had. Z.M. laat het aan Uwe Excel
lentie over te beslissen of de nieuwe eis van Bene
detti en de afwijzing daarvan aan onze gezanten en
aan de pers moeten worden meegedeeld.
Daarop heeft Z.M. geweigerd de Franse gezant nog
maals te ontvangen, maar hem door een adjudant
laten mededelen
dat hij hem verder niets te zeggen had.
Op een mooie zomerse dag in juli 1870, nu honderd jaar geleden, wan
delde de Pruisische koning Wilhelm I, een man van 73 jaar, langs de
promenade te Ems, naar de bron waar hij de baden gebruikte. Daar ont
moette hij de Franse gezant graaf Benedetti en had een onderhoud met
hem. Waarover spraken zij, die twee daar bij de bron? Niet over krekel
tjes en korenbloempjes blauw, dat is zeker. Een veel ernstiger onderwerp
hield hen bezig: de situatie in Spanje.
Kundige militair
Vacante troon
met vuur
mm
Grootste vernedering voor de Fransen: In het paleis van Versailles werd Wilhelm I uitgeroepen tot Duits
keizer. (Schilderij A. von Werner).
Belofte
Geen belediging
k
BISMARCK, de koele politicus
die zijn „idealen" van meet af
aan niet met woorden maar met
daden wilde bereiken. Die daden
werden dan wel verricht met
„Blut und Eisen".
Nederlagen
Overwinning van 1870 laatste stap
tot éénwording van het Duitse Rijk
worden opgelost „sondern durch Blut
und Eisen". Twee oorlogen had hij
reeds gevoerd, tegen Denemarken en
tegen Oostenrijk; de derde, tegen de
Erbfeind Frankrijk, zou de beslissen
de worden. Het leger was paraat; op
de neutraliteit van Rusland, Oosten
rijk, Italië en Engeland kon Pruisen
om allerlei redenen rekenen. De lont
lag aan het kruitvat. Nu moest er zó
worden gemanipuleerd dat Frankrijk
er de lucifer bij zou houden. Heel ge
makkelijk was dat niet, want Leopold
von Hohenzollern was begonnen voor
de troon te bedanken en bleef ondanks
herhaalde aandrang weifelen. Zijn va
der was er helemaal tegen en ook de
oude Wilhelm I, het hoofd der fami
lie, zag met grote bezorgdheid hoe
gevaarlijk de toestand aan het wor
den was. Maar Bismarck betoogde tel
kens weer dat men er Leopold toe
moest bewegen de candidatuur te aan
vaarden. Hij spiegelde zijn meester
daarvan allerlei voordelen voor: de
handelsbetrekkingen zouden er gunstig
door worden beïnvloed, het aanzien
van het.huis Hohenzollern zou er door
stijgen en Pruisens positie tegenover
Frankrijk zou er door worden ver
sterkt. Men ziet hoe slim het betoog
is opgebouwd: eerst geld, dan aan
zien, dan macht. Terwijl hij de ko
ning bewerkte, gaf Bismarck een wenk
aan Prim dat hij het aanbod aan Leo
pold moest herhalen, zonder daarbij
Pruisen te betrekken. Het initiatief
moest van Spanje uitgaan. Het betrof
hier immers „een Duitse particulier".
Wilhelm gaf tenslotte in zoverre toe
dat hij prins Leopold vrij liet in zijn
beslissing en nu, in juni 1870, nam de
ze aan.
Natuurlijk wist de Franse regering
heel goed dat Bismarck een gevaar-
Daar had tot 1868 geregeerd (als
men het zo noemen wil) Isabella II.
Zij was als meisje van dertien meer
derjarig verklaard en gekroond, maar
zij was voortdurend het werktuig, de
speelbal van elkaar hatende en tegen
elkaar intrigerende hovelingen en ge
neraals. Er waren nogal wat liefdes
geschiedenissen, want men had haar
laten trouwen met haar neef Frans
van Assisi, van wie vaststond dat hij
zijn geslacht nimmer zou kunnen voort
zetten. Isabella was levenslustig, was
spilziek en vroom. Met haar minnaar
Marfori en haar biechtvader Claret,
een oud-soldaat die het, wie weet hoe,
tot bisschop had gebracht, vormde de
koningin een soort geheime raad, een
camarilla, waartegen telkens verzet
rees. De hoofdaanlegger daarvan was
een zekere generaal Prim. De laatste
pronunciamento slaagde, maar liep
in zoverre uit de hand dat niet alleen
de hofkliek, maar ook de koningin zelf
het slachtoffer werd; zij moest de
vlucht nemen en nam de wijk naar
Frankrijk.
