(JÖ®38?0®.1JÖ OQHÖBdOO! EJO ARBEID ADELT - ADEL ARBEIDT Ontdekkingsreis in het perleden IN DEMOCRATISCH NEDERLAND LEVEN NOG 7000 BEZITTERS VAN ERFELIJKE TITELS „Eenvoudige wapens zijn de mooiste" 300 Families Adelsboek Registratie De laatsten «N (Van een onzer verslaggevers) SINDS 1848 is zonder meer waar, wat eën oude wijs geer in een deftig boek schreef: „Een edelman? Dat is een mens, die zich de moeite heeft gegeven geboren te worden". Voorrechten levert een adellijke titel onder de Nederlandse monarchie niet meer op. Hoogstens kan men zeggen, dat telgen uit de oude, patricische geslach ten, die zich hun afstamming bewust zijn, daaruit een aansporing putten om meer dan anderen hun best te doen. Universitaire studies, bekendheid met het ver vullen van openbare ambten als burgemeester provin ciaal bestuurder, diplomaat, militaire tradities ook, dat alles geeft geen ruggesteun bij het slagen in de maat schappij. Misschien werkt in handel en industrie door familierelaties het oude systeem van de „kruiwagen" nog wel een beetje door. Maar op de keper beschouwd geldt dat allemaal ook voor de Jansens, de Pietersen en de De Vriezen. Gedeeld Doorsneden Rechts Links Gevierendeeld Schuin Gegeerd Gedeeld Doorsneden geschuind geschuind gevierendeeld in drieën in drieen R.geschuind L. geschuind Schildhoofd Schildvoet Kepersgewijs Verdeeld vol- Gekapt Gekousd Geschaakt R. geschuind in drieën in drieën doorsneden gens gaflfelsnede ARBEID ADELT, maar adel arbeidt niet", zei een om zijn prikkelende oudejaarstoespraken be faamde krantedirecteur eens tot zijn personeel. Het trof een beetje ongelukkig dat zijn mededirec teur naast hem stond, want die droeg het adellijk predikaat „jonkheer". Maar beide heren konden het opbrengen, in te stemmen met het bulderend gelach, dat uit de kelen van driehonderd verzamelde drukkers, zetters, kantoorbedienden en redactionele medewerkers opsteeg. De niet-adellijke directeur, met zo'n naam waarvan er honderd in iedere telefoongids staan, liep een beetje rood aan, meer niet. Hij kan gedacht hebben, dat zijn traditionele „pep-talk", ondanks die ene uitglijder, toch nog zo slecht niet was, want iedereen ging opgewekt weer aan de adelende arbeid. Maar hij vergiste zich wel. Is het aangehaalde woordgrapje in zijn ongenuanceerde algemeenheid altijd al een loze kreet geweest, tegen woordig is het dat meer dan ooit. Anno 1970 moet de adel net zo goed werken als ieder ander. Rechter Linker Keper Kruis Schuin- of maallcruis schuinbalk schuinbalk - beunteken Dubbele Vrijkwartier Schildhoelc adelaar Gaffel Hartschild Adelaar Lri—tlA dekkleden «vrong Bisschopshoed Dubb. adelaar £%,£imet kwasten met borstschild jë, M (Fiocchi) Barensteel Lelie Adelaar met Molenijzer Merelcie Klecstengel ovaal- [uitschild Gehuwde vroeg - Renaissance Ongehuwde Gaande leeuwen (aanziende) Klimmende leeuw vroeg-Gothisch laat - Renaissance Barok GESPREKKEN met verschillende adellijke titeldragers ze zien hun naam in dit verband niet graag ge noemd leerden, dat in de goede adellijke families het besef van de komaf nog wel in de opvoeding wordt gehanteerd. „Wij hebben de plicht, aristocraten op te voeden. Als ier-and met een titel scheef gaat. wordt h'i dubh-4 met de vinger nagewezen. De bewijzen liggen in de smulverhalen over dronken jonkers, die niets an ders doen dan in dure sportauto's rij den en met filmsterretjes aan de arm de playboy uithangen". Soms kan de titel zelfs een