CHARLES DE GAULLE:
L_ GERESERVEERD MAN MET FIER KARAKTER
9
WÊ
I IfS 4
Sym bool
van
onkreuk-
baarheid I
mSfii
mÊÈmF
i
mm
ïmmM
JU
1m
l-fc H P
.Hl swSawHI
V lp - 1 Hg l
m §Éi appli
gig m
DINSDAG 10 NOVEMBER 1970
9
Vanwege zijn uitzonderlijke lengte -
„geen enkele tijdgenoot heeft hem ooit
recht in de ogen kunnen kijken", zo zei
van hem eens een spirituele Nederlandse
diplomaat - en uit hoofde van zijn geeste
lijke makelij en psychologische habitus
was Charles de Gaulle wel echt een man
van het noorden. De Zuidfranse zwier, en
spontaniteit en het „savöir-vivre" waren
hem volledig vreemd. Hij werd op 22
november 1890 geboren en zijn wieg stond
in Rijssel, niet zo ver dus van de Belgische
grens. In die noordelijke dreven hebben
de De Gaulle's, een geslacht van kleine
Franse adel, verschillende generaties ge
leefd, terwijl zijn echtgenote, Yvonne
Vendroux (welke naam een verbastering
is van het Nederlandse Van Droog)
eveneens uit het noorden stamde. Haar
vader was een welvarende koekjesfabri
kant in Calais. Tijdens zijn eerste officiële
staatsiebezoek aan de Bondsrepubliek en
aan zijn geestverwante vriend kanselier
Konrad Adenauer, heeft De Gaulle, in
1962, trouwens onthuld dat zijn familie
eigenlijk van Duitse afkomst is. De Gaulle
is de verfransing van Kalb, een naam die
in Zuid-Duitsland nog steeds vrij veel
voorkomt. Letterlijk is een „gaule" - dat
ook nog gallie betekent - echter een vis
hengel. En het is dan ook met zo'n lange
zwiepende hengelstok geweest dat tijdens
de bezetting op de Parijse Champs-
Elysées de studenten hun sympathie met
de generaal in Londen onder de ogen der
nazi's brachten. De vader van Charles de
Gaulle, die een dochter, gehuwd met een
Kamerlid, en drie zoons had - waarvan
Pierre burgemeester van Parijs is geweest
en Xavier consul-generaal in Zwitserland
- onderwees als leeraar filosofie en
Franse letteren op een jezuïeten-college
in Parijs. Met die beide gegevens, het vak
van de vader en de negentiende-eeuwse
sfeer van zo'n klooster, heeft men weer
twee andere sleutels in handen voor het
begrip van de persoon en het karakter van
De Gaulle.
Soldaatje spelen
fa/vit-w mii i
.A«'.
y/' -
Klapstoeltje
Vijfde Republiek
J
DE HELE OPVOEDING van Charles en van de andere kinderen, voltrok zich
volgens de zeer strenge en puriteinse normen van een godsdienst waaraan bij de
De Gaulle's, in tegenstelling met zovele Franse families, zeker niet slechts een
decoratieve waarde kon worden toegekend. Dat scherpe, principiële onvrij
zinnige en weinig moderne onderscheid dat De Gaulle later in zijn politieke
denken altijd heeft gemaakt tussen „goed' en „kwaad „vrijheid en „dicta
tuur", „christelijke beschaving" en „communisme", Frankrijk en de rest, vond
zonder twijfel zijn bron in die opvoeding. In die eerste jaren werd reeds de
grondslag gelegd voor de brede cultuur die door de Griekse klassieken en de
Franse filosofen werd gevoed en die de generaal op het toppunt van zijn aanzien
mogelijk heeft weerhouden in zijn almacht af te glijden naar een persoonlijke
dictatuur, gebaseerd op geweld en terreur, welke vloekte met zijn opvattingen
van menselijke vrijheid en waardigheid.
Tenslotte mag worden aangenomen
dat de litteraire aanleg, die De Gaulle
met alle grote Fransen gemeen had. in
zijn jeugd al werd gericht, ontwikkeld
en toegespitst door net dagelijkse con
tact met de classici. Niet ten onrechte
heeft men De Gaulle als schrijver van
de drie delen gedenkschriften vanwege
de brede, forse adem der volzinnen het
persoonlijke woordgebruik en de heldere
en transparante stijl, wel vergeleken met
de grootste figuren die de Franse littera
tuur heeft opgeleverd.
