■fc
GEKKE MANNETJES - HEKSEN - ELFEN -
PRINSESSEN - RIDDERS - DEESTJES
Te veel ondermaatse figuren
in rijk bevolkte litteratuur
■Pij li i
WAT DE DIEREN
v
WAT DE KINDERLITTERA
TUUR voor heeft op jeugd-
en romanlitteratuur is, dat
er een veel grotere variatie aan
handelende personen voorradig is,
zoals prinsessen, heksen, elfen,
beestjes, gekke mannetjes. Die
laatste komen ook in de roman
litteratuur voor, maar worden zel
den klassiek want ze gaan geen
generaties lang mee. Het succes
van deze klassieke kinderboek
figuren heeft duizenden schrijvers
verleid tot een imitatie, waardoor
wij nu opgescheept zitten met een
teveel aan ondermaatse figuren.
En het kind zal alleen het verschil
leren zien als hij de ware klas
sieken op dit gebied onder ogen
krijgt.
- 4
mm p
flsfiSSèll®
31 oktober t/m 7 november
haal bij haar eigen tekeningen in
eigen beheer in Londen uitgaf, werd
een beroemdheid. Niet alleen in haar
tijd maar ook in de onze, want zelfs
de grootste stripminnaars onder de
kinderen blijken aan haar dierenver
halen verslingerd te zijn. Haar wat
pittige humor, die zelfs nu nog opval
lend is in vergelijking met zoveel
zijige dierverhalen van anderen, is
ook in de meeste tekeningen aanwe
zig. Het zijn unieke kijk- voorlees- en
leesboekjes voor de 5-8 jarigen.
over de waarheid, zijn met een onuit
puttelijke humor uitgewerkt en psy
chologisch raak afgestemd op kinde
ren van 8-11, die zelf door hun fan
tasieleven zo vaak in conflict komen
met de normen van volwassenen.
De kleine heks Elena;
De 365 jurken van prinses Petronella;
door: Mariette Vanhalewijn
ill.: Jaklien Moerman
uitg.: Lannoo
De kleine, dikke ridder
door: Robert Bolt
vert.: Hans Werner
uitg.: West Friesland
Karlsson vliegt weer;
De beste Karlsson van de wereld;
vert.: Rita Törnqvist-Verschuur
door: Astrid Lindgren
uitg.: Ploegsma
Minetje Miezemuis;
Jeremias Hengelaar;
Poekie Poes;
door: Beatrix Potter
vert.:Heleen Kernkamp-Biegel
uitg.: Ploegsma
Tot de vele beroemd geworden Lind-
gren-figuren zoals de weesjongen Ras
mus, Pippi Langkous, de kinderen
van Bolderburen behoort ook het on
gemakkelijke gastje Karlsson, dat bij
Erik thuis op het dak woont. Eriks
ouders denken "dat hij een „afwij
king" van hun zoontje is en geven de
jongen een hondje op zijn verjaardag,
zodat hij het gekke mannetje dat met
een propeller op zijn rug herhaaldelijk
tochten zou ondernemen naar Eriks
kamer, vergeten zal. Maar Karlsson
duikt weer op, voor iedereen zicht
baar, en razend omdat een hondje
zijn plaats zou innemen. De vele ver
wikkelingen die het optreden van Karls
son voor Erik meebrengt, o.a. Karls-
sons eet-fiebel en diens opvattingen
De fijn-ironische toon, waarmee het
relaas over de ridder-op-leeftijd Ob
long, de dierenvriend begint, wisselt
de schrijver al snel in voor een meer
oubollige manier van vertellen. Kin
deren van 9-11 zal dat hoogstwaar
schijnlijk een zorg zijn, evenals de
Oostenrijkse jury, die dit boek een
staatsprijs gaf. Achter het knotsgekke
verhaal over de wat naïeve ridder, die
door zijn naïviteit de boze machten
herhaaldelijk vloert, steekt voor de
lezers een duidelijke oppepper: hoe
belachelijk de mensen je ook vinden,
trek je er niets van aan wanneer je
denkt dat je het met je ideeën en da
den bij het rechte eind hebt. En fou-
tenmaken is een gewoon menselijk
gebeuren, niets om je hele leven onder
gebukt te gaan.
