Debat met de
vaste Kamer-
commissie
over Sport '70
VERLANGLIJSTJE
Eenheid in
sportwereld
is nu
noodzakelijk
- SPORTWERELD KREEG VANDAAG EIGEN GEZICHT -
Amateurs"
mogen profs
niet in de
weg lopen
Vijfjarenplan om achterstand
accommodaties in te lopen
Afgebroken
partijen in
Siegen
EDO met één been in
de softbal-hoofdklasse
HKV op dreef
in Eindhoven
Schoten verloor
laatste duel
DINSDAG 8 SEPTEMBER 1970
16
V-
iliillilll
99
Eenheid
Wielerzege Van Beers
Debat
Bijspringen
Coördineren
Inhaalprogramma
Grotere offers
ft
MINISTER KLOMPÉ
(Van onze sportredactie)
HAARLEM. De Nederlandse sportgemeenschap, gevormd door de
Nederlandse Sport Federatie, de Nederlandse Katholieke Sportfede
ratie, de Nederlandse Culturele Sportbond en de Nederlandse Chris
telijke Sport Unie, auteur van Sport '70, gaan ervan uit dat een natio
naal sportbeleid niet mogelijk is zonder de vervulling van de volgende
dringende wensen:
0 een mentaliteitsverandering, zodat overheden en particulieren
hun specifieke taak voor de toekomst (h)erkennen;
0 een bewindsman voor sport, lichamelijke opvoeding en recreatie,
zodat er politieke verantwoordelijkheid ontstaat voor de spor
tieve vrijetijdsbesteding, onontbeerlijk voor een vrijetijdsmaat-
schappij
9 een nationaal orgaan van de sport zelf, zodat ook de particuliere
sector haar eigen verantwoordelijkheid kan concretiseren. Dat
orgaan moet het resultaat zijn van eenstemmigheid en verregaan
de communicatie binnen de sportgemeenschap;
0 een programma van technische en organisatorische opleidingen
dat op elk gewenst niveau voorziet in het fnuikend tekort aan
kader;
0 een wetenschappelijke inspanning ,o.a. binnen een Nationaal In
stituut voor Sportgeneeskunde, die de sport alle kansen geeft zijn
rol in de snel veranderde samenleving te spelen;
0 een onderwijs, dat van hoog tot laag van academische leer
stoelen tot en met de lagere school de vrijetijdsmaatschappij
erkent en derhalve de sport de mogelijkheden biedt om in die
vrijetijdsmaatschappij te integreren;
O een financiering van sportruimten, waarbij de overheden met
een bij-de-tij ds subsidiebelied en de particuliere sector met een
eigen sportfinancieringsinstituut, de lasten naar draagkracht en
volgens een meerjarenplanning verdelen.
99
99
■,w<v&v-x<
Ï.V.W- v
V>
Dr. VAN ZIJLL
(Van onze sportredactie)
HAARLEM. „Sport zonder topsport
is ondenkbaar", stelt men in „Sport '70".
De motiveringen zijn bekend: stimule
ring van de jeugd en mogelijke prestige
winst. Om de topsport in de jaren '70
ook inderdaad TOPsport op internatio
naal niveau te laten blijven is het ech
ter noodzakelijk dat er meer aandacht
aan de problemen van de topsporters
wordt besteed." Door de grote rol van
de sport als schouwspel voor de massa
spelen de topsporters in veel wijder ver
band een rol dan in hun eigen gezin, ve
reniging of stad. Zij leven nietmeer al
leen als privé-personen die voor hun ple
zier of beroep sport beoefenen, maar
zij maken als het ware deel uit van het
openbare leven. De topsporter is daar
door niet alleen zichzelf, hij is ook min
of meer „eigendom van de gemeenschap",
wordt in de nota gezegd.