Nu had Prim geen republikeinse
neigingen en hij ging dus op zoek
naar candidaten voor de vacante troon
En dat was nu het ogenblik waarop
de Pruisische Bondskanselier Otto von
Bismarck belangstelling voor de Spaan
se zaak begon te krijgen. Op het lijst
je van Prim stonden Isabella's zoon
tje Alfonso, van wie men niet wist
wiezijn vader was. Haar zwager de
hertog van Montpensier die een zoon
was van de vroegere Franse koning
Louis Philippe? Voorts stonden er een
zoon en ook nog een neef op van
de Italiaanse koning Victor Emanuel.
Keuze genoeg zou men zeggen. Maar
Bismarck had een van zijn geheime
agenten naar Madrid gestuurd met
een zak vol geld (50.000 Engelse pon
den) om bovenaan Prims lijstje ge-
plaats te krijgen: Leopold van IIo-
henzollern-Sigmaringen. Deze Leopold
behoorde tot de katholieke tak der
familie, wat natuurlijk een conditio
sine qua non voor Spanje was. Zijn
broer was kort tevoren koning van
Roemenië geworden en huwde juist
nu Carmen Sylva, prinses von Wied.
Leopold voelde zich helemaal Duitser,
hij had in de Deense oorlog als offi
cier in het Pruisische leger gevoch
ten en in Berlijn een politieke carrière
opgebouwd. Maar zijn vader Karei
Anton was getrouwd met een dochter
van Stephanie de Beauharnais en er
waren dus ook familierelaties met het
huis Bonaparte dat nu in Frankrijk
regeerde.
Bismarck wist heel goed dat hij
door in het geheim deze Duitse prins
naar voren te schuiven, met vuur
speelde, maar dat wilde hij juist. Al
leen moest hij ervoor zorgen dat als
er brand uitbrak, de schuld op de
Franse keizer Napoleon III zou worden
geschoven (en niet op de Pruisische
koning). Brand, dat wil zeggen: oor
log, had Bismarck nodig om zijn doel
de politieke eenheid van Duitsland, te
bereiken.
Bismarck was realist. Ich will Zwecke
erfüllen, nicht Theorien verwirklichen
is een van zijn bekende uitspraken,
naast die waarin hij zegt dat de grote
vraagstukken in de politiek niet door
praten en besluiten van parlementen
lijke tegenstander was. Toen Pruisen
in 1866 Oostenrijk had verslagen, be
noemde Napoleon III maarschalk Niel
tot minister van oorlog en deze kundi
ge militair nam een reeks doeltref
fende maatregelen om Frankrijk tegen
een aanval uit het ooosten te bescher
men. Maar Niel overleed in 1869 en
zijn opvolger Le Boeuf greep op ruwe
wijze in de half voltooide organisatie
in. Tegelijk verzekerde hij dat, als er
een oorlog zou komen, er „geen knoop
aan de slobkous van een Frans sol
daat zou ontbreken". Ongelukkiger
wijze wint men geen oorlog met slob-
kousknopen, maar met andere midde
len. En in dat opzicht heerste in
Frankrijk een chaos, waarvan niemand
evenwel een idee had en die pas
bleek toen de vijandelijkheden waren
begonnen. Maar zover was het nog
niet.
Het bericht van de candidatuur van
Leopold sloeg in Frankrijk in als een
bom. De pers raakte gealarmeerd en
schreef opgewonden en onvoorzichtige
artikelen. Gramont, de onbezonnen,
kortzichtige en oorlogszuchtige minis
ter van Buitenlandse Zaken, zei op ho
ge toon in de Kamer: „De mogend
heid die een zijner prinsen op de
troon van Karei V plaatst (die immers
zowel koning van Spanje als keizer
van Duitsland was geweest!) ver
stoort het Europese evenwicht. In dat
geval zal Frankrijk zijn plicht doen,
zonder aarzeling en zonder zwakheid".
Bovendien gaf de regering haar ge
zant in Berlijn opdracht een audiëntie
aan te vragen bij koning Wilhelm en
er bij hem op aan te dringen dat hij
het besluit van Leopold von Hohen
zollern zou afkeuren en de prins zou
bevelen er op terug te komen. Het
was namelijk een vaste gewoonte in
dergelijke aangelegenheden dat het
hoofd van een regerend vorstenhuis
zijn toestemming moest geven voor
de troonsbestijging van een zijner fa
milieleden in een ander land. Ingevol
ge deze moeilijke opdracht reisde Be
nedetti naar Ems, waar wij hem in
gesprek met de Pruisische koning ach
terlieten.
