BRISTOLS VERGETEN WONDERKIND
m
M:~
Van poëzievervalser
tot litterair genie
El
1 T
Ir9
ja
s m :o
16
ZATERDAG
AUGUSTUS 19 7 0
Erbij
Ik 1
^'*'1
j
A
m -
- T>- "V-
KUNSTVERVALSING IS EEN ERNSTIG MISDRIJF.
MAAR OOK EEN PROFITABELE BROODWINNING,
WANNEER DE VERVALSER ALTHANS TALENT
GENOEG HEEFT OM OOK DE EXPERTS ERIN TE
LATEN LOPEN. ZO'N GENIALE VERVALSER WAS
B.V. DE SCHILDER HAN VAN MEEGEREN, WIENS
„AUTHENTIEKE" OUDE MEESTERS DESTIJDS
MOEITELOOS ALLE CERTIFICATEN VAN ECHT
HEID VERWIERVEN EN VOOR MILJOENEN VER
KOCHT WERDEN VOORDAT HET BEDROG
EINDELIJK AAN HET LICHT KWAM EN DE
GEZAMENLIJKE EXPERTS IN HUN HEMD
STONDEN. EEN LITTERAIR PENDANT VAN
VAN MEEGEREN OVERLEED TWEE EEUWEN
GELEDEN ALS ZEVENTIENJARIG WONDER
KIND IN ENGELAND, DAT CARRIÈRE MAAKTE
DOOR OUD-ENGELSE GEDICHTEN TE SCHRIJ
VEN EN DIE VAST TE PINNEN OP DENK
BEELDIGE, DOOR HEMZELF GEFANTASEERDE
VIJFTIENDE-EEUWSE POEËTEN. OVER DIT GENIE-
TEGEN-WIL-EN-DANK EN ZIJN MERKWAARDIGE
CARRIÈRE GAAT ONDERSTAAND ARTIKEL VAN
DR. P. H. SCHRODER.
(Door dr. P. H. Schroder)
DAT OVER EEN JONGEN die niet ouder is
geworden dan zeventien jaar en negen
maanden een biografie wordt geschreven en
gepubliceerd, is op zichzelf al een opmerkelijk feit.
Maar dat er niet minder dan elf biografieën en één
dissertatie over zijn leven zijn verschenen, dat hij
dichters en toneelschrijvers heeft geïnspireerd en
dat zijn naam is doorgedrongen tot de grote ency
clopedieën, is uitzonderlijk genoeg om aan de dra
ger van die naam aandacht te besteden,-nu het
tweehonderd jaar geleden is dat hij met arsenicum
een einde maakte aan zijn kortstondig bestaan. De
jongen van wie hier sprake is, was Thomas Chatter -
ton, „na Shakespeare het grootste genie dat Enge
land ooit heeft opgeleverd", schrijft Malone. En
Edmond Malone, die leefde van 1741 tot 1812 en
dus een tijdgenoot was van Chatterton, genoot
internationale bekendheid als Shakespeare-kenner.
Zijn oordeel zegt dus wel wat.
Zolderschat
Jongensgrap
'.thé- X S T 3S
,tüp
rfT"!ë
K 'V
OR A T R 1/ Mj
v V-t^
of the unloutiinat'.-
f
„G eesteskind"
Testament
l
Onsterfelijkheid
-
f
SffStoKsfi', i' -sk
pjl ïf "tó,,
«wipiii ii i ij i
Ik' - V
■- r«cSt 4
Chattertons sombere geboortehuis in een van Bristols vroeg-achttiende-
eeuwse volksbuurten.
Bibliothecaris Catcott, via wie
Chatterton zijn „historische" ge
dichten lanceerde.
THOMAS CHATTERTON
Thomas Chatterton werd geboren
op 20 november 1752, vier maanden
na de dood van zijn vader die een
arme onderwijzer was geweest in
Bristol. Hij had alleen een zusje,
Mary, dat vier jaar onder was. Na
het overlijden van haar man begon
de moeder een schooltje voor meis
jes en probeerde met naaiwerk wat
bi j te verdienen. Haar schoonmoeder
woonde bij het gezin in en er was
ook nog een zekere mevrouw Edkins
die hielp bij het naaien en strijken.
