Camus, Fanon, Guevara, Lévi-Strauss en Marsuse in reeks „Oriëntatie op morgen r DE TOEKOMST OU TOYNBEE 3 *i5 life 1 WOENSDAG 18 NOVEMBER 1970 99 LINKSE LECTUUR IS IN. Volgens enkele uitgevers in West-Duits- land die goed verdiend hebben aan het uitgeven van marxistische en anarchistische geschriften is de room er nu wel af en is men toe aan de „Sexwelle". Feit is dat de Westduitse uitgeverijen op de Frank- forter Buchmesse een pornografische waterval over de bezoekers hebben uitgestort. Niettemin blijkt in Nederland nog een grote vraag te bestaan naar geschriften van Marcuse, Marx, Fromm, Rosa Luxemburg, Roel van Duyn, Bakoenin, Guevara, Engels en anderen. Er bestaan hier enkele uitstekende reeksen zoals de „Manifesten" van Boucher (Den Haag) en „Kritiese Bibliotheek", een gezamenlijke onderneming van Mèulenhoff, De Bezige Bij en Van Gennep. Camus Frantz Fancn Che Marcuse Lévi-Strauss Bakoenin „Reactionaire bende" m'/'A Friedrich Engels A. W. Waött. iit'L m\ S/UIPU Btl li 'm li PROGRESSIEVE DENKBEELDEN OP NEDERLANDSE BOEKENMARKT Oriëntatie op morgen heet de serie boekjes toepasselijk in felrood kaft over progressieve kopstukken van deze eeuw. In eerste instantie worden vijf nogal uiteenlopende figu ren onder de aandacht gebracht. Al- bert Camus, Frantz Fanon, Che Gue vara, Claude Lévi-Strauss en Herbert Marcuse. De reeks staat onder redactie van prof. Frank Kermode van de univer siteit van Londen. Meulenhoff in Am sterdam is de Nederlandse uitgever van de serie die in de toekomst zal worden aangevuld met onder andere Noam Chomsky, Wittgenstein en Freud. ALBERT CAMUS wordt in 85 blad zijden belicht door Conor Cruise O' Brien. Onderbelicht. Want O'Brien doet nauwelijks meer dan uittreksels geven van Camus' boeken. Wel komt tussen de regels goed de spanning tot uitdrukking die Camus met zijn Alge rijnse achtergrond en zijn Franse edu catie heeft moeten verwerken tijdens de opstand in Algerije. Camus was voor een „vrij samen gaan" in Algerije, hetgeen een Fran se overwinning vereiste op de FLN, de Algerijnse verzetsbeweging. In 1957 ALBERT CAMUS boekenboekenboekenboeken» boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken ka a a bi boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl kort nadat hij de Nobelprijs had ge kregen zei hij nog: „Ik heb terreur altijd veroordeeld. Ik moet ook een terreur veroordelen die blindelings te werk gaat, in de straten van Algiers bijvoorbeeld, en die op een dag mijn moeder of. mijn familie kan treffen. Ik geloof in rechtvaardigheid maar ik zal vóór de rechtvaardigheid mijn moeder verdedigen". Ondanks Camus' afkeer voor de Franse onderdrukkingsmethoden steunde zijn standpunt noodzakelijker wijs de onderdrukking, en dat is Ca mus ernstig kwalijk genomen. O'Briens biografie van Camus werd vertaald door N. Roos. „DE VERWORPENEN DER AAR DE". Met dit boek waarvan twee jaar geleden ook een Nederlandse verta ling is verschenen werd Frantz Fanon beroemd. Men noemt hem wel de Gue vara van Afrika. Als theoreticus kan hij zeker op één lijn worden gesteld met de Zuidamerikaanse guerillalei- der. De levensbeschrijving van Fanon is van David Caute. De vertaling werd verzorgd door D. Beukenhorst. Fanon, op Martinique geboren, kreeg zijn opleiding in Frankrijk. Hij studeerde medicijnen en psychiatrie. Al gauw wordt hij zich ervan bewust dat een neger in Frankrijk „altijd in de eerste plaats een neger is en dus minderwaardig". Met volledige inzet en gewapend met