De prijs van de welvaart
Erger dan de kwaal
Onthulling Westduitse correspondent
MOSKOU ZOU SPIONNEN
IN ZWEDEN WERVEN
Onderzoek van
Zweedse BVD
Tito in oktober wellicht
op bezoek bij de paus
DANSLES
Vauxhall
Viva
Poolse trawler
gekaapt door
vluchtelingen
Komst Kosygin
naar de VN
bevestigd
Al in 1964 verscheen rapport over handel in
meisjes uit India voor Europese kloosters
Danscentrum „Griek"
op actuele zaken
Duur gesnurk
Ruim 1000 mensen
overtraden wet
op onzedelijkheid
in Zuid-Afrika
STUDENTENPASTOR HARRY HAAS: „DE BINNENKERKELIJKE
TROEP WERD MET EEN VROOM SAUSJE OVERGOTEN"
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1970
3
Grand Hotel
Automobielbedrijf
Heeremans
van Leuven N.V.
(Van onze correspondent)
HEERLEN In 1964 heeft Harry Haas, studentenmoderator aan de
Heerlense hogeschool voor theologie en pastoraat reeds een onderzoek
ingesteld naar en rapport uitgebracht over de handel in Keralese meisjes,
bestemd voor kloosters in diverse Europese landen. Haas kan op dit mo
ment alleen maar oordelen over de Duitse toestanden van 1958 tot en
met 1962 is hij werkzaam geweest in Ceylon: in een plattelandssituatie,
die bijna identiek is aan die in Kerala. In 1963 werd hij studentenpastor
voor buitenlandse studenten in Bonn en had hij bovendien een parttime
baan als adviseur van de Katholischer Auslanderdienst, een katholiek
beurzeninstituut in Bonn.
Vroom sausje
U itverkiezing
Opdracht
Tragische gevallen
In Amerikaanse persberichten wordt
de laatste tijd bijzonder veel aandacht
besteed aan de mening van medische en
ecologische deskundigen over de gevol
gen van de luchtvervuiling. Terwijl de
ecologie, de bestudering van de relatie
van het levende individu tot zijn omge
ving, langzamerhand de erkenning krijgt
van een belangrijke tak van wetenschap
in het kader van de reeds hoog in aan
zien zijnde biologie, werkt de medische
wetenschap zich ook in Amerika steeds
nadrukkelijker op tot het ecologische ni
veau, omdat zij bij de speurtocht naar
ziekteverwekkers en ziekte-bevorderende
omstandigheden zeer gevoelig is gewor
den voor milieu-factoren.
Daaraan is het dan wellicht ook te dan
ken dat onlangs door medische onderzoe
kers, deel uitmakende van een regerings
commissie, het hoge woord is uitgespro
ken waarvoor men tot voordien blijkbaar
huiverig was, namelijk, dat luchtvervui
ling als de eerste oorzaak van long
kanker moet worden beschouwd né het
roken.
Jaren geleden reeds is van diverse,
ook niet-medische kant de veronderstel
ling geopperd dat men bij het aanwijzen
van het roken als voornaamste oorzaak
van longkanker te eenzijdig zou zijn af
gegaan op statistieken, die het sigaret-
tenverbruik illustreerden. Deze statistie
ken vertoonden namelijk een opmerkelij
ke parallel met de uitbreiding van het
aantal longkankergevallen, maar zij ver
klaarden niet waarom deze ziekte ook op
grote schaal slachtoffers maakte onder
niet-rokers.
In sterk geïndustrialiseerde en dicht
bevolkte streken van de wereld, waar
de toenemende sterfte aan longkanker
ongeveer parallel liep met het stijgende
sigarettenverbruik, werd verzuimd énde-
re statistieken met de oplopende lijn van
de kankersterfte te vergelijken, namelijk
de statistieken die een beeld gaven van
de stijging der motorische verkeersmid
delen en de vermenigvuldiging van de
vuile industrie. Het lijkt erop dat nu het
beeld wel ongeveer volledig is geworden:
de luchtvervuiling, waarbij gevoegd de
toenemende rookgewoonte, tast de longen
aan. De ecologen en de medici komen
met hun bevindingen nu terecht bij de
economen, omdat zij in het economische
proces dat „behoeftenbevrediging" heet
een volkomen verwaarloosde factor heb
ben ontdekt. Het is dezelfde factor waar
van staatssecretaris Kruisinga in het blad
van de N.K.V. „Ruim Zicht" onlangs ge
tuigde, toen hij een artikel schreef waar
in hij de eis stelde dat bij de kostenbere
kening van de welvaart voortaan de kos
ten van lucht-, water- en bodemzuivering
zouden moeten worden ingecalculeerd.
