Debat met de vaste Kamer- commissie over Sport '70 VERLANGLIJSTJE Eenheid in sportwereld is nu noodzakelijk - SPORTWERELD KREEG VANDAAG EIGEN GEZICHT - Amateurs" mogen profs niet in de weg lopen Vijfjarenplan om achterstand accommodaties in te lopen Afgebroken partijen in Siegen EDO met één been in de softbal-hoofdklasse HKV op dreef in Eindhoven Schoten verloor laatste duel DINSDAG 8 SEPTEMBER 1970 16 V- iliillilll 99 Eenheid Wielerzege Van Beers Debat Bijspringen Coördineren Inhaalprogramma Grotere offers ft MINISTER KLOMPÉ (Van onze sportredactie) HAARLEM. De Nederlandse sportgemeenschap, gevormd door de Nederlandse Sport Federatie, de Nederlandse Katholieke Sportfede ratie, de Nederlandse Culturele Sportbond en de Nederlandse Chris telijke Sport Unie, auteur van Sport '70, gaan ervan uit dat een natio naal sportbeleid niet mogelijk is zonder de vervulling van de volgende dringende wensen: 0 een mentaliteitsverandering, zodat overheden en particulieren hun specifieke taak voor de toekomst (h)erkennen; 0 een bewindsman voor sport, lichamelijke opvoeding en recreatie, zodat er politieke verantwoordelijkheid ontstaat voor de spor tieve vrijetijdsbesteding, onontbeerlijk voor een vrijetijdsmaat- schappij 9 een nationaal orgaan van de sport zelf, zodat ook de particuliere sector haar eigen verantwoordelijkheid kan concretiseren. Dat orgaan moet het resultaat zijn van eenstemmigheid en verregaan de communicatie binnen de sportgemeenschap; 0 een programma van technische en organisatorische opleidingen dat op elk gewenst niveau voorziet in het fnuikend tekort aan kader; 0 een wetenschappelijke inspanning ,o.a. binnen een Nationaal In stituut voor Sportgeneeskunde, die de sport alle kansen geeft zijn rol in de snel veranderde samenleving te spelen; 0 een onderwijs, dat van hoog tot laag van academische leer stoelen tot en met de lagere school de vrijetijdsmaatschappij erkent en derhalve de sport de mogelijkheden biedt om in die vrijetijdsmaatschappij te integreren; O een financiering van sportruimten, waarbij de overheden met een bij-de-tij ds subsidiebelied en de particuliere sector met een eigen sportfinancieringsinstituut, de lasten naar draagkracht en volgens een meerjarenplanning verdelen. 99 99 ■,w<v&v-x< Ï.V.W- v V> Dr. VAN ZIJLL (Van onze sportredactie) HAARLEM. „Sport zonder topsport is ondenkbaar", stelt men in „Sport '70". De motiveringen zijn bekend: stimule ring van de jeugd en mogelijke prestige winst. Om de topsport in de jaren '70 ook inderdaad TOPsport op internatio naal niveau te laten blijven is het ech ter noodzakelijk dat er meer aandacht aan de problemen van de topsporters wordt besteed." Door de grote rol van de sport als schouwspel voor de massa spelen de topsporters in veel wijder ver band een rol dan in hun eigen gezin, ve reniging of stad. Zij leven nietmeer al leen als privé-personen die voor hun ple zier of beroep sport beoefenen, maar zij maken als het ware deel uit van het openbare leven. De topsporter is daar door niet alleen zichzelf, hij is ook min of meer „eigendom van de gemeenschap", wordt in de nota gezegd. De consequentie ligt voor de hand. Als een topsporter eigendom van de gemeen schap is; dan zal die gemeenschap zich wat meer moeten bekommeren om de problemen van zijn sporthelden. Steeds belangrijker wordt in dit geval de maat schappelijke begeleiding. De NSF heeft dat probleem onderkend. Vorig jaar richtte men een Raad voor Maatschap pelijke Begeleiding op, met het volgende doel: a) zorgen voor doelmatige communica tie tussen het bestuur van een sportbond en de topsporters, zodat het bestuur in grote lijnen bekend is met de problemen van gezin, studie en beroep. b) overleg met onderwijs- en opleidings instituten, met de militaire overhied en met de werkgevers als gevolg waarvan gunstige voorwaarden voor topsporters kunnen worden geschapen ten behoeve van hun trainings- en wedstrijdprogram ma. c) financiële