ENGELSE T.V. WIL NIETS
VAN FEIJENOORD WETEN
Tot over twee dagen
zei Piet van Strien
tegen z'n vrouw
Maar het werden drie weken
i
THEO KOKS
MAG IK MISSCHIEN EEN
GROTE MOND HEBBEN?
a
rr
Hans Rombouts
Mare Serné
jjp
ZATERDAG 17 OKTOBER 1970
---j
GELEENDE CAMERA
PELE
CHAUVINISTEN
TEGEN PRINCIPES
HAARLEM TV-cameraman Piet van Strien moet
haast geboren zijn in een minuskuul rood broekje en
met een piepklein kameraatje in de knuisten. Want zo
liggen de grote interesses voor de Haarlemmer Van
Strien, als free lancer werkzaam voor Nederlandse en
Britse (commerciële) televisie: Mi is een verwoed fan
van de voetbalclub Haarlem én hij is een verwoed fil
mer. Plastischer nog misschien is de verklaring van
echtgenote Olga: „Als Haarlem uit de eredivisie degra
deert zal Piet wel het aanbod van de ITN (Independed
Television News) aannemen om naar Engeland te
komen als vaste cameraman". Hetgeen Piet van Strien
fel ontkent: „Ik heb al mijn vrienden en kennissen in
Haarlem. Bovendien, als ik me in Engeland zou ves
tigen, zou ik meestentijds niet thuis zijn, want dan
sturen ze me bjjvoorbeeld een jaar naar Israel of V iet-
nam". Olga van Strien grinnikt. Haar man is, nu ook
schat ze, zeker de helft van het jaar uithuizig voor zijn
werk. Bovendien wijdt hij nogal wat uren aan de ver
eniging Haarlem, waar hij pers-contactman is. Praten
met Van Strien betekent een breed scala van onder
werpen aansnijden, want als cameraman van de NOS,
NCRV, KRO (met name Brandpunt), AVRO en af en
toe VARA plus dan nog voor zijn hoofdwerkgever de
Britse commerciële tv, de ITN, heeft hij in allerlei si
tuaties en landen verkeerd. Van Strien joeg zijn wagen
langs een protesterende gendarme op een stoffig Zuid
frans karrespoor om toch maar op tijd te komen voor
een finishreportage van de Tour de France, Van Strien
filmde de ondertekening van een Russisch-Westduits
verdrag in Moskou, Van Strien zat aan de maaltijd met
voetbalvorst Pele in Mexico, Van Strien registreerde
de slachtoffers van een aardhevingsramp in Peru, Van
Strien filmde interviews met Luns, maar ook met de
trainer van Benfica. En ga maar door.
Dat algemene karakter van Van
Striens werk algemene reportage
en sport wordt wel het duidelijkst
gekarakteriseerd in een situatie, die
zich anderhalf jaar geleden voordeed.
Hij ging toen van huis weg naar auto
races op de Nürburgring. „Tot over
twee dagen", zei hij tegen zijn vrouw
Het werden drie weken, want de
Haarlemmer kreeg de opdracht de
Nürburgring de ring te laten en
naar Tsjecho-Slowakije te vertrekken,
waar toen de opstand tegen de Rus
sen was uitgebroken.
Sport en sociale reportages (zoals
rampen: „de filmisch gesproken mooi
ste opnamen liggen op straat' heb
ben de voorkeur van Van Strien,
die dag en nacht tot diep in België be
reikbaar is middels een semafoon.
Spelen de emoties nooit mee bij een
filmer? Vergeet jé als filmer soms
niet te registreren, omdat je emotio
neel betrokken raakt bij het onder
werp? „Over het algemeen niet. Neem
nou die aardbeving in Peru. Je vliegt
er naar toe. Je komt er middenin, maar
na acht uur ben je weer weg. Je bent
het zo weer kwijt. Iets minder gemak
kelijk ligt het als zo'n ramp zich in
Nederland afspeelt, zoals indertijd met
de watersnood".
Piet van Strien met zijn geluidsman Ruud Wonder.
Luumnnnnnnn—r
Het rood van schaamte kringelt om
hoog op Van Striens kaken als hij het
verhaal vertelt van de gemiste goal
bij NederlandBelgië op 3 april 1955.
