PHILIPS PSV GING OP TRANSFERMARKT RIGOUREUS TE KEER „Triomf der techniek" dient iets ruimer te worden geinterpreteerd 1 rög -ij Kruistocht van Belg Declerck tegen middeleeuwse toestand Sterren van Real Madrid en IBenfica zijn verbleekt WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1970 Passieve recreatie nran ES3 1 TV iTj rsn Nieuw statuut Geen onderscheid (Van onze sportredactie) EINDHOVEN Het ziet er naar uit dat de _edert jaren gehanteerde reclame-slogan van het Philips-concern: „triomf der techniek", de ko mende jaren nog iets ruimer geïnterpreteerd dient te worden. De rigou reuze stappen van PSV op de transfermarkt (mogelijk gemaakt door een miljoenendonatie van Philips) houden namelijk een belofte in. Wellicht meer dan dat zelfs. De versterking van de Eindhovense vereniging kan namelijk heel goed culmineren in een directe aanval op de hegemonie van Ajax en Feijenoord. Hierdoor is een totaal andere situatie ontstaan dan die van een half jaar geleden toen PSV-manager Ben van Gelder nog verklaarde: „Ajax en Feijenoord blijven de eerste tien jaar nog wel toon aangevend". Van Gelder bekent achteraf zelf dat hij op dat moment ook nog niet wist dat Philips opeens bereid was om zoveel geld ineens naar de Eindhovense club te laten vloeien. Toch blijft hjj op de eerste plaats rea list als hjj bedenkt: „Wij zijn er uiteraard nog lang niet. Ik geloof dat ik de situatie die is ontstaan het best definieer als ik stel dat wij een aantal maatregelen hebben genomen die ons dichter bij de top brengen. Die top bestaat nog steeds uit Ajax en Feijenoord. Veel mensen zijn nu de me ning toegedaan dat wij ook meteen maar de plaats van Ajax zullen in gaan nemen. Dat is een misvatting. In een terugval van Ajax geloof ik niet. Als er op een gegeven ogenblik maatregelen moeten worden ge nomen om de zaak te versterken, dan gebeurt dat ook. Dat kun je aan die mensen in Amsterdam echt wel overlaten. Die weten donders goed wat betaald voetbal inhoudt. Je kunt misschien wel stellen dat er een interes santer seizoen in het verschiet ligt. Onze versterking bezorgt de compe titie een nieuwe impuls. Dat de top breder wordt is - voor alle clubs alleen maar waardevol". Toch heeft Ajax ondanks het feit dat verschillende spelers op de nomi natie stonden om vervangen te wor den wat aankopen betreft de boot afgehouden terwijl PSV ondanks de extravagante bedragen die werden ge vraagd (Van Gelder: „Wat het ene jaar de vraagprijs is, is het andere jaar de richtprijs") van geen op houden wist. Van Gelder: „Dat kwam door de support van de NV (Philips). Ook hieromtrent heersen echter de no dige misverstanden. De steun die wij van Philips genieten dateert niet van vandaag of gisteren. Eerst was het echter zo dat Philips voornamelijk fi nanciën beschikbaar stelde voor de geldverslindende accommodatieverbete ring. Nu zijn er ook financiën vrij ge komen voor de aankoop van spelers". Wat zijn de voornaamste redenen. Van Gelder: „Veel mensen stellen pri mair dat Philips met de reclame die hier uit ontstaat enkel en alleen op winstbejag uit is. Die publiciteit is echter een prettige bijkomstigheid. De passieve recreatie speelt een voorna me rol. Het feit dat Brabant toch een enorm industriegebied slechts twee ere-divisieclubs (NAC en PSV) telt heeft een voorname rol in de overwegingen van Philips gespeeld. Het plan om de zaken wat professio neler aan te gaan pakken is enkele jaren geleden ontstaan. Het wordt nu geconcretiseerd". Toch wordt er volgens Van Gelder BEN VAN GELDER één ding over het hoofd gezien. „De verkopen. Wij hebben voor het vertrek van Doesburg, Ressel, Bjerre en Ma res uitstekende bedragen getoucheerd. Natuurlijk staan deze sommen in geen enkele verhouding tot de aan kopen. Vooral Van Beveren en De Vrindt waren bepaald duur, hoewel de cijfers die links en rechts met