VAKBEWEGING MOET IN PRINCIPE
VERLANGENS MENSEN STEUNEN
Bestuurder op
lager niveau
vrijer laten
HET RECHTHUIS
HET HÖGEIUIN
KIP IN'T PANNETJE
Praag spreekt
bestaan van
oppositie
groep tegen
Ex-adjudant A.
Geldtransport in Nederland lachertje
1
CBS-„hoofdtellerdrs. L. J. S. de Jonge:
„VOLKSTELLING TAST PRIVACY NIET AAN"
OVER VIER MAANDEN WORDEN WE GETELD
NVV: Structuur organisaties moet leniger worden
Rhodesische stam
verzet zich
tegen regering
"Eet er,
eens uit
in
DIEVEN VANGEN
TRAMHALTE
OPVALLEND
H ANALYSE
m WEERSTAND
STEEKPROEVEN
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1970
A ctie-secretariaat
Eerst afschrijven
SPECIALITEITEN o.a.
GEEN ZAALHUUR
(Van onze correspondent)
WATERINGEN. Ex-politie-ad-
judant A. J. J. van Lieshout begrijpt
er niets meer van. Dat het voor man
nen met een nylonkous over het hoofd
en een pistool in de hand nog steeds
i «t
mogelijk is miljoenen guldens uit een
auto te roven als gold het de postkoets
van weleer. Toen de adjudant Van
Lieshout tweeëneenhalf jaar geleden
de Rotterdamse recherche vaarwel
zei, bood hij aan banken en waren
huizen, aan een ieder die grote som
men gelds te vervoeren had, zijn dien
sten aan.
„Ik heb schitterende brieven ge
schreven" zegt de heer Van Lieshout.
„Wat heb ik een mooie brieven ge
schreven. Ik heb er niet één antwoord
op gehad".
DEN HAAG. „Vijf maanden na
dat alle gegevens van de veertiende
volkstelling hebben binnengekregen,
is niemand meer in staat persoonlijke
gegevens en zakelijke informaties bij
een te voegen. Een deel van de per
soonlijke gegevens is dan al vernie
tigd. In die eerste vijf maanden zijn
weliswaar alle gegevens bij het Cen
traal Bureau voor de Statistiek aan
wezig, maar die zijn dan over zoveel
afdelingen uitgesplitst, dat het voor
ieder kwaadwillend regime minstens
twee jaar zal duren voordat per per
soon of groep zakelijke en persoon
lijke feiten weer zijn bijeen gevoegd.
In die tijd hebben dan al zoveel mu
taties in de werkelijkheid plaats ge
had, dat deze kennis nog slechts sta
tistische waarde heeft. Voor een in
dividu is samenvoeging onmogelijk".
(Van onze correspondent)
UTRECHT. Het beeld van de vak
beweging moet zo zijn, dat de mensen
het gevoel hebben dat de vakbeweging
in beginsel altijd achter hun verlangens
staat. Zo gezien zal een actie nooit „wild"
kunnen zijn.
„De Band", veertiendaags kaderblad
van het NVV, zegt dit in een artikel over
een leniger structuur voor de vakorgani
satie. Het nummer is geheel gewijd aan
het concept-actieprogram van de drie
vakcentrales en aan het discussiestuk van
de werkgroep maatschappij-kritische vak
beweging.
Over de leniger structuur valt te le
zen: „het komt te vaak voor dat de vak
beweging zich negatief opstelt tegenover
een beweging onder de mensen. Dit cul
mineert in verdachtmakingen als zouden
die mensen gemanipuleerd worden door
in het buitenland geschoolde activisten,
die door duistere politieke motieven wor
den gedreven. Er is wat voor te zeggen
het roer wat dit betreft om te gooien
en als vakbeweging te begiimen met posi
tief te staan tegenover het streven van
mensen om er zelf wat aan te doen."
Door bij voorbaat te veronderstellen
dat er activisten wroeten, drijft de vak
beweging haar mensen in de armen van
louche activisten. Het is zaak dat de vak
beweging zich veel ontvankelijker betoont
ten opzichte van doelbepaling en groeps
vorming onder de werknemers, in eerste
instantie ongeacht of zij „goed" of „an
ders" of ongeorganiseerd zijn. Inplaats
van altijd maar de brand te willen blus
sen, mag men zich afvragen of het de
vakbeweging niet beter staat hier en daar
benzine op de vlammen te werpen, bij
voorbeeld door het stellen van vergaande
democratiseringseisen.
