Selectiegroep jeugdorkesten
geleid door Von Karajan
Inkt
lh
Haarlemse kunstenaars
exposeren in de Vishal
Nieuwe gezichten en andere pluspunten
Mensen hwfÜ
pfardenTiu btoeinbollen^^r
29,75
„TWEN-KELDER"
SLOT-CONCERT BERLIJNS MUZIEKFEEST
Zware eisen bij
toelating
Ij beiaardiers
voor concours
in Alkmaar
Open Huis nieuwe
centrale Santpoort
Officiële opening
verzorgingstehuis
K. Wilhelmstraat
F aillissementen
MODE-BERICHT
9
BERLIJN Het voornemen van het bestuur van de Herbert von Kara-
ian-Stiftung om op het Berlijnse jeugdmuziekfeest een internationaal jeugd
orkest te vormen, is inderdaad verwerkelijkt kunnen worden. Men wilde dit
jeugdorkest als het ware een symbool laten zijn van de samenwerking van
de jeugd, die in de deelnemende orkesten verenigd was, en met dit orkest
ook de menselijke en artistieke verbondenheid van de vele honderden
muzikale meisjes en jongelingen tot uitdrukking brengen.
Uitstekende leiding
kolen,olie,
Symposion
HAARLEM Deze stad, als gemeenschap gezien dan, levert met de
regelmaat van de kleppende Damiaatje jonge kunstschilders af of het een
goed lopend produktiebedrijf is. Dat treft als eerste punt nu ook weer tij
dens de expositie in de Vishal van Haarlemse kunstenaars buiten de be
kende groepsverbanden, die dit jaar hun expositie reeds hebben gehad.
Prijsuitreiking
m m
m*w
Haarlemse school
-v-., v
Pop-invloeden
Surrealisten
WW
IP
x 1
Plastische kunsten
Gebreide lange vesten
Corduroy- pantalons
LANGE NIEUWSTRAAT 185
geroep werd ontvangen. De jury bleek
een gedeelde prijs in deze categorie be
schikbaar gesteld te hebben. De andere
helft werd bestemd voor het Kameror
kest „Pro Musica" uit Lodz, dat op het
slotconcert de traditie van het vertrouw
de muziek-principe hooghield met een
herhaling van een toch modern Diverti
mento van Grazyna Bacewicz, waarmee
het terecht zoveel succes had geoogst op
zijn „eigen" concert in de zaal van de
zender „Freies Berlin".
De prijs bestemd voor het orkest, dat
de beste'vertolking had gegeven van een
romantisch, klassiek of voorklassiek werk
Een beoordelingscommissie bestaande
uit vak-musici besliste over het al of
niet toelaten van de jonge musici, die
zich voor deelneming aan het internatio
nale orkest hadden opgegeven. Met deze
beslissing had deze commissie een grote
verantwoording op zich genomen, niet al
leen tegenover de dirigent Herbert von
Karajan, die met het gevormde orkest
op het slot-concert van deze eerste inter
nationale ontmoeting van jeugdorkesten te
Berlijn de tweede sumfonie van Johannes
Brahms zou uitvoeren, maar ook tegen
over de auditerende jongelui, die vol
verwachting, waarschijnlijk wel door hun
raadgevers ervan overtuigd, dat zij zou
den kunnen slagen, aan het proefspel
deelnamen.
De eisen, die gesteld werden, waren
bijzonder zwaar, zelfs in overeenstem
ming met die, aan welke bij professio
neel proefspel voldaan moet worden. En
nog bleef het de vraag of in de minimaal
korte tijd van enkele dagen een orkest tot
stand zou kunnen komen met een gewens
te samenspeleenheid. Vele vakmuziekstu
denten waren in dit jeugdorkest opgeno
men, zoals die van de kamerorkesten uit
Moskou, Belgrado en Lodz. Zij vormden
de betrouwbare kern van het strijkers-
corps. Koperblazers en houtblazers uit
het Engelse, Duitse en Nederlandse or
kest kwamen daarbij.
Van Haarlems Jeugdorkest waren dit I
de hoboïste Corrie Kerkhoff, de klarinet
tist Simon Butter en de fagottist Frans
Robert Berkhout. Hans de Jong vervulde
in dit orkest de paukenpartij en Strana van
der Valk-Bouman was opgenomen in de j
groep van de alt-violen.
De repetities van dit orkest werden
eerst geleid door professor Herbert Ah-
lendorf, dirigent en hoofd van de organisa
tie van de internationale ontmoeting. Na
hem nam Herbert von Karajan de leiding
in handen.