De consequentie ligt voor de hand. Als
een topsporter eigendom van de gemeen
schap is; dan zal die gemeenschap zich
wat meer moeten bekommeren om de
problemen van zijn sporthelden. Steeds
belangrijker wordt in dit geval de maat
schappelijke begeleiding. De NSF heeft
dat probleem onderkend. Vorig jaar
richtte men een Raad voor Maatschap
pelijke Begeleiding op, met het volgende
doel:
a) zorgen voor doelmatige communica
tie tussen het bestuur van een sportbond
en de topsporters, zodat het bestuur in
grote lijnen bekend is met de problemen
van gezin, studie en beroep.
b) overleg met onderwijs- en opleidings
instituten, met de militaire overhied en
met de werkgevers als gevolg waarvan
gunstige voorwaarden voor topsporters
kunnen worden geschapen ten behoeve
van hun trainings- en wedstrijdprogram
ma.
c) financiële steun verlenen waar dat
nodig is.
In „Sport '70" worden de verdere
plannen van de raad, waarin later mo
gelijk vertegenwoordigers van centrale
overheid en bedrijfsleven worden opge
nomen, uiteengezet. Het ligt in de bedoe
ling om nog dit jaar een onafhankelijke
stichting voor de maatschappelijke be
geleiding op te richten. Eind '72 zal de
Raad de besturen van de NSF en het
NOC vervolgens een beleidsprogramma
voor langere duur voorleggen.
Voor de sporttechnische leiding van de
topsporters ziet men in Sport '70 de func
ties van trainer en coach liever niet ge
scheiden. „Nieuwe inzichten in het leer
proces hebben de denkwijze dat de trai
ner er alleen zou zijn voor de puur tech
nische zaken en de coach zijn pupil als
mens zou begeleiden geheel doorkruist;
men weet dat iemand alleen dan goede
technische vaardigheden kan leren, als
er tegelijkertijd rekening wordt gehouden
met zijn persoonlijke instelling", aldus
„Sport '70".
Als centrum voor alle sportgeneeskun-
dige activiteiten wenst de Nederlandse
zportwereld de stichting van een natio
naal instituut voor de sportgeneeskunde.
„Om een werkelijk levend centrum te
creëeren moet dat instituut nauwe ban
den aangaan met universitaire en ande
re wetenschappelijke centra".
„Sport '70" pleit voor een structuur
aanpassing bij de bonden om de samen
werking tussen de topsporters en de
bondsbestuurders in de toekomst soepel
te laten verlopen. Op landelijk niveau
zal dat ongetwijfeld betekenen dat enke
le bestuursleden hun aandacht volledig
aan de topsport moeten gaan wijden.
„Het moet niet mogelijk zijn dat
„amateur-deskundigen", hoe goed zij
het ook bedoelen, kunnen ingrijpen in
het werk van professionele deskundigen,
omdat daardoor ieder beleid doorkruist
wordt", aldus „Sport '70". Er wordt bo
vendien met klem op gewezen dat er in
de bonden functionarissen moeten wor
den belast met leiding en begeleiding
van „semi-topsporters" de talentvolle
jeugd om een doorstroming van de
algemene wedstrijdsport naar de top-
sport mogelijk te maker
(Van onze sportredactie)
HAARLEM. Ongeveer een jaar nadat minister
Klompé met haar discussienota het misnoegen van de
hele Nederlandse sportwereld opwekte, is diezelfde
enorme groep sportmensen zelf gereed gekomen met een
eigen nota: „Sport '70". „Geen antwoord op de nota van
de minister, maar een stuk dat een eigen leven gaat
leiden", deelde NSF-secretrais dr. Van Zijll mee. „Sport
'70", vandaag nog een boreling, waarin de 2,2 miljoen ge
organiseerde sportbeoefenaars in ons land hun beleid
voor het komende decennium hebben neergelegd, over
enkele jaren wellicht een begrip, een begrip niet alleen
voor de massa die zelf nauw bij de sportbeoefening be
trokken is, maar vooral voor hen die zich tot nu toe ten
onrechte niet betrokken (lees: verantwoordelijk) voelden
voor het sportieve gebeuren in ons land. Want dat is
wellicht de voornaamste drijfveer voor deze nota ge
weest; de afzijdigheid van belangrijke instellingen, van
de overheid, die de sport voor een groot deel terug schoof
naar de beoefenaars, van het bedrijfsleven, dat de sti
mulering van de sport nog steeds niet als een voorwaarde
voor een leefbaar klimaat wil zien. Daarom wordt er in
de tweehonderd pagina's dikke nota gesproken over de
extern gerichte actie, waaronder men de taak van geor
ganiseerde sportbeoefenaars verstaat om de filosofie, die
ten grondslag ligt aan het nationale sportbeleid, uit te
dragen. Om die opdracht te volbrengen zullen vanuit de
organisaties kleine groepen gevormd worden. De belang
rijkste last krijgen waarschijnlijk de mensen die uitge
kozen worden om dat bij de politieke partijen te doen.