„Nederland won toen met 1-0 door een
goal van Dillen. Ik zat achter het Bel
gische doel, dus ik zat goed. Maar ik
was zo gebiologeerd door het voetbal
len en met name door dat doelpunt,
dat ik niet klikte. En het fraaie was,
dat Sport en Sportwereld de volgende
ochtend met een grote plaat van die
goal kwam. Op die foto zag je ene
Van Strien met de camera op de buik
met open mond naar de bal kij-
kenKun je nagaan, wat ik alle
maal moest horen op die maandag
ochtend". Daarna heeft hij nooit meer
een doelpunt gemist door zijn ferven
te liefde voor voetbal.
Piet van Strien, die aanvankelijk
was voorbestemd om vertegenwoordi
ger van Verkade te worden, liet de
brosse kakies liggen, toen hij kennis
had gemaakt met Olga de Haas, doch
ter van de bekende cineast Jo de
Haas, maker van films als „De bal
lade van de hoge hoed" en „Stalen
Knuisten". Piet kwam bij zijn schoon
vader in dienst, die toen het filmbe
drijf Triofilm runde. Trio-film verzorg
de het Fox-Movietone wereldnieuws
voor de bioscopen. Men ging op het
vaderlandse filmfront concurreren met
Polygoon, maar De Spiegel van Ne
derland, zoals het nieuwe journaal heet
te, hield het maar twee jaar vol. Er
was maar plaats in ons land voor één
journaalbedrijf, vooral ook omdat de
televisie zijn macht ging uitbreiden.
Polygoon, dat De Spiegel van Neder
land overnam, wilde ook wel het per
soneel in dienst nemen, maar de con
dities waren zo slecht, dat Piet van
Strien zei: „Laat maar. Ik ga voor
me zelf beginnen".
Met een geleende camera maakte
hij zijn eerste film voor een veevoe
derfabriek („nadat ik veertien dagen
in de WW had gelopen"). Hij kon van
de winst een camera van 1.200 ko
pen. „Moet je nu zien, wat voor een
apparatuur ik heb. Mijn nieuwste ca
mera kost ƒ26.000. Wel een verschil
natuurlijk".
De Haarlemmer kwam in contact
met de omroepverenigingen. Na zijn
eerste opdracht voor de NCRV volg
den snel series films voor KRO en
AVRO. „In het begin had ik geen ge
luidsapparatuur. Met de Haarlemse
geluidsdeskundige Ate de Vries schar
relden we wat aan met een geluid
dempende kist". De apparatuur werd
beter en beter naarmate de opdrach
ten in een grotere stroom binnenkwa
men. Via Carel Enkelaar, directeur
van het NTS-journaal, waar Van Strien
veel voor werkte, kreeg hij contact
met de Britse commerciële televisie,
die op zoek was naar een camera
man voor de Benelux en een groot
deel van West-Duitsland. Dat was ze
ven jaar geleden. Sinsdien voorziet
Piet van Strien het Britse gemenebest
en vele andere landen (de ITN werkt
samen met UPI) van nieuws en re
portages.
Is er verschil tussen de benadering
van welk onderwerp dan ook door Ne
derlandse en Britse televisiemakers?
„Zeker, de ITN heeft een veel gro
ter budget, geeft ook meer onderwer
pen. Als je voor de Engelse TV op
stap gaat ben je altijd minimaal met
vier man: een reporter, een camera
man, een geluidsman en een assistent.
Hier in Nederland werk je vaak maar
met twee man: een reporter en een
cameraman. Dat maakt het vaak moei
lijk. Vooral in rampgebieden of in
oor'ogsomstandigheden, zoals in Ier
land of Cyprus, waar ik twee maan
den heb gezeten, kan dat erg lastig
zijn".
Van Strien is een uitstekende came
raman. Men kan dat zelf constateren
als er beelden van hem op het net zijn.
Men kan dat ook opmaken uit het feit,
dat de ITN hem al twee keer heeft
gevraagd om in vaste dienst te ko
men in Engeland. Dat hij bij de En
gelsen hoog staat genoteerd kan men
ook proeven uit het feit, dat hij werd
uitverkoren als niet-Brit mee te gaan
naar de wereldkampioenschappen voet
bal in Mexico. Dat is één van de
mooiste ervaringen voor de Haarlem
mer geweest. „Het is prettig werken
met die Engelse reporters. Ze kennen
hun vak. Ze diepen alles grondig uit.
