Reële kansen in maatschappij voor
uitgetreden priesters en religieuzen
I
„Praatboek" de voorbereiding
voor het Palaver-1970
Wereldraadfonds wekt verzet met
uitkeringen tegen het racisme
Aartsbisschop
van Utrecht
Oecumenisch
werkverband
Grootscheepse actie wordt gevoerd
Ds. Groenenberg
blijft in
Utrecht
Verwijt „communisten' duikt weer op
16
Niets nieuws
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1970
Erbij
(Van onze correspondent)
UTRECHT Er gaan verhalen over uitgetreden
priesters en religieuzen, die de indruk wekken dat deze
mensen veelal in moeilijke omstandigheden verkeren.
Zo bijvoorbeeld het geval van een kapelaan, die al
anderhalf jaar stad en land afloopt om een baan, maar
nog geen succes heeft gehad en in afwachting van een
Trieste situaties meer uitzondering dan regel
Verschillend
Goed kiesen
goede kans nog in functie blijft om zo van kost en
onderdak verzekerd te zijn. Of de ervaring van een ex-
pastoor die geen geschikt werk kan vinden en zodoende
niet durft te trouwen met de weduwe waarmee hij
samenwoont, omdat anders een belangrijk deel van
het inkomen bestaande uit het pensioen van de
vrouw plus de weduwen- en wezenrente wegvalt.
Op 2 januari 1971 wordt er in de Utrechtse Jaarbeurshallen wij
schreven het reeds eerder naar aanleiding van een gesprek met de heer
Werner Spruit voor de tweede keer een bijbelfeest gevierd. Het eerste
bijbelfestijn werd zes jaar geleden georganiseerd ter gelegenheid van het
150-jarig bestaan van het Nederlands Bijbelgenootschap en 25.000 jongelui
uit alle delen van Nederland waren toen in de Domstad samengestroomd
om van die dag een enorm bijbelfeest te maken met Mahalia Jackson met
haar negro-spirituals als hoogtepunt.
jé hebt het voor het zeggen
zeg nou zelf
IHjgl 111—
Asombo's transistor
Revolutie in Jeruzalem
God wat zijn we rijk
Bijbelboetiekje En een
heleboel praatspul
Dit soort trieste situaties blijkt ech
ter meer uitzondering dan regel te
zijn. De heer N. J. M. Vendrik, pries
ter-directeur van het adviesbureau
voor priesters en religieuzen, Frans
Halsstraat 15 in Utrecht, zegt hier
over: „In doorsnee zijn de kansen
voor uitgetreden priesters en religieu
zen normaal en reëel. In een tijds
duur van drie maanden tot een jaar
lukt het ons wel zodanig te adviseren
dat de meeste mensen die wij hier
krijgen wel een baan vinden.
Alleen voor ziekelijke, minder ge-
schikten en mensen boven de vijftig
jaar gaat het veel moeilijker. Maar
in die gevallen is er toch altijd nog de
algemene bijstandswet of de werk
loosheidswet naast de uitkering in
eens van de congregatie of het bis
dom waaruit deze mensen afkomstig
zijn".
Aanvankelijk liep het niet zo vlot,
omdat het verschijnsel van uitgetre
den priesters en kloosterlingen nog
ongewoon was. Gaandeweg kwam in
deze situatie een verbetering en te
genwoordig komt het meer dan eens
voor dat ons adviesbureau („nee, ik
wil de term arbeidsbureau vermij
den, wij zijn meer een adviesbureau
in overgangsmoeilijkheden naar een
arbeidsterrein") aanvragen uit het
bedrijfsleven en de overheid voor
werkkrachten krijgt.
Hoewel het aantal uittredingen nog
steeds fors toeneemt (cijfers van Kas-
ki over het afgelopen jaar spreken
van 245 priesters en ruim 600 manne
lijke en vrouwelijke religieuzen),
neemt het percentage dat voor bemid
deling bij het adviesbureau aanklopt
af. In de afzonderlijke groepen blij
ken de verhoudingen echter nogal
sterk uiteen te lopen.