Met bewonderenswaardige tact en be
grip voor de reacties van de jeugdige in
strumentalisten, voor wie het spelen on
der deze unieke muzikale directie een
volstrekt nieuwe ervaring was, bouwde de
beroemde dirigent, zo gewend aan hel
werken met orkesten van super-perfecüe,
de uitvoering van Brahms melodisch rijke
Symfonie op. Zijn eisen stelde von Karajan
hoog, maar niet als voor beroepsorkes
ten. uitzonderlijk hoog. Hij zag of liever
hoorde nog al wat door de vingers voor
wat de technische afwerking betrof, maar
hij zorgde voor een verrassend intensie
ve gevoelsuitdrukking van deze romanti
sche muziek en waar deze bereikt kon
worden, voor een bijzonder fraaie orkest
klank.
Deze interpretatie bracht op het slot
concert, dat op zondagmorgen in de im
ponerend grote zaal van de „Philharmo-
nie" gegeven werd, de talrijke jeugdige
en oudere toehoorders tot grote geest
drift. Herhaaldelijk werd Von Karajan
teruggeroepen en telkens weer toonde hij
zich erkentelijk voor de uitbundige bij
valsbetuigingen.
,n1f -4 -
ADVERTENTIE
werd, zoals te verwachten was uitgereikt
aan het strijkorkest van het Tsjaikofsky-
Conservatorum van Moskou. Het zorgde
ook op het slot-concert voor een muzi
kaal hoogtepunt met de uitvoering van
de Serenade voor strijkorkest opus 48
van Tsjaikofsky, welke door bezield en
technisch volmaakt spel en fraaie, vaak
geraffineerd-genuanceerde klank een on
vergetelijke indruk maakte. Met dit slot
concert in de „Philharmome" was offi
cieel het einde gekomen van de eerste
door de Herbert von Karajan-Stiftung ge
organiseerde internationale ontmoeting
van jeugdorkesten.
Toch kwam er nog een nabetrachting
met discussie bij het symposion, dat
maandag voor de deelnemende orkesten
werd gehouden. Aan dit belangrijke ge
sprek heeft Haarlems Jeugdorkest niet
meer kunnen meedoen, daar het maandag
morgen in alle vroegte op de luchthaven
Tempelhof moest zijn voor de terugkeer
naar Nederland. Van de bijzonder grote
betekenis, die het Berlijnse muziekfeest
voor het jeugdorkest heeft gehad en van
de indrukken, die het heeft opgeleverd
ten aanzien van de muzikale vorming
van de jeugd, zou ik in een afsluitende
beschouwing nog mededeling willen doen
ADVERTENTIE
ZWAANSWIJK
kennemerlaan 150. telefoon 10745
iimuider
(Van onze correspondent)
ALKMAAR. Voor het jaarlijkse bei
aardconcours van de Nederlandse Klok-
kenspelvereeniging, dat op zaterdag 17
oktober zal worden gehouden op de bei
aard van het stadhuis te Alkmaar, heb
ben zich elf kandidaten aangemeld.
Het zijn de dames Erica Kuit en Heieen
van der Weel en de heren Gaston van den
Bergh (België), m. Bruynzeel, L. W. Boo-
gert, Joop de Lange, J. Maassen, Sjoerd
Tamminga, René Vanstreels (België),
Gustaaf van der Weyden en Van der
Zwart.
De jury bestaat uit Iskar Aribo (Lei
den), voorzitter, Sjef van Balkom s-Her-
togenbosch) en Rien Ritter (Delft).
De winnaar in afdeling a. ontvangt de
Gouden Beiaard van Hengelo als wissel-
prijs. Voor het onderdeel improvisatie
wordt een afzonderlijke prijs uitgeloofd,
de Dr. Van der Elst-klok als wisselprijs.
(Van onze stadsredactie)
SANTPOORT De inwoners van Sant
poort zullen van 19 tot 29 oktober de
nieuwe telefooncentrale aan de Vlierweg
in Santpoort kunnen bezichtigen. De offi
ciële opening van deze Open Huismani
festatie, waarbij tegelijkertijd aandacht zal
worden geschonken aan de indienststelling
van de centrale, is op 16 oktober om twee
uur.
Het Open Huis wordt gehouden naar
aanleiding van het feit dat op 25 sep
tember de telefoonabonnees in Santpoort
in het grote lokale gebied Haarlem zijn
opgenomen.
