PALESTIJNSE COMMANDO'S
ZIJN DE HELDEN VAN DE
ARABISCHE VOLKSMASSA'S
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1970
it Erbij
18
(Van een onzer redacteuren)
Hij droomde van witte lelies
Van takken aan bomen,
Van een olijfboom, ingepakt in de takken
Bladeren naar buiten duwend
In de avondlucht
Hij vertelde me dat hij droomde
Van een vogel
Van de bloesem van een citrusboom
SPANNING
VORM
mm1
MOREEL
DEFINITIEF
LOS
KEERPUNT
EENHEID
VREDE
DE SOLDAAT die droomde van witte
lelies is een Israëliër, één van de joodse
emigranten wier komst van het heilige
land een tijdbom maakte die op gezette
tijden ontploft is en ieder moment weer
kan bntploffen. Mahmoed Darwish ver
telt in zijn vers van een (fictief?) ge
sprek dat hij met deze soldaat voerde.
Een gesprek vol heimwee naar rust en
vrede. „Thuis", zei hij, „is koffie slurpen
die mijn moeder voor me zette. Thuis
is 's avonds veilig terugkomen".
PARADOXAAL GENOEG ligt dat
thuis zowel voor joden als palestijnen
in een strook land tussen de 34ste en
36ste lengtegraad met een oppervlakte
van slechts ongeveer dertigduizend
vierkante kilometer. Een klein gebied
dat als nauwelijks een ander aan de
bakermat heeft gestaan van de geschie
denis van de aardbol, gedurende de af
gelopen twintig eeuwen. Een heilig
land voor joden, christenen en mos
lims, die het elkaar beurtelings hebben
betwist waarbij miljoenen in de dias
pora zijn gegaan en afgeslacht.
TUSSEN KRUISTOCHTEN en de
Balfourdeclaratie ligt nog geen duizend
jaar waarin het bloed in Jeruzalem,
Haifa, Jericho etc. rijkelijk heeft ge
vloeid. Nimmer was de situatie rond
het aan Abraham (voor de Arabieren
Ibrahim) beloofde land echter zo ge
spannen als op dit ogenblik, nu aan het
Suezkanaal de twee grootste machten
die deze wereld ooit heeft gezien met
hun verderfelijke potentieel tegenover
elkaar staan.
EEN KRUITVAT waarvoor de Pales
tijnen zich sinds de uitroeping van de
Israëlische staat, de Medinat Jisraeel in
1948. als lont hebben ontwikkeld.
MERKWAARDIGERWIJS duurde het
bijna twintig jaar voordat een Pales
tijnse verzetsbeweging vorm begon te
krijgen die zich er op kon beroepen
geënt te zijn op de massa's in de vluch
telingenkampen en tevens in staat was
een effectieve vuist te maken.
DE PALESTIJNEN zelf noemen vijf
mijlpalen op de weg naar verzet:
De komst van de eerste golf van
Zionisten, die vriendelijk ontvangen
werd (Theodoor Herzl schreef daar zelfs
over).
De tweede golf van 19071908
die in toenemende mate de weerstand
bij de Arabische bevolking opwekte.
De periode die in 1917 met de
Balfour declaration (waarbij de Britten
Palestina aanwezen als „joods tehuis")
begon en die eindigde toen de Verenig
de Naties in een resolutie van november
1947 het Israëlische bestaansrecht er
kende. (In Zionist Colonialism in Pales
tina noemde Fajez A. Sajegh dit de
periode van Arabisch verzet bij uitstek).
De vlucht van de meeste Pales
tijnen in 1948 naar de omringende
landen.
De stichting van de PBO, de Pa
lestijnse Bevrijdingsorganisatie in 1964.
PAS ECHTER de afgelopen twintig
jaar en van die twee decennia dan nog
vooral tijdens het laatste heeft de Pa
lestijnse guerrillabeweging de inhoud
gekregen die we nu van haar kennen:
geen voornamelijk op de emoties drij
vend individueel verzet maar organi
saties die trachten goed gedisciplineerd
naar het voorbeeld van de Vietminh,
de Algerijnse FLN, Maos guerillastrij-
ders een „Palestijnse" oplossing te for
ceren.