Voor de lezers die dit er niet uit
halen, blijft er een lekker roezemoe
zig verhaal over, met als rots in de
branding ridder Oblong, de genuan
ceerde, die zelfs het kwade in mens
en dier accepteert als erbij-horend.
Toen ze als journaliste begon had de
jonge Belgische Mariette Vanhalewijn
al een intense belangstelling voor wat
er in de kinderlitteratuur in Noord-Ne
derland omging. Ze schreef er grote
artikelen over, wat een uitzondering
was in België. Maar dat zij zich met
haar twee nieuwste boekjes voor 5-8
jarige meisjes bij de opvallendste jon
ge auteurs heeft geplaatst, is een veel
grotere aanwinst.
In een perfecte taalbeheersing, met
een direct op kinderen afgestelde fan
tasie van de zuiverste soort, weet zij
meisjes te confronteren met hun
moeilijk af te leren hebbelijkheden. In
„de kleine heks Elena" is dat je-rom-
mel-laten slingeren. In „De 365 jur
ken" het iedere-dag-een-andere-jurk-
wülen-aanhebben.
Jaklien Moerman hield haar evoca
tieve kleurenillustraties binnen de kin
derwereld en maakte er geen pronk
stukjes voor volwassenen van, zoals
zoveel prentenboeken tegenwoordig zijn.
Wie de weeïg zoete kleurenillustraties
kent, waarbij men in zuidelijke landen
zweert (nog altijd onder invloed van
de bidprentjescultuur?), zal de door
braakpoging van Jaklien Moerman dub
bel waarderen.
k
Uitgeverij Ploegsma voltooide met
bovengenoemde drie deeltjes een her
uitgaven van twaalf titels, die al voor
de oorlog bij ons verschenen. Beatrix
Potter, die in 1902 haar eerste ver-
Keria
door: Christa Ruha
vert.: Nini v. d. Beek
uitg.: Leopold
Voor de jeugd van 9-11 jaar, die
niets ziet in een boek over fantasie
figuren, een boek zoals er nog wei
nig zijn in onze kinderliteratuur: n.L
over Afrika en de langzame emanci
patie van een Afrikaans dorpsjongetje
dat via een blanke memsaab het le
ven buiten zijn dorpsgebruiken leert
kennen, oude tradities en nieuwe waar
den tegen elkaar leert afwegen.
De schrijfster, die vaak in Afrika
verbleef, etaleert nergens haar ken
nis over Kikoejoes, maar brengt die
onmerkbaar onder in ieder conflict
waarin Keria verzeilt. Dat Christa Ru-
he alle voorvallen en voorkomende
personen tekende naar de werkelijk
heid zal ook wel één van de reden
zijn dat dit boek binnen een half jaar
al aan een herdruk toe was, een teken
dat het boven verwachting aansloeg bij
onze jonge kinderen. Weer eens een
bewijs dat bij ons nog teveel uitge
vers er zich te gemakkelijk afmaken
wanneer ze boeken als „Keria"
zogenaamd niet durven brengen om
dat er geen markt voor zou zijn. Nu
ook jonge kinderen via de televisie
kennis nemen van het leven in an
dere landen, mag de kinderliteratuur
niet achterblijven, al was het alleen
maar om van die andere landen ook
nog eens iets anders te laten zien
dan in een oorlog creperende kinderen
en elkaar afslachtende volwassenen.
MIEP DIEKMANN
niiniiffliiii»
JEUGDBOEKEN IN KORT
UITGEVERIJ L. C. MALMBERG -
's-HERTOGENBOSCH. Een nieuw
deeltje in de „Pietje Prik-serie".
„Daar gaat-ie Pietje Prik!!", waarin
Leo Smulders weer de meest span
nende avonturen en belevenissen ver
telt van Pietje Prik, die bezoek krijgt
van Sultan Ali-Ben-Tiktak die zijn rei
zen maakt op een vliegend tapijt!
Piet Nowee tekent voor zijn 40ste
Arendsoog in „De Sheriff van Wur-
ding", commentaar overbodig.