zijn grote intelli gentie begint hij zijn strijd tegen ra cisme, kolonialisme en kapitalisme. De kern van Fanons theorie zoals die is weergegeven in „Les Damnés de la Terre" luidt: de authentieke revo lutionaire klasse in de Derde Wereld, en eigenlijk in de gehele wereld van vandaag is de arme boerenstand,, de slachtoffers van de absolute verar ming, maar mannen en vrouwen met gemeenschapszin. „Een samenhan gend volk dat als het ware statisch verder leeft maar dat haar zedelijke waarden en haar toewijding aan de natie bewaart". Deze mannen en vrou wen, edelmoedig van geest, gaarne bereid bescherming te verlenen aan Titelpagina van een door revolutio naire boeren uitgevaardigde ar- tikelenbrief. Prent uit „De Duitse Boerenoorlog" van Friedrich Engels. stedelijke militanten die door de vei ligheidsdiensten werden achtervolgd, bereid met geweld hun grond en waardigheid weer op te eisen, zijn volgens Fanon, de werkelijke „ver worpenen der aarde". (Een zin ont leend aan de Internationale). Caute slaagt erin de man die de „bijbel voor de Derde Wereld" schreef tot een vol ledig mens te scheppen. ANDREW SINCLAIR schreef een knappe studie over Che Guevara's le ven en denkbeelden. Het boekje werd vertaald door B. Kolthoff. Nu leent Ernesto Guevara, die later de ere naam Che kreeg, zich op het eerste gezicht gemakkelijk voor het schrij ven van een biografie. De bouwstenen voor een romantisch verhaal liggen voor het grijpen. Toch moet juist dan een biograaf oppassen om zo nauw- kerig mogelijk langs de verdichtsels te laveren. De geschiedenis, zegt Sinclair, zal Guevara waarschijnlijk behandelen als de Garibaldi van zijn tijdperk, de meest bewonderde en geliefde revolu tionair van zijn tijd. Het effect van zijn ideeën over het socialisme en de guerrillastrijd zal misschien tijdelijk zijn, maar zijn invloed vooral in La tijns Amerika kan niet anders dan voortduren, want sinds Bolivar is er géén mens geweest met zo'n hoog ideaal van eenheid voor dat verdeelde en ongelukkige continent. Voor de rijke landen van de wereld en voor de corrupte regeringen die vele van de arme landen overheersen vormt de dode Che een vijand die te gelijk vreeswekkend en subliem is. Guevara's laatste woorden aan Fi del Castro waren: „Ik moet de heilig ste van alle plichten vervullen het imperialisme bestrijden, waar het ook mag zijn". Met imperialisme bedoel de hij vooral het imperialisme van de Verenigde Staten: „Zij drijven ons deze worsteling in; er is geen keus; wij moeten onze voorbereidingen tref fen". De enige methode om Vietnam te helpen stelde Che is een totale oor log tegen de Amerikanen te voeren: y-v■Y'Vffl A. J. G. STRENGHOLT-AMSTER- „Tuin, vijvers en Waterpartijen" met flora en fauna. Een handleiding voor het zelf maken van uw vijver en het vakkundig beplanten ervan. „Raad sels, Rebussen en Puzzels uit alle tij den" bijeengebracht en ingeleid door Dr. J. M. Fuchs en W. J. Simons. Kees Ketting en Henk Peetere: „Vis senVliegen... Vangen..., een handboek voor de vliegvisser, met een keur van foto's en tekeningen toe gelicht en verfraaid. Yves Mériel Bus- sy: „Plastisch Werken met dun me taal" uit de bekende handarbeidreeks. Herbert Gerigk: „Woordenboek der Muziek", Nederlandse bewerking van Hennie Schouten. Henry Sackerman: „Triplesex". C. S. Forester: „De man op het gele reddingsvlot", en zeven andere zeeverhalen uit de Tweede Wereldoorlog. Pinchas E. Lapide: „De man. A. W. BRUNA-UTRECHT-UTRECHT. Zwarte Beertje»: „Het