ALS KIND TOONDE Charles de Gaulle
al een gereserveerd en fier karakter
waarin een neiging naar dwingelandij kon
worden ge"«"den Z\jn broer Pierre zou
zich later tenminste herinneren dat de
toekomstige generaal-staatsman alleen
maar plezier had in soldaatje-spelen, en
dat hij dan bovendien nog altijd wilde
commanderen. Zijn letterkundige begaafd
heid openbaarde zich ook al tamelijk
vroeg. Er zijn verschillende toneelstuk
ken. heroïsche drama's in manuscript ge
vonden, die Charles de Gaulle als lyceum
leerling destijds heeft geschreven.
Na zijn middelbare school waarbij hij
uiteraard de klassieke richting met Latijn
en Grieks als oude talen had gekozen,
volgde de stap naar Saint-Cyr die hem
weinig aarzelingen gekost zal hebben: de
wereldberoemde Franse krijgsschool die
hij in 1911, met de rang van tweede lui
tenant, verliet. Van dezelfde jaarklasse
maakte ook deel uit de zoon van een
gendarme uit het Algerijnse Oran, Al-
phonse Juin, die toen de maarschalkstaf
al in de ransel droeg.
De wegen van beide toekomstige krijgs
heren zouden elkaar nóg verschillende
malen kruisen, om vooral in de latere
jaren naar tegengestelde kampen te lei
den.
Zo was Juin in de tweede wereldoorlog
eerst lid van Petain's Vichy-clan, voor
dat hij de Duitsers, aan het hoofd van
een Franse legerschaar, in Italië begon te
bestrijden en te verslaan. Ook naar aan
leiding van de Algerijnse tragedie zouden
de voormalige krijgsschoolleerlingen nog
eens scherp tegenover elkaar komen te
staan.
Niettemin is Juin de enige Fransman ge
weest die het durfde De Gaulle te tutoye
ren, een vrijheid die zelfs zijn echtgeno
te zich nimmer moet hebben veroorloofd.
Drie jaar na de voltooiing van zijn mi
litaire studie krijgt luitenant De Gaulle al
gelegenheid het wapenvak metterdaad te
beoefenen. Bij het uitbreken van de eer
ste wereldoorlog in 1914 wordt hij, nau
welijks 24 jaar oud, opgenomen in het 33e
infanterieregiment, waarvan de kolonel
tweede historische samenloop van omstan
digheden de naam draagt van Philippe Pé-
tain. Verschillende wapenfeiten die zowel
van zijn zeldzame fysieke moed als ook
van zijn scherpe intelligentie als tacticus
getuigen, schrijft De Gaulle op zijn naam.
Twee maal wordt hij gewond, bij Dinant
en bij Verdun waar hij tenslotte door de
Duitsers ook nog krijgsgevangen werd ge
maakt.
In een speciale dagorder brengt de intus
sen tot generaal bevorderde Pétain hem
dan hulde als „officier die zich in alle op
zichten heeft onderscheiden". (Dezelfde
Pétain die De Gaulle in de Tweede We
reldoorlog, wegens hoogverraad bij ver
stek ter dood zal laten veroordelen. Wan
neer Charles de Gaulle, voormalig staf
officier, in 1945 echter regeringschef van
het bevrijde Frankrijk is geworden, ver
leent hij Pétain gratie. Pétain was toen
om zijn verraad aan het vaderland op
82-jarige leeftijd ter dood veroordeeld).
De Gaulle op een van zijn vele rond
reizen in Frankrijk. In Saint Dizier
kwam hij handen tekort.
DE OORLOG IS nog niet afgelopen.
Maar Frankrijk, hoe uitgeput het ook is
zal, zo wil De Gaulle, al zijn inspannin
gen in dienst van de uiteindelijke over
winning moeten stellen. Uit de „compag
nons", die hem in Londen en in Algiers
trouw hadden vergezeld en uit 'e kop
stukken van de politieke partijen stelt hij
een voorlopige regering samen, waarin
met Maurice Thorez nog drie andere com
munisten worden opgenomen. Georges
Bidault neemt de portefeuille van Buiten
landse Zaken voor zijn rekening. De sa
menwerking verloopt echter uiterst stroef
en in januari 1946 neemt hij onverwacht
de beslissing als minister-president af te
treden.
DE EERSTE WERELDOORLOG beëin
digt De Gaulle met de rang van kapitein
in krijgsgevangenschap. Vijf keer poogde
hij tevergeefs daaruit te ontsnappen. Hij
heeft zijn tijd achter het prikkeldraad
met zijn onblusbare energie echter niet in
ledigheid doorgebracht. Hij stelt zijn er
varingen in (en na) de strijd met de Duit
sers op schrift.
