BRISTOLS VERGETEN WONDERKIND m M:~ Van poëzievervalser tot litterair genie El 1 T Ir9 ja s m :o 16 ZATERDAG AUGUSTUS 19 7 0 Erbij Ik 1 ^'*'1 j A m - - T>- "V- KUNSTVERVALSING IS EEN ERNSTIG MISDRIJF. MAAR OOK EEN PROFITABELE BROODWINNING, WANNEER DE VERVALSER ALTHANS TALENT GENOEG HEEFT OM OOK DE EXPERTS ERIN TE LATEN LOPEN. ZO'N GENIALE VERVALSER WAS B.V. DE SCHILDER HAN VAN MEEGEREN, WIENS „AUTHENTIEKE" OUDE MEESTERS DESTIJDS MOEITELOOS ALLE CERTIFICATEN VAN ECHT HEID VERWIERVEN EN VOOR MILJOENEN VER KOCHT WERDEN VOORDAT HET BEDROG EINDELIJK AAN HET LICHT KWAM EN DE GEZAMENLIJKE EXPERTS IN HUN HEMD STONDEN. EEN LITTERAIR PENDANT VAN VAN MEEGEREN OVERLEED TWEE EEUWEN GELEDEN ALS ZEVENTIENJARIG WONDER KIND IN ENGELAND, DAT CARRIÈRE MAAKTE DOOR OUD-ENGELSE GEDICHTEN TE SCHRIJ VEN EN DIE VAST TE PINNEN OP DENK BEELDIGE, DOOR HEMZELF GEFANTASEERDE VIJFTIENDE-EEUWSE POEËTEN. OVER DIT GENIE- TEGEN-WIL-EN-DANK EN ZIJN MERKWAARDIGE CARRIÈRE GAAT ONDERSTAAND ARTIKEL VAN DR. P. H. SCHRODER. (Door dr. P. H. Schroder) DAT OVER EEN JONGEN die niet ouder is geworden dan zeventien jaar en negen maanden een biografie wordt geschreven en gepubliceerd, is op zichzelf al een opmerkelijk feit. Maar dat er niet minder dan elf biografieën en één dissertatie over zijn leven zijn verschenen, dat hij dichters en toneelschrijvers heeft geïnspireerd en dat zijn naam is doorgedrongen tot de grote ency clopedieën, is uitzonderlijk genoeg om aan de dra ger van die naam aandacht te besteden,-nu het tweehonderd jaar geleden is dat hij met arsenicum een einde maakte aan zijn kortstondig bestaan. De jongen van wie hier sprake is, was Thomas Chatter - ton, „na Shakespeare het grootste genie dat Enge land ooit heeft opgeleverd", schrijft Malone. En Edmond Malone, die leefde van 1741 tot 1812 en dus een tijdgenoot was van Chatterton, genoot internationale bekendheid als Shakespeare-kenner. Zijn oordeel zegt dus wel wat. Zolderschat Jongensgrap '.thé- X S T 3S ,tüp rfT"!ë K 'V OR A T R 1/ Mj v V-t^ of the unloutiinat'.- f „G eesteskind" Testament l Onsterfelijkheid - f SffStoKsfi', i' -sk pjl ïf "tó,, «wipiii ii i ij i Ik' - V ■- r«cSt 4 Chattertons sombere geboortehuis in een van Bristols vroeg-achttiende- eeuwse volksbuurten. Bibliothecaris Catcott, via wie Chatterton zijn „historische" ge dichten lanceerde. THOMAS CHATTERTON Thomas Chatterton werd geboren op 20 november 1752, vier maanden na de dood van zijn vader die een arme onderwijzer was geweest in Bristol. Hij had alleen een zusje, Mary, dat vier jaar onder was. Na het overlijden van haar man begon de moeder een schooltje voor meis jes en probeerde met naaiwerk wat bi j te verdienen. Haar schoonmoeder woonde bij het gezin in en er was ook nog een zekere mevrouw Edkins die hielp bij het naaien en strijken. TEMIDDEN VAN al die vrouwen groeide de kleine Thomas op. Aan vankelijk hield men hem voor dom, voor een beetje achterlijk zelfs. Toen hij vier was kende hij nog maar een paar letters van het alfabet, wat ik nu nog niet bepaald zie als een be wijs van armoede aan geest. Erger was dat hij na een jaar lagere school van die instelling werd weggestuurd als ongeschikt voor het onderwijs. Hij was toen zes en een half en zijn moe der begon eraan te wanhopen dat er ooit iets van hem zou terechtkomen. Maar op zekere dag zag Thomas zijn moeder bezig met een paar stukken beschreven perkament waarvan zij een pop voor Max-y wilde maken. Op zijn vraag waar zij dat papier met die gekleurde letters vandaan had, vertelde zij hem dat het afkomstig was van een koffer