uur van de Weerwolf" en andere griezelverha len, bijeengebracht door Aart C. Prins-James Leasor: „Zo maken ze ze tegenwoordig niet meer". (Thril ler). Havank-Terpstra: „Schaduw op de heide" (detective). Boileau-Narce- jac: „De Dood zei: misschien" (thril ler). Patricia Clapton: „Speeltje" (avonturen). Mr. Marlowe: M Dood" (detective). Isaac Asimov: „De Sprekende Steen" (Science Fiction). David Ely: „Het Tweede Bestaan' (Science Fiction). Margaret Drabble: „De Molensteen" (roman). Tove Jans- son: „Pappa Moem" en de „Myste riën van de Zee" (Fantastische ro man). Witte Beertjes: Roland Topor: „Joke viert zijn verjaardag", ver taald door A. J. de Swarte. Barbara Frischmuth: „Pesionaat". l sw'f.n'W vim Je éft) i „Geen enkele Amerikaanse soldaat mag zich veilig voelen in zijn kwar tier, in de bioscoop, op straat. Hij moet zich als een in het nauw gedre ven dier gaan voelen en naarmate hij zich meer en meer als een dier ge draagt zal zijn degeneratie tot zijn on dergang leiden". Che zei dit niet alleen, hij bracht het ook in praktijk. Hij begon de guer rilla in Bolivia en werd vermoord, maar „waar en hoe de dood ons ook moge overvallen, laat hem welkom zijn, mits onze oproep tot de strijd slechts één ontvankelijk oor heeft be reikt en een andere hand zich gereed maakt om onze wapens te voeren en mits andere mannen bereid zijn de zegegang aan te heffen met het rit mische staccato van het machinege weer en met nieuwe strijdliederen van oorlog en overwinning", zo luidt zijn credo. HET VIERDE boekje uit de reeks „Oriëntatie op morgen" behandelt Herbert Marcuse. Alasdair Maclntyre schreef de monografie en L. Meurs vertaalde het boek. Maclntyre's benadering van de Amerikaanse filosoof is zeer kritisch en veronderstelt een grote mate van kennis over hetgeen Marcuse heeft geschreven. Interessant is de theorie dat Marcuse's denkbeelden sterk zijn beïnvloed door de Duitse filosofie, waarbij hij zich afzette tegen Heideg ger die zich had aangesloten bij de nazi's en verkondigde: „Vandaag en in de toekomst is alleen de Führer zelf de Duitse werkelijkheid en haar wet". VAN EDMUND LEACH tenslotte is er een analyse der theorieën van Clau de Lévi-Strauss. Het boek is vertaald door H. ten Brummelhuis. De in België geboren socioloog en etnoloog Lévi-Strauss is vooral be roemd geworden om zijn boeken „Het trieste van de tropen" en de drie de len „Mythologiques". Leach gaat zeer intelligent en vaak geestig te werk om de soms weinig toegankelijke an tropologische ideeën van Lévi-Strauss voor de leek begrijpelijk te maken. Hier en daar lijkt het boekje te ver zanden in een sociologische polemiek tussen Leach en Lévi-Strauss, maar voor de ongeschoolde doch niet ge makzuchtige lezer blijft er steeds veel te genieten. IN DE REEKS „MANIFESTEN" een met zeer goede smaak samen gestelde serie van uitgeverij L. J. C. Boucher in Den Haag zijn denkbeel den bijeengebracht van Michael Ba koenin. De bundel heet „Anarchisme, staat en dictatuur", Arthur Lehning zocht de artikelen bijeen en schreef een inleiding, Jaap Kloosterman ver zorgde de vertaling. Bakoenin. Een merkwaardige strijd bare Rus, zoon van een adellijke grootgrondbezitter, die filosofie stu deerde in Moskou en Berlijn. Verzorg de de eerste vertalingen van Hegel in het Russisch. 