Bokspromotor Henk Ruhling: Ben Holleboom „Het zit met de conditie van onze schaatsenrijdsters echt wel goed" RECHTEN KNOBBEL ZEEPKISTEN Theo Klem MEER KANS ZATERDAG 24 OKTOBER 1970 (Van onze sportredactie) ZANDVOORT. Henk Ruhling houdt niet van een sleur, is verzot op boksen („De beste kijksport die er is") en geeft er als individualist de voorkeur aan alleen te werken. Dit gecombineerd met de moge lijkheid dat er voor een kiene vent in de bokssport flink geld te ver dienen is, was 25 jaar geleden voor de Zantvoorter voldoende om zijn geluk in de pugilistiek te beproe ven. Een kwart eeuw later heeft de aan de slapen grijzende vijfti ger er nog geen spijt van. Sinds het eerste amateurprogrammetje dat hij in de Zandvoortse bioscoop Monopole in elkaar zette, is Ruh ling flink gegroeid in het kleine groepje van bokspromotors, orga nisatoren en matchmakers, dat in Europa de dienst uitmaakt. Als de welbespraakte Zandvoorter uitre kent met hoeveel collega's hij het continentale bokswereldje eigen lijk beheerst, komt hij op een to taal van 25 man, afkomstig uit Spanje, Italië, Engeland en West- Duitsland. Ruhling: „Deze mensen hebben toch zeker 90 percent van alle gevechten in Europa in han den". V Zware werk Snel herstel A luuinnnnnnnr i MWWWWVWWVWWVWIA „HET IS VOOR AMATEURBESTUURDERS MOEILIJK TE BEGRIJPEN WAT ER BIJ DE PROFS LOOS IS" Met een lijst van rond de vijftig ge contracteerde boksers moet Henk Ruh ling ook tot dat machtsblok gerekend worden. Hoe hü daar tussengekomen is? Ruhling: „Door hard te werken, relaties te kweken en veel te reizen". Goede betrekkingen met de groten uit de boks wereld zijn voor een promotor als Ruhling goud waard. Hij leeft im mers van het feit dat men hem kent. Wordt er waar dan ook een profboks- wedstrfld uitgeschreven, dan moeten de organisatoren de weg naar zjjn Zandvoortse huis weten te vinden. Ruhling is altijd goed voor een passen de tegenstander. Er bestaat geen cursus voor boks promotor. Het beroep is alleen geschikt voor uitgekookte keiharde zakenlieden, die hun boksers en zichzelf door mid del van aantrekkelijke boksprogram- ma's een inkomen verschaffen. Voor Henk Ruhling kwam de kans om in de „big business" te stappen kort na de Tweede Wereldoorlog. In de bezetting was hij zijn baan als autoverkoper bij Ford kwijtgeraakt. Om toch in de fi nanciën te kunnen voorzien wierp hij zich op de organisatie van bokswed strijden. Na zijn eerste amateurpartijen volg den al snel belangrijke prof duels met onder meer Luc van Dam. Het was ook na een wedstrijd van Van Dam, tegen de Belg Leon Fouquet, dat Henk Ruh ling, toen 26 jaar oud, voor de eerste maal de hulp van een advocaat nodig had. Ruhling: „Direct nadat Fouquet Van Dam verslagen had, contracteerde ik de Belg voor een gevecht tegen Wil ly Quentemeijer. Dat werd me door de heren van de boksbond erg kwalijk ge nomen. Men haalde de Belgische mana ger over om de mondelinge overeen komst te negeren. Als het iemand goed gaat dan worden veel mensen nu een maal jaloers. Het kinnesinne is niet voor niets door de Nederlanders uitge vonden". Henk Ruhling („Ik heb een knobbel voor rechten en toch ben ik nooit op de universiteit geweest') hield echter voet bq stuk en liet zijn advocaat bewerk stelligen dat de afspraak alsnog werd nagekomen. Na deze eerste confrontatie heeft de promotor zijn „rechtenknobbel' nog verscheidene keren nodig gehad. Als grootste overwinning op dat gebied staat bij hem te boek de uitspraak van een Berlijnse rechter in een kort geding dat hij in '65 tegen de Europese Boks Unie voerde- De internationale organi satie werd bij die gelegenheid gedwon gen een levenslange schorsing, die Ruh ling in Nederland had opgelopen, in te trekken. Mede door die affaire hangt er nog altijd een geheimzinnige waas rond de figuur Ruhling. Zijn naam wordt nog vaak gelieerd aan misstanden in de bokssport. Ruhling maakt zich daar niet druk over. Hij zegt: „Wat het pu bliek van me zegt laat me koud. Het belangrijkste voor mij is dat ik goed met mijn boksers en collega's kan op schieten. Zolang de grootste Europese organisatiebureaus nog zoveel vertrou wen in me hebben dat ze regelmatig za ken met me doen, vind ik het goed'. In Nederland houdt hij zich bij het samenstellen van de boksavonden op de achtergrond. Ruhling zorgt voor de tegenstanders, maar de programma's staan op naam van de