„Zuivere lucht is evenzeer een behoefte
als elke andere behoefte van de mens
die door de economie dient te worden
bevredigd," zo ongeveer luidde zijn stel
ling. Dat de volksgezondheid zo direct en
zo intens met de milieu-sfeer samen
hangt, is eigenlijk tot dusver nog niet
onomwonden geformuleerd. Veeleer werd
de luchtzuivering als een soort wense
lijkheid bepleit. Nu is het al zover dat
twee van de meest voorkomende geva
ren voor de gezondheid, de longkanker
en de hart- en vaatziekten, voor een
groot deel op rekening van de luchtver
vuiling kunnen worden geschreven. Want
de Amerikaanse medici die zich over de
luchtvervuiling als eerste oorzaak van
longkanker uitspraken, gaven eveneens
als hun mening te kennen dat het aantal
lijders aan hart- en vaatziekten met tien
tot vijftien percent zou kunnen worden
teruggebracht als men erin zou slagen
de luchtvervuiling in de grote steden tot
de helft te beperken.
Het ziet er nu inderdaad naar uit dat
pioniers op het gebied van de brandmer
king der luchtvervuiling, die vijf jaar ge
leden nog aan dovemans deur klopten,
gelijk zullen krijgen. Wat een Ameri
kaans journalist onlangs over New York
zei, geldt ook voor Nederland, West-
Duitsland, Japan en andere sterk be
zwangerd arealen: „De grootste crisis
in het tijdperk der verstedelijking is aan
gebroken. De mens is slachtoffer van zijn
eigen techniek. Hij kan zo niet voortgaan
zonder zijn hele bestaanswijze in gevaar
te brengen. De prijs van deze soort wel
vaart is de ondergang."
Alsof de sfeer in de hoofdstad des lands
nog niet genoeg was bedorven, hebben
honderd domme jongens dinsdagavond het
vuur nog wat opgestookt door een soort
demonstratie van vaderlandse braafheid
weg te geven en zich als een ordinaire
knokploeg het air aan te meten van ge
zagsdragers. Voor de tweede keer in de
geschiedenis van de Amsterdamse moei
lijkheden met de jeugd heeft de marine
zich geblameerd. Het zal wel goed bedoeld
zijn geweest, maar het kon niet onverstan
diger.
Er moet toch wat schorten aan de in
doctrinatie die de mariniers in hun ka
zernes ondergaan, als zij zo massaal in
zo'n gevaarlijk misverstand verzeilen.
Het is een misverstand waaraan trouwens
niet alleen mariniers lijden. Er is in Ne
derland een aantal lieden dat voortdurend
praat over knokploegen en het uitdelen
van een pak slaag aan „het tuig" dat zich
niet volgens hun normen gedraagt. Dat zijn
dan merkwaardig genoeg mensen die de
mond vol hebben van „brde en gezag" en
voortdurend komen aanzeulen met hun
afkeer van „terreur". Helaas beseffen zij
niet, dat het eigen rechter spelen en het
ongevraagd buiten alle gezagsbevoegdheid
om aframmelen van mensen die zij naar
het uiterlijk beoordelen en als „groep"
definiëren volkomen onder de noemer van
„terreur" vallen en op zeer kwalijke wijze
afbreuk doen aan orde en gezag. Zij
introduceren de burgeroorlog, al is het
maar met mond en pen, en zij applaudis
seren voor een staaltje democratie-bederf
zoals die honderd mariniers dinsdagavond
in Amsterdam ten beste gaven.
Het feit dat de hardhandige marine
jongens natuurlijk ook nog precies de ver
keerde slachtoffers hebben gegrepen, aan
gezien de werkelijke aanstokers en rellen-
makers dinsdagavond op de achtergrond
bleven, doet niets terzake, al illustreert
het wel de nutteloosheid van hun actie en
de verergerende invloed op de sfeer. Pre
mier De Jong en hoge marine-autoritei-
ten hebben het gebeurde zonder voorbe
houd afgekeurd en een onderzoek toege
zegd. Van dat onderzoek zal men zich niet
teveel mogen voorstellen. Ook na de ma
rineactie in het Centraal Station in 1967
is nooit iets over de resultaten van het
toegezegde onderzoek gebleken. Het is
trouwens al vreemd dat de marine-leiding
onkundig is gebleven van het feit dat een
io grote groep mariniers op eigen houtje
op charges uitging. De Amsterdamse po
litie, die door dit voorval in haar hemd is
gezet, is volledig in gebreke gebleven het
publiek tegen de geüniformeerde knok
ploeg te beschermen. Het gehele drama
laat een bittere nasmaak achter, heeft niets
bijgedragen tot een oplossing en heeft nog
JJJMMMUWMMNWMNWWMNWMHMMNVHm
meer schade toegebracht aan het gezag
en de orde in Amsterdam, die nu door
kwaadwilligheid aan de ene en onverstand
aan de andere kant verder van herstel zijn
afgeraakt dan ooit tevoren.
