DE DOOD KWAM MET 200 KM. PER UUR Eén van de 69.000... STEEDS MEER DIEREN SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER OP SNELWEGEN Snurken gevaarlijk SNELHEID MINDEREN IN WILD- GEBIEDEN DE ENIGE REMEDIE ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1970 Erbij 21 MSm (Van een onzer verslaggevers) GARAGEHOUDER DE BIJL uit Kerkwijk wijst op twee hompen schroot onder een dekzeil. „Dat is 'm", zegt hij, „er is niet veel meer van over". Het verfrommelde plaatwerk knerst als de dekzeilen worden verwijderd. De aanblik is huiveringwekkend. Alsof iemand een reusachtige bijl heeft gehanteerd. Precies in het midden is de wagen uit elkaar gereten. Tweehonderd km wees de snel heidsmeter in de Iso Grifo (nieuwprijs f69.000) toen de tragedie zich voltrok. Twee uit eengereten hompen staal zijn alles wat ervan over is. Reerug Onaangepast ER IS verbeeldingskracht nodig om te weten hoe de wagen er oor spronkelijk heeft uitgezien. Toen ga ragehouder De BUI de brokstukken had weggesleept, sloeg hU er een catalogus op na. HU vond: Iso Grifo, Italiaans merk, wordt niet in series gebouwd. Topsnelheid 285 km per uur; prijs 69.300. „Ik dacht eerst dat het een lage sportwagen was met de kap neer. Kunt u de kap terugvinden? Dat stukje Uaer daar, dat er bUhangt, dat is de kap. Weet u wat zo gek was? Toen ik dat zaakje hier had neerge zet klonk er plotseling vrolUke mu ziek. De radio speelde nog". EVEN NAVRANT klinkt het vo- gelgetjilp in de bomen rond de ga rage. De man die als een pop achter het stuur van deze auto werd wegge slagen, is inmiddels begraven. Door Bussum reeds een droeve stoet van familie, vrienden en relaties achter het stoffelijk overschot van Herman van Ree, 47 jaar, grossier in textiel. Zijn dood leverde in de krant niet meer op dan vijftien regels. Man rijdt zich te pletter met een snelheid van 180 kilometer per uur. De garagehouder: „Het was veel meer dan 180 km. Hij moet over de 200 hebben gezeten". HET KLOKJE in de Iso Grifo is stil blijven staan op het tijdstip acht minuten over zes. Datum van het drama: 9 mei. Plaats: de snelweg Den BoschUtrecht, vijftien kilo meter voor Zaltbommel. Herman van Ree heeft zaken ge daan in Tilburg. Een dag zoals vele andere. Wegrijden na het ontbijt. Wuiven naar Elsje, Debby en Linda, zijn vrouw en twee jonge dochters. Een dag met veel zon, handen schud den in Tilburg, het eerste kopje kof fie, afspraken over partijen en prij zen. Een haastige lunch, nadenken over wat er gezegd is en wat er nog gezegd moet worden, hervatting van de besprekingen. EINDE VAN de middag, blik op het horloge. Als het een beetje mee zit, kan Herman van Ree half zeven thuis zijn. Herman denkt over af standen en snelheid anders dan de meeste automobilisten. De cirkel van zijn snelheidsmeter eindigt bij 320 kilometer. Hij weet dat 285 kilometer haalbaar is. De Nederlandse wegen laten zo'n snelheid niet toe, hij zal zich in moeten houden. De Iso Grifo weegt 1400 kg: een uitgebalanceerde constructie en de brede wielen ga randeren een vaste wegligging. De motor ronkt als het geluid van een vertrekkend vliegtuig. Acht cilin ders, 7000 cc. Herman van Ree legt zijn handen om het zilverachtige sportstuur met de houten sierrand. Een kleine druk tegen het korte pookje, het grijze projectiel springt weg van de trottoirband. Een wagen om van te houden. Het dashbord zou geen gek figuur slaan in een cock pit. Benzinemeter, oliemeter, snel heidsmeter, oliedrukmeter, toerentel- ler, watertemperatuurmeter, ampère meter, klokje en radio. Knopjes voor drie snelheden van de ruitewissers, sigaretten-aansteker, paneelverlich