Notities waaruit later zijn eerste boeken
zullen ontstaan, boeken waarin men de be
ginselen van zijn latere politieke en mili
taire programma's al terug zal vinden.
Weldra roepen de militaire plichten op
nieuw. In 1920 neemt hij, onder het be
vel van generaal Weygand, deel aan de
campagnes in Polen waar hij veelvuldig
contact heeft met de vermaarde maar
schalk Pilsoedski. De gevolgen van de won
den die hij in de oorlog heeft opgelopen
nopen hem echter spoedig tot een vrij
langdurige rustperiode. Dan wordt hij be
noemd tot leraar in de militaire geschiede
nis op de krijgsschool van Saint-Cyr waar
hij opnieuw in relatie treedt met Pétain
die hem ten tweede male opneemt in zijn
staf. Tot 1932 volgen nu weer verschillende
missies in het Rijnland dat bij het ver
drag van Versailles door de Fransen werd
bezet, en in het Nabije Oosten waar hij de
militaire en politieke verhoudingen in Sy
rië, Irak, Egynte en Iran bestudeert.
In de jaren die hem nu nog van de twee
de wereldoorlog scheiden, vervult De Gaul
le, die intussen kolonel is geworden, en
kele hoge functies op het ministerie van
Oorlog. En het is ook in deze tijd dat
hij zijn revolutionaire militaire theorieën
opstelt in geschriften als „Vers l'ar-
mée de métier en au fil de l'épée"
waarvoor de toekomstige vijanden in Duits
land echter veel meer belangstelling blij
ken op te kunnen brengen dan zijn eigen
landgenoten. Later zal de befaamde spe
cialist van het Duitse tankwapen generaal
Guderian, zijn spectaculaire successen in
de eerste fase van de tweede wereldoorlog
dan ook verklaren uit de lessen die hij
uit De Gaulle's publikaties had getrokken.
.Té
De triomfantelijke intocht van generaal Charles de Gaulle op 22 augustus m
het bevrijde Parijs. De Gaulle loopt, toegejuicht door honderdduizenden Panjze-
naars, met een groep „vrije Fransen" onder de Are de Tnomphe door.
In Frankrijk zelf waar vooral de linkse
partijen een beroepsleger, ?oals De
Gaulle noodzakelijk acht, altijd als een le
vensgevaar voor de republiek hebben ver
afschuwd een vrees die later door de
diverse putsches in Algerije ook zeker
niet zou worden gelogenstraft was er
slechts één figuur in de binnenlandse po
litiek die de visionaire grootheid van de
kolonel als militair denker doorzag: de
scherpzinnige conservatief Paul Reynaud.
Maar ook Reynaud kon de profeet in
eigen land (nog) niet in ere brengen, of
schoon De Gaulle aan hem wél zijn eerste
stappen op het pad der politiek dankte.
Evenals zijn (voorlopige) benoeming tot
brigade-generaal (twee sterren), een rang
waarboven hij nimmer meer zou stijgen,
omdat hij nadien niemand meer als zijn
„meerdere" zou erkennen, die hem had
kunnen bevorderen.
IN DE MEIDAGEN van 1940 wanneer
Duitse horden Frankrijk mèt de rest van
West-Europa overweldigen, doet Paul
Reynaud, die dan de leiding van de re
gering uit handen van Daladier heeft
overgenomen, zoals Churchill in Lon
den Chamberlain zal aflossen nog een
laatste beroep op het militaire genie van
De Gaulle. Met de moed der wanhoop,
en met enige opmerkelijke plaatselijke
successen, probeert De Gaulle, aan het
hoofd van zijn geïmproviseerde tankdivi
sie, de Duitsers bij Laon in Noord-Frank
rijk tot stilstand te brengen.
Op 18 juni 1940 maakt De Gaulle op
zijn vijftigste jaar zijn legendarische en
tree in de Franse geschiedenis door voor
de microfoons van de B.B.C. een korte re
de uit te spreken, die in Frankrijk nog
weinig weerklank vindt, maar die niette
min een profetisch geluid doet horen:
„Ik, generaal De Gaulle, verklaar u dat
Frankrijk een veldslag heeft verloren,
maar de oorlog zal winnen. Dezelfde mid
delen die ons nu tijdelijk verslagen heb
ben, zullen ons morgen tot de victorie
voeren."