Als een Nederlandse verslaggever
zegt: goed, we hebben dat interview,
nu hebben we alles wel, begint zo'n
Brit pas. Hij gaat dan alles precies
op eigen waarnemingen nog eens na.
Om iets te noemen: er kwam een te
lefoontje, dat er pony's geslacht zou
den zijn in Nederland. Nu kan je in
Britse ogen niets ergers doen dan een
paard slachten. D- ITN rook een
prachtige reportage. Maar ik meldde
ze na onderzoek, dat er geen sprake
was van massale slachtpartijen van
uit Engeland aangevoerde pony's,
maar dat er één wegens een gebro
ken been was geslacht. Er kwam een
Britse reporter, die overal ging kij
ken en praten, in Scheveningen, op de
Veluwe, in Duitsland, in Utrecht. Na
drie dagen ging hij weg, zonder slach
terij-film".
Maar om op Mexico terug te ko
men: die trip van vier weken was een
bundeling van werk en hobby voor
Van Strien. „We hebben als enige
een uitgebreid interview met Pele ge
had in het trainingskamp van de Bra
zilianen vóór het toernooi. Kijk, je
moet als cameraman netjes brutaal
zijn, is mijn stelregel. We hebben zit
ten eten en gezellig zitten praten met
Pele en toen iedereen werd wegge
stuurd na een persconferentie mochten
wij blijven en uitvoerig filmen. Ik heb
daar ook de hele affaire Bobby Moo
re gedaan. Dat was allemaal heel in
teressant".
Als hij bij een tak van sport te
recht komt, waarvan hij het fijne niet
weet, komt zijn vertrouwde en suc
cessen opleverende tactiek te voor
schijn: „Ik doe dan erg zielig. Ik
vraag veel en heb uiteindelijk dan al-
tijd iemand naast me staan, die er
verstand van heeft. Je kunt tenslotte
niet alles weten. Als er vijftien paar
den springen op een concours kun je
ze moeilijk allemaal filmen. Dan heb
je deskundig advies nodig".
Interesseren de Engelsen zich ook
voor het Nederlandse voetbal, met na
me voor Feijenoord en Ajax? „Hele
maal niet. Het blijven chauvinisten.
Ik moest alleen Feijenoord-Estudian-
tes voor ze schieten, dat wel. Maar
verder bestaat er alleen maar Brits
voetbal. Dat zag je ook in Mexico.
Toen Engeland was uitgeschakeld ging
minstens de helft van de Engelse ver
slaggevers naar huis. Toen was dat
toernooi voor hen ineens afgelopen
Waar interesseren ze zich dan wel
voor (naast de algemene onderwerpen
als EEG en Common Market)? „Voor
spectaculaire sporten, waar Britten
bij betrokken zijn als autoraces, speed-
boatraces, een enkele keer de Tour de
France, rally's. Ik heb ook een keer
een reportage over schaatsen voor ze
gemaakt. Daar heb ik verstand van,
want ik filmde voor de NSF de we
reldkampioenschappen in Göteborg
Wat doet Piet van Strien nu als hij
iets moet filmen, wat hij niet met zijn
eigen principes in overeenstemming
kan brengen? Hij aarzelt met het ant
woord. Zijn vrouw Olga, die hem als
secretaresse trouw terzijde staat zegt:
„dan geeft hij niet thuis". En Van
Strien gaat er op door: „Gek, maar
als ik film, ben ik meestal voor min
derheden. Ik ben erg fel als ik werk.
Dan ga ik er helemaal in op. Dan
speelt ook geen rol of je bekenden
filmt. Neem nou Haarlem. Als ik een
wedstrijd van Haarlem moet filmen
registreer ik alles, of het nu om Peijs
gaat of een ander. Natuurlijk heb je
dan later niet het monteren in han
den. Dat is het werk van de repor
ter of de regisseur. Zelfs zou ik soms
wel eens anders willen filmen bij voet
bal. Je zou de tactiek van een team
in beeld moeten kunnen brengen. Maar
ja, je moet, als je alleen bent, de bal
volgen. Daar gaat het om. Conflicten
met een reporter zijn er weinig. Hij
denkt in tekst, jij in beelden. Dan
moet je een goede vorm van samen
werking zien te vinden. Dat lukt mees
tal wel".