met archiefstuk ken die bewaard werd op de zolder van het kerkje waar Thomas was ge doopt en waarvan zijn oom koster en doodgraver was. VAN DIT ogenblik af was de be langstelling van de jongen gewekt. Hij leerde in korte tijd lezen uit een bijbel met de oude gotische letters en weldra was hij een onverzadigbare lezer van alles wat los en vast was. Uren en uren achtereen zat hij als in trance verdiept in een boek en als iemand hem stoorde barstte hij soms in hartstochtelijk geschrei uit. Het schijnt dat hij alles onthield wat hij eenmaal had gelezen, of het nu een boek was over heraldiek, over medi cijnen, muziek, paleografie of een andere tak van kunst of wetenschap. Al op de leeftijd van acht, negen jaar bleek hij aan enkele uren slaap per nacht genoeg te hebben en hij was tevreden met een paar biscuits en een glas water als maaltijd. Als men hem maar met rust liet! ZIJN OOM de koster verschafte hem toegang tot de geheimzinnige zolder boven het kerkje en uren achtereen verdiepte hij zich in de wonderen van de koffer met perka menten, waarvan zijn vader er voor zijn geboorte vele had gebruikt om de bijbels van zijn schooljongens mee te kaften. Zijn zuster heeft later ver teld dat zij en Thomas in deze perio de van zijn leven eens stonden te praten met de marskramer die aan zijn moeder placht te leveren. Hij beloofde de kihderep, de volgende keer een cadeautje te zullen mee brengen. Toen ze; Thomas: „Ik wil graag een tekening van een gevleu gelde engel met een bazuin die mijn naam over de hele wereld uitba zuint". Hij was toen acht jaar. Op ad vies van de dominee werd hij nu in geschreven als leerling van de ar menschool van Bristol, waar men onderricht gaf in lezen, schrijven, re kenen en de catechismus De school lag vlakbij het klooster der Karme lieten en de leerlingen droegen blau we jasjes en een tonsuur als monni ken. Thomas verveelde er zich dood. Alles wat men daar ohderwees wist hij al en hij beklaagde er zich over dat het tempo zo laag was. Thuis had ik in dezelfde tijd veel meer kunnen leren," zei hij eens tegen Mrs. Edkins. TOCH SCHIJNT hij geen saaie jon gen te zijn geweest. Zijn moeder zei later dat hij soms ernstig was, maar soms ook 'n onverbeterlijke grappen maker. Dat zou dan ook weldra blijken. De jongen had een zolderkamertje waarvan hij de sleutel zorgvuldig bewaarde en waar hij al zijn vrije tijd doorbracht met allerlei zaken, perkament, houtskool, lood en der gelijk spul. Hij tekende ridders en burchten, wapenschilden en vooral lettertekens. Al van zijn vroegste jeugd had hij op het kerkhof de op schriften der zerken pogen t.e ontcij feren en de heraldische tekens na gebootst. Zo oefende hij zich, men mag aannemen: zonder bepaald doel in voorstellingen uit het verre ver leden en in de schrijfwijze van de voorouders. IN 1762, toen Thomas dus tien jaar was, werd hij als lidmaat van de Anglicaanse kerk aangenomen voor de bisschop van Bristol. De ceremo nie die met veel praal en statie plaatsvond, heeft op de jongen diepe indruk gemaakt. Kort daarna scnreet hij zijn eerste gedicht dat handelde over Christus' Laatste Oordeel en op Driekoningen van het jaar 1763 werd gepubliceerd in de Bristolse plaatse- lijke krant. DAT SUCCES had natuurlijk een stimulerende en opwekkende wer king op de jeugdige dichter. Van zijn zuster had hij op 1 januari 1763 als "nieuwjaarscadeautje een dik gebon den schrift, een soort poëzie-album, gekregen. In december van dat jaar gaf hij het haar terug, vol met ge dichten, waarvan er twee bewaard gebleven zijn Een daarvan was een