TEMIDDEN VAN al die vrouwen
groeide de kleine Thomas op. Aan
vankelijk hield men hem voor dom,
voor een beetje achterlijk zelfs. Toen
hij vier was kende hij nog maar een
paar letters van het alfabet, wat ik
nu nog niet bepaald zie als een be
wijs van armoede aan geest. Erger
was dat hij na een jaar lagere school
van die instelling werd weggestuurd
als ongeschikt voor het onderwijs. Hij
was toen zes en een half en zijn moe
der begon eraan te wanhopen dat er
ooit iets van hem zou terechtkomen.
Maar op zekere dag zag Thomas zijn
moeder bezig met een paar stukken
beschreven perkament waarvan zij
een pop voor Max-y wilde maken. Op
zijn vraag waar zij dat papier met
die gekleurde letters vandaan had,
vertelde zij hem dat het afkomstig
was van een koffer met archiefstuk
ken die bewaard werd op de zolder
van het kerkje waar Thomas was ge
doopt en waarvan zijn oom koster
en doodgraver was.
VAN DIT ogenblik af was de be
langstelling van de jongen gewekt.
Hij leerde in korte tijd lezen uit een
bijbel met de oude gotische letters en
weldra was hij een onverzadigbare
lezer van alles wat los en vast was.
Uren en uren achtereen zat hij als
in trance verdiept in een boek en als
iemand hem stoorde barstte hij soms
in hartstochtelijk geschrei uit. Het
schijnt dat hij alles onthield wat hij
eenmaal had gelezen, of het nu een
boek was over heraldiek, over medi
cijnen, muziek, paleografie of een
andere tak van kunst of wetenschap.
Al op de leeftijd van acht, negen
jaar bleek hij aan enkele uren slaap
per nacht genoeg te hebben en hij
was tevreden met een paar biscuits
en een glas water als maaltijd. Als
men hem maar met rust liet!
ZIJN OOM de koster verschafte
hem toegang tot de geheimzinnige
zolder boven het kerkje en uren
achtereen verdiepte hij zich in de
wonderen van de koffer met perka
menten, waarvan zijn vader er voor
zijn geboorte vele had gebruikt om de
bijbels van zijn schooljongens mee
te kaften. Zijn zuster heeft later ver
teld dat zij en Thomas in deze perio
de van zijn leven eens stonden te
praten met de marskramer die aan
zijn moeder placht te leveren. Hij
beloofde de kihderep, de volgende
keer een cadeautje te zullen mee
brengen. Toen ze; Thomas: „Ik wil
graag een tekening van een gevleu
gelde engel met een bazuin die mijn
naam over de hele wereld uitba
zuint". Hij was toen acht jaar. Op ad
vies van de dominee werd hij nu in
geschreven als leerling van de ar
menschool van Bristol, waar men
onderricht gaf in lezen, schrijven, re
kenen en de catechismus De school
lag vlakbij het klooster der Karme
lieten en de leerlingen droegen blau
we jasjes en een tonsuur als monni
ken. Thomas verveelde er zich dood.
Alles wat men daar ohderwees wist
hij al en hij beklaagde er zich over
dat het tempo zo laag was. Thuis
had ik in dezelfde tijd veel meer
kunnen leren," zei hij eens tegen
Mrs. Edkins.
TOCH SCHIJNT hij geen saaie jon
gen te zijn geweest. Zijn moeder zei
later dat hij soms ernstig was, maar
soms ook 'n onverbeterlijke grappen
maker.
Dat zou dan ook weldra blijken.
