Dimitri Frenkel Frank: „Satire wordt je vak" Een naïef schilder-dichter gezicht het w TONEEL- NIET MET GROF GESCHUT OP MOLSHOPEN SCHIETEN notities ZATERDAG 24 OKTOBER 1970 Erbij (Van een medewerker) BEEMSTER - ALS HET TEN TIJDE van „Zo is hetgebruik was geweest bij de televisiekijker om met rotte tomaten naar het scherm te gooien om afkeuring over het vertoonde kenbaar te maken, dan zou het strakke profiel van Dimitri Frenkel Frank stellig de volle laag hebben gekregen. Hoeft niet meer Zinnige uitspraak Wat is succes? Dimitri Frenkel Frank met hond in tuin te Beemster. NOG IETS dat hij haat. „Die slogan „vakmanschap is meester schap." Iets zolang doen tot je zelf het gevoel hebt dat je een bepaald terrein, in mijn geval de satire, helemaal beheerst. Walgelijk ge woon! Ik zou wel eens een tijdje een interviewachtig programma willen doen. Zoiets als Mies en scène". Taalgevoelig ALS IN EEN ouderwets hlauw gekaft schoolboek met op een rood etiket zijn naam en titel scheef Daniël Van Rijssel: „God voor ge vorderden" (Yang Poëziereeks, Gent). Niet alleen met de titel blijven we in de school ook met de indeling van de gedichten in vier hoofdstukken, elk voorafgegaan door een „inzicht", blauw omlijnd gedrukt en voorzien van een num mertje. „PERPETUUM MOBILE" van Mark Insingel (Meulenhoff) is een leuk boek om te geven. Het aan trekkelijke ervan is de typografie: het boek ziet er leuk uit. Insingels doel ligt besloten in de titel: een eeuwigdurende tekst te schrijven, een tekst dus waarvan begin en eind niet duidelijk onderscheiden zijn, steeds wendbaar, zodat overal een begin gemaakt zou kunnen worden, overal geëindigd. Dit ef fect zou te bereiken zijn door de tekst in het rond af te drukken of door dezelfde versregel steeds een regel lager een woord verder van de kant te beginnen of door maar één woord te gebruiken zoals in het begin- en het slotgedicht. MAAR TIJDEN veranderen. Na drie seizoenen overleed „Zo is heten daarmee verdween tevens de harde satire van het scherm. In de winter van 1967 diende zich, alweer via de VARA, opnieuw een satirisch programma aan, dat de adspirant-tomatengooiers van weleer dikwijls tot uitbundig schater lachen dwong. In „Hadimassa" werd de satire in een amusementsformule op gediend en er was niemand die er zich aan stoorde. Het programma werd een succes. Op 16 oktober ging de succes formule voor het vierde jaar in pre mière. ACHTER DE vrolijke satire in Hadi massa steekt voor vijftig procent het nog steeds strakke profiel van Dimitri Frenkel Frank, grootproducent van blij spelen, romans, reclameteksten en wat dies meer zij. Frenkel Frank kan de satire niet loslaten. „Het wordt lang zamerhand je vak", zegt hij. Het succes van „Hadimassa" is voor hem begrij pelijk. Hij zegt: „Het is in de eerste plaats amusement. Wij hebben het woord satire voor „Hadimassa" nooit willen gebruiken. Dat woord is sinds „Zo is het" enorm besmet. „Zo is het" is een norm voor satire geworden. Wat wij nu doen is een zachte bescheiden vorm". DE HARDHEID het „recht voor z'n raap", bruut, grof, met de botte bijl hoeft voor Frenkel Frank ook niet meer. „Nee, ik heb het gevoel dat ik in drie jaar „Zo is het" heb gezegd wat ik kwijt wilde. Je hebt nu het idee dat je iets geweldigs hebt verricht door die harde dingen allemaal te roepen. En de felle reactie erop, dat was begrijpelijk. Het harde soort denken dat wij deden was iets nieuws. We leefden toen in een pre-actie-tijdperk. Er waren nog geen acties die zich tegen iets richtten. Alles wat er toen te zeggen viel over taboes en glazenhuisjes is toen gezegd. Het heeft geen zin om met dat roepen door te gaan. Nederland is toch een para dijselijk land. We hebben kabouters. Er gebeuren allemaal hele kleine dingen. Je kunt vandaag niet meer alleen bin nen je eigen grenzen kijken. Er gebeurt in de wereld zoveel belangrijkers waar wat over te zeggen valt. Het heeft geen zin met grof geschut te schieten op molshopen. Ik vind dat bovendien on zindelijk". HET IS OVERIGENS een kleine moeite, volgens Frenkel Frank, om de adspirant tomatengooiers weer op hun achterste benen te krijgen met een hard satirisch programma. „Aan de tolerantie is in dat