Nederlandse vrouw noö huiveri
m
voor echt haarverven
Angst voor
haaruitval
nog diep
geworteld
JONKHEER VAN SE VENAER EN
ZIJN BIOLOGISCHE BLOEMKOOL
VROUW
m
Vraag naar natuurzuivere groente groeit
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 197 0
Erbij
17
v
(Van een medewerkster)
IMIlllillPllI
Achterstand
V EN D VICTORIE
PUUR NATUUR
KRUIDENWEI
GROTE PLANNEN
Grijze haren
Veiligheid
Zorgenkinderen
TWEEDUIZEND JAAR GELEDEN schreef een be
faamd Romeins dichter aan een vriendin: „Ik zei je
nog: houd toch op met dat verven van je haar. Nu heb
je geen haar meer om te verven." Hij beschrijft de papjes
waarmee de Romeinse meisjes en vrouwen hun haarkleur
veranderden als „giftige middeltjes" en blijkens de ramp-
Twintigduizend. bussen
haarlak rollen er per dag
uit deze aerosolvulmachi-
ne: haarlak wordt door 70
pet van de vrouwen ge
bruikt.
Vakmensen aan het werk
in een Nederlandse fabriek
van haarverzorgingspro-
dukten. Links Guus Wilk-
man, de trainer van de
Nederlandse équipe voor
de wereldkampioenschap
pen haarverzorging.
zalige resultaten waren ze dan ook verre van onschuldig.
Sindsdien heeft de techniek zo'n twintig eeuwen tijd gehad
om de geheimen van de haarververij te doorgronden. Het
ontwikkelen en maken van haarverven is tegenwoordig wat
men noemt een hooggespecialiseerd gebied: een chemisch
proces dat door slechts een handvol bedrijven in de wereld
goed wordt beheerst.
MET HET echte verven van het
haar zijn veel vrouwen in Nederland
nog erg voorzichtig. Er zit beslist nog
een taboe op. Maar er is een kente
ring", zegt Robert J. H. Krom, direc
teur van de Zwartkop-fabrieken in
Dordrecht, een van de grootste bedrij
ven op het gebied van liaarverzor-
gingsprodukten in ons land. Naar zijn
mening zijn de vrouwen in omringen
de Janden als België. Frankrijk en
Duitsland haar Nederlandse zusters op
dit gebied een heel eind voor. „In die
landen is het. heel normaal als een
vrouw eens een andere haarkleur
kiest. Ze durft te experimenteren,
koopt op zeker ogenblik gewoon een
nieuwe haarkleur. In Nederland zijn
we nog niet zo ver."
ACHTERGROND van dit achterblij
ven? Marktverkenningen en psycholo
gisch onderzoek op dit terrein lever
den een heel rijtje bezwaren op waar
bij wantrouwen en financiële motieven
het zwaarst wogen. De meeste vrou
wen zijn bang dat verven slecht voor
het haar is. De angst dat geverfd haar
vroeg of laat gaan uitvallen is nog
diep geworteld. Men vindt verven bo
vendien een dure liefhebberij omdat
ZEVENAAR. De onbespoten en
groenten en kruiden van jonkheer H. van Nispen van
Sevenaer mogen door het „Zevenaarse Jongerencon
tact Mozaïek" niet op de markt worden verkocht. De
marktmeester van Zevenaar ziet de actie uitsluitend als
een „commercieel stuntje van de jonkheer", aldus een
recent persbericht.
In het woonvertrek van huize „Sevenaer" vertelt de
(Van onze correspondent)
niet-bemeste in een kakibroek en groen overhemd gestoken jonkheer
evenwel dat deze jongeren zelf het initiatief tot de
groenten- en kruidenverkoop aan de Zevenaarse be
volking hebben genomen, dat hij er buiten staat en dat
het echt geen truc is om van zijn handel af te komen.
Het tegendeel is waar. Er is zo veel vraag naar zijn
„biologisch voedsel" dat hij er nauwelijks aan kan vol
doen.
DE GROOTSTE afnemer is mo
menteel Vroom en Dreesmann. In
Rotterdam is men daar namelijk met
het experiment begonnen om „biolo-
gisch-dynamisch voedsel" te verkopen.
Het sloeg enorm aan bij de huisvrou
wen. De vraag wordt steeds groter.
„Op het laatst vragen ze me niet meer
maar is het gewoon onder druk zet
ten", aldus de jonkheer, die nu reeds
door zijn uienvoorraad heen is (waar
hij tot vorig jaar de hele winter mee
deed).
Naast V en D in Rotterdam begint
men er in Apeldoorn nu ook mee.
Voorts ook een paar Sparwinkels
die jaarlijks alleen al aan twee
tehuizen voor gehandicapte kinderen
in Zeist voor 40.000 gulden aan groen
ten en kruiden verkopen.
ACHT JAAR is de jonkheer nu be
zig. Hij is begonnen met twee krop
pen sla en drie bosjes bieslook. Nu
bezit hij een groentetuin van ongeveer
zes hectare. In deze grond zijn hele
maal geen „vreemde smetten" (che
micaliën) aanwezig. De jonkheer zelf
beschermt zijn planten op geen enke
le manier. Er komt geen bestrijdings
middel aan te pas, zelfs geen orga
nisch.
