[Barry Hughes
„Fadhronc, wie
is dat dan wel?"
Met drie ton kom je
niet bij de top
GEORG KESSLER
wil niet anders
zijn dan anderen
TWENTE'PRAESES HILBRINK:
Realiteit
Toekomst
WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1970
niets waar ik verder op kon bouwen.
Go Ahead heeft de laatste jaren veel
succes gehad, maar het is mij een
raadsel wat de spelers hier al die tijd
gedaan hebben. Ze weten niet wat
trainen is. Volgens mij hebben ze nog
nooit echt getraind". De opmerking:
„Ik zeg liever niets over Fadrhonc,"
was na deze openhartige uitspraak
enigszins overbodig.
Met de komst van Hughes verander
de voor Go Ahead niet alleen de naam
van de trainer. Alle sporen uit het
Fadrhonc-tijdperk werden uitgewist.
De spelers werden in een nieuw pak
gestoken, de trainingstijden werden
veranderd, de kleedkamers uitgebro
ken, het werk van de masseur aange
past Van 't Veer: „Ik word erg
vrij gelaten, dat werkt prettig" en
tenslotte deden beslissen vóór Go A-
head, heeft Barry Hughes gretig ge
bruik gemaakt. Alles wat er aan de
accommodatie verbeterd kon worden
is voor aanvang van de competitie
verbeterd. De oud-Haarlem-trainer is
niet weinig trots op het resultaat. Als
een veldheer leidt hij zijn gasten door
de „veroverde gebieden"; een vergro
te kleedkamer, waar de spelers voor
elke training op hun eigen haakje een
schoon tenue, plus eigen handdoek,
plus eigen zeep, plus eigen slippers
vinden; een groot bad, waar de hele
club tegelijk in kan; een massagelo
kaal, dat terecht door Hughes als uniek
wordt bestempeld (bescheiden als hij
is), met onder meer apparatuur voor
bestralingen en onderwatermassage en
tenslotte een magazijn voor honder
den bandages en alle mogelijke medi-
zelfs de tweede trainer vervangen.
Eelman vertrok naar Haarlem en
maakte plaats voor Van Brussel. Hug
hes: „Onze ideeën over voetbal Hepen
te ver uiteen. En als ik toch ga ver
anderen, dan doe ik dat liever radi
caal. Dan krijg ik ook geen gezeur over
vroeger".
Barry Hughes, bijzonder bekwaam
in het bespelen van de pers, van tijd
tot tijd een uitstekend comediant, heeft
binnen een maand reeds zijn stempel
gedrukt op alles wat Go Ahead is. Of
hij dat gedaan had uit angst om als
opvolger van dr. Fadrhonc in Deven
ter te komen? Hughes, nu weer in een
acteursrol: „Bang? (zelfverzekerd ge
lach) Ik ben voor niemand bang. Als
ik bang was geweest dan was ik nooit
naar Go Ahead gekomen".
Van de geboden faciliteiten, die hem
camenten, een voorraad die een apo
theek niet zou misstaan.
„Er ligt hier meer dan in de Hema",
beduidt Hughes. Om zijn woorden nóg
meer kracht bij te zetten pakt hij een
bandage van de hoop: „Van 't Veer
hoe veel kost nou zo'n dingetje?" Van
der Veer: „Drie vijftig". „Alsjeblieft
drieënhalve piek. En daar liggen er
honderden van. Ik wil niet veel zeg
gen maar zoiets zul je zelfs niet bij
Ajax of Feijenoord vinden". Eerlijk
heidshalve vermeldt hij erbij dat dat
alles al sinds de „Beltman-periode"
aanwezig was, maar de laatste jaren
grondig was verwaarloosd. Hughes:
„De spelers worden hier verzorgd als
renpaarden. Doordat alles zo goed
voor elkaar is. krijgen ze voor ze be
ginnen al een kick".
(Van onze sportredactie)
ENSCHEDE Het Nederlands
Amateurelftal wordt voor FC
Twente zo langzamerhand een vas
te leverancier van aanvallend ta
lent. Het afgelopen seizoen trok de
Enschedese club Jan Streuer de
op dat moment meest furore ma
kende aanvaller van de nationale
elf aan, dit jaar waren het de
gebroeders Willy en René van der
Kerkhof, die maar al te graag be
reid waren om na de succesvolle
trip van het Amateurelftal naar
Italië, hun amateurstatus te ver
ruilen en hun handtekening te
plaatsen onder het contract dat
Twente bood.
Het transferbeleid van FC Twente
werd ook dit seizoen volledig be
paald door zuinigheid en het zoeken
naar versterking voor de aanval. Men
roeit in Enschede met de riemen die
men heeft. Ook toen twee jaar gele
den toen Twente wekenlang tot ie
dere verrassing bovenaan stond de
coup voor een topplaats in het Ne
derlandse voetbal volledig slaagde, is
men in Enschede realist gebleven.
