J. GOSEN VAN HAARLEMs „LIEGEN IN EIGEN ZAK" Drie van de vijf minuten ruzie met Hughes De Goede: WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1970 HAARLEM Wekelijks steekt groentehandelaar J. Gosen vijftien werkuren en een aantal avonden in zijn hobby de voetbalclub Haarlem. Hij is voorzitter betaald voetbal en hij heeft zich als zodanig moeten verdiepen in de transfermarkt. Gosen, als welvarend middenstander goed op de hoogte met de gebruikelijke omgangsvormen in de zakenwereld, die hij omschrijft als „goed koopmanschap", heeft zich verbaasd over de handel en wan del van de bij het betaalde voetbal betrokken personen in de periode van 1 juni tot en met 30 juli; een tijdperk dat ook wel eens wordt omschreven als „de jaarlijkse stoe lendans". Gosen vergeet zelf het „goed koopmanschap" niet als hij vertelt over dit gezel- schapspel voor heren. Hij vermeldt zijn bronnen, maar in vele gevallen met de restrictie „die kan niet in de krant". T eleurgesteld raagprijs Politielbericlitein Quasi achteloos Leerplichtig If Enkele namen mogen wel vallen. Die van Pronk bijvoorbeeld, die even als zo vele andere voetballers een hoog tekengeld vroeg. Pronk ontving niets. Hij trok zich teleurgesteld in de goe dertierenheid van de clubs terug op negenentwintigjarige leeftijd. Hij wil de niet meer voetballen, zo zei hij. Pronk sprak echter slechts gedeelte lijk de waarheid. Hij klopte onder an dere bij Haarlem aan met de vraag of de vereniging belangstelling had voor een geroutineerd achterhoedespeler. En zo ja of Haarlem dan maar enkele tienduizenden guldens tekengeld wilde betalen naast een vet contract. Haar lem weigerde evenals de andere clubs waarmee de Amsterdammer handel probeerde te drijven. Later op de laat ste avond van de transferperiode en dat is in strijd met Pronks verha len belde Pronk opnieuw aan bij Haarlem. Hij wilde het tekengeld, waarvan in vele Nederlandse gemeen ten een prachtig huis zou kunnen wor den gebouwd, laten vallen. Of Gosen en dus Haarlem dan belangstelling had? Gosen: „Ik heb hem gezegd dat ik al mijn zaakjes al geregeld had. Ik had het potje opgemaakt en kon hem er dus onmogelijk bijnemen. Wat is die kerel gek! Hij kon nergens meer te recht! Dat is nu een typisch staaltje van slecht koopmanschap. Enkele tienduizenden guldens vragen en dan tenslotte genoegen nemen met niks. Vraag dan in hemelsnaam niks of veel minder, maar noem niet zulke onwijze bedragen Gosen werd vele malen teleurgesteld tijdens „de stoelendans". Hij ontmoet te een zeer middelmatige speler, laten we hem X noemen, die een tekengeld vroeg van tienduizend gulden, vrij wo nen in Haarlem en een jaarsalaris van vijfentwintigduizend gulden. Voor deze door hem zelf vastgestelde ver goedingen wilde hij nog wel semi-prof blijven, 's avonds trainen en er over dag gewoon bij werken. Ook de Israëliërs Spiegel en Spiegler maakten dat Gosen zijn hoofd schud de. Haarlems onbezoldigde publici- teitsman Piet var. Strien had contac ten gelegd met hen in Mexico. Spiegel en Spiegler eisten van voetbalmake laars dertigduizend Amerikaanse dol lars per jaar. Als tegenprestatie waren zij dan graag bereid hun handtekening onder het contract te zetten. Voor Ne derland en voor Piet van Strien maak ten zij een uitzondering. In Mexico. Later op Schiphol waar zij vanuit Amerika landden met de Israëlische ploeg, vroegen zij