handicap zijn. Er bestaan verhalen over „jon kers", die het in de maatschappij meer met hun handen dan met her sens moeten rooien en er dan beter aan doen, hun titel maar achterwege te laten. Vooral de patroon van een klein bedrijf zal geneigd zijn, zo'n „vreemde eend" maar liever niet in zijn bijt te hebben, al is de man in kwestie misschien nog zo'n prima landbouwer, loodgieter of lingeriever koper. NEDERLAND KENT nog ongeveer driehonderd adellijke geslachten. Dit aantal loopt terug maar het is een fa beltje te denken dat de adel „tot uit sterven is gedoemd". Er zijn op het ogenblik meer erftiteldragers en -draagsters dan ooit. Volgens schat ting ongeveer zevenduizend. Mooie namen verdwijnen. Door uit sterving, bijvoorbeeld in het geval van het geslacht Tiarda van Starkenh'-gh Stachouwer. De laatste gouverneur-ge neraal van voormalig Nederlands-In- dië is nu 82 iaar en heeft geen manne lijke nakomelingen. Het geslacht Van Nagell staat er precies zo voor. Groei end in omvang zijn vooral de katho lieke geslachten, zoals dat van mr. Willem Baron Michiels van Kessenich. de vroegere burgemeester van Maas tricht. die zich gezegend zag met ze ven dochters en viif zor>°n Onk Ben- tincks. Van Dedems. Van Limburg Stirums en Van Voorst tot Voorsts ziin er nog vele. In het oosten van het land vindt men de nazaten van het uit de twaalfde eeuw stammende ge slacht Van Coeverden, waarschijnlijk de oudste adel die ons land bezit. Onder hen: een metselaar-voeger, een kachelsmid, een melkventer, textiel- en landarbeiders en een PTT-employé. AL DEZE gegevens kan men vinden in het zesdelige „Nederlands Adels boek". een uitgave van W. P. van Stockum en Zoon in Den Haag onder redactie van het Centraal Bureau voor Genealogie. Van jaar tot jaar wordt een deel uit de serie naar de situatie van het ogenblik bijgewerkt, zodat de gegevens altijd redeliik, maar nooit helemaal ,.bii" zijn. Dat is een van de redenen waarom een exacte opgave van het aantal geboortetitel-gerechtig- den niet te geven is. Er staan alleen namen in, die door thans levenden wor den gedragen. Uitgestorven geslach ten verdwijnen uit het „adelsboek" en gaan over naar de archieven. Wie zin heeft, de op het oog nogal droge op sommingen van geboorten, huwelüken en sterfgevallen In dit lijvige werk door te lezen, kan er met enige fantasie een boeiende damesroman uit destille ren. Daar is de jonkvrouwe, die met een beroepssergeant trouwde. Een ba ron die artsenbezoeker werd. De jonk heer, die hier een leven vol echtschei dingen onthuld ziet. Met recht wordt de in vurig linnen gebonden serie on officieel „de rode verklikker" ge noemd. MERKWAARDIGE tegenstelling: in een tijd van toenemende vervlak king, van groeiende weerstand tegen tradities, uiterlijk vertoon en be grippen als „komaf", neemt de be langstelling voor familiegeschiede nis (genealogie) en wapenkunde (heraldiek) sterk toe. BIJ DE Hoge Raad van Adel, de rijksarchieven, de twee verenigin gen en het centraal bureau voor Genealogie groeit van jaar tot jaar het aantal mensen, dat in oude ge schriften komt snuffelen op zoek naar „de weg terug" in het verle den. Persoonskaarten uit de bevol kingsregisters. kerkboeken, doop-, trouw- en begrafenisregisters, maar ook familie-advertenties, bidprent jes en „kwartierstaten" van reeds uitgeplozen families vormen een rij ke bron aan gegevens. SOMS hebben zulke navorsingen een ernstige achtergrond. Notarissen staan soms voor