opzicht niets ver anderd". Hij jammert niet om het verlies van de harde humor in de televisie. Hij zegt: „Je zou het mis schien nog wel kunnen brengen, maar dan vanuit een ideologische hoek. Maar dan zou ik niet weten bij welke zuil dat ondergebracht moet worden. Er zijn in Nederland ook geen mensen te vinden die dit soort humor op hoog niveau vanuit een ideologische hoek zouden willen maken. Er zijn maar weinig hoeken, waarin die mensen zich thuis zouden voelen". „Het is satirisch gekleurd amusement. Aanvankelijk schreven we „Hadimassa" voor een iets intellectualistischer publiek dan de gemiddelde televisie kijker. Maar uit de waarderingscijfers blijkt dat „Hadimassa" vaste kijkers heeft door alle lagen heen. Je staat er versteld van hoe taalgevoelig men in Nederland eigenlijk is. Taalgrappen slaan bij meer mensen aan dan je zou denken". „HADIMASSA" is dus een veredelde Mounty-show? Frenkel Frank: „Je zou het zo kun nen noemen. Wij zitten zo vastgebakken aan die vorm van humor, dat wij geen Mounty-sketch in het genre van de on handige tandarts of iets dergelijks zou den kunnen maken". DOOR DE GROLLEN heen moet toch wel iets gezegd worden, zonder dat direct een statement (lees: boodschap) wordt afgegeven. „Je moet je wel bij iedere sketch realiseren wat je ermee zegt. Ik heb bijvoorbeeld het idee in te haken op het verlagen van de lichame lijke eisen voor de aankomend politie agent. Vroeger zou je wellicht zeggen: ha, een mooie gelegenheid om de politie een kat te geven. Dat ligt voor de hand, maar dat hoeft niet meer, die jongens hebben het al zo moeilijk. Je zou nu iets maken over de agressie, die een stenen gooier van de Dam kwijt wil. Dus het niet alleen aan de agressie van de politie ophangen. Een paar jaar geleden wist de Amsterdamse politie nog niet dat ze agressief optrad. Nu wel. Je maakt een nummer niet alleen om een lach te krijgen. Er moet een zinnige uitspraak inzitten". ZIEDAAR HET succes van Hadimassa subtiel benaderd door de man, die vijf tig percent van de ideeën en teksten aandraagt. Het succes deelt hij met Wim de Bie en Kees van Kooten. „Het is fijn werken met die jongens. Twee inventieve schrijvers. Daarom hebben we het zo lang vol kunnen houden. Of je nog lang op dit niveau kunt doorgaan is natuurlijk twijfelachtig. Op een on voorspelbaar moment moet je ophouden. Dat moment is voor mij gekomen, zodra ik in het programma geen opgaande lijn meer zie zitten. Dan wacht ik weer op een andere vorm. Je blijft er toch mee bezig. Het ik je vak geworden". DE SATIRE LAAT hem niet los van wege zijn aangeboren ontevredenheid, zin om agressie te uiten en het ver mogen om gebeurtenissen in het ridicule te trekken. En het succes: „Wat is succes op de televisie", klinkt het bijna hooghartig. „Mijn televisiespel „Kind van de Tsaar" werd door het publiek nauwelijks goed ontvangen. Anderen, vrienden en kennissen vonder het ge weldig. Ik ook. Dan blijft het voor mij toch een successtuk. Ik streef natuurlijk naar een publiek succes. Waarom niet? Iedereen doet het. Als iets, een televisie stuk of een programma als Hadimassa bij een groot publiek aanslaat dan is dat een vorm van succes". HIJ HÉÉFT iets tegen mensen, die alsmaar blijven vragen en schrijven om de terugkeer van de harde satire. „Ik heb een hekel aan mensen die maar blijven zeuren: „kwam „Zo is het" maar terug". Dat is de groep, die bij zo'n programma handenwrijvend aan de buis gaat zitten, zich verkneuterend bij de gedachte van: wie gaan we vanavond weer een opdonder verkopen? „Dat is de laffe kant van de consument. Dat is het soort dat de knop omdraait, de slaapmuts opzet en rustig gaat slapen, maar verder geen hand uitsteekt naar het veranderen van de situaties, die aan de kaak zijn gesteld". DE TELEVISIECRITICI, die hebben geschreven dat met „Hadimassa" een nieuwe vorm van satire is geboren, krijgen van de schrijver uit Beemster een minzame glimlach, waarin hij zo sterk is, toegeworpen. „Ik heb niet het gevoel", zegt de meester. Wat het dan wèl is wat hij en Wim de Bie en Kees van Kooten in dit programma maken, laat zich zelfs voor een makkelijk prater als hij is, niet met enkele woorden ver klaren. Een