ting, verwarming, het elektrisch ope nen en sluiten van de portierramen en knopjes voor de mistlampen. Herman van Ree scheurt naar Den Bosch. Op de rechterbaan heeft hU niets te zoeken, daarom rUkt hij constant langs de vangrail. Op zUn netvlies schuift die vangrail als een dunne grUze streep voorbU- Het lUkt of de auto's die hU passeert met grote kracht naar achteren worden geworpen. Automobilisten met het gas op de plank degraderen tot zie lige kruipers. Herman heeft de ra dio aangezet. Ritmische muziek, aan kondigingen, reclameteksten, nieuws berichten. SLAGER Van der Linden uit Kerkwijk, op dat moment met zijn Ford Taunus op weg naar huis, weet zich het grijze projectiel nog goed te herinneren. „Ik zag hem gaan, hij stoof alles en iedereen voorbij. On gelofelijk, wat een snelheid I Ik had het gevoel dat ik stilstond. Wie er achter het stuur zat kon ik niet on derscheiden, hij was in een flits voorbij". Herman van Ree raast naar het einde van zijn leven. Op vijftien kilometer voor Zaltbommel wordt hij opgewacht door de dood en hij zal het beseffen, een paar seconden lang. OPPERWACHTMEESTER Van der Heijden van de rijkspolitie uit Kerk wijk heeft het bewijs van zijn schrik. „Toen nij besefte dat remmen niet meer hielp, kromp hij in elkaar. Zijn spieren spanden zich in een angst reflex zo sterk dat zijn broekriem knapte. Herman is in een bocht even naar rechts gezwenkt, maar onmiddellijk daarna stuift hij, het gaspedaal diep intrappend, weer naar de linker rij baan. Te laat ontdekt hij dat vijftig meter voor hem twee vrachtwagens naast elkaar rijden. Die „muur" kan hij niet meer ontwijken. Wat gaat er om in een man die beseft dat hij te vroeg de finish van zijn bestaan heeft bereikt? Er is een reactie, een wan hopige poging tot lijfsbehoud. In die fatale seconden ziet hij zijn complete leven voor zich met alle mensen en toestanden die hem vertrouwd zijn. Een scherp omlijnd beeld, dat nooit meer astbaar wordt. VAN REE gooit zjjn stuur naar rechts. De groene berm met de sloot en de weilanden daarachter gunnen hem misschien een ontsnappingsmo gelijkheid. Maar de berm is geflan keerd door bomen. De rechterkant van de Iso Grifo heeft al een stuk schors weggeslagen van een meter. De zware wagen verandert van rich ting en knalt in tomeloze vaart met de flank tegen de volgende boom. De gevolgen zUn ontzettend. De Iso scheurt in twee stukken. Het voor ste gedeelte suist voor de boom langs en boort zich in de slootkant. De ach- terzUde slaat weg achter de boom langs en komt twintig meter verder tot stilstand. De ruiten zUn als één stuk uit de sponningen gesprongen en hangen over het hek van prik keldraad aan de andere kant van de sloot. Een laken van glas, glinsterend in de zon. HERMAN VAN REE ligt in de sloot. 'Je dood kwam snel, hij heeft waarschijnlijk geen pijn gevoeld. Door de klap tegen de boom is zijn bovenlichaam finaal ingedrukt. Op per Van der HeUden, snel ter plaat se, constateert bovendien een gebro ken kaak. De radio van de Iso Gri fo speelt nog, maar niemand merkt het. Marche funèbre in vierkwarts maat, nacaber einde van een jong leven. De politie verricht het routine-on derzoek. Uit een portefeuille komen kleurenfoto's te voorschijn van een schitterend landhuis, een lachende jonge vrouw met twee wuivende kleine meisjes, een wit jacht op blauw water. Op dat moment is in Bussum de tafel gedekt. Een gezin wacht op vader. Het wachten duurt lang vandaag, anders is vader 's za terdags veel vroeger thuis. Vandaag is het weer zaterdag. Waanzinnige drukte op alle wegen. Op wie van u zal vandaag vergeefs worden gewacht? (Door ir. H. Schimmel) IN 1968 vonden 2.907 mensen in ons land de dood door verkeers ongevallen; dat is ongeveer acht mensen per dag. Alle propaganda voor veilig verkeer ten spijt, ver toont deze curve nog steeds een stijgende tendens. 