een ton per jaar per man. Wat neerkomt op dertigdui zend dollar. Gosen: „In Amerika waren zij gek gemaakt. In Mexico hadden ze gezegd genoegen te nemen met een ton sa men. Dat was voor ons haalbaar ge weest. Te meer omdat die knapen ons geen transfergeld hadden gekost..." Dat elkaar gek maken komt meer voor in de voetballerij. Gosen noemt het „in eigen zak liegen" en haalt er zijn schouders bij op. Hij geeft een voorbeeld van een bekende speler, die een hoog handgeld had gevraagd, maar die tenslotte genoegen nam met vijf honderd gulden. Gosen: „Voetballers scheppen zo vaak op. Ze willen zich daarmee te genover collega's op een voetstuk plaatsen." Voetballers weet Gosen ook, houden hun mond niet. En dat is dan ook de reden waarom de voorzitter betaald voetbal besloot aan niemand teken geld te geven, hoewel hij als hij het wel had gedaan betere spelers had kunnen contracteren. Maar. „Als ik wel had geschoven. Als ik zoals de spelers zeggen, met zwart geld had betaald. (Wat een onzin is dat overigens, alsof we zwart geld zouden bezitten. Alles wat we zoge noemd zwart zouden geven, zou tegen over de belastingen moeten worden witgemaakt). Maar als ik wel onder de tafel had betaald, hadden morgen mijn andere spelers het geweten. En dat wil ik niet. Want wat krijg je dan. Ja gemuit." Heeft u wel eens gehoord van een werknemer, die zo maar geld krijgt voor niets. Nee toch? Ik ook niet. Voetballers willen dat wel. Ik zeg al tijd tegen ze: „Je moet aan het eind van het seizoen komen. Als je dan goed hebt gewerkt, dan kun je van mij veel krijgen." Over de WCS, de vakbond van contractspelers, jockeys en wielren ners, heeft Gosen een geheel eigen mening. „De WCS propageert een al gehele afschaffing van de transfersom en is daarom voor het zogenoemde tekengeld. Suurbier, die honderddui zend gulden vroeg aan Ajax is daar van wel het beste voorbeeld. Gelukkig zijn de clubs daarvan zo geschrokken dat ze overeenkwamen tegenmaatre gelen te nemen. Ze kwamen bij elkaar en besloten geen tekengeld te betalen. Daarna is de zaak ingedamd. Ik durf niet te garanderen dat niemand teken geld heeft betaald. Ik weet dat het wèl gebeurde. Maar veel minder dan de gevraagde sommen. De WCS moet goed oppassen dat zij door manoeuvres als deze het betaald voetbal in Neder land niet kapot maakt. Zoals in Italië en Spanje. In Italië zijn er vreselijke tekorten." „De bond, die er overigens moet zijn evenals de FBO (de vakvereniging van de clubs), moet met de beide be nen op de grond blijven staan. Zij moet ook de andere kant willen zien. Het is niet haar belang dat er minder betaalde clubs komen, een zaak waar van ik overigens een voorstander ben. Zij moet oppassen dat haar leden niet zo worden als sommige fabrieksarbei ders, die net zo veel willen verdienen als hun directeur. Nou ik garandeer u dat de fabriek dan kan sluiten. Dat zie je dan ook veel gebeuren tegen woordig Een voetbalvereniging zou een dergelijke eis evenmin kun nen honoreren als die fabrieken. Niet alleen de spelers maakten fou ten in de maand juni, maar ook clubs. Er werden krankzinnige bedragen ge vraagd, die soms, aldus de voorzitter betaald voetbal van Haarlem, nog wer den betaald ook. Hij noemt de transfer van Van Beveren, de doelman en die van Schneider, de back. De verkoop van Geels van Feijenoord naar Go Ahead wordt in dit verband ook ver meld. „Ik