herinnering aan het brave optimistische begin-van-het schooljaar- gevoel: wat zal ik wijs worden, over valt je bij het doorbladeren van dit bundeltje bijna pretentieus pretentie loze gedichten. Het zijn beschrijvingen van stukjes werkelijkheid door een Onbevangen Mens. HET BOEKJE is geïllustreerd met vier reproducties van schilderijen waar uit diezelfde mentaliteit spreekt: Ven ster met Vlag; Daar ligt het dorp waar ik ben geboren; Huisje met hekken; Liefdebrief op lei. DE SCHILDERIJEN zijn naïef: er staat niet meer op dan wat er onder het plaatje staat, en dat staat er exact in strakke lijnen en duidelijke kleuren. Er is geen poging gedaan om materialen te schilderen, alle dingen zijn uitslui tend herkenbaar; er wordt geen samen hang gesuggereerd, er is niemand op de plaatjes; er is geen stemming, want de lucht heeft geen wolken en er zijn geen nuances in kleur. IN GEDICHTEN is zo'n grote mate van onbevangenheid veel moeilijker zo niet onmogelijk. Elk woord heeft nu eenmaal een eigen kleur die je niet helemaal kunt neutraliseren, elk werk woord b.v. houdt de mogelijkheid van een tijdsverband in. Opsommingen zijn dan ook nog het meest geslaagd met de impressionistische beschrijvingen. On bevangenheid wordt in poëzie gauw tot oppervlakkigheid met deze methode, een oppervlakkigheid die ook spreekt uit de zwakke filosofie van de „inzichten" die neerkomt op: „Zoek de zonzij" en „Alles is betrekkelijk". Bovendien heeft Van Rijssel zich niet altijd onbevoor oordeeld opgesteld. Als hij verslag uit brengt van een bezoek aan een Hollands stadje op een zondagmiddag, is hij geen rondwandelend kind maar een voor ingenomen Belg, tuk op een pilsje. Dan hoor ik hem liever over een Vlaamse stad op dezelfde zondagnamiddag: maar de auto's rijden voorbij vandaag en naast de man zit zijn eega en op de achterbank de kinderen met termos en broodjes en supporterspetten want er is voetbal in de buitenwijken en door het gras- en drasland cyclo-cross aan de voet van de monumenten staan de kelners van de restaurants de stenen van de torens te schatten. ERVAN AFGEZIEN dat de meeste teksten wel een begin en een eind heb ben en het door de titel gestelde doel dus niet bereikt is (dat neem ik de schrijver niet kwalijk, het zou een re derijkersprestatie zijn die ik hoogstens grappig zou vinden) is het geen leuk boek om te lezen. Men kan in het Nederlands niet meer met de typografie experimenteren zon der een vergelijking met Van Ostayen uit te lokken en die valt voor Insingel erg onvoordelig uit en bezorgt de lezer een teleurstelling. VAN OSTAYENS teksten waren nieuw, anders dan die van tijdgenoten. Hij introduceerde woorden uit een niet-poëtisch milieu en varieerde de betekenis nog door de teksten op een steeds andere manier te laten afdruk ken, zo amusant en pretentieloos dat ze nog steeds modem zijn. INSINGELS capaciteit tot variëren is heel gering en wat hij te zeggen heeft is heel weinig, eigenlijk niets. Van teksten als: „Zij gaat mij voorbij"; „De vrouw wacht op het woord van de man."; „De man wacht op het woord van de vrouw"; „De cirkel is het doel van de gebogen lijn (Insingel! L.)" zal niemand zijn evenwicht verliezen. HOE FLAUW die teksten bovendien nog zijn, demonstreren het begin- en het eindvers: het eerste bestaat uit eni ge honderden keren het woordje „men" afgedrukt in de vorm van het woord „ik"; het laatste gedicht vertoont het omgekeerde beeld. MEN BEKIJKE het boek van een af stand. DE OPVOERINGEN van Shake speare's „Koopman van Venetië" door het Engelse National Theatre, die in verband met de ziekte van Sir Lau rence Olivier waren onderbroken, zul len nu toch worden voortgezet gedu rende het jaar dat hij op doktersad vies niet mag spelen. De Shylock-rol waarin Olivier een sensationeel succes behaalde, wordt nu overgenomen door j Robert Lang. Als directeur van het ge- zeischap krijgt Olivier assistentie van j de acteur Paul Scofield, die tot ad' junct-directeur is benoemd. Boven dien zal Scofield dit seizoen bij het ge- zeischap optreden in Shakespeare's „Coriolanus" en in Zuckmayers „Hauptmann von Köpenick", laatstge- noemd stuk in een nieuwe bewerking van John Mortimer. DE BERLINER FESTWOCHEN' van