Benedetti heeft na de Frans-Duitse
oorlog een boek gepubliceerd „Ma mis
sion en Prusse", waarin hij verant
woording aflegt van zijn beleid. Hij
was gezant in Berlijn sinds 1864 en
kende dus zijn Pappenheimers, zijn
Duitse zowel als zijn Franse. In zijn
bovengenoemde rede in de Kamer had
Gramont ook gezegd dat de bespre
kingen met Leopold die geleid hadden
tot de aanvaarding van de Spaanse
kroon „voor ons verborgen waren ge
houden" en in Frankrijk had men
daaruit begrijpelijkerwijze de conclu
sie getrokken dat Benedetti van de he
le zaak niets afwist en zich door de
Duitse diplomatie lelijk bij de neus
had laten nemen. Om zich van die
blaam te zuiveren gaf de gezant nu
in zijn boek zeer precies de gang van
zaken weer met de volledige tekst van
de door hem uitgebrachte rapporten
en de gewisselde telegrammen. Daar
uit blijkt dat Benedetti zich met tact
van zijn opdracht heeft gekweten.
„Het is in uw vermogen Majesteit",
was zijn argumentatie, „alle moeilijk
heden te bezweren, in Spanje een mo
gelijke burgeroorlog te voorkomen en
de regering van Frankrijk te bewij
zen hoe goed de betrekkingen tussen
beide landen zijn".
Wilhelm ontweek een direct ant
woord. Hij zei dat men onderscheid
moest maken tussen de koning van
Pruisen en het hoofd der familie Ho
henzollern. In die laatste functie had
hij Leopold vrijheid gelaten de troon
te aanvaarden. Daarop antwoordde
Benedetti dat de openbare mening in
Frankrijk moeite zou hebben met dit
onderscheid en dat de Franse regering
niet onverschillig kon blijven. Wil
helm bleef overtuigd dat Frankrijk
niets te vrezen had en dat de eer van
het land onaangetast' was en blijven
zou. Daarmee gingen de heren uiteen.
Wilhelm, die in deze periode nog vre
delievend was, is toch onder de in
druk geraakt van deze bespreking.
Wij weten dat hij achter de rug van
Bismarck om invloed op Leopold heeft
uitgeoefend om „vrijwillig terug te
treden". Aan die wenk gaf de prins
vi.
||PM|
gehoor en de vrede scheen verzekerd.
En tegelijkertijd had de Franse diplo
matie een duidelijke overwinning be
haald. Maar daarmee was zij niet te
vreden. Het succes is Gramont kenne
lijk naar het hoofd gestegen. Napo
leon III was een vermoeid en ziek
man die de teugels van het bewind
liet glippen, juist op het moment dat
hij ze steviger dan ooit in handen had
moeten houden.
Hij machtigde Gramont Benedetti
opnieuw naar Wilhelm te sturen met
de opdracht van de koning de belofte
te vragen dat hij, als in de toekomst
de troon van Spanje opnieuw aan Leo
pold zou worden aangeboden, zijn toe
stemming zou weigeren. Dit was na
tuurlijk te veel gevraagd en Benedetti
gehoorzaamde dan ook met grote te
genzin. Opnieuw had een onderhoud
plaats, waarover de gezant onmiddel
lijk verslag uitbracht aan zijn rege
ring. Uiteraard kon hij slechts melden
dat de koning ronduit geweigerd had
een dergelijke verklaring af te leggen.
Wel machtigde hij Benedetti aan de
Franse regering te berichten dat hij
met het besluit van Leopold zich te
rug te trekken instemde en het goed
keurde. Daarmee was voor hem de
zaak uit. Ongelukkigerwijze hield Gra
mont vol. Opnieuw stuurde hij de on
gelukkige Benedetti er op uit. Als de
koning vier woorden spreekt: je le lui
défendrai (ik zal het hem verbieden)
is de vrede verzekerd, aldus telegra
feerde hij naar Ems. Maar Wilhelm
week niet. In de beruchte Emser De-
pesche telegrafeerde hij aan Bismarck
die met vakantie was ('t was hartje
zomer) „dass man a tout jamais der-
gleichen Engagements nicht nehmen
dürfe noch könne".
Intussen was er geen sprake van
een breuk tussen de koning en de
Franse gezant. Wilhelm telegrafeerde
uitvoerig aan Bismarck, maar ontving
Benedetti de volgende morgen nog op
heuse wijze aan het station, vanwaar
hij de reis naar zijn hoofdstad onder
nam.