Hymne op het Kerstfeest Toen be steedde hij reeds al zijn zakgeld aan het lenen van boeken uit de leesbi bliotheek en hij heeft een lijst sa mengesteld van zeventig boeken, voor namelijk handelend over geschied kundige en godsdienstige onderwer pen, die hij voor zijn twaalfde ver jaardag had gelezen. VOORAL DE historie van zijn ge boortestad Bristol had zijn belang stelling en in deze tijd begon hij een paar van zijn schoolvriendjes op ge heimzinnige toon te vertellen over middeleeuwse handschriften die hij zei te hebben gevonden op de zolder van het kerkje. Korte tijd later toon de hij de ondermeester van zijn schooi een verkleurd ve perkament waarop in oud schrift een gedicht stond, getiteld Elinoure and Juga. Da brave ondermeester was onmid dellijk overtuigd dat Thomas in het bezit was van een authentiek oud Engels handschrift. Daarop wees niet alleen het perkament, maar ook de spelling. Later is ontdekt, dat de jon gen uit twee woordenboeken een eigen woordenlijst had samengesteld met oud Engelse woorden en hun betekenis in het Engels van zijn tijd. Het succes met dit gedicht inspireer de Thomas tot eexi tweede mystifica tie. In Bristol woonde een tinnegie ter geen politieke, maar een ech te! Henry Burgum. Deze Burgum was een praler en een opschepper, een uitstekend object voor een prac tical joke. Thomas vervoegde zich in het begin van 1767 bij hem en vertelde dat hi' in de koffer waar uit ElinouVe and Juga heette te zijn tevoorschijn gekomen, de stamboom het blazoen en wapenschild met de vies en al had gevonden van de fa milie De Bergham, de voorouders van de tinnegieter. Daaruit bleek duidelijk dat deze een afstammeling was van een der Normandische ede len die met Willem de Veroveraar in 1066 de slag bij Hastings hadden gewonnen en Engeland hadden ver overd. De naam De Bergham zou later tot Burgum zijn vereenvoudigd maar de adeldom was volgens Tho mas onweerlegbaar. De dankbare tinnegieter gaf de knaap vijf shil ling voor zijn ontdekking en haastte zich overgelukkig en trots naar Lon den waar de Raad van Adel natuur lijk de domper zette op zijn schone verwachtingen: een adelijke familie De Bergham had nimmer bestaan w-'-tst£it dtp ihsni'fóf-'J tiert wö*k jjf>Ène"vnl bi'iW ChwtWHoft, Tl-« «fe-MrjMJ» n»'J* 'iri «jiitrk «v U wd <tf Utu* p'mu-. A',«if'ir» *A& i-xc3 Lui itf- «JkI i£»w>< him l<w»k ftan W fmfed in tvs 4'Tlir JJHWI f'aïtlrJ Wj thl 1)1 «kf! brk - imhkbV.f faishic* nivfii th> ÜH'fViVhy 9* TMil rt>vvrii*(rt»"i £11*$, tl>«ï met* wallixv».«ui «|M<» -MS? Wal» tutum V-Jinh 4ssi5? vU t> Bui iwr itad ó*r,kis_isaf»w»i.< aak .ins-«ljfb#ebsi mvótc»1 tihtudpwtau aittlgnprr.whwb hwgrmui. 'hr "f iV p'.'ki'A rtAfc wttft- atWc'fi* Iw'k —iS bsffiise. rytf'iley' .dsnTVïfivfv ««WW»1' ht*4b.H', jtvd XhciX .-ijih- 'L*'-" ijj-iuf. hw w'iï|tbg« hi$ bifkuit tbr invlii' fi Sc 1 'l ij.'J ï'j tall rfc-bxo. 1° piKk .utè. !»owtXy" Ks» <W-Ktf<y vrttci - rt a ebafw t« hU viw» atiilf 'k ikceustïf rxbe* 'éne«i- bou.thri'eculirxtfuü t( hu BUicc'iv i 'H<èer' ïmpMb* "ad f-urav i,.jf «ifii hr ilad lii SiftUi Ir astvtvlicve a fdlfiW i*j JOVnipirh cd .Soi'i «relsii- lirv.iVu „nrf fliltrtdr fPtt/rr# ett tèvtewmi' Vul '•.lUT reVn.M JJORritay^ .Jtm.aXr. ri1-f l(r B.n ,1 «sk ,hy hrari X. 9 .c Z V» „V, XVT Tt'Cn'4tl<V- O -1 I IxK J O N "«"Jrlaii, iU luil rii^U.aV, o! Dr„I-f Abd Ortde» wtlb cigjfrk 1 -V'-x.V- r k.. -V -- .-„.-..p.