Met een handjevol Fransen dat zich toe
vallig ook in Londen bevindt, legt De
Gaulle dan de grondslag voor de Franse
revanche en alleen vertegenwoordigt hij
zonder zich op enige officiële opdracht
te kunnen beroepen zijn land in het
kamp der vrije volkeren. Hij is voor zijn
machtige „geallieerden" waarvan hij
voor letterlijk alles huisvesting, voed
sel, financiën, munitie afhankelijk is,
niettemin zeker géén gemakkelijk heer
„Het zwaarste kruis dat ik in de oorlog
heb gedragen, zo zal Churchill zich later
herinneren, is het kruis van Lotharingen
geweest" (het kruis dat De Gaulles
„vrije Fransen" als hun symbool had
den aangenomen). De Gaulle antwoordde
in zijn memoires op die churchilliaanse
klacht: „Iemand die zo zwak stond als ik
in die dagen, kan zich geen souplesse per
mitteren."
Teleurgesteld en verbitterd, werpt hij de
politieke partijleiders hun steriele onder
linge belangentwisten, ten koste van het
welzijn des lands, voor de voeten en hij
trekt zich nu in de eenzaamheid van zijn
buitenhuis in Colombey-les-Deux-Eglises
terug. De Vierde Republiek, die boven
dien gefundeerd is op een grondwet, die
De Gaulle indertijd al had afgewezen,
wordt nu de speelbal van de politieke
partijen, en de kabinetscrises wisselen el
kander in versneld tempo af (a raison
van gemiddeld vijf maanden per rege-
gering). In 1947 treedt De Gaulle uit zijn
vrijwillige ballingschap echter weer naar
voren, nu als leider van de R.P.F., een
partij met duidelijk autocratische tenden
sen die zich ten doel stelt het hele Fran
se volk behalve de communisten die
hij „separatisten" noemt te verenigen.
Maar het gaullistische getij blijkt na
twee jaren weer te keren, en opnieuw
trekt De Gaulle zich terug in zijn privé-
kasteeltje, waar hij zich komende jaren
uitsluitend wijden zal aan de redactie van
zijn indrukwekkende gedenkschriften.
De Gaullisten, die de smaak van de po
litiek haar „verrukkingen en haar ver
gif" om met De Gaulle te spreken in
tussen óók te pakken hebben gekregen,
dragen nu dapper hun steentjes bij om
Frankrijk in eigen en andermans ogen
steeds zwaarder te compromitteren en de
„zieke man van Europa" naar zijn graf
te slepen. De baten van het economisch
herstel en zelfs van de welvaart blijken
bovendien steeds minder opgewassen te
gen de lasten die door uitzichtloze kolo
niale oorlogen, eerst in Indo-China en la
ter in Noord-Afrika, op de nationale
schatkist worden gelegd. Oorlogen even
wel de de re geringen, uit vrees voor de
beschuldigingen van landverraad waar
mee vooral de gaullisten hen vervolgen,
toch niet vermogen of durven te beëindi
gen.
meerderheid door het volk wordt aan
vaard. De „Vijfde Republiek" is geboren
en generaal De Gaulle treedt op als haar
president.
EEN PRESIDENT ECHTER, die door
de grondwet met zeer verreikende be
voegdheden is bekleed en die zijn macht
niettemin steeds verder uitbreidde om
tenslotte de positie te veroveren van een
absolute monarch die praktisch aan nie
mand meer enige verantwoording ver
schuldigd was. Hij zette stap voor
stap alle opponenten buiten spel, waarbij
hij de list als een Machiavelli hanteerde.
Niettemin heeft hij ook haarden van
haat en verzet in het leven geroepen zo
als de geheime legerorganisatie de
O.A.S., waardoor zijn leven en die veilig
heid van de staat bij herhaling werden
bedreigd. Tenslotte wist hij echter succes
sievelijk eerst de hoge militaire leiders,
die zich in hun Algerijnse illusies verra
den voelen, en, in een volgende fase, de
politieke partijen tot onderwerping te
dwingen ofwel schaakmat te zetten.
In 1962 veroverde op dezelfde manier
zijn partij, de UNR, de absolute meer
derheid in het parlement, zodat zijn bin
nenlandse politiek door geen enkele oppo
sitie meer kon worden belaagd, en tevens
iedere normale democratische parlemen
taire controle praktisch werd uitgescha
keld.
De Gaulle heeft zich, vooral in zijn
laatste regeringsperiode, enorm veel moei
te getroost Europa te bevrijden van de
naar zijn mening veel te sterke Ameri
kaanse invloed. Hij heeft getracht door de
„Force de frappe", een volwaardige Franse
atoombewapening, Europa onafhankelijk
te maken op het gebied van de defensie.
