Optimistische baancoach Martin Wierstra „WIJ KOMEN MINSTENS MET EEN WERELDKAMPIOEN NAAR HUIS Kanofederatie schorst ook Zuid-Afrika brug groothandelcentrum MOTOREN NU AL DEFECT Veel werk in Leicester voor Arie Zwartepoorte Debutant volgt coureur met een brommer VUURPROEF VOOR FRANS MAHN Cees Stam Piet de Wit 'wmÊgÊmmmm ideale inkoopmethode voor winkeliers en grootverbruikers WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1970 12 ideaal kanshebber i?r Welletjes voedingsmiddelen, delicatessen, comestibles, dranken, non foods, diepvriesartikelen. - alles voor winkel en grootkeuken. - kopen naar behoefte - direct meenemen. - allerlaagste kwantumprijs. - altijd verse produkten. - demonstraties nieuwe artikelen. Lyrisch Geweldig 1) X' Niet intensief Financiën (Van onze sportredacteur) LEICESTER De combinatie Stam-Stakenburg is beangstigend goed, is het oordeel van stayerscoach Martin Wierstra. „Het moet al heel vreemd gaan, als Stam geen wereldkampioen gaat worden". Dat is een andere zeer stoutmoedige prognose van de KNWU-coach. Het wonderlijke is dat Wierstra een rustige, nuchtere figuur is, die zich het liefst zoveel mo gelijk op de achtergrond houdt en van wie men geen voorbarige en opge wonden voorspellingen verwacht. Wierstra is zeker van zijn zaak, zoals hij er ook zeker van is dat er in zijn sector van de baanploeg geen moeilijk heden zullen ontstaan die de sfeer zouden kunnen bederven. Wierstra heeft in tegenstelling tot Frans Mahn, zyn partner voor de andere nummers ervaring, want hij zorgde er vorig jaar in Bmo voor dat de zaken goed marcheerden bij zijn stayers. „Je moet", zo oordeelt Wierstra, „de jongens buiten de conflicten houden die zeker zullen ontstaan tijdens de wereld kampioenschappen. Die ontloop je nu eenmaal niet. De renners leven onder hoogspanning. Ze moeten opgevangen worden. Ze moeten niet betrokken raken in zaken die hun vorm en concentratie kunnen verstoren een naam als stayer heeft verworven. Dat is nu belangrijk voor de komst van de winterbaan in Rotterdam". Is de sfeer bij de stayerij de laatste jaren verbeterd en de vraag komt dan natuurlijk: heeft Wierstra zelf het nooit als een groot nadeel ondervonden dat je als stayer voor een groot deel afhankelijk bent van je gangmaker. Er is in het ver leden dat nog niet zo ver weg ligt trouwens: men behoeft maar de naam Rome te laten vallen in combinatie met Stam nogal wat gepasseerd op dat ge bied. Wierstra heeft zich zeker wel geër gerd aan het feit dat hij niet helemaal onafhankelijk zijn prestaties kon leveren. „Maar ik geloof dat het tegenwoordig zuiverder is. Kijk, vroeger hadden de gangmakers alleen maar belang bij het kleine groepje beroepsstayers. De ama teurs hingen er helemaal bij. Vooral in die sector werd nogal eens, laat ik het noemen, ongeïnteresseerd gereden. De amateurs waren bijzaak. Nu is het stramien veranderd. „De amateurs rijden nu meer dan de profs. De gangmakers hebben de stayers Martin Wierstra weet alles van zenu wen bij topsport. Hij is zelf drie keer stayerskampioen van Nederland geweest en was één keer tweede bij de wereld kampioenschappen. Wierstra is ook nog steeds bezitter van twee wereldrecords, de 100 km in 1 uur en 12 minuten (waar bij hij twee ronden zonder motor moest rijden wegens defect aan de motor) en het tien kilometer-record, dat hij vestig de in Milaan in 1959. Hij haalde een gemiddelde van 93.246 meter. „Dat record is