—nin^jj HU? jimf ge>t»UM Wak puvrrtyaitd mark, W wrll *brW» ThrftMUïr,WMn(j1#,|1(. baw! Rrjj)..d V» avll.tw Wlirti.v <by 'O |Th«f«enill.v rubvcl». lm».? fora ,TU clwif.a l«H nf»lwi k ;wl brrr, The iieda-ttt-fwri vitia„ ftp, And iJi iintrïH, ii, {item ju«uiO, «rp, v Dr 0»rivi ui ilrar Jetuuw Jrraa». Ta w«*e, nf*i wammg bui in iSofrike liai deevtiiauds llwafiHrffc hand it^ B<.«Miealortrfit the i.vi.kIt ar: ia»,,, n..&, latlicr la mAi ..rt.ipfa^.cy V„ rel. And. andilOr »lt la,dh nkwenee, iViijaa,^ bnlt.d.ii j ju judjotwnéflirtry flit \iu!,in utw tjrri(ktiiti<fcraui,Jppi*.nl«w.H1Ilu MVr er xfejlv .111 iha» fkji ihu lair furfe» Ami lillnailli ,oW liifenG lliy ryti air*Y jTlaii tsldl thdrlf.llot fttdi and IFW up m OrfHy. and m th jJo.ty Ve4. i Itairr lo thy (nem'ry1 mvty the febir. t)F thllftrle tuuial thy !(,refe,*l rve. lilvpj),,! Aiyft (huil MfH afi 1 «I«h grear» r> Uh; full h.i da- «jthnul ntui* Ot. iffouir aotWfél bafake of hire SlM'liii ajih rta tt.rrt trf-l hetvheri huiler peeiftblv tLuwmjk 3 Ttr ibiatir nairirt !»w hrt («il.Vai» liettith nnithihy euieum frtatcl, rt ia UtratiCnail ji few "Tih puvjnn^ Uunaf «nu fl*. w 'he huiw al feit thai tnllj fer-il »t j MEN KAN DIT natuurlijk be schouwen als een schooljongensgrap ten koste van een ijdeltuit, maar ook als een proefstuk op het terrein dei- mystificatie. In de eeuw waarin Thomas Chatterton leefde, gold zo'n mystificatie niet als een misdaad en wij mogen van sommige ervan zelfs dankbaar zijn dat ze zijn ge pleegd. Ik noem hier alleen de naam James Macpherson, een Schot die omstreeks 1750 de Fragments of Ancient Poetry publiceerde, verzen die naar hij voorgaf, in de derde eeuw na Christus waren geschre ven door een Schotse bard, Ossian en zijn zoon Fingal, maar die in werkelijkheid door hemzelf waren gedicht. Die poëzie van „Ossian" heeft een ware letterkundige revo lutie veroorzaakt- zij was het die de ogen van de 18de eeuwse mens opende voor de schoonheid vaix het natuurlandschap waarin de dichter zich bevrijd voelt van alle knellen de banden der traditionele bescha ving en waarin de dichtkunst zich in vrije vormen uit. Mannen als Goe the in Duitsland en Bilderdijk in Nederland zijn sterk door Ossian beïnvloed. TERUG NAAR Thomas Chatter ton. In 1767 verliet hij de school waar hij zo weinig had opgestoken en trad als jongste bediende in dienst van een procureur Lambert, die een strenge baas bleek te zijn. Niet alleen wierp hij alle beschre ven papieren van zijn leerjongen, voorzover ze geen betrekking had den op de advocatenpraktijk, zon der aarzeling of mededogen in het. haardvuur, maar ook eiste hij dat de jongen dag in dag uit. van 's mor gens zeven tot 's avonds acht uur op zijn kantoor akten zou overschrij ven. Van acht tot negen 's avonds was hij vrij. maar hij was intern bij Lambert, sliep met de huis knecht op één kamer en moest in de keuken eten. Dat kwetste in ho ge mate zijn trots, maar hij hield vol. Er zijn drie folio-boeken over van 334 pagina's die hij in twee j aai en negen maanden heeft gevuld met zijn keurige handschrift. Hij werkte zo snel dat hij toch nog tijd over had voor zijn eigen poëtische pro- duktie en zo ontstond een reeks ge dichten, gedeeltelijk in oud-Engel se stijl, die hij voorlopig aan nie mand toonde. IN 1768 WERD in Bristol een nieu we voetgangersbrug geopend en nu verscheen in de plaatselijke krant een verslag, dat naar de inzender zei, was ontleend aan een oud hand schrift, over de opening van de ou de brug in 1248 door de toenmalige burgemeester. Het originele inge zonden stuk bevindt zich thans in het Brits Museum. Natuurlijk was Chatterton de schrijver en toen hij erover werd ondervraagd, zei hij opnieuw, het stuk in de koffer te hebben gevonden. Maar