Pater Henri de Greeve:
in de bres voor noodlijdenden
m
K'
VAKANTIE- EN WEEKEND-NEUROSEN
„VORIGE WEEK
HEB IK NOG
EEN BRUIDJE
AANGEKLEED!"
Trimboek tegen aatobaik
ZIJ STONDEN IN HET NIEUWS I
WEERZIEN MET
VERGETEN
MASSA-IDOLEN
aw»r *ï;i
„Onze patiënt is
de maatschappij"
h
ZATERDAG 17 OKTOBER 1970
Erbij
17
Roem en populariteit
(Van een onzer verslaggevers)
EERSTE IN ONZE SERIE „Zij stonden in
het nieuws" is de legendarische radiospreker
pater Henri de Greeve, thans 77 jaar maar
nog dagelijks zeer actief als prediker en be
oefenaar van de praktische naastenliefde. De
welbespraakte oprichter van de „Bond zonder
Naam" hield weleer met zijn „Lichtbakens"
(op zaterdagavond voor het dichtbeluisterde
radioprogramma Negen heit de klok) hon
derdduizenden in zijn ban. In 1950 sprak hij
zijn laatste lichtbaken. Vermaard was pater
De Greeve om zijn taalgebruik. „Verbeter de
wereld, begin bij jezelf" was zijn bekendste
slagzin, die het vandaag ook nog doet. Er
stroomt nog steeds geld binnen op zijn giro
nummer. Hij helpt er noodlijdenden mee: „Die
zijn er ondanks alle sociale voorzieningen nog
genoeg". Op zijn uitdrukkelijke wens praten
we niet over vroeger, maar alleen over „nood
gevallen in Nederland".
Pater Henri de Greeve: er is nog armoede in Nederland!
JN HET Steentijdperk"
(Amerikaanse grapje) „bouw
den ze nog goede auto's. Dat
waren de „benenwagens G.T."
van Fred Flintstone en consor
ten. Sindsdien maakt de auto
industrie alleen nog maar kren
gen die gijgas, verkeersonge
lukken en autobuiken produ
ceren".
Geen uitweg
Q Giften
Q Om de hoek
Kippenhok
g Kleren
God
zijn kortstondige zaken.
Vooral in deze haastige
,wegwerp-maatschappij", die
altijd koortsachtig op zoek is
naar nieuwe idolen en andere
helden. Wie vandaag een be
roemdheid is, die kan volgende
week afgedankt en vergeten
zijn.
Wat gebeurt er met zulke af
dankertjes van Koning Publiek,
de mannen, vrouwen en kinde
ren die een paar maanden, of
misschien zelfs maar een week
end lang, de gunst van de mas
sa verwierven, wier namen op
alle voorpagina's stonden en
door alle luidsprekers schalden,
maar die daarna spoorloos ver
dwenen in de schaduw van de
anonimiteit
Een aantal van deze mensen
hebben wij opgezocht en uit de
vergetelheid gehaald. Gesprek
ken met hen leidden tot de ver
rassende conclusie, dat de
meesten van deze ex-beroemd
heden er niet eens om wrokken
dat zij uit het „schijnwerper-
licht" verdwenen zijn, het soms
zelfs als een zegening beschou
wen (omdat zij nu weer een pri-
vé-leven kunnen leiden), en rus
tig doorgaan met wat zij menen
dat gedaan moet worden, ieder
op zijn of haar gebied.
In de komende weken een
aantal van die gesprekken met
ex-beroemdheden.
Ksiï VU
BERG EN DAL In café „De Uile-
put" tegenover het rustiek gelegen
klooster van de paters Montfortanen
mag pater Henri de Greeve de Oudhol
landse huiskamer van Mina, de waar
din, gebruiken om te praten over zijn
werk van vandaag. Onder voorbehoud
(„het gaat niet om mij, maar om de
mensen die hulp nodig hebben!")
heeft hij in een interview toegestemd.
BUITEN heeft hij op de stenen uil
boven de deur gewezen: „Ziet u dat
verkleurde shawltje om zijn kop? Vijf
tien jaar geleden, toen dit café een
halve eeuw bestond, ben ik op het dak
geklommen om dat shawltje om te
doen. Het hangt er nu nog, alleen het
rood is eruit."
PAS DAN valt mij op dat Henri de
Greeve, dun wit haar, borstelige witte
wenkbrauwen, zijn ook destijds onaf
scheidelijke nonchalant geknoopte zij
den shawl nog steeds om heeft. Afge
zien van zijn witter geworden haar is
hij sinds zijn Lichtbaken-jaren weinig
veranderd. Zijn kop die van een
toneelspeler op jaren zou het op de
televisie goed doen. Vraag die je dan
onwillekeurig te binnen schiet: zou
zijn populariteit niet nog groter zijn
geweest als hij zijn „Lichtbakens"
voor de tv had kunnen houden?