De jongen had een zolderkamertje
waarvan hij de sleutel zorgvuldig
bewaarde en waar hij al zijn vrije
tijd doorbracht met allerlei zaken,
perkament, houtskool, lood en der
gelijk spul. Hij tekende ridders en
burchten, wapenschilden en vooral
lettertekens. Al van zijn vroegste
jeugd had hij op het kerkhof de op
schriften der zerken pogen t.e ontcij
feren en de heraldische tekens na
gebootst. Zo oefende hij zich, men
mag aannemen: zonder bepaald doel
in voorstellingen uit het verre ver
leden en in de schrijfwijze van de
voorouders.
IN 1762, toen Thomas dus tien jaar
was, werd hij als lidmaat van de
Anglicaanse kerk aangenomen voor
de bisschop van Bristol. De ceremo
nie die met veel praal en statie
plaatsvond, heeft op de jongen diepe
indruk gemaakt. Kort daarna scnreet
hij zijn eerste gedicht dat handelde
over Christus' Laatste Oordeel en op
Driekoningen van het jaar 1763 werd
gepubliceerd in de Bristolse plaatse-
lijke krant.
DAT SUCCES had natuurlijk een
stimulerende en opwekkende wer
king op de jeugdige dichter. Van zijn
zuster had hij op 1 januari 1763 als
"nieuwjaarscadeautje een dik gebon
den schrift, een soort poëzie-album,
gekregen. In december van dat jaar
gaf hij het haar terug, vol met ge
dichten, waarvan er twee bewaard
gebleven zijn Een daarvan was een
Hymne op het Kerstfeest Toen be
steedde hij reeds al zijn zakgeld aan
het lenen van boeken uit de leesbi
bliotheek en hij heeft een lijst sa
mengesteld van zeventig boeken, voor
namelijk handelend over geschied
kundige en godsdienstige onderwer
pen, die hij voor zijn twaalfde ver
jaardag had gelezen.
VOORAL DE historie van zijn ge
boortestad Bristol had zijn belang
stelling en in deze tijd begon hij een
paar van zijn schoolvriendjes op ge
heimzinnige toon te vertellen over
middeleeuwse handschriften die hij
zei te hebben gevonden op de zolder
van het kerkje. Korte tijd later toon
de hij de ondermeester van zijn
schooi een verkleurd ve perkament
waarop in oud schrift een gedicht
stond, getiteld Elinoure and Juga.
Da brave ondermeester was onmid
dellijk overtuigd dat Thomas in het
bezit was van een authentiek oud
Engels handschrift. Daarop wees niet
alleen het perkament, maar ook de
spelling. Later is ontdekt, dat de jon
gen uit twee woordenboeken een
eigen woordenlijst had samengesteld
met oud Engelse woorden en hun
betekenis in het Engels van zijn tijd.
Het succes met dit gedicht inspireer
de Thomas tot eexi tweede mystifica
tie. In Bristol woonde een tinnegie
ter geen politieke, maar een ech
te! Henry Burgum. Deze Burgum
was een praler en een opschepper,
een uitstekend object voor een prac
tical joke. Thomas vervoegde
zich in het begin van 1767 bij hem
en vertelde dat hi' in de koffer waar
uit ElinouVe and Juga heette te zijn
tevoorschijn gekomen, de stamboom
het blazoen en wapenschild met de
vies en al had gevonden van de fa
milie De Bergham, de voorouders
van de tinnegieter. Daaruit bleek
duidelijk dat deze een afstammeling
was van een der Normandische ede
len die met Willem de Veroveraar
in 1066 de slag bij Hastings hadden
gewonnen en Engeland hadden ver
overd. De naam De Bergham zou
later tot Burgum zijn vereenvoudigd
maar de adeldom was volgens Tho
mas onweerlegbaar. De dankbare
tinnegieter gaf de knaap vijf shil
ling voor zijn ontdekking en haastte
zich overgelukkig en trots naar Lon
den waar de Raad van Adel natuur
lijk de domper zette op zijn schone
verwachtingen: een adelijke familie
De Bergham had nimmer bestaan
w-'-tst£it dtp ihsni'fóf-'J tiert
wö*k jjf>Ène"vnl bi'iW
ChwtWHoft, Tl-« «fe-MrjMJ» n»'J*
'iri «jiitrk «v U wd <tf
Utu* p'mu-. A',«if'ir» *A& i-xc3
Lui itf- «JkI i£»w>< him
l<w»k ftan W fmfed in tvs
4'Tlir
JJHWI f'aïtlrJ Wj thl 1)1 «kf!
