Directeur
van de „Kuip" 2
„Ik wil geen
circus. Het
belangrijkste
is voetbal"
Diplomaat
Dumitrescu
ziet kansen
voor U. T. Arad
mmg.
1
■riÉHHflllHÈHflflSMflflHHHflHHflflHÊiHBH
mmmm
wmm
mÊÊÊmm
wé',HHP
■ot9|
uitje. mm.
BtetyiJll
*mmmËÉÊÈÊSm
't. te V
m éwm
M
rigens
WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1970
BOEKAREST Nicolae Dumitrescu maakt de indruk
een uiterst beminnelijk man te zijn. Hij lacht veel, praat op een
charmante, zangerige toon en begeleidt zijn woorden met
elegante handgebaren. Tevens heeft de 45-jarige trainer-coach
van UT Arad iets weg van een diplomaat. Hij kiest zijn
woorden zorgvuldig en bovendien zegt hij dingen, die louter
bedoeld zijn om de tegenstander te misleiden. De eerste grote
tegenstander van UT Arad, dat overigens door iedere voetbal
liefhebber in Roemenië UTA genoemd wordt, heet Feijen-
oord. Dus praat hij in het openbaar over de komende duels
met de Europese kampioenen anders, dan hij in werkelijk
heid ongetwijfeld denkt. Op dat gebied doet hij uitermate
weinig onder voor de meeste van zijn collega's.
Accent
Kracht
Happel
Gat
Taua onze porlredactii
ing zijns ge-
fèfr^tadion is
er een heelt, of et
het stadion wil D
wijst op het asüH
Statest worden ni
(én dollar), op
zou onmogel:
de bestaan
E'geheel nieu'
[oon,
hangen, tot hun
sea
Fe
dkaar verdrl
worden pé:
uren en, ogi
de taak vWi
e voor en
:s de handen
;eer.
schouwt direci
feit dat die
een brik extra
publjek. Het pui
overigej
factor be-
Kimpe het
an muziek
gn aan het
.komt
het
ïrote spijt niet
jroe- „Faienoorders" een onvergetelijke ont- tot voor kort onmogelijk omdat niet
sing
lijk dat i
M komen voor
Hij zegt wel te
meewerkten
bezochte van
ammodatie van
om
ging te komen. E:
indererèchés bij
an
service-
Iclubs aan hi
snlijk verhoogd dient te
gewenste omzetstij-
t aan de to«
■^^^mouwersT>BI.._
WÊÊL I - wijf ^tobezlfttHi
hun echtgenoten ket stadion kunne
voetbal welis-
maar die ook
r
Aan pen Verbetering
modatie wordt
banken worden ys*
ih de plaats zijn
tjes gekomen. Voor het eind
jaar zal de gehele eerlij!
ze gemakkelijke zeteltjes zi.
kp De ServIiif|MHajhiaBa
iliek speelt h:
acc
n standL
Öp woensda;,
zullen tienduizenden
1de Rotterdammers zich mo_
Ipen met hun tv-scherm in
l van zich de kelen schor ttej
in een comfortabel kuipr.,
de N.V. Stadion-Fei.ien-
de sfeer, die zeker
om het officieus
van de wereld zal- den
zelfs ge
ping van
dome. Voor sT
\Kimpe zijn het bijna
pieëh. Droombeelden, die mis
"e verre toekomst gerealig
den, maar die nu
■rtuun zijn.