steun verlenen waar dat nodig is. In „Sport '70" worden de verdere plannen van de raad, waarin later mo gelijk vertegenwoordigers van centrale overheid en bedrijfsleven worden opge nomen, uiteengezet. Het ligt in de bedoe ling om nog dit jaar een onafhankelijke stichting voor de maatschappelijke be geleiding op te richten. Eind '72 zal de Raad de besturen van de NSF en het NOC vervolgens een beleidsprogramma voor langere duur voorleggen. Voor de sporttechnische leiding van de topsporters ziet men in Sport '70 de func ties van trainer en coach liever niet ge scheiden. „Nieuwe inzichten in het leer proces hebben de denkwijze dat de trai ner er alleen zou zijn voor de puur tech nische zaken en de coach zijn pupil als mens zou begeleiden geheel doorkruist; men weet dat iemand alleen dan goede technische vaardigheden kan leren, als er tegelijkertijd rekening wordt gehouden met zijn persoonlijke instelling", aldus „Sport '70". Als centrum voor alle sportgeneeskun- dige activiteiten wenst de Nederlandse zportwereld de stichting van een natio naal instituut voor de sportgeneeskunde. „Om een werkelijk levend centrum te creëeren moet dat instituut nauwe ban den aangaan met universitaire en ande re wetenschappelijke centra". „Sport '70" pleit voor een structuur aanpassing bij de bonden om de samen werking tussen de topsporters en de bondsbestuurders in de toekomst soepel te laten verlopen. Op landelijk niveau zal dat ongetwijfeld betekenen dat enke le bestuursleden hun aandacht volledig aan de topsport moeten gaan wijden. „Het moet niet mogelijk zijn dat „amateur-deskundigen", hoe goed zij het ook bedoelen, kunnen ingrijpen in het werk van professionele deskundigen, omdat daardoor ieder beleid doorkruist wordt", aldus „Sport '70". Er wordt bo vendien met klem op gewezen dat er in de bonden functionarissen moeten wor den belast met leiding en begeleiding van „semi-topsporters" de talentvolle jeugd om een doorstroming van de algemene wedstrijdsport naar de top- sport mogelijk te maker (Van onze sportredactie) HAARLEM. Ongeveer een jaar nadat minister Klompé met haar discussienota het misnoegen van de hele Nederlandse sportwereld opwekte, is diezelfde enorme groep sportmensen zelf gereed gekomen met een eigen nota: „Sport '70". „Geen antwoord op de nota van de minister, maar een stuk dat een eigen leven gaat leiden", deelde NSF-secretrais dr. Van Zijll mee. „Sport '70", vandaag nog een boreling, waarin de 2,2 miljoen ge organiseerde sportbeoefenaars in ons land hun beleid voor het komende decennium hebben neergelegd, over enkele jaren wellicht een begrip, een begrip niet alleen voor de massa die zelf nauw bij de sportbeoefening be trokken is, maar vooral voor hen die zich tot nu toe ten onrechte niet betrokken (lees: verantwoordelijk) voelden voor het sportieve gebeuren in ons land. Want dat is wellicht de voornaamste drijfveer voor deze nota ge weest; de afzijdigheid van belangrijke instellingen, van de overheid, die de sport voor een groot deel terug schoof naar de beoefenaars, van het bedrijfsleven, dat de sti mulering van de sport nog steeds niet als een voorwaarde voor een leefbaar klimaat wil zien. Daarom wordt er in de tweehonderd pagina's dikke nota gesproken over de extern gerichte actie, waaronder men de taak van geor ganiseerde sportbeoefenaars verstaat om de filosofie, die ten grondslag ligt aan het nationale sportbeleid, uit te dragen. Om die opdracht te volbrengen zullen vanuit de organisaties kleine groepen gevormd worden. De belang rijkste last krijgen waarschijnlijk de mensen die uitge kozen worden om dat bij de politieke partijen te doen. „Als wij ons niet met de politiek bemoeien dan bemoeit de politiek zich wel met ons en dan misschien op een manier die wij niet zo kunnen appreciëren", aldus dr. Van Zijll. Zoals de NSF-secretaris reeds eerder dit jaar beloofde, is met de publicatie van „Sport '70" het sprookje dat de sport en politiek