(Van een onzer verslaggevers)
VELSEN. Het tweede gemeentelijk
verzorgingstehuis voor bejaarden aan de
Keizer Wilhelminastraat zal 27 oktober
officieel worden geopend. De opening
wordt verricht door mr. H. J. van de Poel,
staatssecretaris van cultuur, recreatie en
maatschappelijk werk. Die dag wordt te
vens de naam van dit tehuis bekend ge
maakt.
ren van het illustratieve element, dat zo
gauw gaat overheersen als men uitgaat
van een bepaald sprookje of fantastisch
verhaal.
Nog één opdracht had Von Karajan te
vervullen na de uitvoering van de sym
fonie van Brahms, namelijk bet uitrei
ken van de prijzen, die uitgeloofd waren.
Er was een prijs voor het orkest, dat de
de beste uitvoering had gegeven van een
hedendaagse compositie. Dit orkest was
het „Bundesjugendorchester", dat het
stuk „Edition D" van Werner Heider ten
gehore had gebracht en dat daarvan op
het slot-concert een herhaling gaf, die
overigens met een veelstemmig boe-boe-
„Kruisiging" van Gerrit van Dijk.
Het is fijn om dat te kunnen schrijven.
Haarlem is er namelijk om te benijden.
Ir tal van plaatsen in ons land is een
kunstenaar een vreemde eend in de bijt
Hier bepalen ze mede op hun wijze het
publieke leven en ze worden door een
zeer groot deel van het publiek serieus
genomen, wat elders maar al te weinig
het geval is.
Deze expositie heeft gelukkig een groo*
I aantal pluspunten. Dat is onder meer het
optreden van de „nieuwelingen en daar
naast het consolideren van zoiets als een
typisch Haarlemse nieuw-figuratieve
school. Zo'n school heeft het nadeel van
de volgzaamheid binnen de groep, rnaar
het voordeel van een stimulerend kli
maat. Het is de gemeenschappelijke vita
liteit van zo'n groep, die beslissend is
voor de uitslag; volgzaam blijven of do-
I mineren naar buiten.
Binnen die groep wil ik hier in de Vis
hal Ger Daniëls, Gerrit van Dijk en Ruud
Cornelisse plaatsen. Er zijn er meer, bi?
voorbeeld de hier afwezigen als Zivaans
wijk en Van Wensveen. Ze hebben allen
een sterk expressionistische inslag ge
meen, gepaard meestal aan het toepas
sen van grafische elementen in hun olie
verven een behoefte tot deformeren in
de richting van het aangezet satirische
en dat alles met behoud van zoveel rea
lisme. dat hun bedoelingen even duide
lijk overkomen als bij moderne cartoonis
ten het geval is.
In dit opzicht spant Gerrit van Dijk
hier de kroon, zowel schilderkunstig, als
waar het zijn instinct voor een bizarre
en tevens doodernstige „humor' betreft,
trefzeker in zijn persoonlijke vertaling
van de algemene stijl.
Ger Daniëls wijkt natuurlijk wel van het
algemene patroon af, maar blijft er qua
bedoelingen toch ook weer binnen met
werk, dat deze keer fijner van snit is
dan gewoonlijk en dat hem doet kennen
als een kunstenaar met een sterk spre
kende verbeeldingsmogelijkheid.
Ruud Cornelisse is sterk gegroeid bin
nen het genoemde kader. Bij hem treft
het grafische element het meest. Zijn
pentekening „Leven en doodis een van
de beste bladen die ik tot nu toe van
hem heb gezien.
De grafica Loes van Goor valt met
haar maatschappij-kritiek eigenlijk ook
binnen deze groep. Zij werpt zich hier in
haar etsen voornamelijk op als bestrijd
ster van de milieu-vervuiline. Zij heeft
daartoe voor haar nieuwe grafische moge
lijkheden gekozen. Veel minder middelen
waaraan wel reliëfdruk is toegevoegd
en méér persoonlijke zeggingskracht.
Een ander chapiter is het in Haarlem
toenemend aantal surrealisten. In dit op
zicht hebben we André Gouw hier wel
eens royaler vertegenwoordigd gezien,
dan nu met zijn science fiction-achtige
verbeeldingen van Mars-wezentjes en zo
meer. Hij doet dat in zijn pentekeningen
wel heel knap en intrigerend.
%mgm.
f -
Er zijn hier twee nieuwelingen op dit
moeilijke terrein. De eerste is de zeer
persoonlijke Harrold van der Tholen, die
met D'Harald sieneert. Hij komt hier met
twee typen werk, waarvan het ene geen
enkel voorbeeld heeft. Op een heel aparte
wijze heeft het iets van bizar „naïef'
schilderen, vanwege de ongedwongenheid,
maar evenzeer is het binnen de stijl vol
dragen. Een heel opmerkelijke stijl dan,
qua penseelvoering en verfbehandeling-
In zijn andere tvpe werk is hij ..gewoon-
expressionistiseh" met toepassing van
zandverf en dan ook minder origineel.