NV CENTRALE UITGEVERIJ
HARDERWIJK. Richard Scarry:
„Mijn leuk ABC", bewerkt door Wim
K. Goderis. Het boek is ook bijzonder
leuk opgezet en uitgevoerd, en be
doeld voor kinderen vanaf 6 jaar. Het
is een geheel nieuw bedacht alfabe
tisch woordenboek, eigenlijk een ver
tellend woordenboek. Het boek bevat
meer dan 500 trefwoorden, en elk tref
woord kreeg een kort geïllustreerd ver
haaltje, met een eigen actie en eigen
karakter. Behalve dat de verhaaltjes
echt leuk en vol humor zijn, zijn de
illustraties zo kostelijk en beelden zij
zo verrukkelijk de verschillende die-
renkarakters uit. Dezelfde karakters
komen in het boek telkens opnieuw
in een ander verhaaltje terug, wat
meer eenheid en spanning brengt! De
dieren, waarover het in het boek gaat,
stellen zich aan het begin van het
boek voor; zeer fraai en suggestief in
beeld gebracht met de bijpassende na
men. Hele families als: De familie
Knor, de familie Konijn, de familie
De Visser; maar ook enkelingen als:
Bietel Wratzwijn, Baron van Kraai,
Dokter Pil en Zuster Nora, of Krie
beltje Kever of Grote Chef Buffalo
en nog veel meer, allemaal types, de
een al merkwaardiger dan de ander,
maar bijzonder goed getroffen.
„Mijn leuk ABC" is dus in de eerste
plaats een „leuke" ontspanning en er
varing voor het jonge kind; maar in
de tweede plaats zal het ook zijn lees
vaardigheid en taalgevoel op een een
voudige en natuurlijke wijze verbete
ren. Hij wordt zich namelijk geleidelijk
aan bewust van het nauw verband tus
sen tekst en illustratie van elk ver
haaltje. Eerder verscheen van dezelf
de schrijver „Mijn leuk Woordenboek"
en „Mijn leuk Wereldje".
VAN GOOR ZONEN-DEN HAAG. Twee
„Nieuwe Hardy's": spannende detee-
tieveverhalen voor jongens van 12
jaar en ouder. „De Vikingschat" en
„Smokkeleiland" beide boeken geschre
ven door Franklin W. Dixon. In de
„Delta"-boekjes een derde druk van
„Boot zonder water" van Gertie Even
huis, geïllustreerd met tekeningen
van Jenny Dalenoord. Een geestig en
spannend verhaal over een stel Zeeuw
se jongens dat een boot bouwt op de
zolder van de pastorie. De „Grote
Put", een wijde kreek, waar de jon
gens met de boot te water willen,
wordt ondertussen bedreigd met dem
ping, paniek!, maar ook een
koen besluit:óp naar Den Haag,
compleet met spandoek, waarop de
kreet: „Wij willen vrijemeren!!!"
Een boek voor jongens én meisjes
van 10 jaar en ouder.
DE BEZIGE BIJ-AMSTERDAM.
Voor de kleintjes een serie heel kleu
rige en fleurige prentenboeken, in
langrijkste, de tekst is heel summier,
gevoerd. De grote platen zijn het be
langrijkste, de tekst is heel sumier.
Het is oorspronkelijk een Engelse uit
gave, die door De Bezige Bij voor
Nederland is overgenomen, uiteraard
met vertaalde tekst.
Een goede keus lijkt ons deze serie,
die onder de naam: „Groot Gouden
Boekjes"! wordt gebracht. De titels
zijn: „Karei de Kikker," „Loekie het
Lam," „Wat de Dieren doen," „Sjors
de Giraf' en „Welke Vogel kies jij?"