Personificatie van deze Twente-reali-
teit is bijvoorbeeld voorzitter Cor Hil-
brink (de broer van de clubarts van
Haarlem) die de beweegredenen van
Twente op de transfermarkt in zijn
kantoor van de Hengelose Betoncen-
trale (waar hij als directeur de scep
ter over zwaait) als volgt motiveert:
„Vorig jaar hebben wij Streuer aange
trokken. Hij werd na korte tijd ge
plaagd door een hinderlijke blessure en
kwam niet zo uit de verf. Momenteel
is zijn conditie uitstekend en wij ver
wachten nog heel wat van hem. Het
zelfde geldt voor de Van der Kerk-
hof's. Zij hebben voor Twente al en
kele uitstekende oefenwedstrijden ge
speeld. Dat wij juist hen hebben aan
getrokken ligt ook helemaal in de lijn
van Rijvers. Hij wil aanvallen. Ook wat
dat betreft zijn wij volledig met hem
eens, want je krijgt tenslotte alleen pu
bliek in huis als je offensief voetbal
speelt".
Hilbrink legt vervolgens uit waarom
Twente dat alleen een teleurgestelde
Uwe Blotenberg naar Duitsland zag
vertrekken zich zo rustig heeft ge
dragen op de voetbalmarkt: „Verster
king betekent geen investering van
twee of drie ton. Daarmee kom je niet
meer bij de top. Daar komt
meer voor kijken. Dat zie je
ook duidelijk aan P.S.V. Daar heb
ben ze jaarlijks voorzichtig met welis
waar stevige maar te kleine investe
ringen gemanoeuvreerd. Ze hebben
ook daar in Eindhoven heel goed door
gehad, dat wanneer P.S.V. zich met
Ajax of Feijenoord zou willen meten,
flinke aankopen moesten worden
gedaan. Dat is nu gebeurd, dank zij
de steun van een enorm concern. Wij
hebben die steun niet. Daarom kunnen
wij ook nooit doen wat P.S.V. heeft
gedaan. Voor het Nederlandse voetbal
zie ik het alleen maar als een voor
deel dat er een derde club is bijge
komen. Ik verwacht namelijk erg veel
van P.S.V."
Ook de miljoenendans van de Eind-
hovenaren wordt door hem als „gun
stig" omschreven. Hilbrink: „Trans
fers betekent niets anders dan ver
plaatsing van kapitaal van clubs die
teveel geld hebben naar clubs die te
weinig hebben. Zij raken weliswaar
hun goede spelers kwijt, maar een
vereniging kan met het verkregen be
drag toch weer erg veel doen met be
trekking tot de opbouw van een club.
Anderzijds kun je als club niet steeds
je beste voetballers blijven verkopen,
want dan ga je er aan. Het is echter
een vicieuze cirkel waar momenteel
weinig aan te doen valt."
Toch is men er in Enschede van over
tuigd dat men ondanks de supre
matie van de grote drie ook het
komende seizoen weer een vooraan
staande rol zal spelen in de competi
tie. De algemene opvatting is dat het
constant spelende elftal uit het oosten
de komende jaren alleen nog maar
stabieler en sterker kan worden. Hil
brink: „Wij hebben toch een uitste
kend elftal? De achterhoede is zonder
meer goed. In de aanval is het enorm
belangrijk dat Nagy hij is wel in
onderhandeling geweest met enkele
(Belgische) verenigingen is geble
ven. Hij kan als routinier het spel ver
delen. Alleen op het middenveld
hoewel dat moeilijk zwak te noemen
is hebben wij haastig gespeurd
naar versterking. Een goede midden
velder kost echter goud. Daarom heb
ben wij daar (voorlopig) even wijselijk
van afgezien. Wij waren beslist niet
van plan om voor een paar ton een
speler te kopen, die wij zelf hebben
rondlopen."
Tenslotte komt de leverantie van
Twente-spelers aan het Nederlands elf
tal nog even ter sprake. Hoewel Twen
te niet de meeste voetballers in het
verleden leverde, stonden namen als
Theo Pahiplatz (die eindelijk het juk
van zijn blessure van zich afgeschud
schijnt te hebben) en Epi Drost in de
agenda van de oude bondscoach Georg
Kessler op de eerste bladzijde. Hil
brink (die ook een bestuursfunctie in
de FBO heeft) bedenkt: „Het Neder
lands elftal moet een reclame zijn
voor ons voetbal Het is logisch dat
de clubs voor deze publiciteit van de
KNVB een vergoeding krijgen.
Verregaande voorstellen daarom
trent zullen vandaag of morgen zeker
door de KNVB worden geaccepteerd.