Hij zou eens een hele zaal moeten krij
gen.
De andere „nieuweling" althans
hier, want hij verwierf zich al eens een
prijs elders is Cees Bijdemast, die
zich uitdrukt binnen de mogelijkheden
van een bijna ouderwets surrealisme. Dat
doet hij dan compleet met de harde scha
duwen van destijds, de schrijnende kleur
stellingen (wel wat fel opgevoerd en
branderig) en met dromen als onderwer
pen. Voor een jonge vrije-tijdsschilder
echter heel bijzonder. Zeker iemand die
iets kan gaan betekenen.
Binnen dat surreële kader valt ook
Henri van der Bussche, van wie ik ook
nog niet eerder werk zag. Zijn commen
taar op de algemene trend is persoon
lijk genoeg, maar schilderkunstig gezien
moet hij nog groeien.
Jeroen ten Berge komt hier ook voor
namelijk als fantastisch realist ten tone
le met werk dat primitiever is dan we
van hem gewend zijn, maar dat binnen
de mogelijkheden wel aanspreekt.
Als een stroming apart is hier dan het
zeer overtuigende werk van Paul Koning,
dat men esoterisch surrealisme zou kun
nen noemen. Hij legt verbindingen tus
sen religie en erotiek op een symbolische
wijze, heel mooi van kleur, knap van te
kening en heel persoonlijk qua artistieke
inzet.
Binnen het fantastisch realisme zie ik
de kleine aquarellen van Machteld
Hooijen, kamermuziek met een heel
poëtische inslag, waarbij inhoud en vorm
geving één noemer hebben, een heel eigen
inspiratiebron.
Vergelijkbaar daarmee zij de aquarel
len van Anne Hofte, ook heel poëtisch
en fantastisch, maar met als inspiratie
bron onder andere „In de ban van de
ring", zij het dat ze zich wist te vrijwa
Min of meer mythisch drukt Ben Dek
ker zich uit via het onderwerp, bijvoor
beeld „Icarus' 'of „Meisje met zon en vo
gel". In de stijl hanteert hij de grote vor
men en andere verworvenheden van de
Amerikaanse pop art gemengd met een
„ouderwetse" techniek als het werken
met dun opgebrachte transparante olie
verf, in alle opzichten dus een vermen
ging van invloeden, die hij tot een eigen
stijl samensmelt. Het effect is voor alles
decoratief.
Qua uiterlijk staat het heel grote drie
luik van Ben Glas, een bijna overbevolk
te „Missa requiem" in een kathedraal,
veel dichter bij de „onvermengde" pop
art, vooral door vormtaal en kleurge
bruik. Het betekent een vernieuwing in
zijn oeuvre, dat hij knap hanteert en
waarin hij vooral aan kleurkwaliteiten
heeft gewonnen.
Clean art is er ook. Gerrit Kooy doet
met ritmisch tot een reliëf gerangschikte
witte kastjes in het groot, wat de beken
de Schoonhoven in het klein doet. Het is
te schoolse navolging, evenals van Henk
Klijn, die eng dicht bij een figuur als
Struycken blijft met zijn verschuivende
ritmische en van kleur verschietende
wiskundig regelmatige patronen.
Een volstrekte tegenpool is dan weer
een Vishal-debutant als Han Kuiper in
een naïeve stijl, waarin hij zijn onder
werp tot kinderlijk-eenvoudige vormtaal
terugbrengt, maar waarbij hij het zuive
re kleurgevoel dat kinderen hebben ten
enenmale mist. Het opgeblezen formaat is
te groot voor de inhoud.
Goed komt Karei Slingervoet voor de
dag, bescheidener in formaat dan vroe
ger, maar sterker geladen met zijn ma
gie, die hij nog steeds ontleent aan pri
mitieve kunsten, maar dan in moderne
materie-schilderingen toegepast.
Voor mij nieuw is de naam van Roma-
na Kerkman Boelhouwers met werk dat
niet nieuw is, maar geheel en al aansluit
bij het vooroorlogse „vlotte" naturalisme
in heel conventionele portretten: Het is
een visie, die zij in aquarellen herhaalt.
„Zomer" van Paul Koning.
in de detaillering werkt ze origineel en
zeer verzorgd.
Veel meer „kunstnijver" zijn de bolle
kikkers in lappendeken-stijl, die me
vrouw Wegtman blijkbaar in serie ver
vaardigt.