promotors Veer man, Hartman en Ter Meulen. Henk Ruhling, door ervaring wijs geworden: „Het is voor amateurbestuurders, de goeden niet te na gesproken, moeilijk te begrijpen wat er bij de professionele Henk Ruhling: Tijdens een strandwandeling doe ik nieuwe ideeën op. Henk Ruhling (rechts) met de Spaanse zwaargewicht Urtam, kampioen van Europa. allemaal loos is. Als je wat bereikt hebt en er komt publiciteit dan gaat de af gunst meespelen. Van de mensen die in de bokssport niets te betekenen hebben lees je echter nooit wat, niet goed en niet slecht'. Voordat Henk Ruhling zich helemaal op het boksen kon concentreren heeft hq ook op andere terreinen geprobeerd zqn organisatietalent te gelde te maken. Zo organiseerde h(j eens een wieler kampioenschap van Nederland op het circuit van Zandvoort, missverkiezin gen in verschillende badplaatsen en zelfs een zeepkistenrace. Die laatstgenoemde wedstrijd was tevens het laatste evenement dat Ruh ling in zijn woonplaats mocht houden. Aanleiding voor die „verbanning" was een incident bij de prijsuitreiking, waar Ruhling nu nog nagenietend over ver telt: „Op de Hunzerug van het Zand voortse circuit had ik voor die gelegen heid een hoge stellage laten bouwen. Daar werden de wagentjes vanaf ge duwd. Op die manier konden ze op eigen kracht de finish halen. Wie van de twee het eerste over de streep kwam had gewonnen. Alles liep goed tot aan de prijsuitreiking. Ik had de toenmalige burgemeester van Zandvoort verzocht om de prijzen bovenop de stellage uit te reiken". „Door de regen was het hout echter gaan werken, en toen het publiek bo vendien op de toren begon te klimmen werd de zaak te zwaar en stortte de stellage in- Ik was op dat moment net even weg om de tweede prijs te halen, de burgemeester stond nog bovenaan, dus die maakte de grootste smak". De verwondingen vielen nogal mee. wat niet wegnam dat de burgemeester Ruhling verbood om ooit nog enig eve nement In Zandvoort op te zetten. Tegenslagen waren er in die periode genoeg. Een start van twintig bemande luchtballons in Amsterdam werd door een ware zondvloed en grandioze mis lukking, terwijl ook de missverkiezin gen in eerste instantie geen onverdeeld succes bleken. Ruhling: „Er zqn jaren geweest dat ik de mooiste objecten aanpakte, maar dat alles verkeerd ging. Aan het eind van het jaar had ik dan nog geen stuiver verdiend'. De stuivers die toen uitbleven komen nu wèl binnen. Ruhling drijft een bloeiend eenmansbedrijfje, dat vaak tot (Van een medewerker) LEEUWARDEN Voor het achtste jaar nu al weer heeft de Koninklijke Nederlandse Schaat senrijders Bond (KNSB) de con ditietraining van de dameskern ploeg toevertrouwd aan de 46- jarige Ben Holleboom uit Haarlem, van beroep leraar lichamelijke op voeding aan het college Hageveld in Heemstede. Daarnaast heeft Ben Holleboom liefst zestien jaar lang de conditie van de leden van de herenkernploeg op niveau ge bracht. Dit jaar echter worden de heren voor het eerst qua conditie naar de top gevoerd door Henk Gemser. „Het trainen van de heren iedere zaterdag werd me te veel. Je hebt tenslotte ook een gezin en daar heb je rekening mee te houden", aldus Holle boom. Begin mei zijn de kernploeg rijdsters gestart met de conditietrai ning, die eenmaal per week wordt ge houden op het CIOS in Overveen. De ene week wordt op donderdagmiddag, de andere week op zaterdagmorgen keihard aan de conditie gewerkt. De trainingen duren steeds twee uur op donderdagmiddag van half drie tot half vijf en op zaterdagmorgen van half tien tot half twaalf. Wij hebben in de volop in hersttooi gestoken omge ving van het sterk verouderde CIOS in Overveen een conditietraining on der Holleboom bijgewoond. Van de - negen dameskemploegleden ontbraken toen Elly van de Brom, Stien Kaiser en Carry Geyssen. Aanwezig waren wereldkampioene Attje Keulen-Deel stra, Akke Falkena, Ans Schut, Riene- ke Demming, Trijnie Rep en Wil Burg- meyer. Ben Holleboom verklaart waarom de equipe niet altijd volledig kan zijn: „Carry Geyssen kan in verband met haar werk onmogelijk op donderdag middag oefenen. Elly van de Brom had deze middag een zeer belangrijk college, die zij in verband met haar rechtenstudie niet kon missen, terwijl Stien Kaiser is betrokken bij een brui loft van haar hartsvriendin." Het zijn niet louter de wekelijkse trainingen in Overveen, die de geselecteerde lange- baanrijdsters