tegenover een vriendje bekende hij zelf de schrijver te zijn Hei geval kwam Catcott. de stadsbibliothecaris ter ore. Hij hield van oude boeken en had een eigen bibliotheekje waar van, zei hij. elk boek ouder was dan honderd jaar Aan hem heeft Tho mas telkens gedichten ten geschen ken gegeven, die, naar. hij voorgaf, waren geschreven door een monnik die hij Thomas Rowley noemde. DEZE ROWLEY leefde, beweerde Thomas, tijdens de regering van Hendrik VI en van Eduard IV, dus omstreeks 1460. Hij zou een vriend en biechtvader geweest zijn van Wil liam Canynge, die koopman en bur gemeester van Bristol was. Dit laat ste is een historisch feit, waardoor Chatterton aan de door hem gefanta seerde figuur van Rowley een grote re schijn van historiciteit gaf. Men heeft in' later tijd de naam Rowley te ruggevonden op een grafsteen op het kerkhof waar Thomas als kind zo veel uren had doorgebracht. Ook is Rowley de naam die koning Karei II placht te dragen als hij incognito een uitstapje maakte. Hoe ook, Tho mas Rowley was gecreërd en hij bleek een vruchtbaar schrijver te zijn. Het eerste gedicht is getiteld: „Bristowe Tragedie or the Dethe of Syr Charles Bawdin" (ik schrijf de titel over om een indruk te geven van de spelling) en werd door een hele stroom gevolgd. CATCOTTS broei was predikant en door hem kreeg Thomas gelegen heid in de kerkelijke bibliotheek oude geschiedwerken te raadplegen. Met. deze nieuwe kennis verrijkt, bracht hij weer allerlei verbeteringen in zijn werk aan. Van schilderkunst bleek Rowley ook verstand te hebben Horace Walpole, de bekende schrij ver van een vierdelig werk: Anecdo tes of Painting in England kreeg ten minste een manuscript toegezonden dat getiteld was: The Ryse of Peyncteynge in Englande. geschre ven door Rowley en „ontdekt" door Chatterton. Walpole schijnt aanvan kelijk geloof te hebben gehecht aan de ouderdom van het geschrift, maar later argwaan te hebben gekregen. Er is een vrij onverkwikkelijke corres pondentie ontstaan, waarin de br roemde Walpole een niet heel fraaie rol heelt vervuld die Chatterton diep heeft teleurgesteld. HET IS IN DEZE TIJD dat hij voor het eerst schreef over plannen een eind aan zijn leven te maken. De advocaat Lambert vond op zijn bu reau een Laatste wil en testament, tussen elf en twee uur geschreven op saterdag 14 april 1770 in de diep ste zielenood door mij Thomas Chat terton van Bristol". De reactie was eenvoudig dat Lambert zijn jongste bediende op staande voet ontsloeg. Waarom de jongen toen zijn voorne men zelfmoord te plegen niet heeft uitgevoerd, blijft, als veel in zijn le ven, duister Het testament maakt sterk de indruk te zijn geschreven door iemand die gestoord was. En het is een feil dat krankzinnigheid in de familie Chatterton voorkwam. Zijn zuster Mary is geruime tijd in een krankzinnigengesticht verpleegd MET MINDER dan vijf pond op zak verliet Thomas nu Bristol en reisde met de postkoets naar Lon den. Hij werd op aanbeveling van een neef opgenomen in het gezin van de stucadoor Walmsley en deelde de slaapkamer met diens zoon. La ter heeft die jongen verklaard dat Thomas nauwelijks enkele uren per nacht sliep en verder tils een razen de zat te schrijven bij het licht van een kaars: verhalen, gedichtensa tiren. schotschriften, herderszangen en wat niet al. Af en toe kreeg hij iets geplaatst en éénmaal ontving hij een honorarium van vijf guineas voor een stuk dat hij had geschre ven. Dat was een operette in twee be drijven, getiteld De wraakneming die een jaar na zijn dood met veel succes in Londen is