Artistiek veel meer verantwoord zijn
dan tenslotte de borduursels van Ivonne
Harren, mooi van kleurenkeuze, maar
qua uitvoering overigens binnen de con
ventie.
HEIN STEEHOUWER.
Een toppunt op deze expositie is het
werk van Victor de Beyer. Zijn grote
„wandkleed" van leer en ijzeren beslag-
werk is sober indrukwekkend. De titel
„Gehorende god" is een vingerwijzing in
de richting van een sjamanistisch getin
te magie, die eigenlijk overbodig is. Zon
der titel maakt hij zijn bedoelingen toch
wel overduidelijk, ook in zijn sterk per
soonlijke plastieken van ijzer en knap ge
dreven koper. Het wordt hoog tijd dat
Victor de Beyer een veel ruimere hoe
veelheid krijgt.
Als tegenpool staan er naturalistische
bronzen van Luit de Gelder en een paar
gestileerd behakte stenen. Degelijk maar
onopvallend werk.
Als een zwakke navolger van Lipschitz
komt Remco van der Gugten voor de
dag, zelfs in het al zo vele malen door
beeldhouwers gebruikte motief „Jacob
en de Engel." Overigens is dit werk niet
gehouwen, maar zijn het bronsjes naar
waskneedsels, te „drollerig" om ruimte
lijk effect te sorteren.
Wie dat wel doet is Corrie Borst met
sieraden, die vaak de waarde van kleine
plastiekjes krijgen. Ze is in grote lijnen
onderhevig aan de modevormen, maar
ADVERTENTIE
rood, bleu, wit en bruin
in 20 kleuren
onder van zes tot zestien.
Ned. Hervormde Kerk Beroepen te
Bodegraven W A B Hagen te Zwolle; te
Ederveen J. den Hoed te Meerkerk. Be
dankt voor Utrecht H. Jongerden te Vee-
nendaal.
HAARLEM De rechtbank heeft
dinsdag in staat van faillissement
verklaard: Sebastiaan Johannes War
merdam, wonende in Haarlem, Dru-
susstraat 9. Rechter-Commissaris: mevr.
mr. L. A. Barendsen—Cleveringa. Curator:
mr. H. C. R. M. van Cranenburgh, advo
caat en procureur in Haarlem. De Handels
onderneming Commanditaire Vennootschap
Van Willigen, gevestigd en kantoorhou-
dende in Haarlem, Zuidschalkwijkerweg 37
en haar vennoot t.w. Sander Hendrikus
van Willigen, wonende in Castricum,
Anna van Saksenstraat 25. Rechter-com-
missaris: mw. mr. L. A. Barendsen—
Cleveringa. Curator: mr. J. D. A. Viskil,
advocaat en procureur in Haarlem.
Wegens het verbindend worden van de
enige uitdelingslij sten is op 26 september
1970 geëindigd het faillissement van: de
V.O.F. J. de Graaf, gevestigd in Haarlem,
Kleverparkweg 2a en haar beherende
vennoten: a. Jan de Graaf jr., wonende
in Haarlem, Kleverparkweg 2a rood, b.
Jan Gerard Wüstenfeld, wonende te Sant
poort, Maasstraat 125 te IJmuiden, uitge
sproken op 25 januari 1966. Curotor: mr.
W. Boers, advocaat en procureur in O ver
veen, gem. Bloemendaal, Prins Maurits-
laan 113; bi; beschikking van de rechtbank
in Haarlem op 29 september 1970 is aan:
de V.O.F. Haarlemse Kleding Centrale,
gevestigd in Haarlem, Jansstraat 53 en
haar vennoten: a. Theodore Hendrik van
de Poll, wonende in Haarlem, Jansstraat
53, b. Arie Scheffer, wonende in Haarlem,
Jan Luyckenstraat 28, voorlopig surséance
van betaling verleend, met benoeming tot
bewindvoerder van: mr. H. C. R. M. van
Cranenburgh, advocaat en procureur te
Haarlem.
De vergadering van schuldeisers is be
paald op dinsdag 24 november 1970 te
15.30 uur in de raadkamer van de recht
bank, Jansstraat 81 te Haarlem.
Drie jubilarissen. Op het bedrijf van
de n.v. Visonservenfabriek „VICO" in
IJmuiden zijn hedenmiddag in intieme
kring drie zilveren jubilarissen gehuldigd.
Het betrof de heren T. van Geenen, be
drijfsleider van de produktie, J. Kramer,
onderhoudsmonteur en A. van der Steen,
chef magazijn en expeditie.