brk - imhkbV.f faishic*
nivfii th> ÜH'fViVhy 9*
TMil rt>vvrii*(rt»"i £11*$, tl>«ï
met* wallixv».«ui «|M<» -MS?
Wal» tutum V-Jinh 4ssi5?
vU t>
Bui iwr
itad ó*r,kis_isaf»w»i.<
aak .ins-«ljfb#ebsi mvótc»1
tihtudpwtau aittlgnprr.whwb hwgrmui.
'hr "f iV p'.'ki'A
rtAfc wttft- atWc'fi* Iw'k —iS
bsffiise. rytf'iley' .dsnTVïfivfv ««WW»1'
ht*4b.H', jtvd XhciX .-ijih- 'L*'-"
ijj-iuf. hw w'iï|tbg«
hi$ bifkuit tbr invlii' fi
Sc 1 'l ij.'J ï'j tall rfc-bxo. 1°
piKk .utè. !»owtXy" Ks» <W-Ktf<y vrttci -
rt a ebafw t« hU viw»
atiilf 'k ikceustïf rxbe* 'éne«i-
bou.thri'eculirxtfuü t( hu BUicc'iv
i 'H<èer' ïmpMb* "ad f-urav
i,.jf «ifii hr ilad
lii SiftUi Ir astvtvlicve a fdlfiW
i*j JOVnipirh cd .Soi'i «relsii-
lirv.iVu „nrf fliltrtdr
fPtt/rr# ett tèvtewmi'
Vul '•.lUT reVn.M
JJORritay^
.Jtm.aXr. ri1-f l(r
B.n ,1 «sk ,hy hrari
X. 9 .c Z V» „V, XVT Tt'Cn'4tl<V-
O -1 I IxK J O N "«"Jrlaii, iU luil rii^U.aV, o! Dr„I-f
Abd Ortde» wtlb cigjfrk 1
-V'-x.V-
r k.. -V --
.-„.-..p.—nin^jj
HU? jimf ge>t»UM
Wak puvrrtyaitd mark, W wrll *brW»
ThrftMUïr,WMn(j1#,|1(. baw!
Rrjj)..d V» avll.tw Wlirti.v <by 'O
|Th«f«enill.v rubvcl». lm».? fora
,TU clwif.a l«H nf»lwi k ;wl brrr,
The iieda-ttt-fwri vitia„ ftp,
And iJi iintrïH, ii, {item ju«uiO, «rp, v
Dr 0»rivi ui ilrar Jetuuw Jrraa».
Ta w«*e, nf*i wammg bui in iSofrike
liai deevtiiauds llwafiHrffc hand it^
B<.«Miealortrfit the i.vi.kIt ar: ia»,,,
n..&, latlicr la mAi ..rt.ipfa^.cy V„ rel.
And. andilOr »lt la,dh nkwenee, iViijaa,^
bnlt.d.ii j ju judjotwnéflirtry flit
\iu!,in utw tjrri(ktiiti<fcraui,Jppi*.nl«w.H1Ilu
MVr er xfejlv .111 iha» fkji ihu lair furfe»
Ami lillnailli ,oW liifenG lliy ryti air*Y
jTlaii tsldl thdrlf.llot fttdi and
IFW up m OrfHy. and m th jJo.ty Ve4. i
Itairr lo thy (nem'ry1 mvty the febir.
t)F thllftrle tuuial thy !(,refe,*l rve. lilvpj),,!