De Franse ex-president heeft veel stof
doen opwaaien door Engeland de toegang
tot de EEG te weigeren. De Gaulle was,
toen hij in 1962 zijn veto over de Britse
toetreding uitsprak, van mening dat de
Engelsen eerst in eigen huis orde op zaken
moesten stellen en hun economie moesten
aanpassen aan die van de lid-staten van
de EEG. Als dat eenmaal zou zijn gebeurd,
zo meende hij, zou niets de aansluiting
van Engeland meer in de weg hoeven
staan.
De Gaulle die voor de binnenlandse
vraagstukken van sociale of economische
aard nooit heel veel belangstelling heeft
weten op te brengen kon al zijn aandacht
wijden aan de grote problemen der inter
nationale politiek. Zijn streven was van
Frankrijk de leidende mogendheid op het
Europese continent te maken, opdat hij.
De Gaulle, als gelijkwaardige gespreks
partner tegenover de Verenigde Staten, de
Sovjet-Unie en China zou kunnen optre
den.
IN MEI 1958 verstrijken de laatste uren
van de Vierde Republiek. Een nieuwe po
litieke crisis heeft in Parijs een kabinet
aan de macht geholpen waarvan de pre
mier, de katholieke volksrepublikein Pier
re Pflimlin, door de gaullisten en andere,
rechtse elementen plus vooral door de le
gerleiding wordt verdacht een einde aan
de oorlog in Algerije te willen maken. In
Algiers neemt nu de opperbevelhebber
Raoul Salan alle macht in handen om te
eisen dat in Parijs een regering van na
tionaal saluut de plaats van het wettige
kabinet zal innemen Gaullistische ele
menten weten Salan te bewegen een rede
tot het volk met de uitroep „Leve De
Gaulle" te besluiten, om zo de generaal
kandidaat te stellen als opvolger van
Pflimlin.
(Later is trouwens bekend geworden
dat het hele scenario voor de machts
overdracht waarbij herhaaldelijk open
lijk gedreigd werd Parijs met parachutis
ten vanuit Algerije te overmeesteren, in
nauw overleg met generaal De Gaulle
was opgesteld).
Zonder de rebellerende officieren te de
savoueren, verklaart De Gaulle zich in
derdaad bereid zijn verantwoordelijkhede
te aanvaarden, en zo vormt hij dan een
nieuwe regering waarin naast Pflimlin en
de socialistenleider Guy Mollet ver
scheidene van zijn oude getrouwen als
ninisters worden opgenomen. De minister
van Justitie, Michel Debré, die als senator
onder de Vierde Republiek en als natio
nalistisch debater en polemist beschouwd
werd de officieuze vertrouweling van ge
neraal De Gaulle te zijn, stelt nu een
nieuwe grondwet op die in 1959 met grote
Dat gebrek aan begrip voor binnen
landse economische en (sociaal-)politieke
problemen is de Gaulle noodlottig gewor
den. Een actie van een kleine groep stu
denten liep uit op de „mei-revolutie" van
1968, een langdurige en vrijwel totale sta
kingsactie. Het doel was duidelijk: om
verwerping van het Gaullistische bewind.
Slechts door vergaande maatregelen wist
de regering de chaos te beteugelen. Op
het hoogtepunt van de „revolutie" was de
Gaulle zelfs enige tijd spoorloos. Nader
hand bleek dat hij generaal Massu bij de
Franse troepen in West-Duitsland had op
gezocht. Op 30 mei keerde de Gaulle terug
naar Parijs, waar hij het parlement ont
bond en verkiezingen aankondigde. De
verkiezingen werden voor de president een
groot succes.
Bij het referendum van 27 april 1969
bleek dat de Gaulle het vertrouwen van
zijn Fransen had verloren, want een kleine
meerderheid zei „neen" tegen zijn plan
voor een hervorming van de senaat en in
voering van een zekere gewestelijke auto
nomie, waaraan hij een vertrouwensvotum
had verbonden. Het door de president ten
tonele gevoerde spook van linkse terreur
en anarchie bleek niet afschrikwekkend
genoeg. Op 28 april kondigde de Gaulle
aan af te treden.
DAT CHARLES DE GAULLE de onge
naakbare geheel uit eigen kracht, vanaf
18 juni 1940 zijn land een kwart eeuw
heeft gedomineerd, hetzij aan de macht
ofwel in de oppositie, is een feit dat aan
geen twijfel onderhevig is.
Zeker is eveneens dat hij Frankrijk in
1940 en in 1958 van de ondergang heeft
gered. Men moet in de geschiedenis van
Frankrijk dan ook teruggaan tot Napoleon
of de grote Lodewijken om een figuur te
ontwaren waarvan het gewicht met zijn
betekenis te vergelijken valt.