De priesters die het ambt verlaten
vormen zowel absoluut als relatief de
grootste groep werkzoekenden. Jaar
lijks komen er thans ongeveer 80 tot
120, zo'n 30 tot 50 percent van het to
taal om bemiddeling. Een vrij grote
groep daarvan heeft vooral belang
stelling voor de pastorale kant. Maar
aangezien daarin, buiten groepswerk
en huisbezoek, niet zo erg veel mo
gelijkheden zijn, kan niet meer dan
twee a drie percent van deze mensen
dat werk gaan (blijven) doen. Ruime
re kansen biedt het onderwijs, althans
voor mensen met duidelijk pedagogi
sche kwaliteiten, voor functies van
docent in de theologie.
Voorts bieden de sociale beroepen
als maatschappelijk werk, reclasse
ring en personeelszaken en sociaal
cultureel vormingswerk in bedrijven,
jeugdcentra enz. mogelijkheden al
is het voor een aantal van deze be
roepen nodig dat hiervoor de vereiste
opleiding is of wordt gevolgd. Andere
mogelijkheden liggen bij de departe
mentale administratie (afhankelijk
van de opleiding van eenvoudige ad
ministratieve arbeid tot referendaris),
alsook in documentatie en bibliotheek
werk. In de mogelijkheden bij uitge
verijen is echter, zoals de heer Ven
drik zegt, sterk de klad gekomen.
Aanmerkelijk lager ligt het aantal
mannelijke en vrouwelijke religieu
zen dat bemiddeling vraagt.
Onder de uitgetreden fraters en
broeders zijn het er zo'n 25 per jaar
en onder de nonnen ongeveer 50 tot
V\AAWWWW\A/\A/WVM/VVVVVVtfUVtf(AA'VVVVUVVMV<
60 per jaar. De reden hiervan is dat
onder deze mensen een groot aantal
zelf werk kunnen vinden daar ze ge
schoolde vaklieden, onderwijzers, on
derwijzeressen en verplegers en ver
pleegsters zijn. Degenen die niet zo
gemakkelijk aan de slag komen zijn
overwegend niet gekwalificeerde men
sen die het moeten zoeken in de huis
houdelijke richting en /of bejaarden-
werk.
De belangstelling blijkt het
sterkst uit te gaan naar sociale beroe
pen?
„In de sociale en verzorgende sec
tor lukt het vaak het best, mits men
ervoor geschikt is. Daarom adviseren
wij de mensen goed te kiezen en een
functie te zoeken waarin ze arbeids-
bevrediging vinden en goed zitten.
Om teleurstelling zoveel mogelijk te
voorkomen laten wij ze, in samen
werking met het arbeidsbureau,
meestal een beroepskeuze-test afleg
gen".
Hoe is de samenwerking met de
arbeidsbureaus?
„Voor deze mensen zitten bij de ar
beidsbureaus regionaal een tiental be
middelaars die zich specifiek met hun
problemen bezig houden. Onze erva
ringen zijn gunstig".
In welke omstandigheden komen
de mensen meestal bij u?
„Dat is verschillend, hetgeen ook
met de tweeledige opzet van ons bu-
reau te maken heeft. Wij zijn er zo
wel voor de opvang van mensen die
het moeilijk hebben met hun functie
maar het ambt of het klooster niet
willen verlaten, als voor de hulpver
lening aan degenen die om bepaalde
redenen willen uittreden. De groep
met vragen rond het ambt, maar die
er niet uit willen stappen omvat onge
veer 1/ 3 van het totaal aantal dat
ons bureau bezoekt.
Daarnaast komen er die erover lo
pen te denken om, zoals dat heet, er
uit te stappen. De grootste groep vor
men degenen die besloten hebben pas
torie of klooster te verlaten en om ad
vies komen vragen in de geest van
welke moeilijkheden te verwachten
zijn en wat geregeld dient te worden".
Hebt u een advies voor degenen
die besloten zijn uit te treden?
„Och, de situaties verschillen nog
wel eens. Maar als het mogelijk is
verdient het aanbeveling de functie
te continueren tot voor de man of
vrouw een betrekking is gevonden".
Kunt u nog niets zeggen over mo
gelijke aanpassingsproblemen.