1938: 780 doden 1948: 952 doden 1958: 1604 doden 1968: 2907 doden Bij het Centraal Bureau voor de Sta tistiek, waaraan bovenstaande cijfers zijn ontleend, zijn ook gegevens be kend over die dodelijke ongelukken uit bovenstaand overzicht, waarbij die ren betrokken waren. MINDER EXACTE gegevens zijn er over de soorten en aantallen dieren die dagelijks het leven laten ten gevolge van verkeersongelukken. Het moeten er enkele duizenden zijn. Elke automo bilist, wielrijder en bromfietser heeft ze wel eens langs de weg zien liggen, de doodgereden egels en konijnen, kat ten en honden en de verschillende vogels die vielen als slachtoffers van het moderne snelverkeer. HOEVEEL DIEREN worden er nu jaarlijks doodgereden en welke soor ten hebben het meest te lijden van het snelverkeer? Een enkele keer komen bijzonder spectaculaire botsingen met dieren wel eens in de dagbladen, maar in de mees te gevallen zijn de mededelingen hier over bijzonder schaars. Bekend is bijvoorbeeld het geval van de treinbestuurder die op het baanvak WoerdenUtrecht de schrik van zijn leven kreeg, toen een zwaan met een daverende klap dwars door de voor ruit van zijn stuurcabine vloog. De zwaar gehavende vogel diende hem bovendien nog enkele rake klappen met zijn vleugels toe. Hoe het bij dergelijke botsingen met de betreffende dieren pleegt af te lo pen, vermelden de statistieken meestal niet. TOCH IS ER op dit gebied wel inci denteel onderzoek verricht, in ons land en ook in het buitenland. Vooral in Amerika staat de „highway-morta lity" in het centrum van de belangstel ling. Onderzoekingen in ons land ge ven eveneens een vrij goed inzicht in de sterfte onder de Nederlandse fauna ten gevolge van het snelverkeer. In de meeste gevallen merkt de bij de botsing betrokken automobilist, wanneer het kleine diersoorten betreft, weinig of niets van de aanrijding. Maar met de toeneming van de grootte van de „tegenligger" neemt de kans op schade toe. Een haas die u met een vaart van 100 kilometer per uur schept, slaat dwars door uw grille heen, of veroorzaakt op zijn minst -en flinke deuk in het blik van de auto De schade loopt dan al gauw In de honderden guldens. IN EEN ARTIKEL „Valwild" (Ne derlandse Jager no. 6, 10-3-19671 gaf onderzoeker Uythoven een overzicht van het reewild dat jaarlijks ten offer valt aan aanrijdingen, verdrinking, stroperij en dergelijke. Volgens de geregistreerde gegevens werden van 1963 tot en met 1965 maar liefst 1973 reeën doodgereden. Dit heeft betrekking op geconstateerde ge vallen. De werkelijkheid kan volgens de auteur met ca. 150 percent worden verhoogd. Hij citeert voorts een arti kel in „Die Welt" van 4 mei 1966, waarin werd gesteld dat er in West- Duitsland in 1965 volgens de bereke ningen 44.000 reeën door aanrijdingen om het leven zijn gekomen. NADAT OP 1 november 1964 het laatste deel van de E-36, het stuk tus sen Oberhausen en Emmerich werd geopend, hebben in de daarop volgen de zes maanden 84 ongevallen plaats gehad ten gevolge van aanrijdingen met overstekend wild. Er wordt op dit traject vrij pittig gereden, en wanneer u met een vaart van, pak weg zo'n 150 kilometer een „communicatiestoornis" heeft met een ree, is dat in de meeste gevallen niet alleen vervelend voor ;.e ree. De Duitse politie heeft aanteke ning gehouden van de „slachtoffers" aan de andere kant van de bumper. Het waren: 36 reeën, 2 herten. 