„Als wij ons niet met de politiek bemoeien dan bemoeit
de politiek zich wel met ons en dan misschien op een
manier die wij niet zo kunnen appreciëren", aldus dr.
Van Zijll.
Zoals de NSF-secretaris reeds eerder
dit jaar beloofde, is met de publicatie
van „Sport '70" het sprookje dat de sport
en politiek niets met elkaar te maken
zouden hebben voorgoed uit de wereld
geholpen. In één klap zullen de georga
niseerde sportbeoefenaars nu juist het te
gengestelde na moeten streven: zoveel
mogelijke invloed van de sportgemeen
schap op de politiek. Bijna symbolisch
voor dit streven is de vraag om een be
windsman voor sportzaken lichamelijke
opvoeding en recreatie. Vooreerst denkt
men in de Nederlandse georganiseerde
sportwereld, gevormd door de NSF, de
Nederlandse Katholieke Sportfederatie,
de Nederlandse Culturele Sportbond en
de Nederlandse Christelijke Sport Unie,
nog niet aan een minister.
Met een staatssecretaris, met het bij
behorende ambtenarenapparaat, in plaats
van de onderbezette sectie die momenteel
de sportzaken op het ministerie van CRM
behartigt, zou men al erg gelukkig zijn.
Hij zou de tegenspeler moeten worden
van een nationale sportorganisatie waar
in alle sportbeoefenaars zijn vertegen
woordigd. Om dit te bereiken en deze
monsterorganisatie optimaal te kunnen
laten fungeren moet men var de kleinste
verenigingen tot de grootste bonden reor
ganiseren, om een effectieve samenwer
king mogelijk te maken.
Secretaris Van Zijll: „Dat is ook het
antwoord op de vraag waarom de nota
juist nu verschenen is. Wij hebben ons
tot taak willen stellen om als nationale
sporteenheid te opereren. Het is de eerste
keer dat de Nederlandse sportwereld zich
zo eensgezind presenteert en dat zal zo
moeten blijven Want als wij er nu bin
nen korte tijd niet in slagen om als een
eenheid naar buiten te treden, dan wor
den we weggespeeld. Dan zal de over
heid de zaak gaan runnen en dan zullen
de ambtenaren uit gaan maken wat in de
sportwereld belangrijk is en wat niet."
Daarom heeft men zich in „Sport '70"
niet beperkt tot het aangeven van de
taken van derden, maar heeft men zich
zelf aan een critisch onderzoek onder
worpen. Van Zijll: „Wij hebben zelf ook
EINDHOVEN. Door de gekregen
trainschema's van de kanobondstrainer
Runeman zijn er op de kanowedstrijden
in Eindhoven veel betere resulaten be
reikt. Bij de jun. KI 125 m werd Dick
de Vreugd tweede. Het koppel Hamets-
veld-Ridder eindigden met de Kil 125 en
1000 resp. als 3de en 2de in tijden van
0.33.4 sec. en 4.19.8 sec. Nieuweling Mast
Scheringa haalde al z'n finales en finishte
met z'n KI op de 125 m en 500 m als 3de
en 2de met tijden van 0.29.5 sec. en
2.14.7. Hierbij werd J. Ridder 4de in 2.17.4
Ook de adspiranten lieten van zich
spreken, nl. de Kil 500 adsp. A. Rutte-
Deege die een tijd lieten indrukken van
2.06.6. Verder haalde Sjef Rutte nog een
3de plaats op de II 125 m. Tijd 0.29.4.