Rottl
viinneii
'nog eens 1
noeten
niet
Dril gaat^
om het sbowele
De meezingers tb
der in dejBggÊË
wedstrijden uit zi
haalde, vormden
organ
de
an
auzfc omdat hef onmogelijk van te
oren«jn Nederland te bepalen valt
Veel
verder
er met gevoetbald zal kun-
■tt Meen er moot op dagen
al
"ft
i
ala
mpe
komen.
niet
circus
innnnnimnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnm
De met Ut Arad vergroeide trainer
als actief speler diende hij de club
óók beweert laconiek: „We maken
tegen Feijenoord een goede kans. Na
dat de competitie in Roemenië afge
lopen was, hebben de spelers een dag
of tien vakantie gekregen om volko
men uit te rusten. Dat. was hard no
dig ook, want op het laatst speelden
we voor de competitie twee keer in
de week. Op woensdag en zondag. Het
was noodzakelijk om de achterstand
in te halen, die door de onderbreking
vanwege de wereldkampioenschappen
in Roemenië ontstaan was. Maar goed,
na die vakantie waren de spelers weer
volledig uitgerust. En toen wachtte
ons een zee van tijd om ons grondig
op de ontmoetingen tegen Feijenoord
voor te bereiden. Die tijd zullen we zo
efficiënt mogelijk benutten. Want, zo
als gezegd, als we goed voorbereid
zijn maken we zeer zeker een kans
tegen Feijenoord. In Rotterdam zullen
we het weliswaar erg moeilijk krijgen,
maar we kunnen er toch overeind
blijven. In Arad, voor onze eigen
geestdriftige supporters, moeten we
daarna toeslaan, dat kan."
Meent de coach, die vorig jaar een
studieries naar Engeland maakte om
er het Britse vortbal te bestuderen,
dit ook werkelijk?
Volgens Roemeense journalisten
niet(l), die zeggen nuchter: „In wer
kelijkheid denkt Dumitrescu ongetwij
feld anders. Logisch want zijn UT
Arad is in verhouding tot Feijenoord
immers maar een klein clubje. Een
amateurvereniging uit een textielstad-
je, dat het moet opnemen tegen de
sterkste ploeg van Europa. Dumitrescu
beseft uiteraard uitstekend, dat er een
wonder moet geschieden, wil UT Arad
de ronde tegen Feijenoord overleven.
Maar het is logisch dat hij dit niet in
het openbaar verkondigt. Dat zou im
mers een funeste uitwerking op zijn
spelers kunnen hebben."
Dumitrescu beweert dat UT Arad in
Rotterdam overeind kan blijven. Bete
kent dit dat hij in het Feijenoord-
stadion het accent op de verdediging
zal leggen?
De trainer van UT Arad, dat voor
de zesde keer in zijn bestaan in
1945 opgericht kampioen van Roe
menië werd, verontwaardigd: „In geen
geval. UT Arad gaat in Rotterdam be
slist aanvallen. Ons speltype is nu een
maal op de aanval gericht en daar
wijken wij in geen geval van af."
Spreekt de vriendelijke trainer daar
mee echter ook de waarheid? De Roe
meense sportverslaggevers denken er
weer anders over. „Want", zeggen die,
„Dumitrescu heeft vorig jaar in de
Europa Cup zijn lesje geleerd. Toen
ging hij in de eerste ronde tegen Legia
in Warschau ook aanvallen. Maar het
gevolg was, dat UT Arad met 8-0 van
het veld werd geveegd. En zo iets, zo'n
vernederende debacle, wil hij nóóit
meer meemaken. Dus gaat hij in uit
wedstrijden niet meer roekeloos op de
aanval spelen."
Als men Dumitrescu herinnert aan
de vernedering in Warschau reageert
hij nogal naïef. „Ach, dat was zo'n
wedstrijd, waarin alles, maar dan ook
alles tegenzat; je kon het een regel
rechte ongelukswedstrijd noemen.
Maar het resultaat in Warschau, hoe
vernederend het ook was, heeft mijn
opvattingen over het voetbal totaal
niet gewijzigd. Ik blijf erbij, dat je
van het principe aanvallen moet uit
gaan."
Om zijn woorden kracht bij te zet
ten, komt Dumitrescu na enig na
denken met een nieuwe verklaring
voor zijn offensief ingestelde strijd
plannen: „Vroeger was ik zélf aanval
ler. Linksbuiten speelde ik. Vele jaren
in UT Arad en zeventien maal in het
Roemeense elftal. Tot 1957 heb ik ac
tief gevoetbald. Wel, een man, die zijn
hele loopbaan zélf aangevallen heeft,
gaat als trainer zijn ploeg toch geen
verdedigende houding opdringen? Dat
zou niet natuurlijk zijn."