be- ca O O O fw?l a a Ih-O 1 trekking tot deze grote investeringen werden gesuggereerd overdreven zijn" Naast de bovengenoemde spelers trok PSV bovendien aan: Vos (ADO), Hid- dink (De Graafschap) die als een twee de Van Hanegem wordt gedoodverfd, Mulders (Den Bosch), Van Tilburg (Go Ahead) en opnieuw een Deen, Jensen. Van Gelder: „Wij hebben goe de contacten in Denemarken en boven dien weten die Denen verdraaid goed waar zij het goed hebben en waar niet. Het feit dat zij behoorlijk wor den opgevangen is zeer belangrijk. Zij passen mentaal ook goed in Ne derland". Het leidende driemanschap Van Gel derBrusselersLinder (Van Gelder: „Van alles wat wij voorstellen wordt 90 percent zonder meer zeker door de NV geaccepteerd") ziet het komende seizoen in een opnieuw beter geoutil leerd (in februari zijn 30.000 plaatsen waarvan een groot gedeelte ver warmd en overdekt klaar) Philips Sport Park de zaken optimistisch te gemoet. Van Gelder: Ik ben benieuwd. Het wordt ieder jaar aantrekkelijker voor ons. Temeer daar wij twee jaar geleden nog een serieuze degradatie kandidaat waren". Goede resultaten worden doorgaans geschraagd door een groot supporters legioen. Het publiek verdient dus gro te belangstelling. Van Gelder: „De service en nu spreek ik in het al gemeen moet groter worden. Het publiek wordt kritischer. Als het met de auto naar het stadion komt dan wil het ook niet staan. En zeker niet in de regen. Teveel verenigingen on derschatten deze zaken. Die denken: men komt toch wel. De toegangsprij zen liggen in Nederland doorgaans te laag. Daarom wordt er bij topduels zoveel mogelijk publiek op een veld gestuwd. Bij ons gebeuren deze za ken niet. De plaatsen zijn genummerd en er wordt geen biljet teveel ver kocht. Iedereen kan of we nu te gen De Baronie of Real Madrid spe len ruim zitten". Toch blijven er voor een topclub als PSV nog de nodige problemen. Daar is Kurt Linder de man die van het nieuwe materiaal een hechte éénheid moet smeden. Van Gelder steekt zijn bewondering voor de Duit ser niet onder stoelen of banken. „Dat was een schot in de roos. Zijn vak kennis en de relatie die hij met de spelers heeft opgebouwd zijn fantas tisch. Toch moet je altijd maar weer afwachten of wij hem kunnen houden. Zijn contract loopt aan het einde van dit seizoen af. Bovendien kan er in één jaar een geheel andere situatie ontstaan. Misschien dat Feijenoord het volgend jaar weer van zich doet spreken. Zij hebben zich dit keer op de transfermarkt vrij rustig gehouden omdat zij de spelers die zij hebben wilden op dit moment niet konden aantrekken. Dat zal het volgend jaar waarschijnlijk weer anders liggen". PSV's schot in de roos: Kurt Linder. (Van een Belgische medewerker) BRUSSEL Een paar jaar terug diende senator Stan Declerck een wetsvoorstel in, dat heel wat deining verwekte in de Belgische sportwereld en meer bepaald in de voetbalhond. Dit voorstel werd hem ingegeven door een geval in eigen familie. Omdat met name zijn voetballende neef geen toestem ming had gekregen voor een an dere club te gaan spelen, trok hü van leer tegen wat hij noemde de „middeleeuwse" toestanden in de sport en stelde hij een grondige hervorming voor van de Belgische sportwetgeving. Zijn suggestie kwam, zeer bondig samengevat, neer op het instellen van een soort collectieve arbeidsovereen komst tussen werkgevers (de clubs) en werknemers (de voetballers). De voet balbond ging daarmede niet akkoord. Zij aanvaardde wel het principe van de grotere vrijheid voor de voetballer maar stemde niet in met het pakket maat regelen, dat onder meer het beslechten van arbeidsgeschillen voorziet door de arbeidsraden en het instellen van steun aan werkloze voetballers. „Als we daarmee Instemmen", zei destijds voorzitter Louis Wouters, „dan gaan we in de Belgische voetbalwereld een echte klucht beleven. De