Volgens „De Band" houdt een en ander
in, dat met de gedachte kan worden ge
speeld de vakcentrale tot een „algemeen
secretariaat" op een onafhankelijker wij
ze in de besluitvorming binnen de vak
beweging te betrekken. Gedacht wordt
daarbij aan bondsraden die de structuur
van een bondsparlement hebben, met een
eigen voorzitter en rechtstreeks door de
leden gekozen leden, terwijl ook congres
sen en ledenvergaderingen zich vrijer te
genover het bestuur moeten kunnen op
stellen door met zoveel mogelijk onafhan
kelijke congrespresidia of voorzitters te
werken.
Naar het oordeel van het NW-kader
blad komt het in de vakbeweging in de
toekomst veel meer dan thans aan op de
lagere vakbondsbestuurder, de man die
de contacten met de leden onderhoudt en
die het vertrouwen van de achterban
heeft. Deze lagere vakbondsbestuurders
moeten een grotere vrijheid van hande
len hebben. Bovendien zouden zij via ver
kiezingen aangesteld dienen te worden
De plaatselijke bestuurders zullen zich
IN JANG A Rhodesië (AFP). De Rho
desische Tangwena-stam heeft zijn woon
gebied verlaten en een verborgen bestaan
in de bergen gekozen om te ontkomen
un de autoriteiten die hen willen dwingen
het gebied te verlaten.
Het stamgebied van de Tangwena
maakt deel uit van de bezittingen van
een Europeaan en is door de regering
tot „blank gebied" bestempeld. De stam
zou moeten verhuizen naar een aangren
zend „zwart gebied". Vorige maand wer
den stamleden beboet omdat zij zich had
den verzet tegen de wet op de landver-
deling, de hoeksteen van de Rhodesische
rassenwetgeving.
Het stamhoofd Reyaki Tangwena ver
klaarde maandag dat meer dan 1000 le
den van de stam, mannen, vrouwen en
kinderen, nu „als apen" in de bergen le
ven om aan de politie te ontkomen. Zi;
blijven dicht bij hun traditioneel stam
gebied. Een lagere school in de buurt
heeft de zorg voor de 150 van de jongste
kinderen op zich genomen.
Doden. Bij ongeregeldheden in de Indiasche
staat West-Bengalen zijn drie demon
stranten door de politie doodgeschoten.
Een vierde man kwam om het leven
toen de demonstranten, die tot een mao-
istische groepering zouden behoren, een
bomaanslag pleegden.
vooral moeten richten op het treffen van
voorzieningen inzake territoriale weizijns
vragen, liefst via de nieuwe vormen die
momenteel voor de bestuurdersbonden
worden geëntameerd.
In het blad is ook het commentaar op
genomen van enkele medewerkers van
het wetenschappelijk instituut van het
NVV op het discussiestuk van de werk
groep maatschappij-kritische vakbewe
ging. Volgens de commentatoren worden
in dit program twee dingen uit het oog
verloren: dat het niet altijd zo makkelijk
is de bestaande stucturen op te blazen en
dat niet-activisten er wel eens geen be
hoefte aan konden hebben alles op scherp
te stellen. Het manifest van de maat
schappij-kritische vakbeweging geeft geen
antwoord op de vraag hoe de werkne
mers kunnen worden geactiveerd.
Het kernpunt van de discussie moet, zo
zegt „De Band," veeleer deze zijn: kan
onze Nederlandse samenleving geleidelijk
zodanig worden omgevormd dat het wel
zijn voorop komt te staan of moet het
bestaande als hopeloos worden afgeschre
ven en kan dan pas het begeerde doel
(structurele verandering van de maat
schappij) worden bereikt?
De komende maanden wordt voor de
vakbondsleden door de vakcentrales een
reeks bijeenkomsten aan de toekomstige
positie van de vakbeweging gewijd, waar
op beide actieprogramma's aan de orde
komen.
ADVERTENTIE
n
SCHANS 32-UITHOORN
direct aan de Amstel!
WIJK AAN ZEE
40meter boven zee!
VOOR RECEPTIES, DINERS,enz.