had Geels graag willen heb ben. Feijenoord vroeg echter driehon derdvijftigduizend gulden. Dat kon Haarlem onmogelijk betalen. Met Geels was ik al helemaal rond. Hij had graag deze kant uit willen komen. Go Ahead kreeg hem tenslotte voor driehonderdtienduizend gulden." Een belachelijke vraagprijs was vol gens Gosen ook het bedrag dat RCH voor Neeskens vroeg. „Ajax" bel de op. De Lange vroeg drie ton. In vijf minuten tijd zakte RCH honderd envijfentwintigduizend gulden. „Ajax" zei namelijk, die prijs wil ik nooit betalen. Denkt u er wel aan, dat morgen de KNVB een briefje van mij krijgt waarin uw vraagprijs wordt vermeld. De Lange is zich rot ge schrokken. Tijdens het telefoongesprek zakte de voorzitter betaald voetbal van RCH tot tweehonderdduizend gulden. Toen Ajax in een volgend tele foongesprek daarna honderdvijfenze ventigduizend gulden bood hapte De Lange graag toe. „Dat is toch geen handel meer. Drie honderdduizend vragen en genoegen nemen met honderdvijfentwintigdui zend gulden minder. Over Hughes, de trainer die Haarlem niet wilde missen, zegt Gosen tenslot te: „Hij krijgt grote spijt. Hij blijft in Heemstede wonen. Dat heen en weer reizen wordt een enorme belasting voor hem. Het is jammer dat hij weg ging. Onnodig ook. Het meeste, dat hij wilde doordrukken, is bereikt. Wij wisten in januari al dat hij contacten had met Go Ahead. Op 7 januari had den we een gesprek met hem. Wij waren bezig met de gemeente. Hij wil de echter een uitspraak forceren van de ene op de andere dag. Dat kon niet." „Hij wilde middagtrainingen. We hebben ze. Minder dan hij verlangde, maar als hij er op gestaan had. had den we de dinsdag- en de donderdag middagtrainingen eventueel kunnen uitbreiden met bijvoorbeeld de woens dagmiddag. Hij wilde meer geld. Ach teraf kan ik zeggen het was nu moge lijk geweest. Jammer, dat het zo ge lopen is. Haarlems (mogelijke) new-look in de voorhoede: gericht op het maken van zoveel mogelijk doelpunten. V.l.n.r. Gerrie de Goede, Niels Holmström, Dries Boszhardt en Hennie van Nee. AMSTERDAM/HAARLEM Nadat het gewicht na de vier eerste trainingsdagen van Gerrie de Goe de bij Haarlem was teruggelopen van drieënzeventig naar negenen- zestighalve kilo stond hem één ding heel duidelijk voor ogen. De trainingsmethoden van Bill Thompson vertoonden verrassend veel overeenkomst met die van de bondscoach van het Nederlands elftal (ex-Go Ahead-oefenmeester) dr. Frantisek Fadhronc. Daarom ook had De Goede van meet af aan het volste vertrouwen in Thomp son, want iemand die net zo te werk gaat als Fadhronc (hij spreekt vrijwel constant over „die ouwe") kan in zijn ogen nauwelijks falen. Het wordt begrijpelijk als De Goe de uitlegt: „Alles wat je voor de eredivisie nodig hebt, heb ik van hem geleerd. Die ouwe is een per soonlijkheid die respect afdwingt. Hij heeft my ook niet voor de leeuwen gegooid. Hy heeft rustig afgewacht tot ik rijp was voor de eredivisie, waarna ik er vrywel constant heb ingestaan. Ik heb toen ook nog acht doelpunten gemaakt". Dit vormde waarschijnlijk de voor naamste reden waarom de nieuwe Go Ahead-trainer Barry Hughes hem wilde hebben. De Goede: „Ik heb vijf minuten met die man zitten onder handelen, waarvan ik er drie ruzie had. Op een gegeven ogenblik zei hij: met jouw valt absoluut niet te praten. Vanaf dat moment lag de weg naar Haarlem voor mij open. Ik