HEEMSTEDE Wat zich het
afgelopen raceseizoen al herhaalde
lijk manifesteerde kwam tijdens de
voorbereiding van de slotraces van
de Nederlandse Autorensport Ver
eniging dan uiteindelijk tot een
regelrechte explosie. Theo Koks
(24 jaar), de enige coureur die
in theorie het Team Radio Vero
nica met z(jn Lotus Formule Ford
nog een nationale titel zou kunnen
bezorgen werd vanwege een diep
gaande controverse met zijn team
leiding niet ingezet. Het vormde
de nasleep van één van de vele
ruzies die niet alleen bij Vero
nica het hele raceseizoen 1970
hebben gekenmerkt en tot een
zielig gebeuren hebben gemaakt.
Ook de tegenstelling Koks-Veronica,
in casu Ed Swart, Rein Zwolsman en
Ton Strous, is er één waarbij beide par
tijen het volste gelijk claimen en de
meningen die worden geventileerd lijn
recht tegenover elkaar staan. Het is
voor de twee Lotussen 61 M Formule
Fords die dit seizoen aan het Veroni-
cateam werden toegevoegd en hun
rijders (Koks en Strous) één lange weg
geworden. Van moeilijkheden wel te
verstaan. Problemen die onmiddellijk
begonnen ook. Koks: „Strous had op
dracht gekregen dat hij de wagens zou
onderhouden. Hij is Fiat-dealer in Was
senaar. Mijn wagen was voor iedere
race nooit voor vrijdag klaar. Ik kreeg
ook geen gelegenheid om goed te kun
nen trainen. Als ik aanmerkingen had
werden die genegeerd. Als ik zei dat pe
daal moet worden versteld dan ant
woordde Strous, neen jongen dat hoeft
niet. Ik ben het gehele seizoen tegenge
werkt en kon door verkeerde inlichtin
gen mijn wagen niet goed prepareren.
Hij heeft mij lopen tegenwerken om
zichzelf naar voren te werken".
Ook de voorbereidingen geschiedde
vaak gebrekkig. Koks: „Voor de race in
Hockenheim moest ik op het laatste mo
ment een truck huren, wat vrij kostbaar
(180 gulden) en vermoeiend was. Het ge
volg was een slechte nacht zodat ik niet
uitgeslapen aan de start verscheen. Een
teambespreking maakte je nooit mee.
Alles was al geregeld door de heren
Swart en Zwolsman (de managers) en
mijnheer Strous. Ik kon maar beter
mijn mond houden". Ed Swart: „Er zijn
gedurende het seizoen drie, a vier be
sprekingen geweest. Bij mijnheer Koks
kwam er in dergelijke gevallen nooit
een normaal woord uit. Er was altijd
wat. Na een training en na een race.
Zijn wagen zou niet goed worden ge
prepareerd. Dat is onzin. Op een gege
ven ogenblik heb ik gesteld, als die ru
zie met Strous niet afgelopen is dan
hoepel je maar op. Als hij geen vertrou
wen heeft in het team dan is hij niet ge
schikt". En Koks weer: „Mag ik mis
schien een grote mond hebben. Ik ben
tenslotte op de tweede plaats van het
Nederlandse kampioenschap geëindigd".
Na de race in Zolder werd Koks
die in het bedrijf van Strous werkzaam
was als receptionist, verkoper, maga
zijnbeheerder ontslagen. Echtgenote
Didi vult aan: „Er werd gezegd dat hij
niet capabel voor zijn werk zou zijn.
Een smoesje natuurlijk". Koks was nu
echter afhankelijk van zijn vriend en
monteur bij Strous, Huub Rutten, die
een oogje op zijn wagen hield. Rutten:
„Ik moest alles in m'n eentje doen. Bo
vendien ging het prepareren van de wa
gen van Strous voor een race altijd
voor".
