ROMMELPAKHUIS VAN DE NOS KREUNT ONDER DE LAST VAN RUIM 100.000 REQUISIETEN I 1 I „Props" Jonker blij met komende verhuizing naar het nieuwe décorcentrum „want hier kan er echt geen stukje meer bij!" 9b UHBlIin H 4?~ ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1970 Jan Jonker op jacht Onder, boven, opzij, alles zit prop vol „props". til Veertig man Weggevertjes tut. Meubels in alle stijlen en onstijlen, bijna 5000 stuks Beelden, klassiek en modern, religieus of profaan, echt of na maak, te kust en te keur 1 Arsenaal Cijfercode 4 11 1 Krijgwerk Speurwerk Vogelkooien, naar tijdperk en „landaard" opgeborgen 0 Monstercollectie 1 Plasticlijken DE REQUISIETENAFDELING van de NOS: Honderdduizend voorwerpen, opgetast op enorme rommelzolders, in uitpuilende magazijnen, in afgedekte gangetjes en paad jes tussen de gebouwen van een voormalige tapijtfabriek aan de Hilversumse Kamp straat. Een goed georganiseerde chaos, waar Jan Jonker, chef requisietenafdeling, blindelings de weg weet. Op verzoek gidst hij ons door de doolhof van voorwerpen („U kunt beter vragen wat we niét hebben, u kunt het zo gek niet bedenken of we hebben het"). (Van een onzer redacteuren) „Kijk, dat noemen we een Danny Kay-kruk, die gebruikte Rudi Carrell graag. En daar hebben we het enorme martelvat, waarin Floris werd gestopt. En dat is het kanon, dat ze in die serie hebben gebruikt. En kijk, die kar, daarop werd Danton (van het Avro-televisiestuk, weetuwel) naar de guillotine gebracht. Dat is Constances buffet uit De Kleine Zielen en dat is de stoel van Mies en dat noemen we een Godfried Bomans- bank.Antieke vaten, zandzakken (voor de NCRV-zeskampen), ijscokarren, benzinepompen, boten bakfietsen, hand karren, kachels, fornuizen, baden, haard platen, doodkisten hutkoffers, jukeboxen mangels, blaasbalgen, schoolborden, een enorme hoeveelheid meubilair (circa 4750 stoelen, banken, tafels, en wat al niet meer. „IK BEN in mijn eentje in 1951 met de requisieten begonnen", zegt Jan Jonker. „Toen zat de piepjonge Nederlandse tele visie in de Bussumse studio Irene. Sinds 1960 is de requisietenafdeling hier in de Kampstraat gevestigd. Met veertig man personeel en chronisch ruimtegebrek. Ik zal blij zijn, als we volgend jaar in het nieuwe decorcentrum in het omroepkwar- tier zitten. Maar ik krijg al hoofdpijn als ik aan de verhuizing denk. JAN JONKER „deed" in 1951 niet al leen de requisieten. Hij was „in die pe riode dat iedereen alles deed" ook toneel meester, studiochef en kassier. Een oplei ding tot requisiteur („wat is dat voor een beroep?") had hij nooit genoten. „Ik pakte boeken en ging plaatjes kijken, bewust plaatjes kijken. Het hoe en waarom van alles, waar ik naar keek, prentte ik me in het hoofd. Verder scheen ik wel de feeling en het koppie-koppie te hebben, waar requisiteurs niet buiten kunnen. Maar op die afdeling, waar ik nu chef van ben, zitten tegenwoordig mensen, die véél meer verstand van re quisieten hebben dan ik." STOFZUIGERS (allereerste type, dat meer op een brandspuit lijkt), koetsen, melkkarren, hooiwagens, kasten uit aller lei landen tot China toe, schildersezels, barkrukken, spiegels, tandartsstoelen uit 1925 en 1800 (van gietijzer en loodzwaar) kwispedoors, kapstokken, bedden, kathe ders, ziekenhuisbedden antieke kinder wagens uit 1860, 1900 en 1930, wiegen ijskasten, muzieklessenaars, kamerscher men. Si science fiction. „Ik geloof, zegt Jan Jon ker, „dat we een unieke verzameling in Nederland hebben opgebouwd. Wat wij hebben is wel vijftig maal zo groot als de fundus van de