Naast de groentetuin heeft de jonk
heer ook nog een grote kruidentuin,
drie hectare kunstmestvrij graan en
een paar weilanden die hij weer met
de oorspronkelijke kruidenflora heeft
ingezaaid. Het is al een aardig be-
van acht enthousiaste jonge mensen
die hem in al hun vrije uurtjes ko
men helpen. Sommige van hen moe
ten daar zelfs uren voor reizen, want
de jongelui komen onder andere uit
Maastricht en Den Haag.
Het liefst heeft de jonkheer goede
vaklui, land- en tuinbouwers, die open
niet meer te spuiten. Eén keer per
jaar (in augustus) zullen ze daar nog
maaien. Op die manier herstelt ook
de flora van de bermen.
De' flora van zijn weilanden cureert
de jonkheer door vele kruiden in te
zaaien. Daarmee maakt hij tevens een
soort proefveldjes voor de Plantenziek-
tekundige dienst. Onlangs heeft deze
een weiland bij de jonkheer geïnven
tariseerd en er maar liefst zestig ver
schillende soorten kruiden gevonden.
Lopende door het bewuste weiland
vertelt de jonkheer: „Als de mensen
van mijn kruidenwei horen, dan is hun
eerste opmerking meestal dat het toch
geen- produktieverhoging geeft".
Dé jonkheer trekt zich echter niets
aan van deze „typische redenering
van de materialistische welvaarts
staat". Door zo te werk te gaan krijg
nnnnnnnnnn, nu
drijfje, maar het kan nog veel groter.
De jonkheer is dan ook zeker van plan
uit te breiden, temeer daar nu reeds
blijkt dat zijn produktie een druppel
op een gloeiende plaat is.
In totaal kan hij tot honderd hecta
re uitbreiden.
Dat zal echter geleidelijk aan moe
ten gaan. In de eerste plaats kun je
niet van de ene dag op de andere een
stuk grond helemaal puur natuur ma
ken en aan de andere kant zijn er voor
een dergelijke uitbreiding ook geld,
machines en vooral mensen nodig.
Momenteel werken in de tuin twee
mensen in vaste dienst. Daarnaast be
schikt de jonkheer over een ploeg
staan voor een experiment. De over
schakeling op een heel ander systeem
zal echter ook voor deze mensen tijd
kosten.
Jonkheer Van Nispen van Sevenaer
doet er alles aan om zijn grond zo
gauw mogelijk „chemicaliën-vrij" te
krijgen. Zo had hij nogal last van het
vergif dat Rijkswaterstaat en het pol
derdistrict Oude-Rijn in de bermen
spoten langs zijn gronden. De beide
partijen zijn toen gaan praten en zo
wel Rijkswaterstaat als het polder
district hebben toegezegd de bermen
ik weer de kwaliteit melk en kaas
van de Zwitserse alpenweide, boven
dien stijgt de gezondheidsconditie van
het rundvee. Ook het inzaaien van de
weilanden moet echter stap voor stap
gebeuren. De jonkheer heeft zo'n hon
derd koeien en kan zich dus niet per
mitteren veel weilanden aan de pro
duktie te onttrekken.
OOK AL GAAN de zaken momen
teel goed, de jonkheer is niet van plan
om van zijn hele bedrijf een tuinderij
te maken. „In de eerste plaats niet om
dat ik het gevarieerde milieu wil be
houden en ten tweede wil ik econo
misch ook niet alles op één kaart zet
ten".
Duidelijk is wel dat de jonkheer op
een gegeven moment niet meer aan de
grote vraag naar zijn biologsch ge
kweekt, of zoals hij zelf liever zegt:
„niet-gedenatureerde" groente kan
voldoen. De gedachte die achter dit
onbespoten en niet-bemeste voedsel
schuilt, wint steeds meer terrein. De
jonkheer werkt hier zelf ook actief
aan mee.
Op verzoek van Vroom en Drees
mann is hij nu een foldertje aan het
schrijven om de mensen zoveel mo
gelijk over alle aspecten van deze ma
terie voor te lichten. Dit boekje komt
over een maand uit. Plannen liggen
er nog voor een groot wetenschappe
lijk verantwoord boek. „Het schema
ligt klaar", aldus de jonkheer, „maar
ik kan er voorlopig geen tijd voor vin
den".
De toekomstplannen van de jonk
heer zijn niet gering. Het gebied ten
oosten van Zevenaar wil hij tot een
werkgebied maken waarin alle belan
gen vertegenwoordigd zijn. Een wat
vage zin die hij temidden van de
spruitjes en de sperziebonen met ge
baren nog eens verduidelijkt. „Daar,
dat landbouwgebied tot aan de heu
vels van Montferland moet allemaal
bebouwd worden volgens de geïnte
greerd^ teeltmethoden. We zouden hier
dan een uniek gebied krijgen voor
Europa. Het is alleen jammer dat het
gemeentebestuur van Zevenaar niet
wil meewerken en alles doet om hier
juist industrie te krijgen".