PORT-SHERRY-VERMOUTH 1.00
FEESTELIJKE MENU'S v.a 7.95
vraag folder menusuggestles
inlichtingen en tafelreservering
Het Rechthuis:02975-1380
Het Hoge Duin:02517-322of 341
van het Dirk van den Broek-concern
PRAAG (Reuter). Een woordvoerder
van het Tsjechoslowaakse ministerie van
Buitenlandse Zaken heeft dinsdag het
Reuter-bericht, als zou de communisti
sche partijleiding een conservatieve op
positiegroep hebben ontdekt die naar de
macht zou willen grijpen, „verzonnen"
genoemd.
De correspondent van het Britse pers
bureau werd op het departement ontbo
den om de tegenspraak op zijn bericht
van vrijdag te publiceren.
Volgens het gewraakte bericht zouden
80 aanhangers van de „harde lijn" in een
brief aan de Sovjet-Unie geklaagd heb
ben over de gematigde leiding van de eer
ste partijsecretaris Gustav Husak. De
opposanten zouden een „schaduwkabinet"
hebben gevormd. De woordvoerder van
het genoemde ministerie bestempelde het
bericht als „grove laster".
«V/
A. J. J. VAN LIESHOUT
De 56-jarige heer Van Lieshout, die zich
voornamelijk op het gebied van de parti
culiere recherche heeft begeven, oordeelt
behalve een tikkeltje teleurgesteld kort en
bondig: „Het geldtransport in ons land
was een lachertje en het is een lachertje
gebleven. Een farce. Praktisch overal gaat
het zo. Alleen in Amsterdam, waar een
particulier bedrijf Is, en bfl een bank in
Rotterdam kun je spreken van een be
hoorlijke beveiliging".
De heer Van Lieshout las in de krant dat
rovers in Wateringen alleen maar een
bestelauto hoefden klem te rijden om de
hand te kunnen leggen op anderhalf mil
joen aan bankbiljetten en een half miljoen
aan getekende stukken. Hij las ook dat de
chauffeur dat helemaal in zijn eentje ver
voerde en dat slechts een eenvoudig hang
slot de deuren van zijn auto vergrendelde.
Hij schudt zijn hoofd over zoveel zorge
loosheid. „We kunnen naar de maan en
we zouden een geldtransport niet veilig
kunnen stellen?" is zijn retorische vraag
als we hem over de geldritten in den lande
interpelleren.
Miljoenen guldens reizen er over de
autowegen. Elke dag weer. Achtennegentig
percent (schatting van de heer Van Lies
hout zelf). Grote bedrijven verzorgen zelf
hun geldtransporten. Meestal zijn daar
twee mannen mee belast.
„Maar weten die mannen eigenlijk wel
wat ze doen?" vraagt de heer Van Lies
hout zich af. Wéér een retorische vraag,
want hij is er van overtuigd dat de mees
ten het niet weten. En juist dat moet het
grote wapen zijn: „De mensen moeten
voorbereid zijn op alle mogelijke situaties.
Ze moeten kunnen waarnemen, verande
ringen onmiddellijk signaleren. Zoals een
goede politieman dit kan. Normaal berust
alles wat er gebeurt op een vast patroon,
daarom kan je aan de manier waarop een
vent een fiets pakt zien of die fiets van
hem zelf is of niet"
De heer Van Lieshout gelooft wel een
beetje in het „met dieven vang je dieven".
Hij zegt: „Je moet kunnen denken en
voelen als de onderwereldfiguur. Mensen
die met geldtransport belast worden, moe
ten vertrouwd zijn met de listen en de
lagen van de overvaller, die geweld com
bineert met de hersens van de oplichter.
Van daaruit moet geredeneerd worden,
maar er wordt nagenoeg niets aan ge
daan".
De ex-adjudant weet het nog van zijn
werk bij het bureau voorkoming misdrij
ven van de Rotterdamse politie: „Er zijn
meisjes van achttien, negen tien jaar die
met honderdduizend gulden uit wandelen
gestuurd worden."
Hij herinnert zich uit zijn loopbaan: „Ik
heb eens een knul gevolgd met in zijn
city-bag 550.000 gulden. Vijfeneenhalve
tondie ging onderweg eerst naar de
dinky toys kiiken".
