Uiterst sobere plechtigheid in Colo m bey-les-de ux-Egl is es
BEGRAVEN
1
Tienduizenden wilden
uitvaart bijwonen
Echte rouw kwam
pas gisteravond
in de straten
van Parijs
I
i«ISf
mm
vmuj
*4 *sr
Bil»
H
PLECHTIGHEID IN NOTRE
DAME HAD WEINIG SFEER
ÈL
VRIJDAG 13 NOVEMBER 1970
In de modder
Een jongeman raakt de vlag aan
die de kist van generaal De
Gaulle bedekt, terwijl het stoffe
lijk overschot van de oud-presi
dent langzaam op een pantser
voertuig naar het kerkhof van
Colombey-les-deux-Eglises wordt
gereden.
Intiem
(Van onze redacteur in Parijs)
PARIJS De diplomatie zal haar rechten hebben, zelfs op een dag als
die van gisteren in Parijs, waar de plechtigheid in de Notre Dame iets
weghad van een bijzondere zitting van de Verenigde Naties. Een paar uur
nadat de tientallen hoogwaardigheidsbekleders, begeleid door de gewijde
tonen van Bachs slotkoraal uit de Johannes Passion de kathedraal hadden
verlaten, onderhield de Franse president zich op het Elysée met de politieke
kopstukken van deze wereld: Richard Nixon, Nicholas Podgomy, Edward
Heath en nog enige „mindere goden". Deze ontvangst markeerde in feite
de hervatting van het normale wereldgebeuren dat door de dood van gene
raal De Gaulle toch wel enige dagen was gestagneerd. Een moment van
ogenschijnlijke verbroedering en eensgezindheid was zonder twijfel voorbij
toen de eerste van 's werelds leiders de trappen van het Franse presiden
tiële paleis besteeg.
- -
KI
sf s
i,
I
Respect
Jeugdige dorpsgenoten van De
Gaulle dragen de generaal naar
zijn laatste rustplaats.
T ranen
Honderdduizenden Parijzenaars brachten gisteravond op de Champs Elysées een laatste groet aan generaal De
Gaulle. De enorme mensenmenigte bewoog zich langzaam in de richting van de Are de Triomphe.
Dit is het recept-
Kaasfonduevan
Nededandsekaas.
(Van onze redacteur in Parijs)
COLOMBEY-LES-DEUX-EGLISES Gistermiddag vijf voor drie ver
liet generaal De Gaulle voor de allerlaatste keer door de hoge hekken, zijn
landgoed „La Boisserie" in Colombey-les-deux-Eglises. Een paar honderd
meter verder vond hij zijn laatste rustplaats op het kerkhof van het dorpje,
in het graf zijn van op twintigjarige leeftijd overleden dochter Anne en
waarin ook, volgens De Gaulles laatste wilsbeschikking, zijn weduwe
Yvonne een plaats zal vinden. Langs de korte weg tussen „La Boisserie" en
de begraafplaats, die vroeger al de wat wijdse benaming „Avenue general
De Gaulle" kreeg, stonden metersdikke rijen ontroerde, vaak huilende toe
schouwers. De eenvoudige eikenhouten kist stond op een voertuig van de
pantserstrijdkrachten, een wapen waarin hij specialist was. Het stoffelijke
overschot van de generaal was gehuld in het uniform van brigade-generaal,
waarin De Gaulle ook bij alle „grote gebeurtenissen" bij zijn leven gekleed
was. De kist, die bepaald niet door een luxe uitvoering maar wel door de
lengte opviei, en waarvoor de dorpstimmerman 350 franc had gevraagd,
was gedekt met de Franse driekleur.
Ettelijke tienduizenden mannen en
vrouwen waren van heinde en verre met
speciale treinen, bussen en auto's naar
Colombey toegestroomd met als enig doel
de plechtigheid te aanschouwen. Tallozen
zagen zich later op de dag de drie toe
gangswegen tot het dorpje van vierhon
derd zielen ontzegd door de gendarmerie.
In de rouwstoet volgden direct op de
legerwagen met het stoffelijk overschot
vier rouwauto's met zijn weduwe, zijn
zoon, de vice-admiraal Philippe de
Gaulle, zijn dochter en haar echtgenoot
generaal Poiffeu, de 81-jarige en enige
overlevende zuster van de ex-president
en een lange stoet van klein- en achter
kleinkinderen. De korte weg die de stoet
aflegde werd slechts éénmaal even onder
broken ten behoeve van de 144 militairen
der drie krijgsmachtonderdelen (zee
macht, lucht- en landmacht), die de gro
te soldaat een saluut mochten brengen:
de enige deputatie, die de generaal in de
puriteinse regie van zijn testament had
geduld en voorzien.