Onze nieuwe adspirant B Bert Deege
versloeg in de KI al z'n tegenstanders op
de 125 en 300 m met tijden van 0.28.1
en 1.11.8.
WETTEREN. De Nederlandse Cabal-
lero-renner Jan van Beers heeft maandag
in Wetteren een wegwedstrijd over 150
kilometer gewonnen. Hij noteerde een tijd
van 3 uur en 37 minuten. Hij klopte in de
sprint de Belgen Hellemans en Maes.
de balans op moeten maken Wij hebben
ons de vraag moeten stellen of wij zelf
wel opgewassen zijn tegen de proble
men." Een belangrijke consequentie die
men heeft moeten trekken is dat de bon
den niet meer zullen kunnen steunen op
het vrijwillige kader Om in de bonden
alles soepel te doen verlopen zal men
daarom meer en meer over moeten gaan
tot de aanstelling van beroepskader in
de functies die door de stormachtige groei
van de sport nu niet langer verantwoord
door vrijwillige krachten uitgeoefend
kunnen worden.
Op nationaal niveau moeten de sport
bonden en de koepelorganisaties een sa
menwerking opbouwen die zal resulteren
in „een nationaal orgaan voor de geor
ganiseerde Nederlandse sport", dat als
allerhoogste overlegorgaan en als ge
sprekspartner voor de overheden moet
fungeren. Ook op gewestelijk en plaatse
lijk niveau zal men moeten streven naar
dergelijke vormen van samenwerking.
Nu de ministers Klompé (CRM), Ve-
ringa (Onderwijs), staatssecretaris Gros
heide en de leden van de vaste Kamer
commissies van CRM en Onderwijs en
Wetenschappen vandaag in het bezit van
de nota „Sport '70" zijn gekomen, is de
volgende stap op de lange weg naar de
volledige erkenning het openbare debat
met de vaste Kamercommissies dat mi
nister Klompé bij de behandeling van
haar discussienota heeft toegezegd. Bij
die gelegenheid zal alleen „Sport '70" ter
tafel komen, een situatie, waarnaar de
NSF uit angst voor verwarring van
„Sport '70" en de ministeriële sportnota
van begin af aan heeft gestreefd.
Van minister Klompé, die misschien na
de verkiezingen van volgend jaar niet
meer terug zal komen, verwacht men
overigens geen grote daden meer. De tac
tiek van de overkoepelende sportorgani
satie zal dan ook voornamelijk gericht
zijn op de kabinetswisseling van '71. Dan
moeten de politieke partijen volgens plan
zover bewerkt zijn dat er voldoende in
vloed uitgeoefend kan worden om bij de
kabinetsformatie tot de benoeming van
een staatssecretaris voor sport, lichame
lijke opvoeding en recreatie te komen.
In afwachting van een bewindsman voor
de sport, heeft men inmiddels reeds een
vooruitgang geboekt met een instelling
van de interdepartementale stuurgroep,
die alle zaken betreffende ae sport op
de verschillende ministeries zal coördine
ren. Om een indruk te krijgen van de
onoverzichtelijkheid: op niet minder
dan acht departementen worden sportaf-
faires behandeld.
Wilde minister Klompé in naar discus
sienota nog niet verder gaan dan steun
bij de opleiding van kader en de bouw
van de benodigde sportaccommodaties,
terwijl de overige taken laconiek werden
terugverwezen naar het particuliere initia
tief en de lagere overheden (gemeenten),
in „Sport '70" geeft de Nederlandse sport
wereld een taakverdeling aan waarin de
rijksoverheid een aanzienlijk groter deel
van de lasten wordt toegemeten.