(Van onze redacteur in Stockholm)
STOCKHOLM Een in Stockholm
woonachtige buitenlandse correspon
dent verklaarde gisteren in een met
zijn medewerking geschreven artikel
dat de Russische ambassade in de
Zweedse hoofdstad Stockholm bezig
is een net van agenten te werven
onder de in Zweden werkzame
buitenlandse persvertegenwoordigers.
Hans Holmer, die de leiding van de
Zweedse BVD in handen heeft, verklaar
de gisteravond desgevraagd dat de zaak
nader wordt onderzocht.
Foto's van de betreffende correspon
dent in gesprek met de eerste secreta
ris van de Russische ambassade Ivan
Kiselev, genomen op een kerkhof in het
centrum van Stockholm, werden bij het
artikel gepubliceerd.
Uit eigen ervaring kennen veel buiten
landse correspondenten de wederwaar
digheden die de 55-jarige Westduitse
journalist in Stockholm ten deel zijn ge
vallen. Een groot gedeelte van de in
Zweden werkzame correspondenten
wordt herhaaldelijk op de een of andere
manier benaderd door Russisch ambas
sadepersoneel.
Het ziet er dan ook wel naar uit dat
Den Haag zijn reputatie als broeinest
van spionage-werkzaamheden nummer
één in Europa aan het verliezen is.
Stockholm is gedurende de laatste jaren
vanuit spionage-oogpunt namelijk even
belangrijk geworden.
De neutraliteitspolitiek van de Zweed
se sociaal-democratische regering heeft
het land een unieke en erg interessante
positie bezorgd om als bemiddelaar op
te treden bij internationale politieke
steekspelen. Ambassadeur Jarring be
middelt in het Midden-Oosten-conflict,
onderhandelingen over een erkenning
van China door Canada worden in Stock
holm voorbereid en de bemiddeling
achter de schermen van Zweden voor
Amerikaanse rekening met Noord-Viet-
nam is nu ook bekend. Bondskanselier
Willy Brandt heeft bovendien zelf beves
tigd dat het de Zweedse premier was die
bemiddelde in de Westduitse-Russische
contacten over het onlangs gesloten vre
desverdrag.
Het Grand Hotel in Stockholm dat te
genwoordig jaarlijks als verblijfplaats
dient voor de Nobelprijswinnaars was
overigens tijdens de tweede wereldoor
log het grote trefpunt voor spionnen van
alle landen en nationaliteiten.
Anno 1970 beschikt zowel de Ameri
kaanse als Russische ambassade in de
Zweedse hoofdstad over een personeels
sterkte die in geen enkele verhouding
staat tot de diplomatieke werkzaamhe
den. De bar van het Grand Hotel begint
dan ook weer interessant te worden en
blijkbaar niet alleen voor de buitenland
se correspondenten.
BERLIJN (DPA). - Een 22-ja
rige mandie met zijn gesnurk in
een Westberlijns* bioscoop boven
bet kanongebulder van een oorlogs
film uitkwam, is tot een boete van
duizend mark veroordeeld.
De snurker, die dronken was
had twee politieagenten die hem
kwamen ophalen bij zijn ontwaken
met zijn vuisten bewerkt.
Behalve de hoge geldboete heeft
de man nog drie maanden voor
waardelijk gekregen.
Voor de rechtbank heeft een cas-
sière van de bioscoop verontwaar
digd verklaard dat de snurker ook
nog zijn entreegeld had teruggeëist
omdat hij niets van de film gezien
had.
PRESIDENT TITO
ADVERTENTIE
Dat is deelnemen aan een „fijne"
dansgroep waar je de standaard en
Zuidamerikaanse dansen op een on
gedwongen manier leert op muziek
die „in" is.