'Radicale tegenstander van Karl Marx. Praktijk-revolutionair vooral, die zich onvervaard in de strijd wierp als het er om ging auto riteiten ten val te brengen of grotere vrijheid te veroveren. Vrijheid bete kende voor Bakoenin vooral mense lijke waardigheid. „Ik ben niet vrij, zei hij als niet alle mensen om mij heen óók vrij zijn". FEL IS Bakoenin in zijn oppositie tegen Marx. „Als er een staat is, dan is er beslist heerschappij, dientenge volge ook slavernij, zegt hij. Een staat zonder slavernij, hetzij in open lijke, hetzij in bedekte vorm is on denkbaar: dat is nu de reden waar om wij vijanden van de staat zijn. Wat betekent dat proletariaat verhe ven tot heersende klasse? Het hele proletariaat zal toch zeker niet aan het hoofd van de regering staan. De Duitsers tellen ongeveer veertig mil joen zielen. Al die veertig miljoen zul len toch zeker niet lid van de regering zijn? Het hele volk zal regeren en mensen over wie geregeerd wordt zul len er niet zijn. Dan zal er ook geen regering zijn, zal er ook geen staat zijn en als er wél een staat zal zijn, dan zullen er ook mensen zijn over wie geregeerd wordt, dan zullen er slaven zijn. „Onder volksregering verstaan de Marxisten een regering over het volk door middel van een gering aantal vertegenwoordigers, die door het volk zijn gekozen", aldus Bakoenin. De verkiezing door de gehele natie van zogenaamde volksvertegenwoordigers en van de leiders van de staat, dat nu is het laatste woord der Marxianen, evenzeer als dat van de democrati sche school: een leugen, waarachter zich het despotisme van een regeren de minderheid verschuilt, en een des te gevaarlijker leugen daar zij zich voordoet als de uitdrukking van de vermeende volkswil. BAKOENIN predikt het revolutio nair socialisme. Als lichtend voor beeld noemt bij de Commune van Pa- Sm -Mt l. rijs. Hij bezingt als het ware deze re volte: „Parijs dat zich opnieuw de vervloeking van de gehele reactionai re bende van Frankrijk en Europa waardig toonde". Zeer zeker zou Bakoenin als hij een eeuw later had geleefd opnieuw in grote geestdrift zijn geraakt door het te vaak genegeerde anarchistische element in de Spaanse burgeroorlog, vóórdat de grote mogendheden ingre pen en hun keuze maakten: fascis me of communisme. Bakoenin leefde van 1814 tot 1876. Maar zijn weinig uitgewerkte denk beelden zijn springlevend, getuige ka bouterideologieën, getuige de vele nog bestaande vormen van dictatuur waar tegen hij stelling nam, getuige de golf van buitenparlementaire acties in het jaar 1968 (onder andere in Frankrijk, de VS, Tsjecho-Slowakije en Mexico). „Michael Bakoenin is back in town", zoals de poster op de achterkant van het boekje onthult. „Manifesten" startte destijds uit stekend met Erich Fromms „Marx' visie op de mens"', „Klassieke teksten van Marx" en de prettig leesbare „Pa- rijse manuscripten" eveneens van Marx. Via de lijn Guevara-Sartre-Mao blijft dit niveau door „Anarchisme, staat en dictatuur" gehandhaafd. HERBERT MARCUSE opstand oproept tegen de rooms-ka- tholieke kerk (Christus zegt toch: ik ben niet gekomen om de vrede te brengen, maar het - zwaard"). Juist omdat Engels in deze periode (1849) zelf enige revolutionaire ervaring had op gedaan bij een opstand in de Palts te gen Pruisen voelde hij blijkbaar affi niteit met Münzer, die naar een Gods rijk streefde, maar te ver greep en daarom wellicht faalde. De oorspron kelijke versie van de „Duitse Boeren oorlog" verscheen in het maandblad „Neue Rheinische Zeitung", waarvan Engels' vriend Karl Marx de hoofdre dacteur was. Het is een fraai verzorgd, gebonden boek, geïllustreerd met talrijke hout sneden en voorzien van kaarten, aan