ARBEIDERSPERS - A'DAM. In een
nieuw jasje gestoken zijn de oude alom
bekende verhalen over „De Wereldreis
van Bulletje en Bonestaak," verteld
door A. M. de Jong, met prentjes
van G. van Raemdonck. De tekst en
de prentjes zijn gelijk aan de eerste
boekuitgave van 1924, majr de We
reldreis van Bulletje en Bonestaak ver
scheen al in 1921 als eerste oorspron
kelijke Nederlandse krantestrip in het
dagblad Het Volk. De Jong en Van
Raemsdonck hebben jarenlang, tot
1935, met veel plezier de belevenissen
van de twee Hollandse jongens ge
schreven en getekend en altijd op het
zelfde hoge peil. Deel 1 en 2 versche
nen reeds in 1968 in herdruk. Deel 3;
„Ouwe Hein onder de zeerovers" en
deel 4: „Avonturen in New-York" zijn
nu ook uit. En zé doen het nog best,
deze „oudjes," in de rij van de moder
ne stripverhalen; ze boeien niet alleen
de jeugd, maar misschien ook wel vele
ouders... Sweet memories! uit hun
jeugd! Annie M. G. Schmidt: „Mi-
noes," met tekeningen van Carl Hol
lander. Een leuk poezenverhaal, dat
alle kinderen aanspreekt.
UITGEVERIJ CANTECLEER-DE
BILT. Een serie „Kangoeroe-boekjes"
voor de kleintjes. Het is een Engelse
uitgave van kleine prentenboekjes met
korte tekst; waarvan de Nederlandse
bewerking is verzorgd door Marian
Hesper-Sint. De titels zijn o.a.: „Kat
jes overal, in de stad en buiten"
„Waar bleef de Bal?", de avonturen
van een hondje met een bal. „Toen
de Storm kwam", het verhaal van
een „loos" vissertje in de storm, „Hoe
Klazien leerde loeien", en Klazien is
dan een koe, maar nog heel jong en
onervaren.
Een kleine verhalen-Omnibus van
Lea Smulders: „Geef me de vijf',
waarin ook vijf verschillende verhalen
zijn opgenomen, die al eerder in af
zonderlijke boekjes zijn verschenen,
te weten: „Brammetje Beer", Me
neertje Verkeerd „Tijntje Tover-
schaar", „Stapvoet het ezeltje van
het pannekoekenhuis" en „Stappertje
Step". Voorin vertelt de schrijfster:
„Hoe dit boek aan zijn naam kwam"
en dat is op zichzelf weer een leuk
„mini-verhaalt je". Marijke Sleutelaar,
Vic Sjouwerman en Hetty Paerl
schreven, „prutsten" met alle re
spect voor de creatieve arbeid en
tekenden een „Feestboek" in elkaar:
„Morgen is het feest". Bedoeld voor
jonge ouders of verzorgsters van kin
deren om suggesties op te doen om
van een verjaardag een feest te ma
ken. Er is aan van alles gedacht: van
de uitnodigingen van en aan de kind
jes, tracteren op school, via het ver
sieren en de spelletjes tot het maken
van muziekinstrumenten toe! Door de
illustraties laat het aan duidelijkheid
niets te wensen over.
A. W. SIJTHOFF-LEIDEN. Heruit
gaven van het beroemde prentenboek
„A B C", geïllustreerd met de prach
tige silhouetjes van Nelly Bodenheim!
Haar artistieke prentenboeken met
oud-Hollandse bakerrijmpjes als teks
ten waren en zijn nog een begrip.
Niettegenstaande deze kunstenares in
de vorige eeuw is geboren, om pre
cies te zijn in 1874, en in 1951 is over
leden, hebben haar fijne tekeningen
en silhouetjes nog niets van hun aan
trekkingskracht op de kleuters èn de
ouderen, verloren.
UITGEVERIJ WEST-FRIESLAND,
HOORN. Twee in het buitenland be
kroonde boeken Meindert de Jong ont
ving met: „De lange wandeling'', als
beste kinderboek 1969 een prijs in de
VS en Robert Bolt met: „De Kleine
dikke ridder" de staatsprijs voor
jeugdboeken 1968 in Oostenrijk. Het
eerste is een echt Hollands verhaal
over een klein boerenjongetje van een
dorp in Friesland, die voor het eerst
„op reis" gaat met zijn grootvader
naar een tante, die buiten het dorp
woont, en zijn eerste echte avonturen
beleeft. Het andere boek: „De Kleine
dikke Ridder" geeft een spannend en
amusant verhaal over de onverschrok
ken strijd van de titelfiguur tegen de
duivelse listen van een zekere Baron
en zijn aanhangers. De kleine dikke
ridder, altijd opgewekt en vol humor,
is goede vriendjes met alle dieren en
kan in zijn strijd altijd op hun hulp
rekenen, zodat hij tenslotte als over
winnaar uit de bus komt. Maar voor
met zover is valt er heel wat te bele
ven!!