HIJ GUNT ons de tijd niet om er
over te filosoferen. „Nou u er toch
bent", begint hij, „moet u mij maar
laten praten. Maar let wel: ik doe
slechts een greep. Als ik u alles zou
Aan die autobuik is wel iets te
doen. Een beetje trimmen is de beste
remedie. Maar trimmen kost tijd en
zweetdruppels en daarom begin
nen we er maar niet aan. We gaan
rustig door met luieren achter het
stuur en 's avonds thuis zakken we
in een fauteuil om teevee te kijken.
Hebben we daarbij nog „zittend"
werk, dan plegen we in feite lang
zaam maar zeker zelfmoord. Want
op de duur leidt „zitvlees" onaf
wendbaar tot kortademigheid, adem
halingsmoeilijkheden, hart- en vaat
ziekten.
EEN NOORSE sportadviseur,
Stein Johnson, weet er wat op. Hij
stelt dat doelmatig „trimmen" per
persoon en per dag niet meer dan
enkele minuten kost, seconden
soms, die ons leven met vele jaren
verlengen kunnen.
In zijn boekje „I form med bilen"
(nu ook als „Blijf fit met de auto"
in het Nederlands verschenen bij
Zomer en Keumng in Wageningen)
vertelt hij hoe. Voor elke categorie
en iedere leeftijdsgroep van veelzit-
ters geeft hii afgepaste recepten
voor de dagelijkse beweging. Een
voudige oefeningen zonder toestel
len of hulpmiddelen, die, mits regel
matig uitgevoerd, de mens met een
minimum aan energie in optimale
conditie houden. Cartoonachtige te
keningen verduidelijken de oefen
stof en het hele boekwerkje van 54
pagina's past moeiteloos in elke bin
nenzak en in ieder damestasje. In
Noorwegen heeft het grote opgang
gemaakt, hier zal het ook zijn weg
wel vinden. En dan maar allemaal
om de twee uur de wagen uit om
eventjes, in de parkeerhaven, een
serie diepe kniebuigingen te maken,
tot heil van de Volksgezondheid!
vertellen, zat u hier volgende week
nog."
EEN GREEP uit een enorme stapel
zo juist binnengekomen brieven van
noodlijdende Nederlanders. Hij leest
er een paar voor. Ze beginnen allemaal
eender: „Daar ik geen uitweg meer
zie, wend ik mij tot u", of zinnetjes
van gelijke strekking. Op de envelop
„Pater Henri de Greeve, Berg en Dal".
Dat „Berg en Dal" hoeft er heeft de
praktijk bewezen eigenlijk niet eens
bij. Een brief met alleen zijn naam
erop komt net zo goed in de bus van
de, in de kloostertuin in een eenvou
dige bungalow wonende, bekendste
„praatpater" van Nederland. Nog steeds,
steeds.
De bekendste en de welbespraaktste.
Hij praat nog steeds in fraai aaneen-
gesponnen slagzinnen. Ook de teksten
waarmee hij nog wekelijks „voor
noodlijdende gevallen in Nederland"
in krant en weekblad adverteert, met
zijn gironummer erbij,/ hebben dat
slogan-achtige „iets" waarom hij sinds
„Verbeter de wereld, begin bij jezelf"
vermaard is. Een gave waarop ook
tekstschrijvers van vandaag nog ja
loers kunnen zijn. Vlak voor het inter
view is er weer een heel sterke uit zijn
balpen gevloeid: „Zij hebben die vier
honderd gulden het hardst nodig, maar
ze kunnen er niet eens voor staken
bedoeld voor zijn volgende adverten
tie.
Ook de tekst voor de in december
te plaatsen advertenties ligt al klaar.
Hij is op eerste kerstdag jarig, dus:
Pater Henri de Greeve 78, trakteer
hèn!
EEN GREEP uit noodgevallen die
zich tot hem wenden. Er zijn er tien
tallen per week. Na een strenge se
lectie helpt hij die gevallen, die in
aanmerking komen. Met geld dat op
zijn gironummer binnenkomt, giften
van 5, 10, 25 gulden, soms meer. Om
de hulp zo efficiënt mogelijk te gebrui
ken, werkt hij samen met maatschap
pelijk werkers en sociale instellingen
in het hele land. Verzoeken of hij
„iets kan doen" bereiken hem via de
andere kant, van de sociale instanties
zelf. „De vraag is dan meestal of ik
voor een bepaald percentage wil mee
doen in een door hen opgesteld sane
ringsplan."
PATER DE GREEVE komt dagelijks
mensen tegen die wanneer ze van zijn
huidige werk horen, reageren met „be
staat er dan nog armoede in 1970?"