Aiyft (huil MfH afi 1 «I«h grear» r>
Uh; full h.i da- «jthnul ntui*
Ot. iffouir aotWfél bafake of hire
SlM'liii ajih rta tt.rrt
trf-l hetvheri huiler peeiftblv tLuwmjk 3
Ttr ibiatir nairirt !»w hrt («il.Vai»
liettith nnithihy euieum
frtatcl, rt ia UtratiCnail ji few
"Tih puvjnn^ Uunaf «nu fl*. w 'he huiw
al feit thai tnllj fer-il »t j
MEN KAN DIT natuurlijk be
schouwen als een schooljongensgrap
ten koste van een ijdeltuit, maar ook
als een proefstuk op het terrein dei-
mystificatie. In de eeuw waarin
Thomas Chatterton leefde, gold zo'n
mystificatie niet als een misdaad
en wij mogen van sommige ervan
zelfs dankbaar zijn dat ze zijn ge
pleegd. Ik noem hier alleen de
naam James Macpherson, een Schot
die omstreeks 1750 de Fragments of
Ancient Poetry publiceerde, verzen
die naar hij voorgaf, in de derde
eeuw na Christus waren geschre
ven door een Schotse bard, Ossian
en zijn zoon Fingal, maar die in
werkelijkheid door hemzelf waren
gedicht. Die poëzie van „Ossian"
heeft een ware letterkundige revo
lutie veroorzaakt- zij was het die
de ogen van de 18de eeuwse mens
opende voor de schoonheid vaix het
natuurlandschap waarin de dichter
zich bevrijd voelt van alle knellen
de banden der traditionele bescha
ving en waarin de dichtkunst zich
in vrije vormen uit. Mannen als Goe
the in Duitsland en Bilderdijk in
Nederland zijn sterk door Ossian
beïnvloed.
TERUG NAAR Thomas Chatter
ton. In 1767 verliet hij de school
waar hij zo weinig had opgestoken
en trad als jongste bediende in
dienst van een procureur Lambert,
die een strenge baas bleek te zijn.
Niet alleen wierp hij alle beschre
ven papieren van zijn leerjongen,
voorzover ze geen betrekking had
den op de advocatenpraktijk, zon
der aarzeling of mededogen in het.
haardvuur, maar ook eiste hij dat
de jongen dag in dag uit. van 's mor
gens zeven tot 's avonds acht uur
op zijn kantoor akten zou overschrij
ven. Van acht tot negen 's avonds
was hij vrij. maar hij was intern
bij Lambert, sliep met de huis
knecht op één kamer en moest in
de keuken eten. Dat kwetste in ho
ge mate zijn trots, maar hij hield
vol. Er zijn drie folio-boeken over
van 334 pagina's die hij in twee j aai
en negen maanden heeft gevuld met
zijn keurige handschrift. Hij werkte
zo snel dat hij toch nog tijd over
had voor zijn eigen poëtische pro-
duktie en zo ontstond een reeks ge
dichten, gedeeltelijk in oud-Engel
se stijl, die hij voorlopig aan nie
mand toonde.
IN 1768 WERD in Bristol een nieu
we voetgangersbrug geopend en nu
verscheen in de plaatselijke krant
een verslag, dat naar de inzender
zei, was ontleend aan een oud hand
schrift, over de opening van de ou
de brug in 1248 door de toenmalige
burgemeester. Het originele inge
zonden stuk bevindt zich thans in
het Brits Museum. Natuurlijk was
Chatterton de schrijver en toen hij
erover werd ondervraagd, zei hij
opnieuw, het stuk in de koffer te
hebben gevonden. Maar tegenover
een vriendje bekende hij zelf de
schrijver te zijn Hei geval kwam
Catcott. de stadsbibliothecaris ter
ore. Hij hield van oude boeken en
had een eigen bibliotheekje waar
van, zei hij. elk boek ouder was dan
honderd jaar Aan hem heeft Tho
mas telkens gedichten ten geschen
ken gegeven, die, naar. hij voorgaf,
waren geschreven door een monnik
die hij Thomas Rowley noemde.