5 vos sen en 31 „andere dieren." HET LAATSTE cijfer heeft betrek king op de zwaar gehavende dieren waarvan de zoölogisch niet ge schoolde politiemannen de kadavers niet konden herkennen. Hazen, katten en fazanten en ander klein gedierte werden niet eens meegeteld dat wa ren er zo veel dat er geen beginnen aan was. Als bijkomstigheid kan worden ver meld dat 30 percent van de bij zo'n botsing betrokken automobilisten het aangereden stuk wild mee naar huis nam, waarschijnlijk onder het motto: als ik dan toch schade heb, wil ik er ook lol van hebben! INTERESSANTE gegevens zijn ver zameld door de heer Mörzer Bruyns. In een artikel in De Levende Natuur (jaargang 1959, no. 4) heeft hij de gegevens gepubliceerd die het resul taat zijn van waarnemingen in het hele land, door hem zelf en een groot aan tal medewerkers verzameld. Ook zijn de gegevens verwerkt van een zeer intensieve telling op de rijksweg tus sen Zeist en Utrecht. In de periode 1957 tot 1959 heeft de auteur deze weg dagelijks per fiets afgelegd, een bij zonder gunstige gelegenheid om het traject op verkeersslachtoffers te in ventariseren. Een deel van deze weg, het traject Utrecht-De Bilt, was toen (1957-1959) een van de drukste maar ook gevaar lijkste verkeerswegen in Nederland. Wekelijks raasden 236.000 motorvoer tuigen over de toen nog niet van een middenbeveiliging voorziene vier- baansweg. Het aantal doden onder de mensen was dan ook zeer hoog, temeer daar er nog geen snelheidsbeperking gold. De auteur heeft 21 maanden lang verongelukte dieren geteld. In totaal werden 422 gedode dieren genoteerd, waaronder 25 vogelsoorten; 17 verschil lende zoogdieren; 2 amfibieën. Bij de vogels vielen de meeste slachtoffers onder de huismussen (66 stuks). Daarna volgden de vinken met ONTELBARE huwelijken worden ie der jaar door de rechter ontbonden. Het juridische motief is meestal echte of voorgewende ontrouw van een der echtelieden. Maar vaak is de werke lijke aanleiding een totaal andere. Snurken, bijvoorbeeld. VAST STAAT in ieder geval, dat miljoenen mensen hun bedgenoten on uitsprekelijk hinderen met storende snurkgeluiden. Lange tijd meenden de artsen dat snurken ontstond door het ademen met open mond en ont spannen stembanden. De ingeademde lucht zou dan trillingen veroorzaken in de stembanden waardoor het zagende geluid ontstaat. DAT BLEEK slechts een halve waarheid te zijn. Er zijn zelfs mas sa's mensen die met hun mond stijf dichtgeknepen snurken. Dit werd reeds jaren geleden ontdekt door een Duitse vrouwenarts, de heer H. Knauss. Het werk van deze „snurkvorser" bleef echter onopgemerkt en nog steeds is er weinig wetenschappelijk onderzoek naar de diepere oorzaken van het snurken verricht, omdat de doktoren van mening waren dat het voortbren gen van deze nachtelijke geluiden in geen enkel opzicht schadelijk voor de gezondheid is. NIEUWE onderzoekingen in de An gelsaksische landen hebben evenwel uitgewezen, dat er wel medische indi caties zijn, en dat er zelfs gevaar voor het hart ontstaan kan. Hij of zij die snurkt, lijdt namelijk aan ademnood. Een langdurig tekort aan zuurstoftoe voer betekent een zware belasting voor de inwendige organen en kan uit eindelijk zelfs, bij overigens kernge zonde mensen tot hartstoornissen lei den. Bij mensen met een hartaandoe- ning kan zelfs acuut levensgevaar op treden door zuurstofgebrek als gevolg van langdurig snurken. MAAR HELAAS is er tegen het snurken nog steeds geen kruid gewas sen. De artsen beperken zich ertoe, het ademen door de neus te verge makkelijken door bijvoorbeeld