houd niet van die schreeuwers. Dat deed die ouwe tenslotte ook niet, terwijl de spelers toch bereid waren om voor hem door het vuur te gaan. Die ouwe heeft trouwens toch kijk op voethal. Een man die zijn tijd ver vooruit is. Hij heeft het eerst het 4-3-3 systeem in Nederland ingevoerd. Hij is ook het eerste gestart met middagtrainingen." De Goede is na ZSGO, Blauw Wit (toen hij zelfs wilde stoppen), de Am sterdamse amateurvereniging P en T, RCH en Go Ahead bijzonder content met zijn overgang naar Haarlem. Hoe wel hij een jaar in het oosten heeft gevoetbald, bleef zijn hart in het wes ten. De Goede: „Ik zat hier verschrik kelijk vaak. Die treinreizen naar De venter begonnen mij vreselijk de keel uit te hangen. Normaal lees ik in de krant alleen maar de sportpagina en vluchtig de voorpagina. In de trein begon ik zelfs uit verveling ook de politieberichten door te nemen." Wat vindt hij van het materiaal? De Goede: „Dat is ongeveer hetzelfde. Misschien mist Haarlem alleen één goede Spielmacher." En hij vervolgt bevreesd: „Als ze maar niet van die lange lellen naar voren geven. Schui ven en een bal aangeven dat moeten ze hier nog leren. Thompson is daar echter al hard mee bezig", waarna Haarlem B-trainer Eelman (eveneens afkomstig van Go Ahead) opmerkt: „Jij hebt het tenslotte ook geleerd, dus waarom zouden zij het hier niet leren." De Goede weer: „Precies". Toch bedenkt Haarlems nieuwe spits: „Ach teraf is het natuurlijk doodzondé dat een jongen als Geels niet naar Haar lem is gekomen. Aan Ruud kun je namelijk een bal kwijt. Hij kan hem °ok bij zich houden. Het is zonder meer een klassevoetballer." De Goede is niet op zijn mondje ge vallen. Dat heeft het Haarlemse be stuur inmiddels al ondervonden. De Goede: „Als je je mond houdt, ver andert er niets. Er waren in de kleed kamers bijvoorbeeld geen slippers. Ik vroeg hoe dat moest met die stenen vloer in de winter. Iemand merkte op dat er ook rubbermatten neergelegd konden worden. Ik bleef echter ha meren op slippers, die hadden wij bij Go Ahead tenslotte ook. Nu komen ze er." De Goede is blij dat zijn oefen wedstrijd in Nantes (toen zijn verloof de meereisde om voor tolk te funge ren) achteraf niet dat rendement heeft opgeleverd als men er zich in Deven ter in december van voorstelde. Hij zit achteraf liever in Haarlem dan in Frankrijk. Een andere voetballer die duidelijk is aangetrokken om het chronische ge brek aan doelpunten, waaraan Haar lem vorig jaar leed, op te heffen, is de 30-jarige van Cercle Brugge afkomsti ge Hennie van Nee. De man die via trainer De Bouter in contact met Haar lem kwam vertelt quasi achteloos: „Voordat ik voor Brugge uitkwam heb ik ook nog twee seizoenen voor La Gantoise gespeeld. Wij zijn toen zelfs gepromoveerd. In het promotiejaar heb ik vijfentwintig doelpunten gemaakt. Dat jaar daarvoor bij Kickers Of fenbach in West-Duitsland liep het allemaal ook uitstekend. Daar scoorde ik zestien maal." Hij weet de weg naar het doel dus gemakkelijk te vinden, maar zal dit in Nederland niet moeilijker gaan? Van Nee: „Hier wordt beter gespeeld. Het Nederlandse clubvoetbal sla ik beslist iets hoger aan. Ik denk dat Nederland gewoon betere voetballers heeft." Toch ging België zonder dat het in een poule zat waarin het bepaald zwakke tegenstanders had naar Mexico en Nederland niet. Van Nee: „Ik heb de verrichtingen