De kern van de kwestie is", zegt hij,
„dat de mensen eraan voorbijgaan. De
nood is vaak vlak naast hen maar ze
zien het niet."
IN EEN Nijmeegse krant schreef
pater De Greeve onlangs in een inge
zonden stuk over een bepaald, in Nij
megen gesitueerd noodgeval. Hij kreeg
er een reactie op van een goed gesi
tueerde Nijmegenaar: „U liegt! Dat
bestaat niet."
„Ik heb die man opgebeld en hem
het adres van het gezin in kwestie ge
noemd. Het bleek vlak bij hem om de
hoek te zijn. Ik stelde hem voor, er
samen op bezoek te gaan. Hij weiger
de."
Een enkele keer beklimt hij nog de
kansel van kerken in grote steden ais
Amsterdam en Rotterdam. Zijn Opel,
waarin hij doordeweeks „van cliënt
naar cliënt" trekt, brengt hem er. Hij
begint zijn preek met „het bestaat
niet", doet vervolgens zijn verhaal en
eindigt met „het bestaat w 1."
Maar net als in zijn radiotijd is de
kansel hem te „eng". Pater Henri de
Greeve wenst zich voor zijn boodschap
een groter gehoor. Vandaar dat hij
zich tegenwoordig in korte, maar als
vanouds aansprekende teksten via
kranten en weekbladen tot de mensen
richt.
Pater De Greeve: „Het gezin ergens
in Nederland, moeder zenuwziek, va
der werkloos, vier bleekneusjes, de
kelder zonder ramen waar ze met
zijn zessen in wonen raakt onder
water. Het is maar één voorbeeld."
„JA. maar de bijstand dan?" zeggen
de mensen dan, „dit land zorgt toch
voor zijn armen?"
„Van negentig gulden in de week
kan een gezin niet leven. Zeker niet
wanneer de omstandigheden ineens te
genzitten. Wat de meeste mensen niet
weten: armoede is altijd „een verhaal"
Hier, lees de brieven maar. U mag
eruit publiceren, als de gevallen maar
niet met naam en woonplaats bekend
worden."
Het bestaat wèl. De twee dove
ouders met acht kinderen. De dominee
die door pater De Greeve aarf een pak
werd geholpen. Het gezin met drie kin
deren dat ineens op straat stond, maar
dat tenslotte door tussenkomst van pa
ter De Greeve aan een woning kwam,
nadat het drie jaar in een kippenhok
achter het café van „Mina" door hem
was onderhouden. De buitenlandse ar
beiders die in de knoei raken. De In
donesische student die buiten zijn
schuld omhoog zit. Voorbeelden uit de
praktijk van alledag.
BEHALVE geld ontvangt pater De
Greeve dagelijks kleding uit alle delen
van het land. Hij brengt ons naar een
kamertje in het klooster. Het staat tot
het plafond vol met op soort en maat
geselecteerde kleren. „Wat hier nu
ligt, is morgenochtend alweer weg."
HIJ KAN evenwel niet iedereen hel
pen. Voor een zeer grote, zware man
heeft hij onlangs een buitenmodel
maatkostuum moeten laten maken
voor ƒ300. Soms schakelt hij de non
nen in „om het een en ander te ver
naaien." En vorige heb ik nog een
bruid aangekleed."
AAN VODDEN heeft hij niets. „Hou
die zelf maar. Wat u wel kunt schrij
ven: ik ben dol op babykleertjes. Daar
is dringend behoefte aan."
Wat hem voorts aan het hart gaat,
zijn ouders die hun kinderen niet kun
nen laten studeren. „Er gaan in 1970
nog veel Shakespeares en Beethovens
verloren." Te doen heeft hij ook met
ouders die hun kinderen „op school
niet kunnen laten meedoen." Pater De
Greeve: „De excursies en schoolreisjes
worden steeds duurder; daar is vaak
geen geld voor."
HIJ HELPT. Hier met geld, om de
huur te betalen, daar met kleren om
de winter redelijk door te komen. „En
dan nog resten er gevallen die moei
lijk zijn op te lossen. Daar helpt al
leen godsvertrouwen."
OVER God gesproken. Enkele jaren
geleden hielp pater De Greeve een
vrouw met twee kinderen ontvluchten
uit Tsjecho-Slowakije. „Een Godswon
der dat het lukte. Nu ze hier zijn, ben
ik verantwoordelijk dat ze het hier
redden. Die verplichting heb ik op mij
genomen."
Het is waarschijnlijk een overbodige
vermelding: pater Henri de Greeve
kijkt niet naar rang of stand, evenmin
naar wat en of de mensen geloven.