Deelnemer zijn aan een onzer danslesclubs betekent, dat je direct het prettige
gevoel krijgt „er bij" te horen!
Er is iedere dag gelegenheid om je op te geven voor zo'n club!
Natuurlijk stellen wij de groepen samen volgens je eigen leeftijd!
Daarnaast zijn er ook leuke clubs voor „ouderen" en gehuwden!
ZIJLWEG 49, HAARLEM, TELEFOON 32 69 06.
(Van onze redacteur in Rome)
ROME. President Tito van Joego
slavië zal wellicht tijdens zijn staatsbe
zoek in oktober aan Italië ook de paus be
zoeken.
Op het ogenblik reist een speciale pau
selijke afgezant door Joegoslavië, die de
zer dagen op het eiland Brioni zal aan
komen, waar maarschalk Tito zijn zomer
verblijf heeft. Men neemt aan dat de uit
nodiging voor een bezoek aan de paus dan
aan hem zal worden overgebracht.
De afgezant reist door Joegoslavië in
een poging om een regeling te treffen voor
de teruggave van indertijd door het com
munistische regime onteigende kerkelijke
bezittingen. Dit gebeurde na afloop van de
Tweede Wereldoorlog, toen maarschalk
Tito de macht in het land in handen kreeg.
De reis van deze afgezant, mgr. Agostino
Casaroli, is weer het gevolg van het 14
augustus getekende verdrag, waarbij ban
den tussen het Vaticaan en de Joegosla
vische regering werden aangeknoopt. Het
is opvallend dat dit akkoord, dat pas tegen
het eind van dit jaar werd verwacht, ver
vroegd kon worden afgesloten. Sinds juni
1966 bestonden er quasi-diplomatieke be
trekkingen tussen de kerkelijke staat en
Joegoslavië. Ze volgden op de periode van
totale vervreemding tussen de beide mach
ten. De vanaf 1966 in Vaticaanstad en Bel
grado zetelende vertegenwoordigers van
beide landen zijn tot de rang van ambas
sadeur, resp. pro nuntius verheven.
WENEN (Reuter) President Moboetoe
van Kongo-Kinsjasa is in Boekarest voor
een officieel bezoek van vier dagen aan
Roemenië. Hij zal besprekingen voeren
over uitbreiding van de vriendschappe
lijke betrekkingen tussen Kongo en Roe
menië.
ADVERTENTIE
Nieuwe Gracht 78 Tel.319245
Haarlem
(excL BX.W. 5.620.
RöNE (Bornholm) (Reuter) Vier vepi
stekelingen en een lid van de bemanning
hebben een Poolse trawler gekaapt en zijn
ermee naar het Deense Oostzee-eiland
Bornholm gevaren. Volgens de Deense
politie zullen de kapers politiek asiel
vragen.
Het zijn vijf jonge Polen. Zij sloten de
kapitein van de trawler in een hut op en
maakten zich meester van het schip. Ook
de drie overige leden van de bemanning
werden overmeesterd.
NEW YORK, (AFP). Premier Kosygin
van de Sovjet-Unie zal op 16 oktober naar
New York reizen om deel te nemen aan
vergaderingen ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan van de volkerenorgani
satie. Dit is gisteren in Russische kringen
in de VN bevestigd.
KAAPSTAD, (AFP). In Zuid-Afrika
zijn van juli 1968 tot juli 1969 1.184 men
sen ervan beschuldigd de „wet op de on
zedelijkheid" te hebben overtreden. Dit
heeft de Zuidafrikaanse minister van Jus
titie P. C. Pelser bekendgemaakt.
De wet verbiedt geslachtelijke omgang
tussen personen van verschillend ras.
Met zijn Ceylonese ervaring kreeg hij
in laatstgenoemde functie te maken met
de meisjes, die naar Duitsland waren
verhandeld. De meisjes uit Kerala, Ko
rea en Hongkong, van wie sommigen
zelfs een universitaire opleiding hadden,
maar in Duitsland als verpleegster of fa
brieksarbeidster werkten, kwamen om
beurzen bedelen. Toen Haas bepaalde
praktijken ontdekte, heeft hij samen met
pater Albert Otto SCJ, hoofdredacteur
van Katholischen Missionen, een onder
zoek ingesteld. De resultaten daarvan
heeft hij destijds niet wereldkundig ge
maakt, omdat hij toen nog in de veron
derstelling leefde, dat deze zaak binnen
kerkelijk kon worden opgelost. Ook is
het rapport nooit in kringen van het
Vaticaan terecht gekomen nu zegt
Haas daarover: „Stom genoeg, dat we
niet naar het Vaticaan zijn gegaan. In
die tijd dachten wij met redelijke men
sen te doen te hebben, die aan de hand
van onze bevindingen de zaak wel zou
den oplossen. Het Vaticaan inschakelen
leek ons toen een autoritair middel, dat
helemaal niet nodig was. En of het iets
uitgehaald zou hebben?"