„Bij de overgang van het vrije be
roep naar een werknemersverhouding
hoor je de mensen wel eens klagen.
Hier staat tegenover dat het voor ve
len toch ook een gevoel van bevrij
ding geeft gewoon met andere men
sen te kunnen verkeren. In het alge
meen verloopt de aanpassing vrij re
delijk, al is het nog wel eens moeilijk
voor mensen uit besloten communi
teiten, met name onder vrouwen".
Hoe zit het met de financiële be
loning?
„Wat de beloning betreft: een vrij
De heer Vendrik
grote groep zit daarmee op middel
baar niveau, met afwijkingen naar
boven en naar beneden.
Hoe ziet u de tendens van full
time naar part-time priesterschap?
„Momenteel wordt hard gestudeerd
op het vraagstuk hoe de priesterop-
Doch voordat het straks 2 januari
1971 zal zijn en dit tweede bijbelfeest
gerealiseerd zal worden, moet er nog
heel wat werk worden verzet. Werner
Spruit vertelt ons enthousiast hoe dit
Palaver '70 langzaam maar zeker van
de grond begint te komen. Daartoe zul-
en alle zeilen moeten worden bijgezet,
met vele acties in de komende maan
den, waaraan al diegenen die op de
een of andere wijze bij ^alaver b®"
trokken zijn, hun steentje zullen moe
ten bijdragen.
De bedoeling is te trachten Palaver
'70 tot een gebeuren te maken, waarbij
de gehele Nederlandse jeugd (tussen
14 en 25 jaar) op een nieuwe wijze zal
worden geattendeerd op een klein
deeltje van de dikke bijbel. Een chris
telijk Palaver is praten over de inhoud
van de bijbel en Palaver '70, uitgaan
de van de Stichting „Jeugd en Bijbel",
van welke stichting Wemer Spruit uit
Castricum secretaris is, werkt in deze
nauw samen met de Katholieke Bij
belstichting en het Nederlands Bijbel
genootschap. Genoemde stichting geeft
thans ook nieuwsberichten over Pala
ver '70 uit. Dat Palavernieuwsblad zal
in 1970 achtmaal verschijnen en daar
naast zal ook het voor ons al aange
kondigde „Praatboek" een belangrij
ke rol spelen. Het Praatboek zal, rijk
geïllustreerd en in kleurendruk uitge
voerd, door jeugdleiders mèt de jeugd
in bespreking kunnen worden gebracht
overal, waar de jeugd van dertien jaar
en ouder geconfronteerd wil worden
met de bijbel.
Op existentiële wijze wordt getracht
de jeugd te benaderen en haar te la
ten zien wat de bijbel over en voor de
jeugd van nu te zeggen heeft over ons
en onze maatschappij.
„We leven nu in 1970", aldus Wer
ner Spruit, in een tijd waarin kerke
lijke tradities en geloofsinhouden even
eens dringend op de helling moeten
en waarin de wereld om ons heen
eveneens bezig is een puinhoop te wor
den (Laos en Cambodja). En daarom
gaan we dan weer een boek ontdek
ken: de bijbel en wat staat erin die
bijbel?"
Daar wil Palaver '70, 200.000 jonge-
mensen en als de anderen willen nog
méér, een beetje bij helpen, juist om
dat die bijbel wegen aangeeft om uit
de politieke en geestelijke impasse van
vandaag te geraken.
Dat Praatboek is heel existentieel,
een vriendelijke, wat uitdagende maar
bovenal eerlijke helper voor zo'n 15
a 20.000 jeugdleiders en catechesedo
centen (en 200.000 jongens en meisjes)
die de bijbel niet op de vuilnisbelt van
de geschiedenis hebben gegooid.
Op de Palaverdag op 2 januari 1971
in Utrecht zal in de ochtenduren de
klemtoon vallen op een Eurosongvesti-
val van het religieuze lied. Vijf van de
zeven deelnemende landen hebben
daarvoor al hun medewerking toege
zegd. De thematiek van het lied moet
nog nader worden vastgesteld. Er zal
ook een Palaversong worden gecompo
neerd, terwijl in de jury zowel popex
perts als theologen zitting zullen heb
ben. Via de diverse media (radio en
tevee) zal die song er van te voren
„ingeramd" worden. Er zijn twee co-
ordinatie-commissies in het leven ge
roepen om de radio te bewerken en de
programma's via de tevee te entame
ren.