beste toneelmeubelver- huurder. Zelfs de requisietenafdelingen van de Nederlandse en de Haagse Come- die kunnen niet aan ons tippen." DE COLLECTIE van Jan Jonker is een merkwaardig mengelmoes van oud en nieuw, van echt en namaak. Origineel en „nep" zijn bijna niet van elkaar te onderscheiden. Op een van de zolders stuit Jan Jonker cp een paar Jugendstil- stoelen. Eén van de twee zitmeubels is echt, de ander is door de eigen meubel makerij van de NOS vervaardigd. Pas na dat Jonker het materiaal betast heeft, is bet mogelijk uit te maken, welke van de twee stoeltjes echt antiek is. „Kijk, die stoel is anderhalve eeuw oud. We willen best dat oude spul hebben. Maar als het te duur is, maken we het zelf. Deze ouderwetse bank is voor de helft antiek, de andere helft hebben wij er aan ge past." „GAPERS" van tempex (originelen van deze ouderwetse drogisterij-uithangbor den zijn niet te tillen), Hitlerkoppen van brons, hout en willekeurig welk mate riaal, polyester doodshoofden, skeletten brandemmers, opgezette dieren, schuim- rubberkrabben, Mary Schuurman's belle tje van de TROS-toto speculaas van la tex, stokbrood van hout Jan Jonker wijst op een afgesloten ka mertje, waar hij zelf de sleutel niet eens van heeft. „Raad eens wat daar in zit? Het echte kostbare spul van onze afde ling? Juwelen misschien? Nee, hoor!" Het vertrek gaat open en transformeert zich zelf in een klein, maar zeer goed voor zien arsenaal. De meest vervaarlijke vuur-, slag- en steekwapens hangen aan de wanden te glanzen. „WAAROM we dit kamertje zo angstval lig bewaken? Logisch! Al zijn die hand granaten daar houten dummies, de kle wangs en stiletto's zijn levensgevaarlijk. De vuurwapens zijn vernageld en kun nen dus niet scherp schieten. Maar met enkele van onze revolvers kan je knal len en dat is toch niet ongevaarlijk." Jan Jonker wijst elders in zijn televi- siewinkel-van Sinkel op vermeldenswaar dige artikelen. Zijn oudste requisiet, een lampje uit 1793. De lampen, die eens in het al lang verdwenen Haagse Scalathea ter hebben gehangen. Zelfgemaakte kopie- en van middeleeuwse kaarsenstandaards. De zonneklok van Mies Bouwman, die ook in de kamer van Swiebertjes burge meester hangt. DE AFDELING beschikt allereerst over een uitgebreide administratie, waarin elk voorwerp, gespecificeerd in grote dikke boeken en voorzien van een afbeelding, staat. Voorts is er een systeem, waarbij elk voorwerp vermeld staat op een stam kaart. Daarop staat ook het gebruik. „Als blijkt dat dat gebruik te gering is, slopen we het voorwerp of geven het weg. We zijn geen museum", zegt Jan Jonker. HIJ IS BAAS over drie soorten requi siteurs: kantoor-, toneel- en buitenrequi- siteurs. De laatsten hebben de taak, be nodigde voorwerpen te kopen, te huren of te lenen. Dat valt soms niet mee. Wat denkt u van opdracht als: één auto, type Spijker anno 1900; of: een antiek servies van Meissner-porselein. Het is natuurlijk, zelfs voor ons, onmogelijk om alles in voorraad te hebben. Daar hebben we het geld en de ruimte niet voor. Dus moet je wel eens gaan zoeken. Dat moet je gericht doen. Waar kun je bijzondere dingen vinden?" Bijvoorbeeld de tv-stukken, die geba seerd waren op de boeken van Willem Elsschot, „Lijmen" en „Het Been". Daar hadden we een begrafenisauto anno 1925 voor nodig. Wat doe je dan? De Pionier Automobiel Club bellen of een ouderwet se begrafenisondernemer. De PAC heeft zo'n auto niet, de begrafenisondernemer wél, maar is te duur. Dan ga je verder bellen. Je herinnert je een meneer in Utrecht, die zo'n autc wel eens