Alle beschikbare plaatsen waren uitge
buit. De toeschouwers waren op hekken
en in bomen geklommen of stonden tot
hun enkels in de modder, op tientallen
meters van de weg, door verrekijkers te
turen. Ook zagen wij mensen die tot op
de zolders van huizen en boerderijen had
den weten door te dringen, waar ze dak
pannen hadden verwijderd om hun hoof
den naar buiten te steken in de hoop een
glimp op te kunnen vangen van het his
torische schouwspel.
Weer anderen, even geestdriftige aan
hangers van de generaal, waren de vori
ge avond al gearriveerd, om achter de
dranghekken een plaatsje te veroveren.
Gehuld in dekens hadden ze onder de
blote en koude hemel de herfstnacht ge
trotseerd. Verder stonden eveneens sinds
een etmaal overal auto's in het dorp ge
parkeerd, waarin pelgrims, bij gebrek aan
hotelruimte, de nacht hadden doorge
bracht. Maar de dikke drommen waren
toch wel pas in de ochtenduren aan ko
men zetten. Hele families, ouders met hun
kinderen, meestal gedecoreerd met het
gaullistische Kruis van Lotharingen, die
zich in de berm langs de weg hadden ge
ïnstalleerd tussen de fototoestellen en
transistorradio's, boeketten bloemen die
vaak in het veld waren geplukt, plastic
zakken met proviand en dranken om het
grote uur, of beter de grote minuut af
te wachten dat de lijkstoet zou passeren.
Fransen, het mag worden gezegd, zijn
over het algemeen verzot op begrafenis
sen en lijkdiensten, maar deze plechtig
heid beloofde dan toch wel het het opper
ste evenement van hun leven te worden.
Het evenement dat zij later hun kinderen
en kindskinderen zouden kunnen naver
tellen: het bijwonen van de laatste gang
van generaal De Gaulle die deze dag een
definitieve plaats in Frankrijks galerij
of walhalla van nationale helden zou
vinden.
Tussen de grote villa, die men des
noods ook een bescheiden kasteeltje mag
noemen, waar de generaal in zijn laatste
levensjaren heeft gewoond en zijn me
moires heeft geschreven en aan de andere
kant zijn laatste rustplaats ligt het oude,
laat-Romaanse dorpskerkje, waar de re
ligieuze plechtigheid plaatshad.
Jongemannen, op hun zondags gekleed,
dorpsgenoten van de generaal, was de
eer gegund de kist van het legervoertuig
naar het altaar te dragen. In de kerk,
die tot berstens toe met familieleden en
uitgelezen getrouwen als de ex-premier
Couve de Murville en oud-minister-schrij
ver André Malraux was gevuld, werd de
requiemmis opgedragen door de dorps
pastoor, geassisteerd door de neef van
de overledene, Dominicaner pater Fran
cois de Gaulle. Een dienst die alweer
verder weinig verschilde van alle andere
hoogmissen die de generaal in deze kapel
met haar marmeren en naturalistische
heiligenbeelden al zovele zondagen had
bijgewoond. Het zelfde meisjeskoor zong
de gewijde gezangen en het werd door
de zelfde tachtigjarige amateur-organis
te, met haar wel wat stijve vingers, op
het harmonium begeleid.
Op de kleine begraafplaats was 's mor
gens haastig nog de inscriptie in de steen
gebeiteld die al de naam van Anne de
Gaulle droeg, het ongelukkige dochtertje
van de generaal, dat op 20-jarige leeftijd
was gestorven en dat altijd zijn lieve
lingskind was geweest. Ook die sobere
inscriptie had de generaal tevoren vast
gesteld. „Charles de Gaulle, 1890-1970".
Een boerenechtpaar en een driejarig jon
getje zijn, aan weerszijden van het ge
meenschappelijke graf, de onmiddellijke
buren van de vader en zijn dochter op
deze dorpse dodenakker, waarop verder
nog hooguit vijftig of zestig gedeeltelijk
afgebrokkelde kruisen en grafstenen
staan.
De hele ceremonie tussen vertrek van
de rouwstoet en het zakken van de kist
duurde niet langer dan vijf kwartier en
verliep uiteraard geheel volgens de voor
schriften van de overleden staatsman.
Het grandioze spektakel in de Notre
Dame, waarbij ook president Pompidou
en alle ministers en andere Franse hoog
waardigheidsbekleders aanwezig waren,
was, in de ogen van de generaal, toch
voor de buitenwereld, men mag bijna
zeggen voor de export, bedoeld. Zijn
daadwerkelijke teraardebestelling in het
dorpje Colombey had hij daarentegen be
doeld als een strikt-intieme aangelegen
heid voor exclusief binnenlands gebruik:
a nom de la France. En, niettegenstaande
de tientallen televisiecamera's die de
grandee tussen de Gaulle en zijn volk
aan miljoenen kijkers hebben doorgege
ven, werd. voor de duizenden aanwezigen
in Colombey de geest van die opzet of
stijl toch ook zeker gerespecteerd.