DAAGS NA het interview belt hij
op. „Ik ben iets vergeten. Kunt u er
nog bijzetten dat het vaak zo lang
duurt alvorens Sociale Zaken helpt'
Mensen die in de knoei zitten, moeten
dikwijls lang wachten. Het onderzoek
dat Sociale Zaken instelt, duurt meest
al te lang en wordt niet zelden opge
houden doordat de betreffende ambte
naar ziek of met vakantie is. Of ge
woon, omdat het vijf uur is."
PATER HENRI de Greeve neemt
het geen ambtenaar kwalijk dat hii
zijn jas aantrekt als het tijd is. Maar:
„Nood houdt niet om vijf uur op, weet
je?
S1GMUND FREUD, grondlegger van
de psychoanalyse, liet zijn patiënten
uitgestrekt op een bank liggen en zich
volledig ontspannen, terijl hij hun
vragen stelde. Vragen, die betrekking
hadden op de inhoud van hun dromen,
hun betrekkingen tot de wereld rond
om hen, de levenspartner, het verle
den en in het bijzonder op de vroege
jeugd. In de indrukken en belevenis
sen uit de vroegste jeugd vond de
grote psychiater meerstal de sleutel
tot de neurosen waaronder zijn pa
tiënten leden. Wanneer hij hun de
eigenlijke in het onderbewuste sluime
rende oergrond van hun ziekte bewust
maakte, was volgens zijn ervaringen
de genezingsmethode reeds ingeleid.
DEZE psychotherapie vond met na
me in de VS grote instemming en
werd er in ruime mate toegepast. De
enige moeilijkheid was dat de metho
de dikwijls zeer langdurig bleek te
zijn. Soms kosUen de intieme arts-pa-
tiënt-gesprekken vele maanden Duit
se psycho-analytici hebben tegen
woordig naar zij' zeggen al aan enige
„zittingen" genoeg.
NEUROSEN mogen niet met gees
tesziekten verward worden. Zij heb
ben hun basis in dieptelagen van het
bewustzijn, ze zijn op geestelijke schok
ken, conflicten foutieve instellingen
tegenover het eigen ik, tegenover de
partner, tegenover het milieu, op on
bewuste teleurstellingen of diepworte-
lende angst terug te brengen en ko
men niet zelden als lichamelijke kwa
len tot uitdrukking. Sedert de dagen
van Freud is er niets gewijzigd in de
situatie, dat deze kwalen alleen daar
door kunnen worden genezen, dat de
verborgen psychische oorzaken ont
dekt, en in het bewustzijn van de pa
tiënt „teruggebracht" worden.
OMVANGRIJKER is in onze tijd
echter het assortiment van geestelijke
oorzaken en achtergronden van neu-
rotische ziekten. De artsen zouden te
genwoordig niet alleen met afzonder
lijke gevallen te maken hebben; „cul
tuur en maatschappij zijn de eigenlij
ke patiënt geworden" Anderen zijn
van mening, dat het individu zich
langzamerhand tegen de massa be
gint te verzetten, de scheppende mens
tegen de mechanisatie en de automa
tisering, het onbewuste tegen een ai
te rationalistische interpretatie van de
werkelijkheid". Daardoor zou de „neu
rotische epidemie" ontstaan zijn, waar
mee wij thans te maken hebben.
WAT BETREFT de therapie tegen
de „neurotisering" van de maatschap
pij tonen velen zich voorstanders van
de oosterse meditatie. Het is zeer
twijfelachtig, aldus werd tegen deze
theorie ingebracht, of de westelijke
mens wel tot die meditatie in
staat is.
TYPISCH voor onze tijd zijn nieu
we neurosen, zoals bijvoorbeeld de
„vakantie-neurose" van een werkne
mer, die elke gedachte aan vakantie
met de opmerking „zonder mij kan
het bedrijf niet draaien" van zich af
zet. Achter zo'r gedrag staat de angst
dat het zonder hem zelfs heel goed
zou gaan en lat hij daardoor overbo
dig zou kunnen blijken. De „weekend
neuroticus" anderzijds raakt uit zijn
humeur als de beide vrije dagen na
deren. Hij herademt pas als hij 's
maandags weer aan het werk kan
gaan. Ook hieraan ligt overwaarde
ring van de Agen prestatie ten grond
slag, respectievelijk het gevoel dat
men dringend nodig is, terwijl het
weekend zo'n man (of vrouw) in een
bestaan zonder belangstelling van bui
tenaf dringt. Nieuw zijn ook de con
flicten van de vrouw binnen het mo
derne kleine gezin, die door de uniforme
wooneenheden in reusachtige flats nog
onderstreept worden. Het vroegere gro
te gezin, in de woongemeenschap met
ouders en grootouders, had geestelijk
een compenserende uitwerking.
I,