De heer Van Lieshout, welbespraakt en
goedlachs, kan er niet om lachen.
De politie kreeg een keer een tip dat een
72-jarige man die veel geld ging vervoe
ren, zou worden overvallen. De heer Van
Lieshout: „Veertig rechercheurs hadden we
ingeschakeld maar vierhonderd was nog
niet genoeg geweest. Die man ging door de
meest stille straatjes met de meest mooie
portieken. Daar neem ik nooit van mijn
leven meer de verantwoording voor. En
tenslotte ging hij op de tram staan wach
ten en hij zette doodleuk zijn koflertje op
straat om op de tramhalte rustig heen en
weer te kunnen lopen. Toen hij aan de
andere kant was, heb ik het koffertje
weggepaxt en naar de directeur gebracht.
Man, ze geloven je dan nog niet.
Ex-adjudant Van Lieshout forceerde een
bij na-aanrijding met een geldtransportauto
en wat hij verwachtte gebeurde precies: de
chauffeur en zijn begeleider sprongen on
middellijk uit de auto om hem de huid vol
te schelden, maar intussen stond er wel
meer dan twee miljoen gulden bijna onbe
heerd langs de straat.
Met alleen maar goed opgeleide be
wakers bén je er natuurlijk nog niet. Ook
de auto moet aangepast zijn, met de mo
dernste vooral elektronische apparatuur.
Kosten, volgens de heer Van Lieshout
f 50.000.
De heer Van Lieshout: „Net als in Duits
land, Engeland en Frankrijk, waar ik ze
heb bestudeerd, moeten het opvallende
auto's zijn, desnoods met drie olifanten
voorop. Een auto, waar de overvaller ge
woon niet in kan. met kogelvrij glas. met
alle mogelijke alarmeringen. Alleen met
tanks en mitrailleurs kan je dan nog wat
beginnen. Maar als je dan in de cabine
bent en je weet niet welk sein je moet
geven, kan je toch nog niet bij het geld."
Hij is er niet van overtuigd dat er in de
zaak-Wateringen sprake is van een tip
gever binnen het bedrijf: „Volgens mij
hebben de overvallers goed langs de kant
staan kijken, hoe het in zijn werk ging.
Een goede waarnemer zou dat opgevallen
zijn."
Ex-adjudant Van Lieshout wil zjjn dien
sten nog steeds gaarne aanbieden. Hjj
wijst naar de kast in zijn kantoor: „Daar
heb ik de lijsten met de dertig punten die
de begeleiders nooit mogen doen (hij heeft
er één genoemd: onder geen voorwaarde
de wagen uit, ook niet om hulp te bieden
bij een ongeval). Ze kunnen ze zo van me
krijgen maar dan moeten ze wel betalen.
Want voor niks gaat de zon op."
(Van onze parlementsredactie)
Met deze kenschets van feitelijkheden
Illustreert het hoofd van de hoofdafdeling
algemene tellingen van het CBS, drs. L. J.
S. de Jonge de feitelijke onmogelijkheid
van misbruik van de gegevens van de
veertiende algemene volkstelling op 28
februari. Voor geen enkel individu en zelfs
voor geen enkele economische grootmacht
zal het mogelijk zjjn individuele gegevens
uit de telling los te peuteren. In die eerste
vijf maanden zou alleen een kwaadwillen
de overheid er misbruik van kunnen ma
ken.
De telling wordt gehouden door middel
van tot een boekje samengevoegde
ponskaarten. De eerste pagina bevat per
soonlijke gegevens, de rest zakelijke fei
ten. De eerste pagina wordt door de ge
meente na controle met het bevolkings
register al van de andere kaarten los
gemaakt.
In afzonderlijke pakketten gaan de sta
pels kaarten dan naar het CBS in Den
Haag. Daar worden de kaarten met per
soonsgegevens bewaard en de andere in
gevoerd in een computer. De persoons
kaarten worden nog slechts geraadpleegd
als de computer in de andere kaarten een
onvolledigheid heeft ontdekt. Door een
nummer is dan de persoonskaart terug te
vinden. Via de gemeente kan in zo'n geval
het ontbrekende gegeven alsnog worden
achterhaald. Correcte invulling maakt deze
controle dus praktisch niet nodig. Vijf
maanden na de teldatum worden de eerste
van die persoonskaarten al vernietigd. De
heer De Jonge verwacht dat er na ander
half jaar bij het CBS aan persoonskaarten
nog slechts de tien percent aanwezig is,
die de wet hem overlaat voor andere on
derzoekingen.