moeilijke beslissin gen inzake boedelverdeling. Vele in het voormalige Nederlands-Indië geboren mensen kunnen op geen an dere wijze akten van geboorten, hu welijken of overlijden verkrijgen. Medische onderzoekers hebben be hoefte aan statistische gegevens over doodsoorzaken in bepaalde families. Een commissie bestudeert de late gevolgen van het verblijf in con centratiekampen. Studenten van de universiteit van Amsterdam vonden in de archieven het duidelijk bewijs van het feit, dat de buitenlandse (diplomatieke) dienst, in tegenstel ling tot wat vrij algemeen wordt be weerd, thans volledig is opengesteld voor niet-adellijke families. VAKER echter vormen naspeu ringen niet meer dan een boeiende bobby. „Een prachtige vrijetijdsbe steding", zegt de directeur van het Centraal bureau voor genealogie, dat volgende maand met een sym posium over „genealogie, heraldiek en iconografie nu" in Scheveningen het vijfentwintigjarig bestaan gaat vieren. DE HEER W Wijnaends van Re- sandt schat dat het aantal beoefe naars van deze hobby in de tien duizenden loopt „Ze beginnen bij hun ouders en grootouders, gaande weg duiken ze dieper de geschiede nis in en wie er gevoel voor heeft die kan niet meer ophouden. Uit de historie van het eigen geslacht laat zich door talloze feiten en feitjes een flink stuk vaderlandse of regio nale geschiedenif teruglezen. Ik ken geen hobby die tot zoveel verschil lende boeiende ontdekkingen leidt". MARKIEZEN kent ons land niet meer. Er zijn alleen nog graven? ba ronnen. ridders en jonkberen plus de vrouwelijke pendants natuurlijk. Wie kent „de freule" niet? Sinds 1814 staan zij allen deugdelijk geregistreerd bij de Hoge Raad van Adel in Den Haag. Koning Willem 1 herstelde de tijdens de Franse over heersing afgeschafte adel in oude glo rie en „adelde" tegelijkertijd een hele reeks van gegoede regentenfamilies. Naar schatting, alweer, zijn er nu ruim tweehonderd families, waarin het predikaat jonkheer (geen titel: het is de „noblesse sans titre" gelijkstaand met het Duitse „Freiherr") wordt ver erfd, tegen nog geen honderd die de titels graaf, baron en ridder aan het nageslacht mogen doorgeven. „Zij die tot den Nederlandschen adel behoren, ziin vernlicht ter kennis van den Hogen Raad van Adel alle geboorten, huwelijken en sterfgevallen in hun geslacht voorgevallen, te bren gen", luidde de instructie in het Ko ninklijk Besluit van 24 juni 1814. Mr. O. Schutte, de huidige secretaris van de Raad, prijst zich echter gelukkig, dat de ambtenaren van de burgerlij ke stand in onze gemeenten er een gewoonte van hebben gemaakt, hem afschriften van mutaties in adellijke families toe te ctv-°n. want zonder dat zouden er zeker hiaten gevallen zijn in de met zorg gekoesterde re victors. „ZOLANG de staat de adel erkent moeten er ook registers worden bijge houden", meent hij. „Anders krijg je situaties zoals in Frankrijk, waar de adel officieel is afgeschaft, maar offi cieus nog titels in ere worden gehou den zonder enige controle op de recht matigheid." IN DE PRAKTIJK wordt in Neder land geen adeldom meer verleend, hoewel de koningin daartoe volgens artikel 67 van de Grondwet wel het recht heeft. Men kan tot de adel be horen door „erkenning", „inlijving" of „verheffing." Erkenning geschiedt als men kan aantonen dal men in manne lijke rechte lijn van een adellijk ge slacht stamt. De laatste bekende Ko ninklijke Besluiten id deze categorie dateren van 1950 en 1954 toen