niets met elkaar te maken zouden hebben voorgoed uit de wereld geholpen. In één klap zullen de georga niseerde sportbeoefenaars nu juist het te gengestelde na moeten streven: zoveel mogelijke invloed van de sportgemeen schap op de politiek. Bijna symbolisch voor dit streven is de vraag om een be windsman voor sportzaken lichamelijke opvoeding en recreatie. Vooreerst denkt men in de Nederlandse georganiseerde sportwereld, gevormd door de NSF, de Nederlandse Katholieke Sportfederatie, de Nederlandse Culturele Sportbond en de Nederlandse Christelijke Sport Unie, nog niet aan een minister. Met een staatssecretaris, met het bij behorende ambtenarenapparaat, in plaats van de onderbezette sectie die momenteel de sportzaken op het ministerie van CRM behartigt, zou men al erg gelukkig zijn. Hij zou de tegenspeler moeten worden van een nationale sportorganisatie waar in alle sportbeoefenaars zijn vertegen woordigd. Om dit te bereiken en deze monsterorganisatie optimaal te kunnen laten fungeren moet men var de kleinste verenigingen tot de grootste bonden reor ganiseren, om een effectieve samenwer king mogelijk te maken. Secretaris Van Zijll: „Dat is ook het antwoord op de vraag waarom de nota juist nu verschenen is. Wij hebben ons tot taak willen stellen om als nationale sporteenheid te opereren. Het is de eerste keer dat de Nederlandse sportwereld zich zo eensgezind presenteert en dat zal zo moeten blijven Want als wij er nu bin nen korte tijd niet in slagen om als een eenheid naar buiten te treden, dan wor den we weggespeeld. Dan zal de over heid de zaak gaan runnen en dan zullen de ambtenaren uit gaan maken wat in de sportwereld belangrijk is en wat niet." Daarom heeft men zich in „Sport '70" niet beperkt tot het aangeven van de taken van derden, maar heeft men zich zelf aan een critisch onderzoek onder worpen. Van Zijll: „Wij hebben zelf ook EINDHOVEN. Door de gekregen trainschema's van de kanobondstrainer Runeman zijn er op de kanowedstrijden in Eindhoven veel betere resulaten be reikt. Bij de jun. KI 125 m werd Dick de Vreugd tweede. Het koppel Hamets- veld-Ridder eindigden met de Kil 125 en 1000 resp. als 3de en 2de in tijden van 0.33.4 sec. en 4.19.8 sec. Nieuweling Mast Scheringa haalde al z'n finales en finishte met z'n KI op de 125 m en 500 m als 3de en 2de met tijden van 0.29.5 sec. en 2.14.7. Hierbij werd J. Ridder 4de in 2.17.4 Ook de adspiranten lieten van zich spreken, nl. de Kil 500 adsp. A. Rutte- Deege die een tijd lieten indrukken van 2.06.6. Verder haalde Sjef Rutte nog een 3de plaats op de II 125 m. Tijd 0.29.4. Onze nieuwe adspirant B Bert Deege versloeg in de KI al z'n tegenstanders op de 125 en 300 m met tijden van 0.28.1 en 1.11.8. WETTEREN. De Nederlandse Cabal- lero-renner Jan van Beers heeft maandag in Wetteren een wegwedstrijd over 150 kilometer gewonnen. Hij noteerde een tijd van 3 uur en 37 minuten. Hij klopte in de sprint de Belgen Hellemans en Maes. de balans op moeten maken Wij hebben ons de vraag moeten stellen of wij zelf wel opgewassen zijn tegen de proble men." Een belangrijke consequentie die men heeft moeten trekken is dat de bon den niet meer zullen kunnen steunen op het vrijwillige kader Om in de bonden alles soepel te doen verlopen zal men daarom meer en meer over moeten gaan tot de aanstelling van beroepskader in de functies die door de stormachtige groei van de sport nu niet langer verantwoord door vrijwillige krachten uitgeoefend kunnen worden. Op nationaal niveau moeten de sport bonden en de koepelorganisaties een sa menwerking opbouwen die zal resulteren in „een nationaal orgaan voor de geor ganiseerde Nederlandse sport", dat als allerhoogste overlegorgaan en als ge sprekspartner voor de overheden moet fungeren. Ook op gewestelijk en plaatse lijk niveau zal men moeten streven naar dergelijke vormen van samenwerking. Nu de ministers Klompé (CRM), Ve- ringa (Onderwijs), staatssecretaris Gros heide en de leden