De clubs zullen er daarbij beslist niet
op achteruit gaan."
(Van onze sportredactie)
ROTTERDAM Georg Kessler
is een pure realist. Dus bleef hij
doof voor het opgewonden gejuich,
waarmee het de laatste jaren zo te
leurgestelde Sparta hem binnen
haalde. De Spartanen jubelden
onder het motto van: als hjj het
niet kan, wie kan het dan in
vredesnaam wel? Dus houwt hjj op
het statige kasteel ook niet aan
naïeve luchtkastelen in de trant
van: dit seizoen stoten we onher
roepelijk tot de nationale top door.
Een gedachte overigens die de laat
ste seizoenen voor de competitie
steeds bij Sparta leefde. In de prak
tijk werd dit optimistische denk
beeld echter meedogenloos de bo
dem ingeslagen.
Kessler blijft echter de nuchtere
bondscoach van toen en beweert in
zijn nieuwe werkkring louter: „Ik be
schouw mijn eerste seizoen bij Sparta
geslaagd, als ik de individuele pres
taties van de spelers omhoog kan bren
gen en het dan ook meteen klaarspeel
om het elftal in zijn geheel op een ho
ger plan te brengen". Meer niet. Ver
standige taal. Begrijpelijke taal ook.
De voormalige bondscoach begrijpt
immers beter dan wie ook, dat een
trainer in de voetbalsport niet met be
loftes kan komen („Mexico"), omdat
je van tevoren nooit kan zeggen of je
inderdaad kan beschikken over het
materiaal („Cruyff, Keizer") dat nu
voorhanden lijkt. Dus stelt hij nu: „Ik
mik niet op een plaats, omdat ik niet
weet of ik ook werkelijk constant mijn
sterkste elftal in het veld kan bren
gen". En ter verduidelijking: „We
kunnen immers geplaagd worden door
blessures, en stel dat het in de eerste
wedstrijden tegenzit, wel, dan moet je
onvoorziene maatregelen gaan nemen
Resumerend: „In het voetbal valt er
gelukkig wat dat betreft van
tevoren nooit een planning te maken."
Heeft Georg Kessler desalniettemin
het Sparta-legioen niet een tikje te
leurgesteld door tijdens de transferpe
riode niet met een spectaculaire aan
koop te debuteren? Er was immer»
door de verkoop van Jan van Beveren
geld in de kas? Had Kessler uit Duits
land het gebied waar hij zo thuis
is geen topspeler kunnen halen?
Georg Kessler glimlachend: „In
derdaad had ik er graag een Franz
Beckenbauer of een Uwe Seeler bij
gehad. Maar dit kun je helaas
niet van me verlangen. Overigens heb
ik goede contacten in Duitsland en ik
had er inderdaad een paar beloftevol
le spelers kunnen charteren. Maar wij
hebben al twee buitenlanders onder
contract Kowalik en Kristensen
dus dat ging niet.
Toch ben ik niet ontevreden over
hetgeen Sparta in de transferperiode
bereikt heeft. Tenminste, gezien de
mogelijkheden die wij hebben. En ge
zien de politiek die wij voeren: een
voorzichtige politiek. Niet meteen al
les opsouperen. Kijk, wij gaan op het
ogenblik van twee gedachten uit. Aan
de ene kant willen wij zo snel moge
lijk als het kan nog dit seizoen
tot prestaties komen. Aan de andere
kant mikken wij op de toekomst. In
dat licht bezien hebben we zonder
meer goed aangekocht. Een Van Sta
veren hij is zeventien een Drij
ver (20) en in zekere zin ook een
Koudijzer hij is tenslotte pas 22
zijn spelers met toekomst. Bovendien
wil ik in de komende dagen nog en
kele talentvolle amateurs contracte
ren. En dan nog dit: is een spectacu
laire aankoop wel altijd een goede
aankoop?"
Georg Kessler mikt dus op de toe
komst. Vandaar zijn woorden: „Ik zal
mij bij Sparta ook intensief met de
jeugd en de amateurs gaan bezighou
den. Wij moeten een grote groep vor
men. Mijn assistenttrainers, Jan van
Baren en Leo Steegman, maken dan
ook niet alleen de training van de be
taalde top mee, maar werken ook bij
de amateurs. Een Jan van Baren
hij is voornamelijk bij de amateurs
kan er dan uitdragen wat er bij de
betaalde top leeft".
Georg Kessler wil doodgewoon een
trainer van een eredivisieclub zijn.
Niets meer en niets minder. Hij
tracht absoluut te vermijden dat hij
anders is dan anderen.
Die preventieve oppepper zal in het
komende seizoen bij moeten dragen tot
de successen van Go Ahead. Hoe die
er zullen komen, wil Hughes zo kort
na zijn start nog niet zeggen. Maar
de trainingsmethoden en het door Hug
hes gevoerde transferbeleid, maken
duidelijk dat het Go Ahead van komend
seizoen in opzet niet veel zal verschil
len van het Haarlem van vorig jaar.