In het middagprogramma in
Utrecht zullen waarschijnlijk zowel
Cliff Richard als Harry Belafonte op
treden.
Als derde onderdeel op de Palaver
dag in de Utrechtse Jaarbeurshallen
is er een grote popmarkt gepland in
de tweede hal met twee verdiepingen,
waar over zo'n 2000 vierkante meter
provocerende stands komen en ook
demonstraties worden gehouden. De
Methodist Lord Soaper zal er komen
spreken en allerlei figuren van ver
schillende signatuur zullen worden uit
genodigd te komen vertellen wat hun
visie is op bijbel, evangelie en Jezus
Christus.
De Praatboek-actie is begin septem
ber begonnen. Van de 200.000 exem
plaren is de stichting er al 50.000
kwijt aan de scholen. Er zijn negen
types lessuggesties uitgegeven, die de
scholen kunnen raadplegen. Elke dag
gaan er daarvan honderden de deur
uit.
Het N.B.G. stelt 7000 exemplaren
voor alle predikanten in Nederland
gratis beschikbaar, waarvan via de
Synode de verzending wordt verzorgd.
Vrouwenorganisaties zullen ongeveer
17000 exemplaren afnemen. Kortom,
er zal van september tot de kerstva
kantie een grootscheepse PRAAT-
BOEK-actie worden gevoerd. Ook fi
nanciële acties zullen er worden ge
voerd, om straks het Palaver op 2 ja
nuari 1971 te kunnen runnen. Het moet
een actie van woord en daad worden.
De bijbel is brood voor het hart en
dat moet in de gehele actie doorko-
men. Er is ook een Pala ver-af fiche ont
worpen en er zal een zegeltjes-actie
worden gehouden, in totaal 76.000 vel
(2 kwartjes per vel met 45 plakzegel-
tjes).
leiding te gaan doen, Misschien moet.
wel een stuk beroepsvorming worden
gegeven. De behoefte aan full-time
theologen en priesters zal echter blij
ven bestaan.
Wat zou u nog willen opmerken?
„Dat ik het belangrijk vind dat de
mensen die het ambt of klooster heb
ben verlaten als normale mensen
worden gezien. Soms merk je dat ze
nog wel eens worden beschouwd als
zielige wezens. Ik zou ook nog willen
opmerken dat ik het jammer vind dat
priesters de pastorale zorg moeten
verlaten als ze gaan trouwen want ge
huwde priesters worden door Rome
niet geaccepteerd. Die priesters kon
den we de komende jaren wel eens
hard nodig hebben, gezien het gevaar
van tekort en vergrijzing".
Tijdens een dienst in de oud-katho
lieke kathedrale St. Gertrudis-kerk te
Utrecht op zondag 8 november zal mgr.
dr. Andreas Rinkel afscheid nemen
als oud-katholiek aartsbisschop van
Utrecht. Mgr. Rinkel, die nu 81 jaar is,
sluit daarmee een ambtsperiode van 33
jaar van leiding geven aan de oud-
katholieke kerk in ons land af. In de
zelfde dienst wordt mgr. Marinus Kok
(54) geïnstalleerd als de nieuwe aarts
bisschop. Mgr. Kok, die onder meer
president van het oud-katholieke semi
narie te Amersfoort en pastoor in de
zelfde plaats was, werd op 28 oktober
1969 gekozen tot opvolger van mgr.
Rinkel, die hij sinds 7 december 1969
als bisschop-coadjutor met het recht
van opvolging heeft geassisteerd.