van de vaste Kamer commissies van CRM en Onderwijs en Wetenschappen vandaag in het bezit van de nota „Sport '70" zijn gekomen, is de volgende stap op de lange weg naar de volledige erkenning het openbare debat met de vaste Kamercommissies dat mi nister Klompé bij de behandeling van haar discussienota heeft toegezegd. Bij die gelegenheid zal alleen „Sport '70" ter tafel komen, een situatie, waarnaar de NSF uit angst voor verwarring van „Sport '70" en de ministeriële sportnota van begin af aan heeft gestreefd. Van minister Klompé, die misschien na de verkiezingen van volgend jaar niet meer terug zal komen, verwacht men overigens geen grote daden meer. De tac tiek van de overkoepelende sportorgani satie zal dan ook voornamelijk gericht zijn op de kabinetswisseling van '71. Dan moeten de politieke partijen volgens plan zover bewerkt zijn dat er voldoende in vloed uitgeoefend kan worden om bij de kabinetsformatie tot de benoeming van een staatssecretaris voor sport, lichame lijke opvoeding en recreatie te komen. In afwachting van een bewindsman voor de sport, heeft men inmiddels reeds een vooruitgang geboekt met een instelling van de interdepartementale stuurgroep, die alle zaken betreffende ae sport op de verschillende ministeries zal coördine ren. Om een indruk te krijgen van de onoverzichtelijkheid: op niet minder dan acht departementen worden sportaf- faires behandeld. Wilde minister Klompé in naar discus sienota nog niet verder gaan dan steun bij de opleiding van kader en de bouw van de benodigde sportaccommodaties, terwijl de overige taken laconiek werden terugverwezen naar het particuliere initia tief en de lagere overheden (gemeenten), in „Sport '70" geeft de Nederlandse sport wereld een taakverdeling aan waarin de rijksoverheid een aanzienlijk groter deel van de lasten wordt toegemeten. „De overheid moet het particulier ini tiatief bijspringen (of zelfs vervangen) waar de sport de macht en de grenzen van de liefhebberij ver te buiten is ge gaan", stelt men in „Sport '70". Wat daar onder verstaan wordt? „Het zorgen voor de accommodaties, de financiering van de opleiding en de aanstelling var kader; de bevordering van de sportbeoefening in het algemeen; steun bij het uitoefenen van organisatorische activiteiten en het eindelijk introduceren van sport op school." Ondanks deze verplichtingen wil de sportwereld de overheid niet al te veel zeggenschap geven. „Wij wensen baas in eigen huis te blijven, Wij moeten zorgen voor een gezond bonds- en verenigingsle ven, voor de kwaliteitsverbetering van de sport en voor de sportpropaganda", aldus de nota. Het punt waar het bij de verwezen lijking van deze plannen meestal om draait is de subsidiëring. En op dat ter rein is men nog erg ver van de ideale situatie. In de loop der jaren heeft de rijksoverheid 95 percent van alle over heidsuitgaven op het gebied van de sport op de gemeenten afgeschoven. En juist die gemeenten staan er financieel alles behalve florissant voor. Een nadeel is bo vendien dat de gemeenten geheel vrij zijn in het opstellen van hun prioritei tenschema's, hetgeen van gemeente tot gemeente tot grote verschillen leidt. De Nederlandse sportwereld geeft dan ook hier terecht een nationaal sportbeleid als dè oplossing. Na de aanstelling van een be windsman (staatssecretaris) zal de overheid dan ook allerminst klaar zijn met de noodzakelijke aanpassing. „Een overheid die ernst wil maken met een sportbeleid, staat voor de op dracht in haar eigen bestuurslagen snel die ene „taal" tot stand te bren gen, waarin men elkaar „verstaat". Het is meer dan tijd dat de drie over heden het subsidiebeleid op plaatse lijk, gewestelijk en landelijk niveau coördineren; dat zij zich een beeld vormen van de behoefte aan accom modaties en kader, en dat zij een ver deelsleutel opstellen voor de finan ciële bijdragen van rijk, provincies en gemeenten", aldus de 2,2 miljoen Ne derlandse sportbeoefenaars in hun „Sport '70". THEO KLEIN (Van onze sportredactie) HAARLEM Hoewel het aantal nieu we sporthallen de afgelopen jaren zeer snel gegroeid is, Nederland heeft er 150, kan er nu nog bij lange na niet gesproken worden van een bevredigende situatie. In „Sport '70" schat men het huidige tekort aan accommodaties op: 3400 veldsportac- commodaties, 500 sporthallen en zalen, 3000 gymnastieklokalen, waardoor een half miljoen kinderen verstoken blijft van el ke vorm van lichaamsoefening, en 600 zwembaden. Over het tekort aan overige accommodaties is geen schatting mogelijk. Ten onrechte leeft bij velen nog steeds de gedachte dat in een overbevolkt land als het onze het scheppen van accommoda tie voor lichamelijke opvoeding en sport afstuit op het gebrek aan ruimte. Niets is echter minder waar. In de nota wordt gesteld: „Het probleem is niet dat er geen ruimte is, doch veeleer wèar die ruimte ontbreekt. Met name door het SIEGEN. Nederland en Oost-Duits- land hebben gisteren tijdens de schaak olympiade in Siegen ieder een partij voor de derde ronde gewonnen. Twee partijen uit deze wedstrijd in de derde ronde wer den afgebroken. Doordat Scholl tegen Westerinen remise speelde is Nederland Finland geëindigd in 22. De stand na de tweede ronde is in de top van de groepen: Groep 1: Tunesië en Polen 61/», Rusland 6, Australië en Spanje 5 pnt. v Groep 2: Joegoslavië 6'A, Iran SVt, Ca nada 5 (1), Engeland iV2 pnt. Groep 3: Oost-Duitsland 7, VS en Bra zilië 6/4, Nederland 6 pnt. Groep 4: Hongarije 7Vi, Roemenië 6, Zweden 5, Italië 4 pnt- Groep 5: Schotland, Tsjecho-Slowakije en Argentinië 6, Noorwegen, Cuba en Is rael 5V2 pnt. Groep 6: Oostenrijk 6A, Bulgarije 5'/i, West-Duitsland 5, Nw. Zeeland 41/i pnt (1). ATLETIEK. De Canadese atleet Jerome Drayton (26 jaar) heeft in Toronto het wereldrecord over de 10 mijl gebracht op 46.37,8. Hij bleef daarmee zes seconden onder het oude record van de Engelsman Ron Bill, die dit op 9 november 1968 in Leicester had gevestigd. (Van onze softbalmedewerker) HAARLEM. Een door vijf invalsters danig verzwakt EDO is er in Den Haag in geslaagd het eveneens vorig seizoen gedegradeerde Storks met 5-4 de baas te blijven. De door de NASB vastgestelde promotieregeling, waarin de vijf betrok ken ploegen nauwelijks gekend zijn, heeft de afgelopen week bij de promotiegega digden veel stof tot discussie gegeven. Zo protesteerden EDO en Roef tegen de gang van zaken nog voordat er een bal ge worpen was. EDO zonder werpster Henny Scheer, Suze van Breukelen, Betsy Nederstigt, Tine Hardebelt en Marja van Dusscho- ten leek bij voorbaat kansloos. Met Siep Kops, Corrie Breems en enkele veelbelo vende junioren als invalsters zorgde de Haarlemse ploeg toch weer een prettige verrassing. In de vierde inning sloeg de Haar lemse ploeg haar slag via honkslagen van Truus Rootlieb, Elly de Nieuwe en Tilly van Breukelen, die voor een 1-4 voor sprong zorgden. Via 3-4 liep EDO in de zevende inning weer weg naar een marge van twee runs, 3-5. In de laatste slag beurt kwam Storks nog fel terug. Bij 4-5 was de spanning te snijden. De EDO- ploeg o.l.v. coach Chris van IJssel hield echter stand en greep verdiend de zo be langrijke winst. In Arnhem speelden Roef, Uitsmijters en Actief om twee plaatsen in het eind- tournooi, dat komende zaterdag te Velp wordt verspeeld. Voor zeer weinig toe schouwers softbalden deze drie ploegen bijzonder zwak. De vraag is daarom ge- rechtvardigd of de NASB en wel goed aan doet alle buitengewesten aan deze promotiestrijd te laten deelnemen. De oostelijke kampioen De Uitsmijters was duidelijk de zwakste getuigen de 8-3 ne derlaag tegen Actief en de 4-1 nederlaag tegen Roef uit Moergestel. Roef won eveneens moeiteloos van Actief met 7-3. Komend weekend starten EDO en Roef als de grootste kanshebbers voor twee plaatsen in de hoofdklasse. Sleutelwed strijd is ongetwijfeld het duel tussen Roef en Storks. Mochten meer dan twee ploe gen gelijk