N.V. GEBR. ZOMER KEUNINGS-
WAGENINGEN. „Het Kinder-goochel-
boek" samengesteld door Ruth Dirx
en Fritz Mareck. Een leuke verzame
ling toverkunstjes, die de kinderen
zelf kunnen uitvoeren, waarbij dan
ook gebruik wordt gemaakt van een
voudige middelen, als: lucifers, een
stukje draad, een glas, een zak
doek of kaarten. Een bron van
vreugde om zelf te laten doen op par
tijtjes. Jong geleerd, oud gedaan!!
VAN HOLKEMA WARENDORF-
BUSSUM. Het vervolgverhaal voor
de jeugd: „De Fonteinen van Rome"
van Hans Werner is nu ook in boek
vorm verschenen, als deel I van de
Pipet-Speurder-Reeks, een humoristi
sche jeugd-detective-serie, die door de
ze schrijver is opgezet. Hans Werner
is ook de schrijver van het bekroonde
kinderboek 1968: „Mattijs Mooi Mu
ziek."
Deze eerste „Pipet-Speurder" speelt
in Rome, waar we kennis maken met
de Amsterdamse speurder-commissa
ris Pipet en zijn zoon Peter. Een Ne
derlandse oudheidkundige heeft een
waardevolle munt opgegraven, maar is
hem meteen weer kwijtgeraakt. Nu, dan
kan de jacht van vader en zoon be
ginnen en gebeuren er allemaal
spannende en opwindende dingen,
.die tenslotte in een kostelijke ont
knoping eindigen!! Al zullen velen het
verhaal reeds gehoord hebben, tóch is
het de moeite waard het boek nu ook
te lezen, misschien juist daarom. Voor
de leeftijd vanaf 10 jaar. De eerste
vier delen van de nieuwe REGEN
BOOG-REEKS, een serie boeken voor
jongens en meisjes van 9-12 jaar. Alet
Schouten: „De Mare van de witte To
ren". Ivan Southall: „De Gomboom"
E. W. Hildick: „Geen melk vandaag"
Jan Terlouw: „Pjotr".
Tekstschrijver en illustrator Harrie
Geelen heeft, met medewerking van
Imme Dros en regisseur Bram van
Erkel, een boek gemaakt van „Oebe-
le", net zo gevarieerd en met eigen
stijl als „Oebele"-zelf. Het kon een
voudig niet uitblijven! Het draagt de
officiële en spannende naam van:
„Het Groot Oogverblindend Oebele
Omniboek". Wat moet ik er nog ver
der van vertellen: „Het is gegaran
deerd hupsakee. Het staat vol met te
keningen, foto's, liedjes, versjes, kor
te verhaaltjes en één lang verhaal.
Alle bekende mensen komen er na
tuurlijk in voor, en er is ejn ontzet
tend grote kaart van Oebele-Centrum
bij met alle straatjes, slobjes, steeg
jes, buurtjes, pleintjes, brinkjes, wa
tertjes, en.je kunt het niet zo gek
bedenken wat al meer.
Alet Schouten: „De Zeeridder", met
illustraties van Rien Poortvliet. In
het jaar 1000 verschijnt plotseling in
het gehucht Zeshuizen een wonderlij
ke zeeridder; zomaar uit het wad de
dijk op, vlak bij de hoeve van boer
Tjal. Grote opschudding alom, en de
wildste geruchten doen de ronde! Al
leen boer Tjal gelooft niet aan de
praatjes en geruchten over zeeridders,
of meermannen, of duivels. Maar als
zijn dochter besluit met die zeeridder
te trouwen, wil hij toch wel eens wat
meer weten. Een boek voor de oude
re jeugd.
Jaap ter Haar en Rien Poortvliet
schreven en tekenden samen een
„Kerstboek". Een boek vol fijne kerst
verhalen om voor te lezen, afgewis
seld door verscheidene bekende kerst
versjes met notenbeeld om te zingen
of te spelen op een instrument.