Dertien r.k. parochies en protestantse
kerkeraden in het Noordhollandse ge
bied van de Niedorper- en Schager-
kogge (omgeving Oude- en Nieuwe
Niedorp) hebben samen een interkerke
lijke werkgroep gevormd. Dit oecu
menisch werkverband zal in het bij
zonder het interkerkelijke werk in dit
deel van Noord-Holland coördineren
vanuit de overtuiging, dat het niet goed
is als de kerkelijke voorgangers hier
maar op eigen houtje oecumenisch gaan
grasduinen. Bovendien, aldus de ini
tiatiefnemers, kan de oecumene niet
beperkt blijven tot een liefhebberij van
dominees en/of priesters. Het dient
daarentegen een zaak van de gemeente
leden zélf te zijn. Daarom is het oecu
menisch werkverband opgezet als een
„beraad van leken", waarbij de voor
gangers/theologen slechts een advise
rende stem hebben. Voorts zullen de
vergaderingen van het werkverband
openbaar zijn en zullen zij steeds tijdig
in de dagbladen worden aangekondigd,
met vermelding van de agendapunten.
De classes van de gereformeerde ker
ken en de hervormde gemeenten in
West-Friesland hebben hun goedkeu
ring gegeven aan een r.k. initiatief een
groep van predikanten en priesters te
vormen, die tot taak heeft op wat rui
mere schaal, nl. in West-Friesland, de
zaak van de oecumene te activeren, te
stimuleren en te inventariseren. Het
„platform" wil denk- en gesprekspart
ner zijn voor kerke- en parochieraden,
voor priesters en predikanten, voor oe
cumenische groepen, die iets willen
ondernemen op plaatselijk niveau enz.
Het is niet de bedoeling, dat deze werk
groep in plaats van mogelijke initia
tieven te bevorderen zelf bijvoor
beeld een oecumenische dienst orga
niseert met voorbijgaan van de kerken
ter plaatse.
Ds. M. Groenenberg, hervormd
wijkpredikant te Utrecht die ove
rigens aanbleef als voorzitter van
het hervormde landelijke college van
visitatoren-generaal werd 65 jaar
en ging per 1 mei met emeritaat.
Gaat hij ook verhuizen? Ds. Groe
nenberg zelf:
Als ik een hoop vromen zou 'wil
len zien, ging ik wonen in VroOftts-
hoop. Als ik niets meer wilde weten
van al die afzonderlijke kerken ging
ik wonen in Bovenkerk. Als ik graag
de bloemetjes eens flink buiten zou
willen zetten, ging ik wonen in Sex-
bierum (sex-bier-rum). Maar omdat
ik dat allemaal niet wil, blijf ik in
Utrecht wonen, waar we niet te
vroom, niet te oecumenisch, niet te
lichtzinnig zijn. Dat als antwoord op
vragen: blijft u in Utrecht wonen?
Aldus „Hervormd Utrecht".
Het uitvoerend hoofdbestuurs-) co
mité van de Wereldraad van kerken
heeft zich tijdens een vergadering in
Frankfurt geheel gesteld achter de
aanbevelingen van een commissie,
die tot taak heeft te adviseren over
besteding van gelden uit het speciale
oecumenische programma ter bestrij
ding van racisme. Een bedrag van in
totaal 200.000 dollar (ca. ƒ720.000,-)
gaat naar een negentiental organisa
ties over heel de wereld, ter onder
steuning van hun inspanningen voor
onderwijs en voorlichting en voor
steun aan slachtoffers van apartheid
en andere uitingen van racisme. On
der deze organisaties zijn het inmid
dels al weer geruime tijd in Zuid-
Af rika verboden Afrikaanse Nationale
Congres (opgericht door Loethoeli) en
Afrikaanse zogenoemde bevrijdings
fronten in andere landen, maar ook
instellingen voor steun aan de Kore
aanse minderheid in Japan, van de
aborigines in Australië enzovoorts.
In de eerste internationale persbe
richten hierover ontbrak de aan de
steun verbonden stellige verzekering,
dat geen geld gebruikt zal worden
voor militaire of andere gewelddadige
doeleinden. Dit heeft verwarring opge
leverd en tal van reacties op het be
sluit van de wereldraad verscherpt.
Ds. R. J. van der Veen, algemeen
secretaris van de landelijk overkoepe
lende Nederlandse Zendingsraad, die
een van de leden van de al genoemde
adviescommissie is, zegt hiervan:
„Er is nu dezelfde deining als toen
bij de „Ton van Luns" voor het
„Defense and aid fund".