„De overheid moet het particulier ini
tiatief bijspringen (of zelfs vervangen)
waar de sport de macht en de grenzen
van de liefhebberij ver te buiten is ge
gaan", stelt men in „Sport '70". Wat daar
onder verstaan wordt? „Het zorgen voor
de accommodaties, de financiering van de
opleiding en de aanstelling var kader; de
bevordering van de sportbeoefening in
het algemeen; steun bij het uitoefenen
van organisatorische activiteiten en het
eindelijk introduceren van sport op
school." Ondanks deze verplichtingen wil
de sportwereld de overheid niet al te veel
zeggenschap geven. „Wij wensen baas in
eigen huis te blijven, Wij moeten zorgen
voor een gezond bonds- en verenigingsle
ven, voor de kwaliteitsverbetering van de
sport en voor de sportpropaganda", aldus
de nota.
Het punt waar het bij de verwezen
lijking van deze plannen meestal om
draait is de subsidiëring. En op dat ter
rein is men nog erg ver van de ideale
situatie. In de loop der jaren heeft de
rijksoverheid 95 percent van alle over
heidsuitgaven op het gebied van de sport
op de gemeenten afgeschoven. En juist
die gemeenten staan er financieel alles
behalve florissant voor. Een nadeel is bo
vendien dat de gemeenten geheel vrij
zijn in het opstellen van hun prioritei
tenschema's, hetgeen van gemeente tot
gemeente tot grote verschillen leidt. De
Nederlandse sportwereld geeft dan ook
hier terecht een nationaal sportbeleid als
dè oplossing.
Na de aanstelling van een be
windsman (staatssecretaris) zal de
overheid dan ook allerminst klaar zijn
met de noodzakelijke aanpassing.
„Een overheid die ernst wil maken
met een sportbeleid, staat voor de op
dracht in haar eigen bestuurslagen
snel die ene „taal" tot stand te bren
gen, waarin men elkaar „verstaat".
Het is meer dan tijd dat de drie over
heden het subsidiebeleid op plaatse
lijk, gewestelijk en landelijk niveau
coördineren; dat zij zich een beeld
vormen van de behoefte aan accom
modaties en kader, en dat zij een ver
deelsleutel opstellen voor de finan
ciële bijdragen van rijk, provincies en
gemeenten", aldus de 2,2 miljoen Ne
derlandse sportbeoefenaars in hun
„Sport '70".
THEO KLEIN
(Van onze sportredactie)
HAARLEM Hoewel het aantal nieu
we sporthallen de afgelopen jaren zeer
snel gegroeid is, Nederland heeft er 150,
kan er nu nog bij lange na niet gesproken
worden van een bevredigende situatie. In
„Sport '70" schat men het huidige tekort
aan accommodaties op: 3400 veldsportac-
commodaties, 500 sporthallen en zalen, 3000
gymnastieklokalen, waardoor een half
miljoen kinderen verstoken blijft van el
ke vorm van lichaamsoefening, en 600
zwembaden. Over het tekort aan overige
accommodaties is geen schatting mogelijk.
Ten onrechte leeft bij velen nog steeds
de gedachte dat in een overbevolkt land
als het onze het scheppen van accommoda
tie voor lichamelijke opvoeding en sport
afstuit op het gebrek aan ruimte. Niets
is echter minder waar. In de nota wordt
gesteld: „Het probleem is niet dat er
geen ruimte is, doch veeleer wèar die
ruimte ontbreekt. Met name door het
SIEGEN. Nederland en Oost-Duits-
land hebben gisteren tijdens de schaak
olympiade in Siegen ieder een partij voor
de derde ronde gewonnen. Twee partijen
uit deze wedstrijd in de derde ronde wer
den afgebroken. Doordat Scholl tegen
Westerinen remise speelde is Nederland
Finland geëindigd in 22.
De stand na de tweede ronde is in de
top van de groepen:
Groep 1: Tunesië en Polen 61/», Rusland
6, Australië en Spanje 5 pnt. v
Groep 2: Joegoslavië 6'A, Iran SVt, Ca
nada 5 (1), Engeland iV2 pnt.