Was Parijs in de ochtend het middel
punt, zo niet de hoofdstad van de we
reld, hier in Colombey klopte het hart
van Frankrijk. In dit kleine, onaanzien
lijke Franse dorp, dat naar koeienmest,
modder en rottende suikerbieten rook en
dat zich behalve door de luxe van zijn
twee kerken, met zijn gemeentehuis an
nex school, de altijd wat overgrote gen
darmeriekazerne, zijn bistro, bakkerij,
slagerswinkel en bazaar, voor het oog niet
van die kleine veertigduizend andere
Franse gemeenten onderscheidde; in dat
dorp nu rust sedert gisteren Charles de
Gaulle, die van Colombey-les-deux-Egli
ses voor zijn land- en tijdgenoten en hun
nazaten nu vermoedelijk wel een natio
naal pelgrimsoord zal maken. De eerste
pelgrims waren gisteren in elk geval al
verschenen en met het oog op de toe
komst had een ondernemende nering
doende met vooruitziende blik al een
winkeltje met souvenirs ingericht. De
Gaulle-asbakj es, De Gaulle-kalenders, De
Gaulle-vazen, De Gaulle-presse papiers en
De Gaulle-brievenopeners. Voor op de
schoorsteen dan verder nog een gekleurd
beeldje van de generaal, compleet met
kepi en embonpoint. Voor zijn zaakje zal
geloven wij wel een rijke toekomst
zijn weggelegd.
In de Notre Dame de Paris was er vrede,
op het Elysée een „beschaafde" vijand
schap een verschil als tussen dood en
leven, in dit geval zelfs letterlijk.
En terwijl rond een uur of vijf gister
middag al die gekroonde en ongekroonde
leiders van de mensheid in hun stemmig-
zwarte auto's-met chauffeur stapten om
de Franse president en zijn vrouw na
mens hen over wie zij macht hebben te
condoleren met het verlies van de gene
raal, begaf het Parijse volk zich te voet
naar de Champs Elysées, naar de Are de
Triomphe om de oproep van Didier Del-
four, de president van de raad van Parijs
(de „burgemeester" van de Franse hoofd
stad), tot het houden van een spontane
en massale rouwplechtigheid met hon
derdduizenden te honoreren. Hier, in het
hart van Parijs, tussen Place de la Con
corde en l'Etoile ontbraken de straffe regie,
\.v
I
im r*:"
-
lilitiiill?
het starre protocpl en de veiligheidsmaat
regelen, die het kader vormden waarbin
nen zich 's morgens het officiële afscheid
van Frankrijks andere De Gaulle (de
staatsman) zich had afgespeeld.
Een afscheid dat „sober" was gehou
den, overeenkomstig de laatste wil van
de overledene. Het werd een plechtig
heid waarbij aan het gevoel tekort werd
gedaan. Je vraagt je trouwens af of de
emotie eigenlijk wel ooit een kans krijgt
in deze kille burcht, die meer Frankrijks
vergane glorie dan Gods majesteit sym
boliseert. O, zeker, de organist Jean
Cochereau beheerst zijn instrument, zoals
ook het koor van de Notre Dame onder
leiding van Jean Revert heel fijn is om
naar te luisteren.
Franois Marty, de aartsbisschop van
Parijs, begeleidde de heer en mevrouw
Pompidou over het middenpad tussen de
fraai antiek uitgedoste republikeinse gar
disten door naar hun plaatsen en ook dat
geschiedde met de voorgeschreven eer
bied en inkeer. Geen wanklanken tijdens
de requiem-mis, die traditioneel want
met Gregoriaanse liturgie en modern
tegelijk was (geheel in het Frans). Maar
de ontroering waar men, eenmaal aan
wezig bij een heilig theater als dit, toch
naar verlangt, bleef weg. Slechts even
was er iets meer dan de verfijnde teek
niek die de plechtigheid beheerste. Dat
was toen het koor het „Magnificat" in^
zette, het lied dat in aanwezigheid van
generaal De Gaulle in deze zelfde kathe'
draal klonk op 25 augustus 1944 een
datum waarop voor Frankrijk een nieuwe
tijd begon. overeenkomstig de wil van
de bevrijder, die gisteren ten grave werd
gedragen.
schijnlijk is hun dat voldoende geweest.