Het verven van het haar: veel vrou
wen zijn er nog een beetje bang
voor.
een nieuwe haarkleur steeds moet
worden bijgehouden. Ook de overwe
ging dat een nieuwe kleur zwaar kan
tegenvallen en dan niet in een hand
omdraai te veranderen is, blijkt mee
te tellen.
VANDAAR dat vrouwen in Neder
land voornamelijk naar de kapper
gaan voor wassen en watergolven,
haarknippen, permanenten em het op
maken van het haar. Pas op de vijfde
plaats komt de kleurbehandeling. En
die wordt dan niet gekozen om de
dame in kwestie mooier of „anders" te
maken, maar vooral om grijze haren
weg te werken. Nauwelijks vier op de
tien vrouwen die van tijd tot, tijd de
haren laten bijkleuren (of zelfs een
ander kleurtje geven) doen dit omdat
ze wel eens iets anders willen of de
eigen haarkleur een beetje willen op
halen.
BLIJFT OVER een fikse groep vrou
wen die op zeker ogenblik de eigen
(vale) kleur beu wordt maar toch nog
altijd bang is voor die verfkwast op
het hoofd. Dat lijkt een beetje over
dreven, gezien het feit dat tussen pro
ducent en consument van haarverzor-
gingsprodukten tegenwoordig een ke
ten van ontwikkelings- en testlabora-
tória ligt waar nieuwe verven, ver
stevigers en andere nouveautés zorg
vuldig aan de praktijk worden ge
toetst (in het algemeen in eerste in
stantie op strengetjes afgesneden haar,
pas daarna op „levende hoofden").
VOORTS DOEN WE alle haarverf
fabrikanten een enorm plezier door
hier even te vertellen, dat ze die uit
gebreide gebruiksaanwijzing niet voor
niets bij hun haarverven verpakken.
Want wie zich niet tot en met de let
ter aan die gebruiksaanwijzing houdt,
kan ook anno 1970 nog heel onaange
name verrassingen beleven bij het ge
bruik van haarverf. Omdat men er re
kening mee houdt dat het grote pu
bliek altijd fouten blijft maken zijn
er trouwens al verven met „ingebouw
de" veiligheid ontwikkeld: de chemi
sche reactie in die produkten is na een
zeker aantal minuten uitgewerkt zo
dat niets onherstelbaars kan gebeuren.
Wat de kleuren betreft: wie dat
per se zou willen kan de haardos knal-
paars, hardblauw of oranje laten ver
ven (maar dat wil waarschijnlijk nie
mand). Het zijn dan ook maar een
paar extreme staaltjes van een om
vangrijk kleurenpalet waarin elke
haarkeur een groot aantal variaties
heeft. Tweemaal per jaar brengen de
haarverzorgingsfabrikanten een nieu
we kleurenmode. Op het ogenblik
overheersen daarin de warme, naar
rood zwemende kleuren.
HET ZIET er wel naar uit dat er in
de nabije toekomst steeds meer fles
jes en spuitbussen met haarverzor-
g'ingsmiddelen op de kaptafel zullen
verschijnen. Voor elk van de drie gro
te haarproblemen (vet haar, droog
haar en roos) worden voortdurend
nieuwe specialiteiten ontwikkeld en
een wonderbaarlijk „alles-in-één-pro-
dukt", geschikt voor elke haarsoort
kunnen we dan ook gerust vergeten.
Daarvoor zijn er teveel haartypen,
elk met hun specifieke moeilijkheden.
In Nederland is vet haar het grote
probleem: meer dan dertig percent van
de Nederlanders tobt ermee.
MISSCHIEN is dat een van de oor
zaken van het feit dat Nederland een
grote markt voor haarwasmiddelen
heeft. Want diezelfde Nederlanders
van wie vaak gniffelend wordt be
weerd dat ze liever hun huis dan zich
zelf oppoetsen, zijn ongemerkt toch
maar de grootste shampooverbruikers
van Europa geworden. Bij de vrouw
staat de haarlak vrij hoog genoteerd:
bijna zeventig percent van de Neder
landse vrouwen gebruikt wel eens
haarlak, de helft van hen gebruikt het
regelmatig.
DIE HAARLAKKEN zijn overigens
wel de zorgenkinderen van de fabri
kant. Er zijn sterk-fixerende en matig-
fixerende soorten, maar in de praktijk
blijkt de vrouw op dit punt een moei
lijk mens: men vindt de ene laksoort
te sterk, de andere te slap. Van haar
lak verwacht men namelijk dat het
zonder meer het kapsel verstevigt,
maar het mag de haren niet hard en
„sexloos" maken. Vandaar dat de soor
ten die (volgens het bekende verkoop
argument) „zo weer eruit geborsteld
worden" gretig worden gekocht. Want
in ons vochtige en kapselverwoestende
klimaat heeft het oi-aktiseh nut op dit
punt de weerzin overwonnen: het ge
bruik van haarlak neemt nog steeds
toe.