in Den Haag heeft gezien. Maar waar precies weet hij niet. Je gaat stomweg alle Haag se uitvaartdiensten bellen en na een volle dag getelefoneer, héb je die auto. Som mige opdrachten kosten je als requisiteur enorm veel recherchewerk. Maar als je niet, zoals wij, hebt leren denken in een bepaalde richting, kom je er natuurlijk helemaal niet uit." FEESTARTIKELENvaandels, gordij nen, kostuums, schoenen, lakens, dekens, politie-uniformen, orkestjasjes, battle- dresses, gobelins, lampen, foto's, schilde rijen, kaarten, diploma's, kaarsenstan daards, beelden, piano's, orgels, namaak- boeken van lichtgewicht materiaal. HET REQU iS 1ETENFUNDUS van de NOS heeft bijna alles: van vlo tot olifant, van leven tot dood, van Christus tot HET MINDER VAAK gebruikte materiaal hebben we elders staan. Hier in de Kamp straat is de transitoruimte van de televi- sierequisieten. Van hier gaan de benodig de spullen naar de studio of de filmop nameset. Om één requisiet op de plaats van bestemming te brengen, zijn in totaal zestien handelingen nodig. Straks, in het omroepkwartier, wordt dat teruggebracht tot zes." JAN JONKER wijst op een stoel die klaar staat voor transport naar de opname. Er hangt een bordje op met het geheimzin nige cijfer 320661. „Simpel hoor, als je 't maar weet. Er staat, dat die stoel nodig is voor de 32ste opnameweek, zesde dag, studio 6, opname 1." NIET ALLE requisieten zijn voor alge meen gebruik bestemd. Er zijn er die ex clusief zijn voor bijvoorbeeld de KRO of de AVRO, maar die, na het aflopen van een bepaalde televisieserie, door iedereen ge bruikt mogen worden. IN HET textielmagazijn wijst Jan Jon ker op de „lijken" van de requisietenaf deling: aangeklede poppen van schuim- plastic, die er bedrieglijk menselijk uit zien en aanvoelen „Ik vind ze eng, ik pak ze niet aan", huivert een van zijn assistentes. Echte bijbels in 21 talen, col lectebussen, kerkezakjes, oude telefoons (de meest antieke dateert uit 1884), een door de NOS-smederij gefabriekt appa raat dat continu zeepbellen kan blazen slangenbez weerd ersf lui ten, schoenpoet- serskisten, de goudvissen van Willem Duys, wajangpoppen, etalagepoppen..^. „Vroeger", zegt hij, „kregen we van het publiek nog wel eens iets. Vooral de oude re VARA-leden waren daar sterk in. Dat gebeurt nu nauwelijks meer: mogelijk omdat de mensen materialistischer zijn geworden, maar waarschijnlijker, omdat de tv niet meer nieuw is en de kijkers zich er niet meer, zoals vroeger, zo erg nauw bij betrokken voelen." „Waar we altijd veel last van onder vinden, dat zijn de mensen die iets van ons willen lenen Vooral verenigingen van amateurfilmers of -toneelspelers blinken daarin uit. We willen de mensen natuurlijk graag helpen, maar als we er aan beginnen, onze spullen in bruikleen af te staan, is het eind zoek. We doen het dus niet. We verwijzen de mensen naar een toneelverhuurbedrijf." Toen de inmiddels tragisch ter ziele ge- gane serie ,,'t Schaep met de 5 Pooten" nog over het scherm dartelde en miljoe nen Nederlanders met kastelein Kootje. T.ukas Blijschap en Tante Door aan de tap stonden van dit oud-bruine Mokumse café, kwamen er vele reacties van adspi- rant-horecabedrijvers die de NOS vroe gen de inventaris van ,,'t Schaep'' op te sturen, zodat ze voor zichzelf konden be ginnen." Want aan een boom. zo volgela den, in een requisietenafdeling zo prop vol „props" mist men een twee café interieurs niei edeneerder die lieden. „We zijn ei op ie wereld om mekaar te helpen, nietwaar?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 17