Want naar de gezichten en gedempte uit
roepen te oordelen kwamen burgers niet
in de eerste plaats om de ziel van hun
overleden leider aan God op te dragen,
maar om heel even vlak bij de sjah en de
negus te zijn. En waarom ook niet? De
gewone mens wil nu eenmaal de zoom
van het kleed van de machtigen der aarde
aanraken, al wordt in onze moderne tijd
een poging gedaan om deze kronkel in de
menselijke psyche recht te trekken.
„Als wij dood zijn met Hem, zo zullen
wij leven met Hem", woorden uit de
tweede brief van de apostel Paulus aan
Timotheus. Het was de tekst, die centraal
stond in de rouwplechtigheid in de Notre
Dame en iets van de sfeer en diepere be
tekenis van deze spreuk beheerste gister
avond het eerbetoon aan de overledene
op de Champs Elysées.
Nu dan eindelijk rouwde Parijs vrijuit.
Terwijl een wolkbreuk zich boven de
honderdduizenden ontlaadde, klonk mas
saal de Marseillaise. Grijsaards, die zeker
de „grote leeftijd", zoals in Frankrijk het
bereiken van de tachtig jaren wordt aan
geduid, hadden overschreden, maakten
het V-teken en lieten hun tranen stro
men. Anderen torsten een vlag, probeerden
in de houding te staan op hun borst oor
logsmedailles, in hun handen een portret
van de dode.
„Mijn generaal, ziehier uw volk
schreef de Franse dichter Maurice Druon.
Het was inderdaad het volk van De
Gaulle dat gisteravond de vele meters
brede Champs Elysées bevolkte. Mannen
en vrouwen trokken hand in hand op
naar de Are de Triomphe, naar de reus
achtige Franse vlag onder die historische
boog. Schijnwerpers met een middellijn
van zeker een meter zetten het hart van
Frankrijk in de nationale kleuren. Het
graf van de onbekende soldaat werd be
dekt met kransen, maar ook met bosjes
eenvoudige, goedkope bloemen.
Parijs, dat zich deze dagen tooit met
het onderschrift „medestrijder voor de
vrijheid", liet zich urenlang gaan. Met
tranen en marsmuziek, met vlaggen en
bloemen. „0„ kon u nog éénmaal tot ons
spreken", schreef Druon. Maar De Gaulle
is dood. Velen van hen, die gisteravond
om hem huilden, zouden ook nu nog voor
hem willen sterven, zoals zij dat ruim
een kwarteeuw geleden ook wilden.
Parijs huilde dan toch nog zonder zich
te generen om het heengaan van zijn ge
neraal. Zelfs de grootste vijand van deze
unieke man kon gisteravond op de
Champs Elysées niet ontkomen aan een
zekere ontroering, aan de simpele consta
tering dat deze dode bij zijn leven een
onpeilbaar diepe betekenis heeft gehad
voor miljoenen mensen. En het is dit
oprechte verdriet van de massa, dat doet
beseffen dat wijlen Charles de Gaulle de
tranen toekomen, die hij gisteravond
kreeg.
Vandaag zullen in Frankrijk oude men
sen sterven. Grijsaards, die misschien gis
teravond in Parijs hun laatste adem op
maakten. Zij zullen zeker heengaan in de
overtuiging dat zij „dood zijn met hem,
opdat zij zullen leven met hem."
Later, over een paar dagen misschien
al, mogen de cynische hersenen weer
functioneren. Zij mogen de redeloze ver
heerlijking van de sterveling De Gaulle
veroordelen. Gisteravond mocht dat niet
en kon dat niet.
Tot gistermorgen toe speculeerde de
Franse pers op de mogelijkheid dat een
lege katafalk de afwezigheid van het stof
felijk overschot althans symbolisch
enigermate zal opheffen. Het is niet ge
beurd. Blijkbaar hebben de „regisseurs
van het spektakel dat zich gistermorgen
in Parijs voltrok zo veel respect voor het
testament van generaal De Gaulle gehad
dat zij op dit punt er niet de hand mee
hebben willen lichten.
Ook het Franse volk was in de Notre
Dame aanwezig. Tot een uur voor het be
gin van de mis mochten zij binnen, zo
lang de aan de gewone burgerij toegeme
ten ruimte tenminste niet vol was. Wat er
niet meer in kon, verzamelde zich voor de
hoofdingang van de kathedraal. Zij zullen
het koud hebben gehad. Ze zullen mis
schien een glimp hebben opgevangen van
de keizers, koningen en prinsen en waar
ADVERTENTIE
Caquelon inwrijven met knoflook.
Dan 4 dl halfdroge witte wijn in
de pan verwarmen tot de wijn
gaat bruisen. Vervolgens 500 gr
fijngesneden jong belegen Goudse
toevoegen, goed roeren en weer
aan de kook brengen. Binden met
maïzena, op smaak
afmaken met
zout, peper,
nootmuskaat
en wat kirsch.