leden van de familie Ploos van Amstel het adelsdiploma aanvroegen. „Inlijving" geschiedt als personen van buitenlandse adeJ tot Nederlan ders worden genaturaliseerd Ook dal komt sporadisch voor. het meest nog bij Duitse edellieden die al lang in de Nederlandse samenleving zijn op genomen, zoals een graat Von Obern- dorff (in 1936) en de Von Scheiblers en de Von Martels (in 1962 er 1964) Van haar grondwettelijke recht tot verheffing in de adelstand heeft ko ningin Julians nog nooit gebruik ge maakt: en daarmee wordt de kans dat zij het ooit nog eens zal doen steeds kleiner. Zelfs haar met-adellijke schoonzoon blijft „gewoon'- mr P. van Vollenho ven. Het jongste tot de adelstand ver heven geslacht is de familie Van Val kenburg, die in 1939 het recht ver wierf op het predikaat „jonkheer" Jhr. mr. C. C «an Valkenburg is thans voorzitter van de Hoge Raad van Adel en van dr stichting Centraal Bureau voor Genealogie. Voorrechten levert een geboorteti- tel niej meer op. In 1848 werden de laatste nog overgebleven „prerogatie ven" afgeschaft, volgens het decreet van koning Willem n „Ik ben koning over allen, ik ken geen proletariërs of paria's." „HERALDISCH tekenaar" J. P. van der Drift uit Den Haag tekent m opdracht van de Hoge Raad van Adel de wapens, die gemeenten waterschappen en andere openbare bestuurslichamen thans weer zo veelvuldig aanvragen. „Merkwaar dig", zegt hij „er is toch een sterke belangstelling voor een eigen iden titeit. Zodra er een nieuwe gemeen te wordt gecreëerd door samenvoe ging van enkele kleinere komt er een verzoek een nieuw wapen te mogen voeren. Ik maak dan een ontwerp, waarbij ik let op de he raldische tekens en kleuren die in de oude wapens voorkwamen, maar ook op de middelen van bestaan en op feiten uit de plaatselijke geschie denis. Soms sturen de gemeenten zelf een ontwerp. Keurt de Hoge Raad dat goed dan teken ik het officiële diploma, dat aan de be trokken instantie wordt verstrekt en in het klein wordt opgetekend in het „wapenregister" VAN DER DRIFT is doorkneed m de figuren- en kleurentaal van de heraldiek. Hij spreekt nooit over groen maar van „sinopel". Blauw is „lazuur" of „azuur", rood is „keel" en zwart „sabel". Met goua en zilver zijn dat de kleuren waar mee hij het moet doen, een enkele „natuurlijke" kleur uitgezonderd Bij voorbeeld in het heraldisch monstrum, dat het dijkbestuur van de Purmer in 1810 liet vervaardi gen en dal als volgt in het wapen register staat omschreven: „een schild beladen met een vrouwenbeeld in haar natuur lijke kleur, het schild vastge houden door twee melkboerin nen en gedekt met een emmer DAT ZIJN een paar niet-heral- dische symbolen teveel, terwijl er toch zoveel aardige, wél verant woorde figuren bestaan. Voorop de leeuw natuurlijk, m standen die m de wapentaai worden omschreven als klimmend, liggend, aanziend oJ afgewend getongd en-of genageld Veel voorkomende symbolen zijn ook burchten, ridders, dieren, plan ten en sleutels. „Hoe eenvoudiger hoe mooier", zegt Van der Drift „Kijk eens wat een prachtig wapen de nieuwe gemeente Borsele heeft een schild in sabel beladen met een dwarsbalk van zilver. Dat kan ie verkleinen tot op een briefhoofd dan blijft het nóg mooi!" 1250 1350 1450 1525 Ringpantser Maliënkolder Gothisch harnas Riefelharnisch mei plaat beschaming 1530 1560 1650 1750 Pronkharnas Driekwart Half Kuras ruitetharnas tuiterhainas

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 15