niet meer te pakken. Door niemand meer. Want het was het maximum dat uit de combinatie baan- gangmaker-stayer te halen viel." De gangmaker was de veelbesproken, maar wel kundige, Belg Van Ingelghem. Hij had Wierstra zien trainen. „Jij alleen kunt dat record verbeteren, want jij al leen kunt zo laag sturen, maar je moet w;el banden met 12 atm. rijden". Wierstra herinnert zich nog precies de angst die hij voelde bij het horen van 12 atm. Maar hij verbeterde het record met ruim twee seconden. Van Ingelghem reed dertig me ter de spaanders uit de baan en bekende angst gehad te hebben dat hij door het haken van de motor zou vallen. Wierstra weet dus precies wat het is om stayer te zijn. „Het blijft een van de moeilijkste onderdelen van de wieler sport. Je houdt altijd risico's, omdat je zo hard gaat". In 1960 stopte Wierstra. Hij wilde niet minder dan een straatve ger verdienen en toch ook nog gevaar lopen. Hij vond het na tien jaar staye- ren welletjes. Wierstra kan dus ook goed oordelen over het verschil van de stayerij vroe ger en nu. Vroeger, in zijn begintijd, kon •hij met fietsen achter de motor goed geld vendienen, maar dat werd allengs min der. „Voor profs is er weinig als stayer te halen op het ogenblik. Maar een titel geeft wel een goede entree voor de winter baankoersen. Kijk maar naar Piet de Wit. Hij rijdt zesdaagsen omdat hij zich KOPENHAGFN De Internationale Kano- en Kajakfederatie heeft dinsdag tijdens een congres in Kopenhagen be sloten Zuid-Afrika als lid voor onbepaal de tijd te schorsen. De schorsing gaat aanstaande maandag in, om een Zuid- afrikaanse Kajakploeg nog de gelegen heid te geven in Spanje aan wedstrijden deel te nemen. Men besloot dat indien Zuid-Afrika weer geaccepteerd mocht worden als lid van het Internationale Olympische Comité, da1 dan het lidmaat schap weer teruggegeven za) worden. ADVERTENTIE 9Br geen toegang voor particulieren. d. ven. n.v. parallelweg 61 beverwijk tel 2 50 47 d. ven. n.v. j. v. krimpenweg 1 haarlem tel. 31 93 19 nu meer nodig dan vroeger. Ze zullen zich er nu niet meer met een Jantje van Leiden af kunnen maken. Er is nu meer binding tussen de gangmakers en de ama teurs. „Maar" en Wierstra zegt het met nadruk, „het blijft natuurlijk wel de ren ner die de prestatie moet leveren. Een gangmaker kan nog zo goed zijn met een slechte renner bereikt hij niets. Kijk maar naar Koch, die met Van Llth reed, een beginneling, niets kwaads van de jongen overigens. Maar Koch kwam toch niet met Van Lith op het voorplan. Het is een soort koppelwedstrijd, het stayeren. Je bent op elkaar aangewezen. Je moet er samen het beste van maken. Je moet al le twee kwaliteit hebben om tot de top te kunnen doordringen." Wierstra wordt bijna lyrisch als hij gaat praten over de ideale stayer, die hij bij de amateurs praktisch benaderd ziet in de figuur van Stam. „Hij zit doodstil achter de inotor, liet hoofd omhoog. Hij stuurt goed, want dat is het punt. Als je je even verstuurt dan is het net alsof je een vuist tegen je lichaam voelt gaan. Je hebt je handen en je benen nodig. Post is als derny-rijder de allerbeste, 'n klasse apart, maar hij slaagde niet ach ter de grote motor. Dat komt omdat hij wat wringt bij het sturen, omdat hij niet helemaal doodstil zit." Stam en ook De Wit zijn „draaiers". Ze hebben een enorme souplesse, die vooral op de Amsterdamse stadionbaan tot uiting komt. Maar hoe is dat op de baan in