Barry Hughes: „Bij de aankopen heb
ik in het bijzonder gelet op karakter
en inzet. Ik vraag hier van de spelers
dezelfde inzet als vorig jaar bij Haar
lem. Zij moeten er voor zorgen dat
het publiek weer naar de tribunes
komt. Pas dan ben ik tevreden".
Go Ahead raakte in de afgelopen
transferperiode deze spelers kwijt:
Schneider (naar Feijenoord), De Goe
de (naar Haarlem) en Van Tilburg
(naar PSV). Daarvoor in de plaats
kwamen knokkers als Beek en Geest
man (ex-Telstar), Geels (ex-Feije-
noord), Verdonck (ex-NEC), Withers
(ex-West Bromwich Albion) en Hout
koper (ex-Haarlem). Door de komst
van Houtkoper en Withers, een kee
per die Hughes nog uit zijn tijd bij
West Bromwich Albion kende en voor
een klein bedrag naar Go Ahead mocht
komen, kreeg Nico van Zoghei onver
wacht veel concurrentie.
Het heeft lang geduurd voor Van
Zoghei zich naar de wil van Hughes
kon schikken. Zijn contract bleef lange
tijd ongetekend, omdat de Deventer
goalie eiste dat hij zeker in het eerste
opgesteld zou worden. Na een botte
weigering van Barry Hughes koos de
doelman tenslotte de wijste partij.
Hughes onderstreepte hiermee nog
eens duidelijk wat het betekent als hij
het bewind voert. Het woordje pro
fessioneel wordt door hem onder alle
omstandigheden letterlijk genomen.
Het Deventer publiek zal dat het ko
mende seizoen niet alleen in het veld
kunnen merken, want bevelhebber
Hughes hecht ook veel belang aan de
entourage. Zo zullen de spelers net
als de laatste jaren bij Haarlem
met muziek het veld op komen. Welk
deuntje dat zal worden wil de trainer
nog niet verklappen. Dat er een strijd
lustig lied zal klinken is echter zeker.
De eersten die daar door de speling
van het lot, kennis mee kunnen ma
ken zijn de spelers van Haarlem, die
op de eerste competitiedag naar De
venter moeten.
(Van onze sportredactie)
DEVENTER Wie de afgelopen
maand 's middags het Go Ahead-
terrein naderde, kon met eigen
oren vaststellen dat er totaal geen
verschil is tussen de Haarlemse en
de Deventer Barry Hughes. De be
kende, nog wat Engels getinte
commando's, die anderhalf jaar
lang over de Haarlemse Jan
Gijzenkade rolden, klinken nu op
een niet mis te verstane wqze over
het trainingsveld van de Deventer
eredivisieclub. Wat dichterbij ge
komen wordt het bovendien duide
lijk dat die commando's tezamen
een lijdensweg vormen, die door
Hughes wordt samengevat onder
„lichte training". Uit het handjevol
trainingstoeschouwers, dat iedere
club rijk is, klinkt een instemmend
gebrom op als Hughes zijn kern
ploeg onder handen neemt. Er is
geen twijfel mogelijk, ook bij hen
die de trainingen hij Fadrhonc
regelmatig volgden, is Barry Hu
ghes volledig geaccepteerd.
Hoe de spelers over de nieuwe
„meester" denken is na de training van
hun gezichten af te lezen. Ruud Geels,
net onder de handen van Ernst Hap-
pel uit, vatte het kernachtig samen:
„Het is enorm zwaar. Er worden hoge
eisen gesteld, maar als we zo nog een
paar weken bezig zijn dan lopen we
wel de palen uit de grond". Masseur
Van 't Veer kan de gevolgen op zijn
tafel duidelijk vaststellen: „Hughes
bereidt die jongens niet op anderhalf
uur, maar op twee uur voetbal voor.
De eerste week kostte dat de spelers
zo'n drieëenhalve kilo aan gewichts
verlies. Wat ik hier in die eerste we
ken heb meegemaakt heb ik bij Fadr
honc nog nooit gezien".
De naam Fadrhonc komt natuurlijk
ook ter sprake als Hughes even later
vanachter zijn bureau, compleet met
tabellen waarop de conditie van de
spelers wordt bijgehouden, een toelich
ting op zijn plannen geeft. Na met
zijn eerste antwoord „Fadhronc,
wie is dat dan wel?" een hint over
zijn gevoelens voor de nieuwe bonds
coach te hebben gegeven, gaat hij
verder in op de nalatenschap van zijn
voorganger. Hughes: „Ik moet hier
helemaal opnieuw beginnen. Er was