veron gelijkte voetballer zal, wanneer hij niet opgeroepen wordt, voor een be paalde wedstrijd niet aarzelen om de bemoeiing van het gerecht in te roepen en hij, die geen club meer heeft, zal dagelijks moeten gaan stempelen met werkloze bouwvakkers of loodgieters. Ik pleit hier niet voor discriminatie, maar wel tegen het onzinnige van een voorstel, dat geen onderscheid maakt tussen de bezoldigde sportman en de gewone arbeider of bediende". Zo het wetsvoorstel inderdaad veel ongerijmdheden bevat, mag de indie ner ervan toch de verdienste opeisen de hogere leiding van de Belgische voet balbond wakker geschud te hebben. Tot op heden heeft het statuut van de Bel gische voetballer nog steeds voeten ln de aarde en blijft het vorige dat er eigenlijk geen is verder van kracht en met name de zeer eenzijdige over eenkomst, die bepaalt dat de club alle rechten heeft... en de speler geen. De meeste ploegen uit eerste en twee de afdeling stemmen daar vanzelfspre kend niet langer mee in omdat de grote nood aan goede'spelers en voornamelijk aan degelijke aanvallers ze er toe ver plicht heeft samen met de spelers het stelsel van de contractuele verbinding in te voeren voor al de leden van hun kern. Volgens hun eigen binnenhuisregle ment, hoeft een voetballer niet langer een ja-knikker te zijn, maar mag hij ook zijn (geldelijke) eisen stellen. Het profstatuut bestaat dus. Alleen moet het nog officieel bevestigd worden. Dat gaat binnenkort gebeuren als een voor stel van die aard eindelijk en met alge mene stemmen aanvaard wordt door de nationale studiecommissie, het orgaan dat zich bezig houdt met het bestude ren van alle problemen inherent aan het Belgisch voetbal, alvorens ze wor den voorgelegd aan de algemene ver gadering van de bond. Het is begrijpelijk waarom voorna melijk de clubs uit de hoogste twee afdelingen aandringen op een duidelijke scheiding tussen beroeps- en amateur voetbal. Drie jaar terug dreigden zij met een afscheuring en het instellen van een volledig autonome Liga, wan neer de leiding van de bond er niet in toestemde ze van het juk van de klei nere clubs te bevrijden. Het was name lijk zo dat geen enkele van hun voor stellen door de algemene vergadering werd aanvaard als gevolg van een on evenwichtige stemmenverdeling: twee derde voor de kleine clubs en eenderde voor de grote! Het absurde van een dergelijke toestand werd ingezien, want alhoewel de stemmenverhouding blijft bestaan, beslist de liga van hogere af deling thans over haar eigen zaken. Die ommekeer heeft ook geleid tot een versnelling van de procedure voor het instellen van het prof-statuut. In grote trekken werd overeengekomen de clubs, tot welke afdeling ze ook be horen, volledige vrijheid van handelen te laten bjj de keuze van één van beide stelsels. Wie zijn spelers vijftigduizend fr. (ongeveer vierduizend gulden) of meer jaarsalaris uitbetaalt, sluit zich aan bij de profs; wie minder uitkeert gaat naar de amateurs. Deze differentiëring houdt echter niet in dat de Belgische competitie voort aan zal gesplitst worden in een kam pioenschap voor beroepsspelers en één voor liefhebbers. Daar waakt de bond angstvallig voor. Zij staat op het demo cratische beginsel, dat iedereen het recht heeft te beslissen over zijn eigen bestaan en beschouwt de huidige uit bouw van het kampioenschap als de beste stimulans voor alle clubs. „Door de evolutie", aldus voorzitter Wouters, „is er vanzelfsprekend een brede kloof ontstaan tussen de hogere afdelingsclubs en de andere. Maar wie zegt mij dat over vijf jaar bijvoorbeeld een ploeg uit de derde klasse (eerste klasse amateurvoetbal in Nederland) geen kans maakt tot de top op te klim men? Ik koester misschien een utopie maar in elk geval blijven wij er bij dat het spel van klimmen en dalen moet blijven doorlopen over al de afdelin gen van onze