Een zelfde soort rumoer als nu in
en vanuit (blank) Zuid-Afrika door
klinkt was er in 1965 na het besluit
van de Nederlandse regering 100.000
ter beschikking te stellen van een in
ternationaal fonds voor steun aan
slachtoffers van racisme. Ook nu
wordt er weer vlot geschermd met de
aanduiding „communistisch". Ds. van
der Veen: „Maar je kunt toch moei
lijk minister Luns en bijvoorbeeld
prof. Gezina van der Molen van de
VU, die voorzitter van de Nederland
se afdeling van het Defence and aid
fund was, communist noemen. Het
zelfde geldt nu weer".
De nu aandachttrekkende toekenning
van steunbedragen is een voortvloei
sel van een al jaren bestaan beleid
van de Wereldraad van kerken. Ds.
Van der Veen herinnert in dit verband
aan het zeer gematigde beraad over
rassenverhoudingen te Cottesloe, Zuid-
Afr. in 1960 na het bloedbad te Sharp-
ville (wat voor de grote Zuidafrikaan-
se blanke kerken al voldoende was uit
de wereldraad te treden) en aan bij
voorbeeld de herhaalde reizen van de
eerste secretaris-generaal dr. W. A.
Visser 't Hooft naar Zuid-Afrika.
Het speciale „oecumenische pro
gramma ter bestrijding van racisme"
is een direct uitvloeisel van de vierde
assemblee van de wereldraad in juli
1968 in Uppsala (Zweden), van het
studieberaad van de wereldraad over
racisme in mei 1969 in Notting Hill
(Londen) en van het besluit van het
centraal comité in de vergadering in
Canterbury (Engeland) vorig jaar
augustus, met een programma tegen
racisme van start te gaan.
De Wereldraad bestemde een 200.000
dollar uit de krappe reserves voor dit
nieuwe programma en vroeg de le
den-kerken daar nog eens 300.000 dol
lar bij te doen. Deze bijdrage uit de
kerken begint op gang te komen, er is
van het gevraagde bedrag al om
streeks 100.000 dollar binnen.
Dit programma tegen racisme omvat
voorlichting aan de kerken en daar
buiten, documentatie (over wat kan
gedaan worden), en evaluatie (van
wat al gebeurt en onderzoek afge
stemd op actie tegen racisme. Het
wordt uitgevoerd door een kleine staf
van twee, straks drie man (directeur
is de Nederlander dr. Boudewijn Ch.
Sjollema, 43).
Daarnaast geeft de Wereldraad nu
20.000 dollar voor steun aan een aan
tal organisaties, waardoor mensen,
die lijden onder racisme, lerzijle ge
staan kunnen worden.
Die organisaties zijn:
De federale raad voor de vooruit
gang van de aborigines en de bewo
ners van de eilanden van Straat Tor
res (Australië); de Westindischè per
manente conferentie (Eng), heV Afri
kaans bureau (Eng); de anti-apart
heid beweging (Eng); het Internatio
nal Defence and aid fund (Eng); het
Angola comité (Ned), de Dr. Eduardo
Mondlane stichting (Ned), het Inter
nationaal comité ter bestrijding van
de immigratiewet (Japan), het comité
ter bescherming van de indianen (Co
lombia), het Afrika 2000 project (Zam
bia), het Mozambique instituut van het
Frelimo (Mozambique), de volksbewe
ging ter bevrijding van Angola (An
gola), de revolutionaire regering
van Angola in ballingschap (An
gola), de nationale unie voor algehele
onafhankelijkheid van Angola (Ango
la), de Afrikaanse onafhankelijkheids
partij van Guinee en Kaap Verdi (Gui
nea), het Afrikaans Nationaal Congres
(Zuid-Afrika), de Zuidwestafrikaanse
volksorganisatie (Z.W Afrika! de
Afrikaanse nationale unie van Zim
babwe (Rhodesië) en de Afrikannse
volksunie van Zimbabwe (Rhodesië).