De tien percent betreft kaarten die vol
komen a-select uit de gegevens zijn ge
haald zonder dat iets bekend is van de op
gaven op de andere kaarten van de set.
Die kaarten worden gebruikt voor nadere
door het CBS te verrichten onderzoeken
alsmede voor analyse van de verschuivin
gen ten opzichte van de volgende volks
telling in 1980 of 1981. De willekeurigheid
waarmee deze tien percent van de kaarten
wordt getrokken, garandeert dat geen en
kele kwaadwillende er iets aan heeft of
iets aan kan doen.
De heer De Jonge wijst er nog eens na
drukkelijk op dat niemand het in zijn
hoofd zal halen om bij het CBS bepaalde
persoonsgegevens weg te halen .„Die zijn
op tal van andere plaatsen zoveel gemak
kelijker te krijgen", zegt hij. Als voorbeel
den noemt hij de bevolkingsregisters, de
belastingdienst, de kentekenadministratie
van auto's, de paspoortenadministratie, de
loonlijsten van bedrijven. Zelfs de leden
lijsten van politieke verenigingen en het
abonneebestand van bepaalde dagbladen.
Hjj zegt te begrijpen dat er een bepaal
de weerstand bestaat tegen een tè nauw
keurig opgetekend staan van bepaalde
groepen. De oorlog heeft inderdaad ge
leerd dat dit kwalijke nadelige gevolgen
kan hebben. Hij wijst er echter ook op
dat de volkstelling geen gegevens over ras
verzamelt. Wel is er een vraag over de
godsdienst opgenomen. „Niet alle joden
hebben echter de joodse godsdienst",
merkt hij op. Ook wijst hij erop dat sug
gesties, dat gegevens over de politieke ge
zindte van de Nederlander op de kaarten
worden genoteerd, onjuist zijn.
De statistische gegevens die over zo'n
vier jaar bekend zijn kunnen voor het be
drijfsleven van groot belang zijn. De heer
De Jonge verheelt dan ook niet dat er met
het bedrijfsleven contact is geweest over
de telling. Het gaat hier echter om over
zichten van groepen die een bepaald ding
gemeen hebben. Zo is het echt mogelijk
om uit de gegevens te weten te komen
hoeveel bankwerkers er bijvoorbeeld in
Eindhoven wonen. Zelfs in een bepaalde
wijk. Maar de adressen van die mensen
Op zondag 28 februari 1971 's nachts om 12
uur is iedere bewoner van ons land
met uitzondering van diplomaten en bui
tenlandse militairen verplicht deel te
nemen aan de veertiende volkstelling.
Iedereen krijgt dan een set ponskaarten,
die hjj moet invullen. Weigering komt te
staan op een boete van vijfhonderd gul
den of twee weken hechtenis.
Op de eerste kaart van het setje moeten
worden ingevuld naam en voorletters,
geboortedatum en plaats, adres en ge
meente. Na deze persoonlijke gegevens
moeten op de volgende kaarten allerlei
kunnen niet worden geproduceerd, laat
staan de namen, zelfs niet voor Philips.
Hetzelfde geldt voor welke andere in
deling dan ook. Wel kan het CBS te zijner
tijd bijvoorbeeld aan een winkelier die
een tienerboutique in een bepaalde straat
wil openen opgeven hoeveel tieners er op
het moment van de telling in de wijk wo
nen waar hij zijn boutique wil openen.
Maar dat soort gegevens verschaft het
CBS desgevraagd nu ook al, maar dan op
basis van verouderde cijfers.
Ook de belastingdienst heeft mets aan
de gegevens. Er wordt omtrent het inko
men immers slechts gevraagd in welke
groep men zit. Die groepen zijn dan: be
neden 8000 gulden, tusser 8000 en 12.000
gulden, tussen 12.000 en 16.000 gulden, tus
sen 16.000 en 24.000 gulden en daarboven.