Groep 3: Oost-Duitsland 7, VS en Bra
zilië 6/4, Nederland 6 pnt.
Groep 4: Hongarije 7Vi, Roemenië 6,
Zweden 5, Italië 4 pnt-
Groep 5: Schotland, Tsjecho-Slowakije
en Argentinië 6, Noorwegen, Cuba en Is
rael 5V2 pnt.
Groep 6: Oostenrijk 6A, Bulgarije 5'/i,
West-Duitsland 5, Nw. Zeeland 41/i pnt (1).
ATLETIEK. De Canadese atleet Jerome
Drayton (26 jaar) heeft in Toronto het
wereldrecord over de 10 mijl gebracht op
46.37,8. Hij bleef daarmee zes seconden
onder het oude record van de Engelsman
Ron Bill, die dit op 9 november 1968 in
Leicester had gevestigd.
(Van onze softbalmedewerker)
HAARLEM. Een door vijf invalsters
danig verzwakt EDO is er in Den Haag
in geslaagd het eveneens vorig seizoen
gedegradeerde Storks met 5-4 de baas te
blijven. De door de NASB vastgestelde
promotieregeling, waarin de vijf betrok
ken ploegen nauwelijks gekend zijn, heeft
de afgelopen week bij de promotiegega
digden veel stof tot discussie gegeven. Zo
protesteerden EDO en Roef tegen de gang
van zaken nog voordat er een bal ge
worpen was.
EDO zonder werpster Henny Scheer,
Suze van Breukelen, Betsy Nederstigt,
Tine Hardebelt en Marja van Dusscho-
ten leek bij voorbaat kansloos. Met Siep
Kops, Corrie Breems en enkele veelbelo
vende junioren als invalsters zorgde de
Haarlemse ploeg toch weer een prettige
verrassing.
In de vierde inning sloeg de Haar
lemse ploeg haar slag via honkslagen van
Truus Rootlieb, Elly de Nieuwe en Tilly
van Breukelen, die voor een 1-4 voor
sprong zorgden. Via 3-4 liep EDO in de
zevende inning weer weg naar een marge
van twee runs, 3-5. In de laatste slag
beurt kwam Storks nog fel terug. Bij 4-5
was de spanning te snijden. De EDO-
ploeg o.l.v. coach Chris van IJssel hield
echter stand en greep verdiend de zo be
langrijke winst.
In Arnhem speelden Roef, Uitsmijters
en Actief om twee plaatsen in het eind-
tournooi, dat komende zaterdag te Velp
wordt verspeeld. Voor zeer weinig toe
schouwers softbalden deze drie ploegen
bijzonder zwak. De vraag is daarom ge-
rechtvardigd of de NASB en wel goed
aan doet alle buitengewesten aan deze
promotiestrijd te laten deelnemen. De
oostelijke kampioen De Uitsmijters was
duidelijk de zwakste getuigen de 8-3 ne
derlaag tegen Actief en de 4-1 nederlaag
tegen Roef uit Moergestel. Roef won
eveneens moeiteloos van Actief met 7-3.
Komend weekend starten EDO en Roef
als de grootste kanshebbers voor twee
plaatsen in de hoofdklasse. Sleutelwed
strijd is ongetwijfeld het duel tussen Roef
en Storks. Mochten meer dan twee ploe
gen gelijk eindigen dan zullen de onder
ling gespeelde wedstrijden beslissen over
de promotie. Mocht Roef de promotie tot
een feit maken dan zullen de problemen
voor de NASB niet gemakkelijk te over
zien zijn. Twintig wedstrijden alleen op
weekenden zijn met het huidige competi-
tiebestel niet te realiseren.
overschot in de Europese landbouwpro
ductie ontstaat de mogelijkheid om een
deel van de landbouwgronden voor recre
atieve doeleinden te bestemmen. De me
ning dat er voor de sportaccommodaties
geen ruimte te creëren is, is een dood
doener voor diegenen die nog steeds niet
in willen zien dat de sportaccomodaties
absoluut noodzakelijk zijn voor een gun
stig leefklimaat."