DEZE ROWLEY leefde, beweerde
Thomas, tijdens de regering van
Hendrik VI en van Eduard IV, dus
omstreeks 1460. Hij zou een vriend
en biechtvader geweest zijn van Wil
liam Canynge, die koopman en bur
gemeester van Bristol was. Dit laat
ste is een historisch feit, waardoor
Chatterton aan de door hem gefanta
seerde figuur van Rowley een grote
re schijn van historiciteit gaf. Men
heeft in' later tijd de naam Rowley te
ruggevonden op een grafsteen op het
kerkhof waar Thomas als kind zo
veel uren had doorgebracht. Ook is
Rowley de naam die koning Karei
II placht te dragen als hij incognito
een uitstapje maakte. Hoe ook, Tho
mas Rowley was gecreërd en hij
bleek een vruchtbaar schrijver te
zijn. Het eerste gedicht is getiteld:
„Bristowe Tragedie or the Dethe of
Syr Charles Bawdin" (ik schrijf de
titel over om een indruk te geven van
de spelling) en werd door een hele
stroom gevolgd.
CATCOTTS broei was predikant
en door hem kreeg Thomas gelegen
heid in de kerkelijke bibliotheek oude
geschiedwerken te raadplegen. Met.
deze nieuwe kennis verrijkt, bracht
hij weer allerlei verbeteringen in
zijn werk aan. Van schilderkunst
bleek Rowley ook verstand te hebben
Horace Walpole, de bekende schrij
ver van een vierdelig werk: Anecdo
tes of Painting in England kreeg ten
minste een manuscript toegezonden
dat getiteld was: The Ryse of
Peyncteynge in Englande. geschre
ven door Rowley en „ontdekt" door
Chatterton. Walpole schijnt aanvan
kelijk geloof te hebben gehecht aan
de ouderdom van het geschrift, maar
later argwaan te hebben gekregen. Er
is een vrij onverkwikkelijke corres
pondentie ontstaan, waarin de br
roemde Walpole een niet heel fraaie
rol heelt vervuld die Chatterton diep
heeft teleurgesteld.
HET IS IN DEZE TIJD dat hij
voor het eerst schreef over plannen
een eind aan zijn leven te maken. De
advocaat Lambert vond op zijn bu
reau een Laatste wil en testament,
tussen elf en twee uur geschreven
op saterdag 14 april 1770 in de diep
ste zielenood door mij Thomas Chat
terton van Bristol". De reactie was
eenvoudig dat Lambert zijn jongste
bediende op staande voet ontsloeg.
Waarom de jongen toen zijn voorne
men zelfmoord te plegen niet heeft
uitgevoerd, blijft, als veel in zijn le
ven, duister Het testament maakt
sterk de indruk te zijn geschreven
door iemand die gestoord was. En
het is een feil dat krankzinnigheid
in de familie Chatterton voorkwam.
Zijn zuster Mary is geruime tijd in
een krankzinnigengesticht verpleegd
MET MINDER dan vijf pond op
zak verliet Thomas nu Bristol en
reisde met de postkoets naar Lon
den. Hij werd op aanbeveling van
een neef opgenomen in het gezin van
de stucadoor Walmsley en deelde
de slaapkamer met diens zoon. La
ter heeft die jongen verklaard dat
Thomas nauwelijks enkele uren per
nacht sliep en verder tils een razen
de zat te schrijven bij het licht van
een kaars: verhalen, gedichtensa
tiren. schotschriften, herderszangen
en wat niet al. Af en toe kreeg hij
iets geplaatst en éénmaal ontving
hij een honorarium van vijf guineas
voor een stuk dat hij had geschre
ven.
Dat was een operette in twee be
drijven, getiteld De wraakneming
die een jaar na zijn dood met
veel succes in Londen is opgevoerd.