deze herfst hebben voor de deel nemende Duitse gezelschappen nogal wat teleurstellingen opgeleverd. De col lectieve historische theater-montage „Nationale Feiertage", die nogal luid ruchtig was aangekondigd als een pos- tume hulde aan Rosa Luxemburg, i werd door de critici voornamelijk als slaapmiddel gewaardeerd. Het nieuwe politieke drama van Rolf Hochhuth. „Guerillas" (over een fictieve revolu tie in Noord- en Zuid-Amerika)waar- van de regisseur Hansjörg Utzerath in de Freie Volksbühne een geweldige, semi-documentaire spektakel-show had j trachten te maken, werd door het pu- bliek luidkeels uitgelachen; sommige recensenten noemden het een fiasco zonder weerga. I HET „JOODSE THEATER" in Po- I len, een gezelschap dat tot dusver voornamelijk voor het Jiddisch-spre- kende publiek in provinciesteden als Krakau, Lodz en Wroclaw (het vroe gere Breslau) speelde, heeft nu ook in Warschau een schouwburg spe ciaal voor dit doel gebouwd tot zijn beschikking gekregen. De nieuwe schouwburg wordt dezer dagen ge opend met een opvoering van „Anatev- ka". DE COMED1E FRANgAISE, onder haar nieuwe directeur Pierre Dux is het winterseizoen begonnen met een bijzonder succesvolle opvoering van Molière's „George Dandin" in moder ne stijl geregisseerd door Jean-Paul Roussillon. De grote karakterspeler van de Comédie Frangaise, Robert Hirsch, wiens rollen uiteenlopen van Tartuffe en Scapin tot Raskolnikov wordt zeer geprezen om zijn vertolking I van de titelrol. Een der volgende rol len die Hirsch bij het gezelschap zal spelen is Richard III van Shakespeare DE VOORSTELLINGEN van de mu sical „Hair", die sedert september 1968 in het Londense Shaftesbury The atre zijn gegeven, hebben tot dusver een miljoen toeschouwers getrokken. Een ander gezelschap, dat sedert het begin van dit jaar de Engelse provin cie bereist, en een derde troep die in Schotland speelt, hebben de musical intussen voor 400.000 bezoekers ver toond. DE AMERIKAANSE toneelschrijver Neil Simon, die een hele reeks inter nationale blijspelsuccessen op zijn naam heeft staan („Barefoot in the park", „Odd couple", en andere) heeft voor het eerst een drama geschreven- Gingerbread House", over het men selijke verval van een zangeres die haar populariteit heeft overleefd. Het zal deze winter, met Maureen Staple- ton in de hoofdrol, in New York wor den gespeeld. IN ZURICH is de première gegeven van een nooit eerder opgevoerd werk van Goethe, „Die Aufgeregten", waar in Goethe zijn kritiek op de Franse revolutie dramatische vorm wilde ge ven. Maar hij kwam niet verder dan een fragment met dialoogschetsen voor twee van de vijf bedrijven. De Zwitser se schrijver Adolf Muschg heeft dit fragment nu gebruikt als basis voor een stuk dat een hedendaagse visie I geeft op Goethe's 18-de-eeuwse stand- punt. Een harmonisch geheel is daar- bij uiteraard niet ontstaan, maar vol- gens de recensies is het toch wel een belangwekkend experiment geworden. EEN INTERNATIONALE jury van toneelkunstenaars en critici heeft de opvoering van Heiner Müllers „Philo- ket" door het Deutsche Schauspiel- haus, Hamburg (regie Hans Lietzau bekroond als de beste opvoering van het jongste Internationale Theaterfes tival in Belgrado. Ingmar Bergman kreeg de tweede prijs voor zijn regie van Strindbergs „Droomspel" (Kung- liga Dramatiska Teatern, Stockholm en Otomar Krejca voor die van Tsje- chovs „Iwanov" (Divadlo za Branou Praag). DE DESTIJDS ZEER populaire En gelse toneelschrijver, musical-dichter componist en acteur Ivor Novello zaj in maart aanstaande (twintig jaar na zijn dood) op bijzondere wijze worden geëerd. In de crypte van de St Paul kathedraal in Londen zal dan, tussen de gedenktekens voor historische figu ren als Nelson, Wellington, Florence Nightingale enzovoort, ook een gedenk' sten worden aangebracht ter nage dachtenis van de auteur van succes stukken als „The rat" en romantische musicals als „The dancing years" en „Perchance to dream". Novello zal de eerste vertegenwoordiger van d» amusementskunst zijn die op deze wij ze in de St. Paul „vereeuwigd" wordt S. K. ANNEKE VAN LUXEMBURG wmmiwwwwwwwwwwwwwwiwmwwww

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 19