van het Nederlands elf tal in de voorronden ook al zat ik in België uiteraard goed gevolgd. Zij zijn echter weer verslagen op het mentale vlak. Ik herinner mij nog uit mijn eigen Nederlands elftal-tijd (toen wij voor de voorronden van het WK tegen Noord-Ierland en Albanië speel den) dat foutieve arbitragebeslissingen er de oorzaak van waren dat wij de boot misten. Wij konden toen niet meer terugslaan. Nederland kon dit in de uitwedstrijden tegen Polen en Bul garije ook niet." Vijf wedstrijden voor het nationale elftal en zeven clubs (achtereenvol gens: Zwolse Boys, Heracles, PEC, Heracles, GVAV, Kickers Offenbach, La Gantoise en Cercle Brugge) gingen aan Van Nee's komst naar Haarlem vooraf. Van Nee: „M(jn voornaamste reden voor m(jn komst naar Nederland en Haarlem is het feit dat onze oudste dochter (ik heb vier kinderen) dit jaar leerplichtig wordt. Omdat het voor zo'n kind niet best is dat het van school naar school wordt gesleept, heb ik mij hier gevestigd. Ik krijg het trouwens druk. In België was ik full- prof. Hier ga ik nog werken in de administratieve sector." Haarlem heeft zijn heil gezocht in aanvallers en aanvallende middenvel ders. De concurrentie is veel groter dan vorig seizoen. Wordt dat niet drin gen voor een plaats? Van Nee: „Mis schien wel ja. Het is echter een ge zonde concurrentie die ik bepaald niet schuw." Niels Holmströms vuurkracht was in Denemarken voldoende voor topscorer in de nationale competitie. Hij wil dit ook in Nederland waar volgens hem toch echt wel een beetje beter wordt gevoetbald proberen te benaderen. ADO wend vanwege de te hoge verwachtingen die men van hem had een teleurstelling voor de Deen. In Haarlem wil hij zich rehabiliteren. Cees de Wolf is back again. Zijn meest glorieuze treffer dateert nog van die mistige woensdagavond in het Am sterdamse Olympisch station toen Ajax Liverpool met 5-1 wegvaagde. Bij De Wolf begon voor de club uit de Meer indertijd de victorie. Ook in Haarlem toonde hij aan het doelpunten nog niet te zijn verleerd. Hij vertrok ech ter al weer spoedig om aan zijn Ame rikaanse avontuur in Dallas te begin nen. Nu na drie jaar waarbij hij ook nog voor FC Mechelen uitkwam is De Wolf weer teruggekeerd. Het eerste wat Haarlems laatste aankoop UEFA-international René van Breevoort opviel was de pro fessionele instelling die de eredivisie met zich mee brengt. Van Breevoort: „Er wordt hier met veel meer bezie ling getraind dan bij Blauw Wit. Er is op de training al veel meer inzet." Denkt de fysiek nog niet volgroeide Van Breevoort bij Haarlem al dit sei zoen mee te kunnen komen? „Ik heb vier jaar profvoetbal in de eerste divi sie meegemaakt. Het heeft mij fysiek behoorlijk sterk gemaakt. Temeer daar er volgens mij in de eerste divisie vaak harder wordt gespeeld, dan in de ere-divisie." Het is voor Van Breevoort te hopen dat hij bij Haarlem snel furore maakt. Het laatste jaar bij Blauw Wit verliep voor hem hij stond door interne strubbelingen en een blessure gerui me tijd op non-actief bepaald niet florissant. Goed spelen betekende bij Blauw Wit echter geen vrijbrief voor een plaats in het eerste elftal. Van Breevoort: „Felix Muller werd er bij voorbeeld op een gegeven ogenblik naast gezet omdat hij te goed ging spelen. Ze wilden hem niet graag kwijt. Dus ging hij er uit." i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 23