competitie. Ook het pu bliek is er mee gediend. Supporters wil len immers altijd hogerop met hun club en zouden nooit aanvaarden in hun op gang gestuit te worden door de „njet'\ van een zeer besloten kring grote prof clubs, zoals dit in Nederland gebeurt. Een dergelijk stelsel neigt naar dicta tuur (Van onze sportredactie) MADRID. De grote afwezige op de afgelopen wereldkampioenschappen in Mexico was het voetbal van het Iberisch schiereiland Hoewel het La tijnse voetbal dank zij Brazilië de uit eindelijke overwinning behaalde, was de afwezigheid van de Spaanse en Portugese spelers toch een veelzeggend bewijs van de teruggang die de grote Latijnse clubs in Europa de laatste ja ren te zien geven. De sterren van Real Madrid en Ben- fica zijn verbleekt aan het internatio nale voetbalfirmament. Hoe is het mo gelijk dat de Spaanse club, die zes maal de Europa Cup won twaalf maal de nationale liga, driemaal de nationa le beker en tientallen malen de over winning in de wacht sleepte in toer nooien in Europa en Amerika, sinds 1966 praktisch niet meer van zich doet horen buiten de grenzen? Hoe kan men uitleggen dat Benfica nog zo kort geleden de schiik van alle andere Europese kampioenen, de club die tweemaal de Europa Cup won en daarna nog tweemaal tot de finale doordrong, bijna ir» de vergetelheid verdween sinds de Portugezen met 4-1 van Manchester ver'oren in 1968? In werkelijkheid lijden Real Madrid en Benfica, de twee grote aristocraten van de jaren vijftig en :estig, aan pre cies dezelfde ziekte1 bloedarmoede. Ze hebben nieuw blauw bloed nodig. Het Iberisch voetbal is een voetbal van uitschieters. Het is een karakteristiek voorbeeld van de resultaten die deze heethoofdige en fantasierijke volken bereiken door de plotselinge ingevin gen van een geniale persoonlijkheid. Real Madrid en Benfica zijn de clubs van de grote namen, en hun cri sis is de crisis van de individuele voet balgenieën. De afgang van Real begon met het heengaan van Di Stefano en verkreeg alleen uitstel van executie door het overblijven van Gento en door de opbloei van Amancio en Pirri. Op dezelfde wijze verloor Benfica haar glans, toen haar ster Eusebio in de laatste twee. drie seizoenen de lan ge jaren op de groene mat begon te voelen en kwam het genadeschot met het heengaan van Coluna, de man op het middenveld, die het spel van de Portugese kampioenen „maakte". Beide clubs wisten zich in eigen huis nog te handhaven door voort te bor duren op een lange traditie en door het kapitaal van nationale spelers in te teren. Maar zij weten beide heel goed dat zij, om opnieuw de oude glorie te bereiken, een nieuw voetbalgenie moe ten vinden dat in ieder geval op dit moment niet voorhanden is. Daarom torpedeerde Real Madrid, toen de club zelf niet in itaat bleek om haar eeuwi ge rivaal Barcelona voor te komen in de onderhandelingen met het Ajax- wonderkind Cruijff de olannen van de Catalaanse vereniging om rond Cruijff een nieuw elftal op te bouwen. Real was wel degelijk in Cruijff ge ïnteresseerd en had zelfs een aanbod gedaan, maar toen dat geen resultaat opbracht, gaf Real er de voorkeur aan om de Spaanse grens dan maar voor alle buitenlanders te sluiten. Maar zo wel Real als Benfica zender dagelijks schietgebedjes op dat één van de „spionnen" die zij overal rondsturen de juiste speler voor hen weet te vin den. Don Santi Bernabeu, de onverwoest bare voorzitter van Real, verklaarde onlangs: „De spelers van een Real of een Benfica zouden om het even welk beroemd elftal uit Noord-Europa in de eerste wedstrijdhelft kunnen verslaan. Maar in de tweede helft zouden zij hun weerstand verliezen en door het uithoudingsvermogen van de tegenpar tij op de knieën worden gedrukt. Dat is het wat wij van ket buitenland moe ten leren, of zelfs importeren!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 39