Dat Dumitrescu veronderstelt tegen
Feijenoord een goede kans te maken,
doet des te verwonderlijker aan, als
men nagaat, dat hij praktisch niets
weet van de kracht van de Rotter
damse formatie.
Dumitrescu: „Inderdaad, ik heb per
soonlijk Feijenoord nog nooit zien spe
len. Ik heb het elftal alleen een keer
op de televisie gezien. In de Europa
Cup-finale tegen Celtic. Toen raakte
ik vooral geïmponeerd door het hoge
tempo dat het de hele wedstrijd door
kan draaien. Ook vond ik de defensie
van grote kwaliteit. Het viel mij ver
der op, dat Feijenoord aanvallend op
zijn sterkst is, als het vanuit het mid
denveld kan uitbreken. Maar nog
maals, persoonlijk ken ik Feijenoord
nog niet. Daar zal spoedig verandering
in komen."
Over de opstelling van Ut Arad in
de duels tegen Feijenoord wil Du
mitrescu nog niets prijsgeven, het ziet
er echter naar uit, dat het team in de
vier-drie-vier-opstelling het veld in
komt. En wel als volgt (achter de
namen de leeftijden van de spelers):
Gomea (26); Birau (25), Lereter (37),
Pojoni (29) en Brosovschi (19); Pe-
trescu (28), Dominde (24) en Axente
(26); Schiopu (23), Dembrovschi (28
en Dumitrescu (24).
De gemiddelde leeftijd van de ploeg
ligt omstreeks de 26 jaar, waarbij Le
reter (37) en Brosovschi (19) de uit
schieters naar „beide zijden" zijn.
Doelman Gomea en middenveldspe
ler Dominde waren bij de Roemeense
selectie in Mexico. Zij kwamen tijdens
de wereldkampioenschappen overigens
niet in het veld. Lereter en Petrescu
speelden vroeger voor het nationale
elftal.
UT Arad, de fabrieksploeg alle
spelers zijn werkzaam bij dezelfde
textielfabriek speelt op een accom
modatie waarop een kleine 20.000 toe
schouwers kunnen. Niet veel dus voor
een Europa Cup-wedstrijd. Het is al
leen zo, dat die 20.000 herrie voor
100.000 fabriceren.
Ernst Happel is al net eender als
Nicolae Dumitrescu. In het openbaar
reageert hij anders, dan hij in werke
lijkheid denkt als het over voetbalza
ken betreffende de Europa Cup gaat.
De bekwame trainer van Feijenoord,
onmiddellijk nadat hij UT Arad in
de laatste competitiewedstrijd tegen
Politehnica aan het werk heeft gezien,
tegenover Roemeense verslaggevers:
„UT Arad beschikt over een prima
ploeg. Vooral technisch is het team
zéér sterk. Nee, uitblinkers kan ik niet
noemen, omdat ik alle spelers even
sterk vond."
Ook Ernst Happel pleegt echter „be
drog" bij het uitspreken van deze lo
vende woorden. Op de terugreis naar
Nederland verklaarde hij: „Eerlijk ge
zegd is UT Arad mij behoorlijk tegen
gevallen. Het is beslist niet sterker dan
bijvoorbeeld een Legia Warschau of
een Vorwarts Berlin. Goed, de ontmoe
ting die ik zag, was de laatste compe
titiewedstrijd. Het elftal was al kam
pioen en maakte een tamelijk v er-
moeide indruk. En het is ook logisch,
dat zo'n ploeg zich dan niet volledig
geeft. Maar desalniettemin heb ik zo
veel zwakke plekken in het elftal ont
dekt, dat wij zeer beslist goede mo
gelijkheden krijgen."