Leicester? „Stam heeft als het moet ook een harde tred. Hij heeft hard heid opgedaan in de wegwedstrijden die hij gereden heeft. Bovendien is hij nu in optimale conditie. Vorig jaar reed hij met een gebroken pols, die met staaldraad was gehecht. Maar na de kampioen schappen moest het bot opnieuw gebro ken worden. Hij heeft er tot het voorjaar mee gesukkeld. Maar toen was de pols geheeld en heeft hij zich beter dan ooit op de kampioenschappen kunnen voorberei den." Maar hoe zit het met de gangmakers? Wordt er eerlijk gestreden? Is dat te ver wachten? De KNWU heeft alle gangma kers die met Nederlanders rijden weer een verklaring laten tekenen dat ze niet tegen elkaar zullen rijden. Ze mogen ook niet met een buitenlander stayeren, ten zij de KNWU daar toestemming voor geeft. Koch valt daarbuiten omdat hij, zoals al jaren het geval is, Proost gang maakt. Bij de amateurs neemt hij een Zwitser achter de rol. Koch is als gang maker in Nederland nog steeds uit de gratie. Stam vormt een geweldige combinatie met Stakenburg. Bert Boom levert uit stekende prestaties met Walrave. Maar het zal voor de „ouderling" van de ploeg moeilijk worden om zijn wereldtitel te prolongeren, ook al heeft hij zich en op de weg en op de baan terdege voorbe reid. Dan is er nog de jonge Rijnink uit Amsterdam, die zijn kans krijgt ervaring op te doen. Hij is er sedert Vorig jaar bij. Zijn gangmaker is niet Pelser, zoals in Amsterdam bij de Nederlandse kam pioenschappen, maar Van Roey. Pelser kan namelijk niet overweg met de han delsmotoren. Ook wanneer men over de buitenland se concurrentie praat blijft Wierstra zeer optimistisch. „We komen zeker met één wereldkampioen thuis en de kans is groot met twee: Stam en De Wit." Wierstra wil dan bij de profs zeker Jaap Oudkerk niet vergeten, de huidige titelhouder. „Jaap rijdt opmerkelijk sterk na het on geluk dat hij gehad heeft. Hij blijft ook een van de favorieten voor de wereldti tel 1970." Wierstra zal moeten zorgen dat de sfeer die in Brno goed was, ook goed blijft. Er is daar eigenlijk geen twijfel over, want Martin Wierstra heeft juist die mengeling van eigenschappen, die hem tot een goede coach maken: erva ring, takt en overwicht. HANS ROMBOUTS (Van onze sportredacteur) LEICESTER. Arie Zwartepoorte, na een jaar afwezigheid terug als chef d'equipe van de wielerploeg voor de wereldkampioenschappen, heeft on middellijk druk werk gekregen in Lei- cester. Tijdens de training van de stayers gistermiddag raakten er drie motoren onklaar van de zeven, die er in de baan waren. De Engelse orga nisatoren hadden nieuwe Norton-mo- toren laten maken, speciaal voor deze wereldkampioenschappen, maar de tot stayer-motoren omgebouwde nieuwe machines bleken een zwak punt te hebben. De poulies waar de aandrijf- banden op lopen, breken snel af, om dat het snel optrekken van de gang makersmotoren een te grote kracht ontwikkelt. Zwartepoorte doorkneed in de stayerij, tekende direct protest aan. Hij stelde de Zwitser Parfetta, lid van het hoofdbestuur van de UCI, die aan gewezen werd om toezicht op het stayernummer te houden voor om de tien Nederlandse BRA-Vredesteinma- chines te laten overkomen om het wereldkampioenschap te redden. Zwartepoorte schilderde de defecten van de Engelse 'motoren zo af, dat Parfetta er nerveus van werd. Gisteravond na een training waarin opnieuw enkele motoren het begaven, besloot men de hele nacht door te wer ken aan de