ER ZIJN ENIGE niet uit te roeien
politieke mythen rond het ontstaan van
de staat Israël. Eén van die mythen
handelt over het hoe en waarom van
de vlucht van de Palestijnen en raakt
daarmee voor een belangrijk deel de
kern van het probleem. De Engelse
Spectator van mei, juni en juli 1961 be
vat een uitgebreide discussie tussen een
aantal Midden-Oosten-kenners, onder
wie Erskine Childers, Jon Kimche, Wa-
ALDUS een gedicht van Mahmoed Darwish, Pa
lestijn. Hij noemt zichzelf en andere Arabieren noemen
hem ook zo: de dichter van het bezette land. Bovenstaande
regels komen uit zijn vers „De soldaat die droomde van
witte lelies", dat de Palestijnen in een speciaal boekje met
een dubbele Engelse vertaling hebben uitgegeven.
DE OPBRENGST van dit boekje (het kost een dollar)
wordt aangewend ten bate van de_ Palestijnse vluchtelingen,
de in vluchtelingenkampen in Jordanië, Syrië, Libanon etc.
samengepakte, hongerige, armoedige, teleurgestelde Pale
stijnse miljoenenmassa.
-f
V
lid Chalidi, professtor Leo Kohn e.a.
over de zaak.
CHILDERS ONDERZOCHT de door
de BBC gedurende het hele jaar 1948
gemaakte bandopnamen van alle uit
zendingen van de Arabische radio. Zijn
conclusie: er bestaat geen bewijs voor
de officiële Israëlische beschuldigingen
dat de Arabische leiders de Palestijnse
bevolking hebben bevolen te vluchten
om de weg vrij te maken voor de zege-
vierdende Arabische legers die de Jo
den de zee in zouden drijven. Veeleer
werd de uittocht van de Palestijnse
Arabieren veroorzaakt door geweld
dadige Joodse provocaties, die (aldus
Childers) juist bedoeld waren om de
Palestijnen tot de vlucht te bewegen.
De vraag over de al of niet geforceer
de vlucht van de 650.000 Palestijnen
mag misschien voor velen academisch
voor de bevrijding van Palestina voor
stelde. Van deze organisatie zou het
huidige Volksfront voor de Bevrijding
van Palestina de geestelijke erfgenaam
zijn.
VOORALSNOG vond de Palestijnse
verzetsbeweging in de eerste periode
van de jaren vijftig geen definitieve
vorm. Slechts in de gesprekken en de
geesten van de Palestijnen leefde het
beeld van een effectieve strijd, waar
voor ze hun inspiratie vonden in de
anti-koloniale bewegingen in de derde
wereld. Ideeën die echter nog niet zo
ver uitgekristalliseerd waren dat er
sprake was van een ideologie.
DE CREATIE van El Fatah en andere
Palestijnse guerrillabewegingen werd
versneld door het para-militaire onder
richt in de jeugdorganisaties waarvoor
het enthousiasme geïnspireerd werd
vreren met een beperkte bewegingsvrij
heid, argwanend gadegeslagen door
Arabische regeringen.
HET EGYPTE van juni 1967 is een
aangeslagen land. Het geloof van de
Arabische massa's in de Arabische lei
ders is ernstig geschokt door het falen
van de onfeilbaar geachte Rais, presi
dent Nasser, wiens aanzien in de jaren
daarvoor was gestegen tot ongekende
hoogten. De Arabische legers hebben
niet eens de kans gehad terug te slaan.
In een bliksemoorlog van zes dagen
hebben Dajan, Rabin, Bar-Lew de Ara
bische strijdkrachten van Hoessein en
maarschalk Amer voor de wereld te
kjjk gezet.
JUIST OP DEZE strijdkrachten ver
trouwden de Palestijnen. Achter de
dekking van het Arabische legioen en
Egyptische pantserbrigaden vuurde
zelfs tot een openlijke veroordeling van
de guerrilla-acties op Israëlisch grond
gebied door de erkende voorzitter van
de Palestijnse Bevrijdings Organisatie,
Sjoekeiry. In een interview met een
Libanees blad zei Sjoekeiry: „De acti
viteiten van bepaalde groepen onafhan-
kelijken binnen Israel zouden moeten
ophouden". Sjoekeiry, wiens invloed
vooral te danken was aan zijn trouw
aan het officiële Arabische standpunt,
moest later voor deze opmerking en
voor de politiek die hij voerde, boeten.