Per jaar komen er ongeveer 200 veld-
sportaccommodaties, 50 sporthallen, 75
gymnastieklokalen en 60 zwembaden (o-
verdekt en open) bij. Deze uitbreiding
kan echter door de enorme groei van het
aantal sportbeoefenaars geen ontspan
ning in de vraag naar sportaccommodaties
teweeg brengen. De tekorten zouden al
leen kunnen worden ingelopen na extra
krachtsinspanningen op financieel en
technisch gebied, op het vlak van plan
ning en coördinatie.
In „Sport '70" geeft men een inhaal
programma om de achterstand de komen
de 25 jaar in te lopen. Men acht het
raadzaam om die periode te faseren in
vijfjarenplannen met een eerste aanloop
periode van vier jaar. Zoals het zich
thans laat aanzien zal volgens ieder vijf
jarenplan de volgende extra productie tot
stand moeten komen: 600 veldsportaccom-
modaties, 100 sporthallen en zalen, 600
gymnastieklokalen en 120 zwembaden.
Over de overige accommodaties, zoals
jachthavens en kunstijsbanen, zijn geen
gegevens bekend. De Nederlandse sport
gemeenschap acht het de taak van de
overheid om voor de bouw en aanleg van
deze sportaccommodaties zorg te dragen.
De financiering van alle voorzieningen
ten behoeve van de sportbeoefening, is
volgens Sport '70 een probleem dat de
overheid en het particulier initiatief sa
men op moeten lossen. De overheidsuit
gaven voor de sport en lichamelijke vor
ming stegen van 40,8 miljoen in 1960 tot
een geraamd bedrag van 226 miljoen in
1968.
De financiële offers die in de particu
liere sector voor de sport wonden ge
bracht zijn omvangrijk en veelsoortig.
Uit een inventarisatie bleek onder meer
het volgende: in het seizoen '68- '69 be
taalden 1.800.000 bij de NSF aangesloten
sportbeoefenaars 112 miljoen gulden aan
verenigings- en bondscontributies. Het
CBS berekende dat in 1968 in totaal 37
miljoen gulden aan toegangsprijzen voor
sportwedstrijden werd uitgegeven, ter
wijl de sportverenigingen in het seizoen
'68- '69 voor een totaalbedrag van ruim
11 miljoen gulden aan voorinhoudingen
van de sporttoto inden.
Verder kan daarbij worden gerekend
onder andere de vele onbezoldigde werk
uren van het technisch, organisatorisch en
bestuurskader in de organisaties, reiskos
ten en ue steun van het bedrijfsleven aan
de sport.
„Sport '70" merkt in dit verband op dat
er aanwijzingen zijn dat men ook binnen
de particuliere sector nog grotere finan
ciële offers kan en wil brengen. Men
leidt dit onder meer af uit de opbrengst
van geldacties voor de stichting van
sportaccommodaties, de verhoging van de
verenigingscontributies en de stijging van
de entreeprijzen bij sportwedstrijden.
Een onzekere factor voor de sportwe
reld vormen de toto- opbrengsten. „Er
is op de toto- opbrengsten in de komende
jaren geen peil te trekken," aldus Sport
'70, „de sport zou er daarom goed aan
doen om de sporttoto nog nadrukkelijker
onder de aandacht van het publiek te
brengen. De overheid moet er voor zor
gen dat de toto zo weinig mogelijk door
externe invloeden (de Duitse Lotto) ge
hinderd wordt."
(Van onze honkbalmedewerker)
HAARLEM. Voor de eerste klas A
is gisteren in het Haarlemse Pim Mu-
lier-honkbalstadion de laatste wedstrijd
gespeeld. Schoten verloor de meerdere
malen uitgestelde wedstrijd tegen RAP
met 1-3.