machines. Zwartepoorte had aanvankelijk gesteld dat het risico te groot zou worden „als er bij de training al dne motoren van de zeven kapot gaan, dan kun je daai toch geen kampioenschappen mee houden en die defecten zijn niet zo maar een twee drie te verhelpen. Er gaat tijd in zit ten, want die poules moeten speciaal gedraaid worden" Maar na de avondtraining en de be lofte dat er de hele nacht door zou worden gesleuteld liet Zwartepoorte de zaak voorlopig rusten. „We houden de BSA's in Amsterdam klaar. Mis schien valt het hier nog mee". Mee ging spreken het feit dat ie gangma kers van Stam, De Wit en Oudkerk het goed deden op de Engelse moto ren. Veel andere gangmakers durfden er amper mee te rijden. „Dus zijn we nu ineens weer in het voordeel"grin nikte Zwartepoorte „Tenzij er weer poulies gaan breken Het stayemummer krijgt toch wel een „Nederlands gezicht" want Zwar tepoorte heeft nieuwe gangmakerspak- ken uit Nederland meeqenomen. De organisatie had daarvoor willen zor gen, maar zag geen kans de speciale lederen uniformen op tijd klaar te krij gen. Men belde Zwartepoorte op en die regelde deze kwestie. De onkunde van de wedstrijdcom missarissen op net punt van de stayerij werd nog eens duidelijk, toen bleek, dat men de rolafstand zomaar wilde vaststellen. Niets daarvan", zei kenner Zwartepoorte, „we moeten eerst de pakken controleren. De gang makers moeten die aantrekken, dan kunnen we zien hoe ze vallen, want enkele centimeters breder of langer maakt enorm veel uit voor de zuig kracht. Aan de hand van die waarne ming kan er pas bepaald worden hoe ver de rol van de motor af moet zit ten". En aldus geschiedde ook gister avond. Wat de baan betreft is er weinig aan te merken, aldus Zwartepoorte. „De jongens klagen wel dat de baan hier en daar wat hobbelig is, maar ik heb ze gezegd dat ze voor hobbels op de Belgische kasseien moeten zijn." I ff f* r T i si, Frans Mahn klokt de trainingstijd van de nieuwe achtervolgingsploeg, bestaande uit: Nieuwenhuis, Van der Ruit, Nanno Bakker en Brand. (Van onze sportredacteur) LEICESTER Bij de wereldkam pioenschappen wielrennen, die mor gen in Leicester beginnen op de ver nieuwde baan, staat er niet alleen voor de deelnemende renners veel op het spel, maar ook voor baancoach Frans Mahn. Vorig jaar was hij al nu en dan bezig met de haanrenners, maar pas vanaf 1 januari is hy offi cieel in dienst van de KNWU als full time-coach. Hy was er niet bij in Brno, waar het volkomen uit de hand liep. Mahn is er nu wèl. Het wordt voor hem een spannend debuut, al Iaat hy dat nauwelyks merken. Baan coach zijn is een moeilyke job. Van alle kanten komt de critiek op de lei dende man af. Hij kan adviezen geven aan sprinters maar ze zullen het uit eindelijk tijdens de wedstrijden toch zelf moeten doen. Dat geldt ook voor de andere categorieën. Mahn moet zorgen dat de sfeer goed is om top prestaties te leveren. Dat is zijn eer ste werk Ho» ziet dat zelf? „Je moet de luiste benadeling an de renners zoeken. Je moet weerstanden op wekken om ze uit de tent te lokken. Maar je moet natuurlijk wel het eind doel in de gaten houden: dat is: de best mogelijke prestatie. Dat was met name het geval bij de aanpak van renners als Balk en Van der Ruit". Mahn had zelf, toen hij als critische toeschouwer op het middenveld van het stadion rondliep vroeger, veel aan te merken op de begeleiding van de topren- ners. Hij bemoeide zich toen