De moeilijkheden (Koks: „Door de ja-
louzie van Strous") tijdens de races die
volgens Koks de nationale titel hebben
gekost worden door hem keurig op een
rijtje gezet. „In Hockenheim deugden de
sporing en versnellingsbak niet. Op
Zolder hebben wij een andere overbren
ging moeten kopen. In Zandvoort weer
moeilijkheden met de sporing, wat ze
ker anderhalve seconde per ronde be
tekent. Alleen in Vaals heb ik goed kun
nen rijden. Daar zijn wij donderdags al
naar toe gegaan. Ik heb toen een snip
perdag genomen en een speciale bak
uitgetest. Toen won ik ook". Het wordt
bevestigd door de nationale Formule
Ford-kampioen Huub Vermeulen: „Ik
heb altijd gemerkt dat zijn wagen om
verschillende redenen toch net niet in
staat bleek om te winnen. Toch heb ik
Theo altijd als mijn grootste concurrent
beschouwd".
Zondag besloot Koks tenslotte om niet
te starten. Koks: „Er waren weer moei
lijkheden met de wagen. Ik zou hem
weer niet kunnen krijgen voor zater
dagmorgen. Dat wilde ik niet. Toen ben
ik naar Swart gegaan om de wagen op
te eisen". Swart: „Op een gegeven ogen
blik stond hij met een knokploeg voor
mijn deur. Weer kwam het verwijt dat
de auto niet goed zou worden geprepa
reerd. Ten bewijze dat dat wel zo is
hebben wij de wagen dit seizoen tot
twee keer toe onder de loupe genomen.
Toen bleek zelfs dat de wagen van Koks
zelfs één pk meer had dan de Lotus van
Strous. Toen was hij weer kwaad dat
de auto op de rollenbank was gezet. Zo
ging dat door. Ik heb hem toen gezegd
dat hij dankbaar moest zijn dat hij bij
ons mocht rijden. Dat geen enkel team
voor hem zou doen wat wij deden". Wat
mevrouw Koks weer de uitroep ontlok
te: „Je hoeft je toch zeker niet in de
luren te laten leggen door mensen die
meer geld hebben dan jij". Koks zag
tenslotte van verdere deelname af.
Swart beweert dat hij het initiatief
heeft genomen terwijl Koks stelt: „Ik
was het zat. Ik had het gehele seizoen
zoveel moeten doorstaan, dat het alle
maal wat teveel werd. Ik wilde gewoon
niet meer".
Het betekende drie nationale titels
voor het DNRT en tevens het definitieve
vaarwel aan een potentiële Formule
Ford titel. Swart: „Wij zijn dermate ge
treiterd dat wij wel tot deze stap moes
ten beslissen. Bovendien hing die kam
pioenstitel aan een zijden draadje. H(j
zou alleen kunnen winnen als Vermeu
len zou uitvallen. Er zat geen enkele
commerciële waarde aan. Denkt u wel
licht dat Holt (één van de sponsors)
meer kattebrood zou verkopen als Koks
een nationale titel had gewonnen. Dat
stelt niets voor. Dat weet ik uit erva
ring". Koks heeft een andere visie: „Bij
Castrol zijn ze wel degelijk kwaad ge
worden. Waarom denk je dat ze anders
mm».
voor het volgende seizoen uitsluitend
geldprijzen voor een eerste tweede en
derde prijs gaan uitloven?"
Hoe het ook zij, Koks heeft geen
race-emplooi meer. Afgezien van het
feit dat Koks niet meer terug zou wil
len stelt Ed Swart: „Eén ding heeft de
ze hele zaak mij wel geleerd. Ik schakel
de rivaliteit in het eigen team uit. Ik
neem liever aan zoveel mogelijk klas
sen met één coureur deel dan dat ik
twee van mijn mensen onderbreng in
dezelfde klasse".
Koks ziet de zaken na vele rally
successen en één nationale titel (bij
Veronica met een Fiat Coupé 850 in
1969)) niet zo somber. „Ik ben een arme
jongen en dan is het moeilijk in de race-
rij. Toch ga ik lekker door met mijn
massage. Bjj Peter Dekker. Twee keer
in de week". Het duidt op een prolon
gatie van zijn racecarriëre. Koks: „Oh
ja, wat dat betreft zie ik de zaken niet
zo somber. Integendeel" Voor Swart
ziet hij de toekomst heel wat minder
rooskleurig: „Ik ga een proces tegen
hem voeren. Mijn goede naam is door
het slijk gehaald".