Er was dus, zoals Benedetti schrijft
„ni insulteur ni insulté" (geen beledi
ger en geen beledigde). Hij was uit
hoffelijkheid naar het station gegaan
en het afscheid was vriendelijk.
Bismarck ontving het telegram uit
Ems, dat was opgesteld door de dienst
doende adjudant Abeken, terwijl hij
zat te tafelen met twee Generaalveld-
maarschalken, Von Moltke en Roon.
Ze zijn allebei een jaar later, na de
oorlog, in de adelstand verheven. Toen
de heren van de inhoud van het tele
gram hadden kennisgenomen, waren
zij zo teleurgesteld „dass sie Speise
und Trank verschmahten", vertelt Bis
marck. In een brief uit die tijd staat:
„Das Bier schmeckte uns nicht". Nu,
dat wil wat zeggen. Toen viel Bis-
marcks oog op de slotzin. Snel vroeg
hij Moltke of uitstel van een gewapend
conflict wenselijk was in verband met
de legerorganisatie. Deze ontkende.
Hoe eerder hoe liever, was zijn op
vatting. Toen nam Bismarck een pen
en begon woorden en zinnen van het
telegram door te strepen. Daarna las
hij het resultaat voor en opeens klaar
den de gezichten op. Moltke riep: „Zo
heeft 't een heel andere klank! Eerst
was het 't signaal tot de terugtocht,
nu is 't een fanfare in antwoord op
een uitdaging". En zich met de hand
op de borst slaande voegde hij er aan
toe: „Als ik dat nog mag beleven dat
ik in zo'n oorlog onze troepen mag
aanvoeren, dan mag de duivel dade
lijk daarna deze ouwe ribbenkast ko
men halen!" en alle drie schaterden
van 't lachen. Bismarck schetste de
situatie goed door te zeggen: „Nu zal
't werken als een rode lap op de Gal
lische stier". Ja, 't waren fijne heren,
die drie. Maar zij slaagden volkomen
in hun opzet, dat moet worden toe
gegeven.
Gramont sprak in de Franse Ka
mer opgewonden over de oorvijg die
Pruisen Frankrijk had toegediend, een
smaad die gewroken moest worden.
Blind van woede stormde de Gallische
stier op de rode lap af en liep zich te
pletter tegen de muur van Duitse solda
ten. Ondanks het verzet van Thiers,
die telkens weer aandacht vroeg voor
het feit dat Leopold had bedankt en
dat Wilhelm daarmee instemde, vo
teerde de Kamer 50 millioen franc voor
het leger en op 19 juli 1870 verklaarde
Frankrijk de oorlog. Toen bleek pas
de volkomen wanorde in de legerorga
nisatie. Niets was gereed, hier zocht
een commandant zijn legerafdeling,
ginds had-den de soldaten geen patro
nen. De forten van Metz en Belfort
waren niet voltooid; sommige garni
zoensplaatsen waren niet bereikbaar
omdat er geen spoorlijn heen liep en
het gehele treinverkeer in de war was.
De troepen waren niet geoefend in de
moderne strijdwijze waarin de Duit
sers tijdens de oorlog van '66 ervaring
hadden opgedaan.
Nederlaag volgde op nederlaag en
op 2 september, zes weken na de oor
logsverklaring, moest bij Sedan het
Franse leger zich onvoorwaardelijk
overgeven. Napoleon III schreef aan
Wilhelm: „Monsieur mon frère,
n'ayant pu mourir a la tète de
mestroupesilnemerestequ'4
mettre mon épé entre les
mains de Votre Majesté" (daar
het mij niet gegeven is aan het hoofd
mijner troepen te sneuvelen, blijft mij
slechts over mijn degen in de handen
van uwe Majesteit te leggen).
Het onmiddellijke gevolg van de ca
pitulatie van Sedan was revolutie in
Parijs. Op 4 september 1870 werd de
Derde Franse Republiek uitgeroepen
die met inspanning van alle krachten
de oorlog wilde voortzetten.
Maar in januari 1871 moest Parijs
zich overgeven en op 10 mei werd de
vrede van Frankfort getekend waar
bij Frankrijk Elzas, Lotharingen af
stond en zich verplichtte binnen drie
jaar vijf milliard francs oorlogsschat
ting te betalen. En het hatelijkste was
dat in de Spiegelzaal van het slot te
Versailles Bismarck zijn levensdoel
verwezenlijkt zag: de Pruisische ko
ning werd daar tot Duits Keizer uitge
roepen. De Duitse eenheid was vol
tooid. Durch Blut und Eisen.
DR. P. H. SCHRODER