alleen met Jan Jansen, de sprinter. „Dat heeft nu gelukkig geen moeilijkheden gegeven. Je moet oppassen dat je geen speciale „lie velingen" krijgt, renners die je goed lig gen en met wie je goed kunt werken. Je moet met alle coureurs prestaties le veren. Jansen vond het wel even moei lijk dat ik niet alle aandacht meer op hem alleen kon richten, maar hij had er gelukkig begrip voor. Zoiets kunnen ze niet allemaal opbrengen." Mahn had opgemerkt dat de renners tijdens de training eigenlijk maar wei nig intensief oefenden. Als er temporon den gereden moesten worden waren ze maar weinig effectie aan het werken. De ploegachtervolgers moesten altijd maar weer laten zien dat zij het tempo hoog konden opvoeren, zodat er niemand an ders meer aan de kop kwam. Mahn: ,dan kun je van de kant af wel gaan roepen en schreeuwen en aanwijzingen geven maar je hebt geen contact met de ren ners. Ik heb me dus een brommer aan geschaft en daarmee draai ik de rondjes mee en geef ik aanwijzingen. Ik zorg dat ze om beurten op kop komen." Mahn is zuinig geweest met zijn bui tenlandse wedstrijden als voorbereiding op de kampioenschappen. Waarom? „Ik heb dat bewust gedaan. Als de jongens te veel wedstrijden krijgen staan ze niet scherp meer als het er op aankomt. En ik kan je verzekeren: de sprinters heb ben nog nooit zo op punt gestaan, zoals wij dat noemen, als nu. Ik verwacht dat Jan Jansen zeker bij de eerste vier komt. De resultaten bij de wedstrijden die Jan sen en Van Doorn gereden hebben zijn goed geweest. En het moreel bij de sprin ters is uitstekend. Vroeger moest er naar twee pieken toegegroeid worden: de Ne derlandse kampioenschappen en daarna de wereldkampioenschappen. Nu is er het voordeel dat de Nederlandse kampioen schappen vlak voor de wereldkampioen schappen vielen en de renners dus naar één piek konden toewerken." Mahn vindt dat Van Doorn wat han diger is geworden, wat meer routine heeft opgedaan als sprinter en dat Jan sen, die het sprintersinzicht wel al had, een grote vechtersmentaliteit heeft gekre gen. Van Van Doorn kan morgen boven dien een goede tijdrit over één kilometer worden verwacht Mahn vertrouwl er verder op dat het koppel Jansen Van Doorn, een combinatie van kracht en list, het ver kan brengen in het tandem nummer. Dan blijft er natuurlijk de ploegach tervolging en de individuele achtervol ging. Mahn heeft weinig verandering kunnen brengen in de slordige en on voldoende voorbereiding van het baan- kwartet. Dat is altijd een moeilijke zaak geweest, omdat het nummer weinig indi viduele voldoening geeft. Men kon als wegrenner altijd aanmerkelijk méér ver dienen dan als baanrenner. Daar ligt nog steeds de kern van de zaak er zal een goede financiële regeling getroffen moe ten worden om de amateurrenners naar de baan te lokken. Ook hier is alle hoop gevestigd op de Rotterdamse winterbaan. Daar kunnen de wegrenners het hele winterseizoen aan het werk blijven. En dan zijn een titel of een serie goede prestaties op ie baan wèl belangrijk. Wat dat betreft zou Mahn Ijet het volgend seizoen wel eens gemakkelijker kunnen krijgen Maar voorlopig richt de aandacht zich ap Lei- cester en het debuut van Mahn Als er om te beginnen maat een JO»de sfeer wordt gekweekt dan is er al ">t>i ge wonnen. Want aan het onth.eken daar van ging vorig jaai in Brno de baan ploeg behalve de stayers dan ten onder.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 12