conditioneel in vorm moeten brengen. Ben Holleboom geeft namelijk naast zijn oefeningen op het CIOS zijn pupillen steeds het nodige wekelijkse huiswerk mee. Dat huis werk bestaat uit het afwerken van in overleg met de rijdster samengestelde trainingsschema's. De training begint steeds met het zich wat loswerken en het doen van allerlei conditieoefeningen, onder meer gericht op het soepel maken van de rugspieren. Daarna wordt overgegaan op het „nuttigen van het voorgerecht", zoals Ben Holleboom het uitdrukt. Dat voorgerecht bestaat in hoofdzaak uit vele series sprintwerk, hetgeen deels in schaatshouding lopend wordt ge daan. De laatste fase van de wekelijkse training is bestemd voor het zware werk, door Holleboom de „hoofdmaal tijd" genoemd. Voor het hoofdgerecht wordt het werkterrein verplaatst van de vlakke ClOS-grond naar het meer heuvelachtige en vooral zanderige deel van het Overveense sportcomplex. In de heuveltjes en in het zand laat Hol leboom de zes rijdsters oefeningen uit voeren, speciaal gericht op de maxima le energie-af gif te tijdens de wedstrijd- duur. „Na het intervalduurwerk en de al gemene circuittraining richten wij nu ons werk de conditietrainingen du ren vermoedelijk nog tot eind novem ber speciaal op de schaatsoefenin- gen. We doen momenteel in hoofdzaak tempo- en sprintwerk. Door het doen van vooral veel uitputtende tempolopen werken we naar de wedstrijden toe", vertelt Holleboom. Zeer geconcen treerd en vlekkeloos voeren de dames het hun opgedragen werk uit. Op het heuvelachtige deel van het CIOS-com- plex start Ben Holleboom het zware werk met een 500 meter wedstrijd. Deels in schaatshouding, deels sprin tend moeten de rijdsters in 45 secon den proberen zover mogelijk te komen. Daarna wordt overgegaan op de 1500 meter. De dames krijgen dan elk 2"/» minuut de tijd om een zo groot mo gelijke afstand te overbruggen. Wat is de mening van Holleboom over de conditie van onze toprijdsters op dit moment? Hij vertelt hierover: „Het zit met de conditie van onze schaatsenrijdsters echt wel goed. In vergelijking met andere jaren is er wel degelijk vooruitgang geboekt. De conditionele voorbereiding is nu al op het toppunt gekomen. Het beste bewijs hiervoor leveren de dames door na het uitvoeren van de uitputtende oefenin gen zich bijzonder snel te herstellen. Ik kan zodoende zonder moeilijkheden direct weer aan het herhalen van die zware conditietesten beginnen". Over de zes rijdsters, die in Over veen trainden, merkt Holleboom op, dat met name Akke Falkena wekelijks gro te vorderingen boekt. „De Friese rijd ster is duidelijk beter in concitie dan vorig seizoen". Hoe lang wereldkampi oene Attje Keulen-Deelstra nog mee kan draaien in de top? „Dat valt niet te zeggen. Wel ben ik van mening, dat hierin de leeftijd niet de hoofdrol speelt maar de milieu-omstandigheden, met name het gezin", aldus Ben Hol leboom, die aan het eind van volgen de maand zijn werk verder ziet uitge dragen door Kees Broekman. BEN HOLLEBOOM diep in de nacht zijn aandacht opeist. Desondanks wil hij zijn zaken aan het eind van het jaar in Amerika verder uitbreiden. In december vertrekt de Zandvoorter voor een maand naar de Verenigde Staten en West Indië om mogelijkheden voor uitwisseling van Amerikaanse en Europese boksers te bekijken. Of daar ook Nederlandse pugilisten voor in aanmerking komen? Ruhling: „Door de komst van nieuwe actieve promotors en de overgang van Rudi Lubbers en Jan van Ispelen naar de profs, is ons land internationaal wel weer mee gaan tellen. Voorlopig zijn de Nederlanders echter nog niet rijp voor dergelijke gevechten. Rudi Lubbers kan ver komen, maar het zal toch minsten* nog een jaar duren voor hij aan de top is. Zijn broer Jan zal misschien' in de loop van volgend jaar in aanmerking kunnen komen voor een Europees titel gevecht". Bas van Duivenbode is momenteel nog steeds de enige Nederlander die op een Europese ranglijst voorkomt. Voor de tweede maal binnen een jaar heeft de NBB hem kandidaat gesteld voor een titelgevecht tegen de Europese kampioen in het halfzwaargewicht Del Papa. Ruhling: „Dit keer geef ik hem een betere kans. Zover ik nu weet kan hy concurreren met de kandidaten van Italië en Engeland". */V\AA/VV\/%/W%#W\A#WW\JVW\n#WWWMW%llim>WW* Vtftf\/WVtAftft/WA/WWWWWWWVWWVWWWWWWWI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 23