De resultaten van het onderzoek van
Haas en Otto werden neergelegd in een
artikel in het tijdschrift Priester und
Mission. Het artikel werd gestuurd naar
alle bisschoppen in Kerala, alle bisschop
pen in Duitsland en een groot aantal
Duitse kloostercongregaties. De reacties
daarop waren zeer emotioneel. Haas zegt
„Al onze motieven van menselijkheid
werden van de tafel geveegd. Wat zijn
jullie voor priesters? Dit zijn toch roe
pingen. Dat waren de reacties. Kortom:
de binnenkerkelijke troep werd overgo
ten met een vroom sausje."
Naar aanleiding van de bevindingen
van Haas en Otto mocht Haas van mgr.
Daniëls in Keulen een officieel rapport
opstellen. Een jaar later kwam de kwes
tie ter sprake op de bisschoppenconferen
tie. Daar werd bepaald, dat meisjes, die
naar kloosters in Duitsland wilden ko
men, in eerste instantie terdege voorbe
reid moesten worden. Bovendien moes
ten de meisjes de mogelijkheden hebben,
als ze eenmaal in Duitsland waren, voor
opleidingen en verdere ontwikkeling en
zeker voor een eventuele terugkeer naar
hun geboorteland. De bisschoppen in In
dia en de kloostercongregaties in Duits
land werden op de hoogte gesteld van
deze richtlijnen. Haas: „En sedert die
tijd is er kennelijk weinig veranderd.
Want ik was stomverbaasd over de publi-
katie in de Sunday Times."
Dat er een soort handel in meisjes ge
groeid is, is volgens Harry Haas te wijten
aan de kleine diocesane congregaties in
Duitsland, die geen roepingen meer had
den en geen enkele interculturele erva
ring. Zij hadden roepingen of werkkrach
ten nodig voor hun vele goede werken in
zieken-, bejaarden- en weeshuizen. De
bisschoppen in Kerala hadden procura
tors in Europa, die zogenaamd voor stu
diedoeleinden India verlieten, maar in
feite bemiddelaars waren tussen de meis
jes en de kloosters. Haas: „Ik ken agen
ten, die meer makelaar dan priester zijn
en er weinig scrupules op nahouden
wat misschien voortkomt uit een onvoor
stelbare naïviteit. Ik kan namen van men
sen noemen, voor wie wij destijds hebben
gewaarschuwd. Bijvoorbeeld Jozef Vilan-
gaden. Die heb ik in 1963 zien functio
neren. Dezelfde man heeft opdracht ge
kregen van het departement voor Ooster
se Zaken in Rome om een onderzoek in
te stellen naar de ronselpraktijken. De
man, die zelf ronselde."
Wat slavenhandel genoemd wordt vol
gens Haas, was in feite voor de desbe
treffende meisjes een uitverkiezing. Naar
het Westen gaan werd enorm geromanti
seerd. Hij zegt: „Als ik in Ceylon had
willen ronselen, had ik er honderden
kunnen krijgen. Maar laten we niet ver
geten dat de meisjes vrijwillig gingen.
Op een station in Duitsland kwamen op
zekere dag zestig meisjes aan. Ze wer
den opgepikt door vertegenwoordigers
van drie congregaties, die de meisjes on
der elkaar verdeelden. De meisjes zelf
spraken vaak alleen maar een beetje En
gels. Bovendien waren ze veel te jong
ze moesten een bepaalde opleiding heb
ben, maar daarmee en ook met de leeftijd
werd natuurlijk vaak gesmokkeld om de
meisjes toch een „kans" te geven.
Als hier sprake is van rijpe vrouwen,
die duidelijk kiezen voor een klooster-
bestaan, akkoord. Van de andere kant
konden de kloosters in India de roepingen
niet aan. De ouders van de meisjes die
naar Duitsland vertrokken, moesten ook
een bruidsschat betalen. Maar dat kan ik
niet bewijzen. Dat geld kwam bij de bis
schoppen terecht, want de Duitse kloos
ters verlangden geen bruidsschat. Als het
om werkelijke roepingen zou gaan, zou
er vanuit Duitsland geld gestuurd moe
ten zijn om in India kloosters te bou
wen. Dit bewijst dat het ging om ar
beidskrachten. En ook nog goedkope ar
beidskrachten. Ze loper immers niet weg.