eindigen dan zullen de onder ling gespeelde wedstrijden beslissen over de promotie. Mocht Roef de promotie tot een feit maken dan zullen de problemen voor de NASB niet gemakkelijk te over zien zijn. Twintig wedstrijden alleen op weekenden zijn met het huidige competi- tiebestel niet te realiseren. overschot in de Europese landbouwpro ductie ontstaat de mogelijkheid om een deel van de landbouwgronden voor recre atieve doeleinden te bestemmen. De me ning dat er voor de sportaccommodaties geen ruimte te creëren is, is een dood doener voor diegenen die nog steeds niet in willen zien dat de sportaccomodaties absoluut noodzakelijk zijn voor een gun stig leefklimaat." Per jaar komen er ongeveer 200 veld- sportaccommodaties, 50 sporthallen, 75 gymnastieklokalen en 60 zwembaden (o- verdekt en open) bij. Deze uitbreiding kan echter door de enorme groei van het aantal sportbeoefenaars geen ontspan ning in de vraag naar sportaccommodaties teweeg brengen. De tekorten zouden al leen kunnen worden ingelopen na extra krachtsinspanningen op financieel en technisch gebied, op het vlak van plan ning en coördinatie. In „Sport '70" geeft men een inhaal programma om de achterstand de komen de 25 jaar in te lopen. Men acht het raadzaam om die periode te faseren in vijfjarenplannen met een eerste aanloop periode van vier jaar. Zoals het zich thans laat aanzien zal volgens ieder vijf jarenplan de volgende extra productie tot stand moeten komen: 600 veldsportaccom- modaties, 100 sporthallen en zalen, 600 gymnastieklokalen en 120 zwembaden. Over de overige accommodaties, zoals jachthavens en kunstijsbanen, zijn geen gegevens bekend. De Nederlandse sport gemeenschap acht het de taak van de overheid om voor de bouw en aanleg van deze sportaccommodaties zorg te dragen. De financiering van alle voorzieningen ten behoeve van de sportbeoefening, is volgens Sport '70 een probleem dat de overheid en het particulier initiatief sa men op moeten lossen. De overheidsuit gaven voor de sport en lichamelijke vor ming stegen van 40,8 miljoen in 1960 tot een geraamd bedrag van 226 miljoen in 1968. De financiële offers die in de particu liere sector voor de sport wonden ge bracht zijn omvangrijk en veelsoortig. Uit een inventarisatie bleek onder meer het volgende: in het seizoen '68- '69 be taalden 1.800.000 bij de NSF aangesloten sportbeoefenaars 112 miljoen gulden aan verenigings- en bondscontributies. Het CBS berekende dat in 1968 in totaal 37 miljoen gulden aan toegangsprijzen voor sportwedstrijden werd uitgegeven, ter wijl de sportverenigingen in het seizoen '68- '69 voor een totaalbedrag van ruim 11 miljoen gulden aan voorinhoudingen van de sporttoto inden. Verder kan daarbij worden gerekend onder andere de vele onbezoldigde werk uren van het technisch, organisatorisch en bestuurskader in de organisaties, reiskos ten en ue steun van het bedrijfsleven aan de sport. „Sport '70" merkt in dit verband op dat er aanwijzingen zijn dat men ook binnen de particuliere sector nog grotere finan ciële offers kan en wil brengen. Men leidt dit onder meer af uit de opbrengst van geldacties voor de stichting van sportaccommodaties, de verhoging van de verenigingscontributies en de stijging van de entreeprijzen bij sportwedstrijden. Een onzekere factor voor de sportwe reld vormen de toto- opbrengsten. „Er is op de toto- opbrengsten in de komende jaren geen peil te trekken," aldus Sport '70, „de sport zou er daarom goed aan doen om de sporttoto nog nadrukkelijker onder de aandacht van het publiek te brengen. De overheid moet er voor zor gen dat de toto zo weinig mogelijk door externe invloeden (de Duitse Lotto) ge hinderd wordt." (Van onze honkbalmedewerker) HAARLEM. Voor de eerste klas A is gisteren in het Haarlemse Pim Mu- lier-honkbalstadion de laatste wedstrijd gespeeld. Schoten verloor de meerdere malen uitgestelde wedstrijd tegen RAP met 1-3.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 16