Beweerde Nicolae Dumitrescu dat
zijn UT Arad in de kuip gaat aanval
len, Ernst Happel, die tijdens de wed
strijd PolitehnicaUT Arad driftig
aantekeningen maakte, ziet het anders:
„Zelfs in die op zich volkomen onbe
langrijke wedstrijd bleven er constant
vijf spelers van UT Arad in de ver
dediging hangen. Kun je nagaan wat
dat in Rotterdam gaat worden. Toch
heb ik van die verdediging geen hoge
dunk gekregen. Integendeel. De backs
vond ik zelfs uitgesproken zwak. Voor
al de rechtsback. Birau. Moulijn kan
hem, mits Coen in vorm is, van het
veld spelen. Vooral ook omdat Birau
steeds achter blijft hangen, zodat Coen
dan met de bal aan zijn schoen op hem
kan afkomen. En in zo'n situatie is
Moulijn op zijn sterkst.
Die andere back, Brosovschi, gaat
wèl zo nu en dan in de aanval, maar
let dan totaal niet meer op wat er ach
ter hem gebeurt. Hij laat een gat val
len, waar gemakkelijk een speler in
kan duiken. Verder lijkt mij de cen
trale verdediger,Lereter, te traag. Er
gens begrijpelijk. Die man is al 37
jaar. Maar ik verwacht, dat hij het
met zijn routine alleen tegen Kindvall
niet zal redden. Ove moet hem eruit
kunnen sprinten. Misschien niet in
Rotterdam, waar je opeenhopingen
van spelers kunt verwachten, maar
wèl in de uitwedstrijd, als Ove de
ruimte krijgt. En dan Gomea, de
keeper! Goed, hij kan wel wat. Hij
staat niet voor niets bij de Roemeense
selectie. Maar ik heb mij geërgerd
aan de verschrikkelijke show die hij
onder de lat maakt. Dat moet ten
slotte wel op fouten-maken gaan uit
lopen. En reken er op, dat wij die
prompt zullen afstraffen. Dat de ver
dediging van UT Arat bslist niet van
grote klasse is, bewijst het feit dat
de club in de competitie in dertig
wedstrijden maar liefst 42 goals tégen
kreeg. Veel te veel."
Ook de aanval van de Roemeense
kampioen kan Ernst Happel niet erg
bekoren, hoewel hij toegeeft dat er
vrij veel techniek in schuilt. De trai
ner van de Rotterdammers: „Dem
brovschi schijnt er de gevaarlijkste
man in te zijn. Dat bewijzen de cij
fers ook. Hij maakte in de laatste vijf
tien wedstrijden in de eerste helft
van de competitie was hij er vanwege
een blessure niet bij vijftien doel
punten. Eén per wedstrijd dus. Niet
gek. Toch viel hij mij niet mee, toen
ik hem zag spelen. Qua postuur heeft
hij veel weg van een killer, maar in
werkelijkheid is hij dat niet. Ik zag
hem een paar vrij gemakkelijke kan
sen missen. Alleen hij kopt goed. Dat
wel. Maar verder vind ik hem een
vrij primitieve voetballer. Dan zie ik
het meer in Demitrescu, de linksbui
ten. Maar die is weer zo bang als een
wezel. Nee, ook de aanval van UT
Arad is beslist niet van topklasse.
Maar één welgemeend compliment
moet ik het hele elftal toch maken:
het speelt uitermate sportief en eer
lijk gezegd heeft mij dat een beetje
verbaasd. Ik hoop alleen dat zij het
ook tegen ons zullen zijn."
Dat Feijenoord het overigens in
Arad niet gemakkelijk zal krijgen,
daar is Happel ook van overtuigd. „Ik
weet uit ervaring dat het bij de Hon
gaarse grens want daar ligt Arad
heel moeilijk voetballen is. Maar gaat
het zoals ik verwacht, dan kunnen we
de uitwedstrijd met een glimlach om
ons mond tegemoet gaan. Want dan
hebben we al een voorsprong van een
nulletje of vier uit de thuiswedstrijd!"