DE ONAFHANKELIJKEN dwongen
hem eind december 1967 ontslag te
nemen. In zijn ontslagbrief bood hij
zijn diensten aan om als gewoon sol
daat mee te werken aan de bevrijding
van Palestina. Tragisch genoeg was het
motief voor het wegwerken van de man
HEILIGE LAND BLIJFT
EEN BETWIST TEHUIS
lijken, maar voor de guerrillastrijders
vormt het antwoord erop de morele
rechtvaardiging voor elke vorm van ac
tie tegen Israël en zijn bondgenoten. Zij
vinden de veroordeling van het opbla
zen van vliegtuigen hypocriet als niet
tegelijkertijd de Joden aan de kaak
gesteld worden voor o.a- het bloedbad
van Deir Jassin, waar 250 inwoners
werden afgeslacht.
DE PERIODE na het vertrek uit Is
raël werd de eerste tijd vooral geken
merkt door een doffe apathie. Een groot
deel van het Palestijnse volk zag zich
zelf ondergebracht in de tentenkampen
van de hulporganisatie van de V.N.
(UNWRA) en bleef ook later voor zijn
voedsel en kleding afhankelijk van deze
organisatie.
DE PALESTIJNSE huizen in de nieu
we staat Israël, die verlaten waren,
werden door Joden ingenomen; land
van Palestijnse boeren werd geconfis-
keerd. Vele bemiddelde Palestijnen
werden in een nacht straatarm. Alle
hoop richtte zich in de eerste tijd op de
Arabische broederlanden.
WEL FORMEERDE Haj Amin al
Hoesseini, moefti van Jeruzalem, in
1948 al Palestijnse strijdgroepen, maar
deze konden door interne twisten en
doordat de Moefti zich door zijn sa
menwerking met het nationaal-socia-
listische regime van Hitler-Duitsland
in sterke mate had gecompromitteerd
niet veel uitrichten.
DE MOEFTI was ook de inspirator
voor een aantal jeugdorganisaties, als
de Hitler-jugend op militaire leest ge
schoeid. Deze organisaties waren van
grote betekenis voor de vorming van
het latere Palestijnse kader: Yasser
Arafat, de huidige Palestijnse leider,
zou van een ervan lid zijn geweest.
TOT DIEP in de jaren vijftig blijft
de Moefti bij gebrek aan beter de voor
naamste representant van het Palestijn
se verzet. In de vluchtelingenkampen,
maar vooral onder de Palestijnse intel-
ligentia groeide in die tijd de kiem voor
het massale Palestijnse volksverzet, dat
we op het ogenblik kennen en waarvan
het karakter sterk afwijkt van dat van
de aartsintrigant Al Hoesseini, die ma
nipuleerde met mensen en belangen.
IN 1951 werd de basis gelegd voor
de Arabische nationalistische beweging
een organisatie op Marxistische grond
slag, die zich een gewelddadige strijd
door de frustratie over de nood in de
vluchtelingenkampen en de balling
schap.
BEHALVE DE Amerikaanse univer
siteit van Beiroet was de Westduitse
stad Stuttgart zo'n universitair centrum
voor de Palestijnen- In deze stad kreeg
El Fatah haar uiteindelijke vorm. In
Stuttgart kwamen de Palestijnse stu
denten ook in contact met de sterkste
Arabische bevrijdingsbeweging van dat
moment, de Algerijnse F.L.N.
HOEWEL VOORAANSTAANDE lei
ders van de El Fatah in Peking een
opleiding kregen in de techniek van de
guerrillastrijd en later (voor korte tijd)
ook goede relaties onderhielden met de
Sovjet-Unie is het streven van de
grootste Palestijnse guerrillaorganisatie
nationalistisch en gericht op de vesti
ging van een staat waar Jordanen, Pa
lestijnen en Christenen samen kunnen
wonen.
El Fatah verschilt o.m. sterk van het
Volksfront en het Democratisch Volks
front, die in de strijd om de Palestijnse
toekomst geen middel schuwen en deze
toekomst niet loszien van een totale
omwenteling in het Midden-Oosten ten
gunste van het Marxisme-Lenisme.
PARALLEL MET de ontwikkeling
van El Fatah en andere guerrillaorga
nisaties loopt het officiële Arabische
streven om de vorming van de Pale
stijnse guerrillaorganisaties te begelei
den en te controleren. Onder sterke
invloed van de Arabische Liga ontstond
in 1964 de Palestijnse Bevrijdings Or
ganisatie (PBO) waarvan Ahmed Shoe-
keiry tot dan toe de officiële Palestijnse
vertegenwoordiger bij de Arabische
Liga, voorzitter werd.