Onmiddellijk zond Thomas een doos
met cadeautjes naar zijn familie:
een thèeservies, naaipatronen en een
waaier vóór zijn moeder een snuif
doos voor de grootmoeder, nog een
waaier voor Mary en een paar snui
sterijen voor mrs Edkins. Maar 't suc
ces herhaalde zich niet. Na zeven
weken verhuisde de jongen, waar
schijnlijk om een slaapkamer voor
zich alleen te hebben. Die had hij
nooit gehad, noch thuis, noch bij
Lambert noch bij Walmsley. Nu kon
hij ongestoord dag en nacht werken
en volgens het getuigenis van zijn
medebewoners deed hij dat ook. Al
len die Chatterton gekend hebben in
Bristol en in Londen zijn het er over
eens dat hij een alleraardigste maar
trotse jongen was Zelfs als hij hon
ger had weigerde hij beslist de
maaltijden, hem door vriendelijke
huisvrouwen aangeboden, ja, hij
scheen zelfs beledigd door het aan
bod al bleef hij hoffelijk in zijn af
wijzing.
Op 24 augustus 1770. toen hij drie
dagen niet gegeten had sloot hij
zich in zijn kamertje op en toen men
de volgende dag de deur openbrak,
vond men hem dood op de grond lig-
u'-fi temidden nnn hovn napiersniV'
Zakdoek met Chattertons
portret, omkranst door lof- f
zangen op, en dichtproeven
van het wondeJicind, een
huldeblijk van een tijdgenoot.
pers die de hele vloer tip dekt en. Zijn
dode hand omklemde een flesje met
resten arsenicum. Alles wat hij on
derhanden had heeft Tiïomas Chat
terton vernietigd. Hij wus zeventien
jaar en negen maanderi\ oud en is
van de armen begraven.
Kort voor zijn dood hadthij in een
van zijn Rowley-gedichten) de hoofd
persoon Aella laten zeggen: „I have
botte lyttel tym to drage thys lyfe",
in modem Engels: I havfe but little
time to drag this life en m het Ne
derlands: ik kan dit leven nog slechts
korte tijd rekken. Nu wenden deze
woorden aan de dichter zelf bewaar
heid.
Na Chattertons dood is in de litte
raire wereld een hevige pennestrijd
ontbrand over de vraag of de gedicli-
ten van Rowley echt waren of
mystificaties. Omstreeks 1790 stond
op grond van allerlei anachronismen
in stijl en inhoud wel vast dat Tho
mas Rowlev niet heeft bestaan en
dat Thomas Chatterton de auteur was.
Maar in 1805 bleek Bilderdijk nog in
de 15de eeuwse monnik te geloven.
In 1803 is het oeuvre van de jong
gestorven voorzover hij het niet had
vernietigd, in drie delen uitgegeven
ten behoeve van zijn zuster die in
armelijke omstandigheden verkeer
de. De handschriften bevinden zich
in het Brits museum en in dat van
Bristol.
Het is natuurlijk onmogelijk, bin
nen het bestek van dit artikel aan
te tonen dat Chatterton ee/i genie
ivas. Maar wie zich in zijn oeuvre
verdiept dat in de uitgave die ik on
der ogen had, drie delen telt, komt
sterk onder de indruk van de vers
vaardigheid en de woordkeus van
dit kind van nog geen achttien jaar.
Als Shakespeare Dante of Vondel op
die leeftijd zouden zijn overleden,
zouden wij geen letter van hen be
zitten. Chatterton heeft een oeuvre
nagelaten waarop velen afgunstig
kunnen zijn. Niet alleen als mystifi-
cator, maar ook als dichter verdient
deze jongen voluit de onsterfelijk
heid.
Tot slot een voorbeeld van Chat
tertons dichterschap:
In The Revenge de Wraakneming
zegt de verliefde Jupiter:
When the busy heart is beating,
When the bosom's all on fire,
Oh! How welcome is the meeting!
Oh! How slow the hours retire!
en de bedrogen Juno antwoordt:
O cruel, cruel Jove.
And is it thus a love.
So pure, so chaste, so strong as
mine
Is slighted disrespected,
Unnoticed and neglected,
Return'd with such i love as
thine