de pa tiënten te behandelen voor chronische verkoudheden of eventuele neuspolie- pen te verwijderen. BIJ EEN aantal mensen ontstaat de „aanleg" tot snurken ook door vergro te amandelen, die dan eveneens ope ratief verwijderd moeten worden. Maar in de meeste gevallen zijn zelf zulke radicale ingrepen niet voldoende om het snurkproces op te heffen. En in ieder geval zal het snurkonderzoek in vele medische centra wel energie ker ter hand genomen worden, nu een oorzakelijk verband tussen het snur ken, de ademnood en eventuele hart kwalen (of verergering daarvan) is aangetoond. (Consu.) 46 slachtoffers, merels met 25 stuks en roodborstjes met 12 stuks. Bij de zoogdieren stond de bruine rat met 63 gedode exemplaren boven aan de lijst. Zestien katten vonden de dood, 19 egels, 10 mollen, 11 bosmui zen, 10 padden en 12 bruine kikkers. SOORTGELIJKE waarnemingen in Denemarken, verricht door de ama teur-bioloog Lindhart Hanssen, hebben aangetoond dat ook in dat land de mortaliteit onder de egels bijzonder hoog is. Hansen schat het aantal egels dat jaarlijks als slachtoffers van het snelverkeer valt op circa 120.000. Voor lopige tellingen van Mörzer Bruyns hebben uitgewezen dat in 1957 in ons land over een traject van 600 tot 1100 verreden kilometers grote wegen, per maand 243 egels werden doodgereden. In 1958 waren dat 220 stuks. VAN GROTE BETEKENIS is d« manier waarop de verschillende dier soorten reageren op gevaar. Elke soort heeft in de loop van haar evolutiege- schiedems een afweermechanisme te gen gevaar opgebouwd, dat echter van soort tot soort grote verschillen ver toont. Doordat bijvoorbeeld een vogel „weet", dat hij in de lucht voor vele gevaren onbereikbaar is, wacht hij vaak zeer lang alvorens op te vliegen. U ziet daarom buiten altijd veel meer vogels dan bijvoorbeeld kleine zoog dieren. Deze laatste zorgen wel dat ze zo min mogelijk in de gaten lopen. Een trage reactie kan uiteraard fu nest zijn bij het moderne snelverkeer. De vogels hebben geen idee van ie snelheid van de aanstormende auto's. Daardoor vallen er zeer veel slachtof fers onder deze „vliegensvlugge" die ren. De zoogdieren en de andere „aard- gebonden organismen" moeten zich door hun snelheid „uit de voeten ma ken", of, als ze traag zijn, zich op andere wijze behelpen. Dit kan dan gebeuren door een bepaalde schut kleur, waardoor ze in hun omgeving weinig opvallen. Het is duidelijk dat dit afweermechanisme al bijzonder weinig baat bij snelverkeer. De egels reageren op mogelijk ge vaar door zich ineen te rollen en him stekels op te zetten. Tegen vossen en andere natuurlijke vijanden helpt dit foefje goed, bij een botsing met een auto of ander voertuig is het uiteraard onbruikbaar. Dit is een van de rede nen waarom er zoveel egels vallen als verkeersslachtoffers. De mogelijkheid dat dit dier zich op den duur zal aan passen aan het snelverkeer is bijzon der gering. ZIJN ZULKE botsingen tussen „na tuur en techniek" onvermijdelijk? In het algemeen wel, al zal de verstan dige automobilist bij het naderen /an een waarschuwingsbord „Overstekend wild" wel even gas terugnemen. Ze ventig km per uur is een redelijk vei lige snelheid in wildgebieden, en lat- zelfde geldt als men in kustgebieden (vooral in de winter) geconfronteerd wordt met grote groepen fouragerende (en dus laagvliegende meeuwen). Want als zo'n knaap ineens als een raket door uw voorruit naar binnen ploft, kan één meter „remweg" méér of minder het verschil tussen 'even en dood betekenen voor de man aan het stuur en zijn passagiers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 21