DE CONTROLE van de Arabische
staten over de PBO, o.a. via de finan
ciële bijdragen was niet nieuw, vanaf
het begin af aan hebben de Arabieren
de Palestijnen gemanipuleerd. De Ara
bische weerstand tegen Israël moet dan
ook mede gezien worden als een onder
deel van een klassieke machtspolitiek.
PAS DE JUNI-OORLOG van 1967 gaf
de stoot tot de werkelijke sprong naar
voren van de guerrillabewegingen, die
tot op dat moment moesten manoeu-
Ahmed Shoekeiry, hoofd van de Pales
tijnse bevrijdingsorganisatie (PBO) zijn
„Stürmer"-achtige tirades af op de
joodse bezetters van zijn land: het
Palestijnse „schildt ende betrouwen"
bestond na 1967 niet meer. Een illusie
was in rook opgegaan.
EEN CRISIS HEEFT vele consequen
ties. In de eerste dagen na de verne
derende nederlaag zocht de Arabische
massa, die niets anders bezit dan haar
Arabische trots en waardigheid wan
hopig naar excuses: de duivel ex ma
china Amerika had met zijn bommen
werpers Israel geholpen, zo wilden
geruchten Cairo en Amman. Maar ook
deze laatste strohalm voor de geschon
den Arabische eer bleek geen houvast.
Israel was superieur en de Arabische
helden waren geen helden gebleken.
Zoals elke andere, massa heeft ook
het Arabische proletariaat zijn helden
nodig. In Spanje zijn het stierenvech
ters, in Brazilië voetballers, in de Ver
enigde Staten astronauten en voor de
Arabieren waarvoor de strijd tegen
Israel een onlosmakelijk deel van het
dagelijks leven vormt, waren dat de
strijders tegen de joodse staat.
DE PALESTIJNSE guerrillabewe
gingen stonden in 1967 klaar om de
plaats, die die officiële Arabische hel
den als Nasser en Hoessein hadden ver
loren, over te nemen. In de periode van
1948 tot 1967 hadden zij zich losge
maakt van hun image van underdog,
hun organisaties gevestigd, zich be
wapend en getraind.
Al Fatah pleegde op 1 februari 1965
de eerste openlijke wandaad: het Israë
lische nationale watervoorzieningsbe-
drijf werd met springstoffen ernstig be
schadigd. In de periode tot 1967 namen
de activiteiten van El Fatah toe, maar
ook andere organisaties dienden zich
aan: het Volksfront, Al Saika (een door
Syrië gesteunde en gecontroleerde be
weging die alleen maar vanaf Syrisch
grondgebied mocht opereren), etc.
HET TOENEMENDE aantal activitei
ten verontrustte de Arabische regerin
gen. Libanon en Jordanië trachtten ze
uit vrees voor Israëlische represailles
te verhinderen. In juni 1965 kwam het
die bekend stond om zijn ongenuan
ceerde uitspraken over de joden eerder
zijn gebrek aan. extremisme dan het
tegenovergestelde.
Palestijnse commando's
in actie in de Jordaanvallei.
liet het Volksfront hem weer gaan. Na
zijn vrijlating vormde hij een eigen
organisatie, het democratische Volks
front voor de Bevrijding van Palestina
(DVB), die met het Volksfront vooral
van mening verschilde over de te vol
gen taktiek. Terwijl Habasj voor de
bevrijding van Palestina eerst „alle
Arabische reactionaire bourgeois-regi
mes" ten val wilde brengen, riep Ha-
watmah op tot een strijd die gelijktijdig
aan beide doelstellingen beantwoordt.
Het DVP was ook meer voor samen
werking met El Fatah geporteerd.
HET ONTSLAG VAN Sjoekeiry mar
keert een keerpunt in de Palestijnse
bevrijdingsbewegingen. Gedragen door
de sympathie van de Arabische massa's
en financieel gesteund door de rijke
Arabische regeringen bloeiden de orga
nisaties op. Het aantal aanslagen nam
toe. Met een bijna onverschillige hou
ding voor het eigen leven begaven zich
de „mannen van de zelfmoord", zoals
ze werden genoemd, op Israëlisch
grondgebied om een superieure vijand
uit te dagen.
MEN KAN TWISTEN over de mili
taire betekenis van deze aanslagen, die
Israel ridiculiseert. Politiek was het op
treden van de Palestijnen van zeer
grote betekenis in een tijd, waarin
door het mislukken van de „Djihad"
tegen Israel de Arabische regeringen
aan handen en voeten gebonden waren.