Eventuele voor de belastingontduiking in
teressante gegevens komen vooral in die
hoogste inkomensgroep voor. Maar juist
zakelijke feiten worden vermeld. Er zijn
vier soorten boekjes. Het eerste is be
doeld voor kinderen onder de twaalf
jaar. Deze moeten behalve hun persoon
lijke gegevens ondei meer aantekenen of
laten opgeven geslacht, soort onderwijs,
nationaliteit, kerkelijke gezindte, hun
eventuele hulpbehoevendheid en hun
plaats in het huishouden.
Een tweede boekje is bestemd voor inge
zetenen boven 12 jaar die geen beroep
hebben. Het bevat behalve de pagina's
voor de kinderen nog kaarten met onder
meer vragen over opleiding en soort on
derwijs, over burgerlijke staat en bron
boven de 24.000 gulden is er geen onder
scheid meer gemaakt. Bovendien heeft de
belastingdienst doeltreffender middelen om
dergelijke fraudes te achterhalen.
Een suggestie om in de plaats van de tel
ling met een steekproef te werken, wijst
de heer De Jonge als onvolledig van de
hand. Ook de opmerking dat de bevol
kingsregisters toch voldoende gegevens be
vatten acht hij niet juist. Aan de hand
van de volkstelling worden de bevolkings
registers gecontroleerd en zonodig bijge
werkt. Het steekproefgewiize onderzoeken
geeft een scheef beeld ten aanzien van
kleine groepen zoals studenten en buiten
landse arbeiders, zeker voor reigo's, ge
meenten en zelfs delen ervan.
Het gaat bij de volkstelling dan ook niet
om vast te stellen hoeveel inwoners ons
land op 28 februari volgend jaar heeft. Het
gaat om méér. Het gaat om cijfermateriaal
dat van belang is voor ruimtelijke orde
ning, voor recreatiebehoefte, voor ver
keersplanning, voor analyses van de ar
beidsmarkt, voor sociologische onderzoeken
van inkomsten. Het derde boekje bevat
drie kaarten extra, die betrekking heb
ben op het beroep en op de manier waar
op men zich naar zijn werk begeeft. Ook
is hier een vraag opgenomen over de
manier waarop mer. zijn auto stalt.
Het vierde boekje bevat nog eens drie
kaarten extra en is bedoeld voor de
hoofden van de huishoudens. Deze kaar
ten bevatten vooral vragen over de wo
ning.
Er is in de laatste weken nogal veel verzet
geweest tegen de volkstellingen. Zo is er
onder meer een Comité Waakzaamheid
Volkstelling opgericht, dat pleit voor
naar bijvoorbeeld de vergrijzing, de urba
nisatie, de gehuwde werkende vrouw of
de gastarbeider etcetera.
Niemand hoeft volgens de heer De Jonge
te vrezen dat door de telling de privacy
van wie dan ook wordt aangetast. „Het
CBS is het meest veilige stuk administratie
van de overheid", merkt hij op. Als voor
beeld voegt hij eraan toe dat als hjj per
soonlijk op een willekeurige dag in april
de gegevens van één enkel individu of een
groep zou willen hebben, ook hjj niet in
staat zou zijn deze te krjjpen. „Ik zou daar
voor op minstens tien afdelingen moeten
zijn en met geen mogelijkheid in staat zfjn
me deze gegevens te verschaffen of de
daartoe benodigde apparatuur te bedienen"
Hulp op de betreffende afdeling is ook niet
mogelijk, want iedereen is gebonden aan
een geheimhoudingsplicht. „Ik begrijp", al
dus de heer De Jonge, „dat we in een soort
angstpsychose voor de computer leven.
Maar laat men dat dan niet afreageren op
de volkstelling, want dan is men aan het
verkeerde adres".
anonimiteit van de telling, omdat er vol
gens het comité geen waarborgen voor
bescherming van de privacy zijn. De PSP
wil, zoals bekend is, zelfs dat de wet, die
door het parlement is aanvaard, wordt
herroepen.
Voor het verzamelen van de gegevens gaan
een kleine honderdduizend ambtenaren
op pad. Voor de verwerking zorgt het
Centraal Bureau voor de Statistiek We
spraken met de „breinen" achter deze
telling, drs. L. J. S. de Jonge en drs. J.
Schmitz, respectievelijk hoofd en plaats
vervangend hoofd van de hoofdafdeling
algemene tellingen van het CBS.