opgevoerd. Onmiddellijk zond Thomas een doos met cadeautjes naar zijn familie: een thèeservies, naaipatronen en een waaier vóór zijn moeder een snuif doos voor de grootmoeder, nog een waaier voor Mary en een paar snui sterijen voor mrs Edkins. Maar 't suc ces herhaalde zich niet. Na zeven weken verhuisde de jongen, waar schijnlijk om een slaapkamer voor zich alleen te hebben. Die had hij nooit gehad, noch thuis, noch bij Lambert noch bij Walmsley. Nu kon hij ongestoord dag en nacht werken en volgens het getuigenis van zijn medebewoners deed hij dat ook. Al len die Chatterton gekend hebben in Bristol en in Londen zijn het er over eens dat hij een alleraardigste maar trotse jongen was Zelfs als hij hon ger had weigerde hij beslist de maaltijden, hem door vriendelijke huisvrouwen aangeboden, ja, hij scheen zelfs beledigd door het aan bod al bleef hij hoffelijk in zijn af wijzing. Op 24 augustus 1770. toen hij drie dagen niet gegeten had sloot hij zich in zijn kamertje op en toen men de volgende dag de deur openbrak, vond men hem dood op de grond lig- u'-fi temidden nnn hovn napiersniV' Zakdoek met Chattertons portret, omkranst door lof- f zangen op, en dichtproeven van het wondeJicind, een huldeblijk van een tijdgenoot. pers die de hele vloer tip dekt en. Zijn dode hand omklemde een flesje met resten arsenicum. Alles wat hij on derhanden had heeft Tiïomas Chat terton vernietigd. Hij wus zeventien jaar en negen maanderi\ oud en is van de armen begraven. Kort voor zijn dood hadthij in een van zijn Rowley-gedichten) de hoofd persoon Aella laten zeggen: „I have botte lyttel tym to drage thys lyfe", in modem Engels: I havfe but little time to drag this life en m het Ne derlands: ik kan dit leven nog slechts korte tijd rekken. Nu wenden deze woorden aan de dichter zelf bewaar heid. Na Chattertons dood is in de litte raire wereld een hevige pennestrijd ontbrand over de vraag of de gedicli- ten van Rowley echt waren of mystificaties. Omstreeks 1790 stond op grond van allerlei anachronismen in stijl en inhoud wel vast dat Tho mas Rowlev niet heeft bestaan en dat Thomas Chatterton de auteur was. Maar in 1805 bleek Bilderdijk nog in de 15de eeuwse monnik te geloven. In 1803 is het oeuvre van de jong gestorven voorzover hij het niet had vernietigd, in drie delen uitgegeven ten behoeve van zijn zuster die in armelijke omstandigheden verkeer de. De handschriften bevinden zich in het Brits museum en in dat van Bristol. Het is natuurlijk onmogelijk, bin nen het bestek van dit artikel aan te tonen dat Chatterton ee/i genie ivas. Maar wie zich in zijn oeuvre verdiept dat in de uitgave die ik on der ogen had, drie delen telt, komt sterk onder de indruk van de vers vaardigheid en de woordkeus van dit kind van nog geen achttien jaar. Als Shakespeare Dante of Vondel op die leeftijd zouden zijn overleden, zouden wij geen letter van hen be zitten. Chatterton heeft een oeuvre nagelaten waarop velen afgunstig kunnen zijn. Niet alleen als mystifi- cator, maar ook als dichter verdient deze jongen voluit de onsterfelijk heid. Tot slot een voorbeeld van Chat tertons dichterschap: In The Revenge de Wraakneming zegt de verliefde Jupiter: When the busy heart is beating, When the bosom's all on fire, Oh! How welcome is the meeting! Oh! How slow the hours retire! en de bedrogen Juno antwoordt: O cruel, cruel Jove. And is it thus a love. So pure, so chaste, so strong as mine Is slighted disrespected, Unnoticed and neglected, Return'd with such i love as thine

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 17