In gesprekken mei de verantwoordelijke
mensen hiervoor heb ik vaak gehoord
dat de meisjes zo volgzaam en gedwee
waren."
Kloosters in Duitsland gaven wel de
gelijk opdracht aan ronselaars om meis
jes te zoeken. De priester-agent kreeg
dan geld van de kloosters, dat nodig was
voor de reis en een Europese uitrusting.
De meisjes werden dan goedkoop met
een chartervliegtuig vervoerd. Volgens
Haas bleef er veel geld aan de strijkstok
hangen, dat ook weer naar de bisschop
pen ging. En de bisschoppen in India
wisten dat de Duitse kloosters rijk ge
noeg zijn. Zij beschouwden dat geld als
gaven. Er was sprake van een royaal
spel: geen slavenhandel.
De Duitse kloostermethoden vielen niet
mee voor de tere meisjes uit India, meent
Harry Haas. Ze mochten geen bezoek
krijgen van vriendinnen en werden erg
schuw. Zonder behoefte aan contact met
de buitenwereld Met een ander eetpa
troon werd in het klooster natuurlijk ook
geen rekening gehouden. Dat de meisjes
bijna uitsluitend poetswerk mochten doen
was natuurlijk goed voor de nederigheid.
Harry Haas vertelt dat hij eens enorme
moeilijkheden heeft gehad met een kloos
ternovicenmeesteres, die hij voorstelde om
de meisjes uit India eens op vakantie te
laten gaan. Dat mocht niet
De meisjes, die verpleegstei wilden
worden, deden het eerste iaai niets an
ders dan poetsen. Daarna drie jaar lang
een verpleegstersopleiding. Wilden ze
naar huis, dan moesten zij de reis zelf
terugverdienen. Harry Haas: „Over vrij
heid gesproken. Je komt naar het Westen
en je gaat terug als een mislukkeling.
Daar komt veel menselijke ellende van.
Voor velen was het psychisch en sociaal
onmogelijk om terug te gaan. Bovendien
zijn de huwelijkskansen in India dan
miniem. Enkelen trouwden in Duitsland
en daar waren wij zeer gelukkig mee.
Ik ken een geval van een meisje dat door
het klooster afgestaan was aan een arts.
Het kind stortte regelmatig haai hart uit,
omdat ze veel heimwee had en helemaal
niet begrepen werd door de forse haaie-
baaien van Duitse nonnen.
Er waren tragische gevallen bij. Tegen
de vice-generaal van Keulen., Jozef
Peusch, heb ik dit soort dingen allemaal
verteld, maar ik kreeg geen poot aan de
grond. Ik heb hem gezegd' de moeilijk
heden voor deze meisjes beginnen pas
als ze 40 zijn. Als de tijd van romantiek
en overgave afgelopen is. Dan ontdekken
ze dat ze helemaal niet in de Duitse
maatschappij zijn geïntegreerd. Aan Duit
se nonnen heb ik gevraagd: zouden jul
lie Duitse meisjes van 17 naar kloosters
in Brazilië sturen? Het antwoord was
natuurlijk neen."
Harry Haas gelooft dat de corruptie
niet in de schoenen geschoven moet wor
den van de Indiërs De bisschoppen in
India waren er van overtuigd dat zij de
Duitse kerk hielpen door meisjes naar
de kloosters te laten gaan. Hij zegt: „Die
mensen waren naïef of dom en in zoverre
is sprake van te goeder trouw. In zekere
zin is het misdadig, objectief gesproken.
Van de andere kant kan men het deze
mensen vanwege hun onbekwaamheid
niet kwalijk nemen. De pauselijke inter
nuntius Knox, aartsbisschop van Mel
bourne, de toenmalige apostolische dele-
gaat in New Dehli die ik heb leren ken
nen in mijn Ceylonese periode, was van
de hele zaak op de hoogte. Hr had moe
ten ingrijpen. Het H^kt e, nu op. dat
iedereen iedereen de hand boven het
hoofd houdt. Alsof er helemaal niets aan
de hand is Er is wel degeiijk ets aan
de hand. Daarom doe ik nu mijn mond
open. De zaak moet niet langer meer in
de doofpot worden gestopt.