ROND 1967 SPRONGEN de organi
saties als paddestoelen uit de grond.
Op een bepaald moment waren er zelfs
veertig. Deze verdeeldheid verzwakte
de positie van de Palestijnen aanmer
kelijk. Niet alleen waren de acties on
gecoördineerd, groeperingen met ver
schillende ideologische standpunten
schuwden het echter ook niet elkaar
onderling te bevechten.
EEN VOORBEELD daarvan is de af
scheiding van een aantal linkse leden
uit het Volksfront voor de bevrijding
van Palestina. George Habbasj, de lei
der van het Volksfront, werd in de
zomer van 1968 door zijn aanhangers
uit een gevangenis in Damascus bevrijd.
Tijdens zijn gevangenschap was het
Front beheerst door de marxistische
vleugel onder Najef Hawatmah.
HET KWAM TOT een botsing tussen
Habasj-aanhangers en volgelingen van
Hawatmah. Na een vuurgevecht, werd
Hawatmah gevangen genomen. Pas na
interventie van El Fatah-leider Arafat
DOOR DE ONDERLINGE twisten
trad het streven naar eenheid naar
voren. El Fatah, op zichzelf al een
verzamelbekken van de meest uiteen
lopende meningen en mensen (van
prinsen tot de berooide vluchtelingen
in de kampen) was daarvoor de grote
katalysator. Het streven naar coördi
natie leidde begin 1969 tot het opnieuw
activeren van de Palestijnse Bevrij
dings Organisatie, die als kader ging
optreden voor de Palestijnse eenheid.
De PBO beschikte over een apparaat
van inlichtingenbureaus in de meeste
Arabische landen, die tevens als een
soort van officieuze vertegenwoordiging
van het Palestijnse volk fungeerde.
ENKELE ORGANISATIES, zoals het
Volksfront, boycotten het eenheids-
streven binnen de PBO, omdat zij het
hun toebedachte aantal zetels te gering
achtten. Inderdaad domineerde El Fa
tah in de organisatie, maar dit kwam
eenvoudig overeen met de praktijk
waarin Arafats beweging zich de sterk
ste organisatie toonde.
MET HET HERACTIVEREN van de
PBO hadden de „onafhankelijke" orga
nisaties tot 1967, tegengewerkt door de
Arabische regeringen, de formele er-
kennnig van hun betekenis in de wacht
gesleept. De Sovjet-Unie die tot begin
1969 de guerrillagroeperingen laatdun
kend had behandeld (zoals zij dat met
vele bevrijdingsbewegingen doet), wij
zigde in de loop van het jaar haar hou
ding. Arafat onderhandelde in Moskou.
Voor het streven van de guerrillastrij
ders leek een rooskleurige toekomst
weggelegd.
DE POGINGEN voor vrede in het
Midden-Oosten doorkruisten de plan
nen van de Palestijnen. Wat voor Nas
ser c.s. een regionaal conflict is waar
voor een diplomatieke oplossing moge
lijk is, vormt voor hen een levens
noodzaak. Een regeling met Israel zal
slechts definitief kunnen bevestigen dat
hun terugkeer naar Palestina, de vor
ming van de Palestijnse staat zoals die
voor 1948 bestond, onmogelijk is. De
Palestijnen waren dan ook tegen elke
regeling die uitgaat van het bestaan
van Israel. Toen de Sovjet-Unie, Egyp
te, Jordanië en Israel enige tijd ge
leden het Amerikaanse vredesplan
aanvaardden en zich opmaakten om te
gaan praten over een regeling, bleef de
Palestijnen dan ook niets anders over
dan het plan af te wijzen. Met één klap
verloren ze daarmee wat ze de afge
lopen drie jaar hadden gewonnen: de
officiële steun van de Egyptische en
Jordaanse regering.
DE DRAMATISCHE wending die de
Palestijnse kwestie de afgelopen dagen
heeft gekregen in de burgeroorlog in
Jordanië is daar een gevolg van.
NIET ALLEEN ISRAEL maar ook de
Arabische regeringen zullen klaar moe
ten komen met de Palestijnse kwestie.
De guerrillastrijders willen in ieder ge
val „Palestina bevrijden". Egypte en
Jordanië lijken zich al bij het vol
dongen feil van Israels bestaan te heb
ben neergelegd.