tekeningen en personenregister. Om dat dit niet uit de prijs blijkt is dit wel een extra pluim waard in ons pocket- en paperback-tijdperk. A. WILLINCK BIJ PEGAGUS verscheen een her uitgave van „De Duitse boerenoorlog" een voornamelijk sociaal-economi sche schets van de anti-feodale agra rische revolutie in 1525. Het werd ruim een eepw geleden geschreven door Friedrich Engels. Engels stelt de „burgerlijke hervor mer" Maarten Luther tegenover de „plebejische revolutionair" Thomas Münzer, die het volk tot gewapende „BLOKKERENDE gewoonten, plei dooi voor een wereldstaat" bevat de bewerking van een aantal colleges, die de Britse historicus prof. Arnold Toyn- bee op Amerikaanse universiteiten heeft gegeven. Het boekje is in een ver taling van M. Glimmerveen-Molenschot verschenen in de Aula-reeks van het Spectrum in Utrecht. Een van de centrale vragen die Toyn- bee stelt is de bestemming van het menselijke geslacht. Stel dat we de oor log kunnen afschaffen, zo redeneert hij, stel bovendien dat we het probleem van de radioactieve afval kunnen oplossen en dat we er in slagen de wereldbevol king te voeden en de geboorte-explosie enigszins te stuiten, wat voor een wereld zullen we dan in de toekomst krijgen? Door een antwoord te zoeken op deze vragen bedrijft Toynbee op een intel- tectuele manier science fiction tegen een historisch perspectief. Die toekomstige wereld ziet er alles behalve aanlokkelijk uit. Het zal er overvol zijn: Toynbee spreekt van één megalopolis wereldstad, waarbij het geen zin zal hebben er uit te trachten te ontvluchten, want „wat zal de mens er aan hebben zijn tegenvoeters te be zoeken wanneer daar niets anders te zien is dan de alomtegenwoordige me galopolis vanwaar hij ook vertrokken is, terwijl hij ook onderweg niets anders gezien heeft?" Veel van Toynbee's theorieën zal men overigens terugvinden in zijn kolossale standaardwerk „A Study of History". boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenDoekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboekenl ELSEVIER NEDERLAND N.V. Manfred Meinz: „Antiek Zilver". Een rijk geïllustreerde gids voor ver zamelaars en liefhebbers van antiek. Dit is het zesde deeltje dat is versche nen in de reeks „Elseviers Antiekbi bliotheek", die het gehele terrein van het antiek zal bestrijken. Eerder ver schenen reeds: „Stijlen", (2delen), „Antieke meubels", (2 delen), „An tiek Glas". A. Q. Jongejans-Meijer: „Zo schrijft U goede brieven". Met talrijke voorbeelden van brieven voor alle omstandigheden. Ross Tho mas: „De Gele Schaduw". (Thriller) Paperback. Alexander Kent: „Slagli nie bij Cozar". Evenals het eerder verschenen boek van deze schrijver: „Het loon van de Glorie", is ook dit boek een historische roman over de zeeoorlogen in de 18de eeuw. In de serie: „Elseviers Wereld der Dieren" is verschenen: „Reptielen" door Karl P. Schmidt en Robert F. Inger. Over deze oudste bewoners van onze pla neet geeft dit boek een beknopte en systematische informatie. Het bijzon der mooie illustratie-materiaal, waar onder talloze gekleurde foto's maakt een uitgebreide beschrijving der die ren overbodig. Een verrukkelijk „Kijk"-boek dus ook, en voor de ve le terrariumhouders een zeer welko me aanwinst. Eerder verschenen de len in deze serie: „Zoogdieren" „Vissen" „Amfibieën" „Insek- ten". SP3CTRUM-MARKA-REEKS. Ray E. Brown: „Oordeelvorming in het leidinggeven"., Albert Battersby: „Wiskunde in de bedrijfsvoering". SPECTRUM-PRISMA-COMPENDIA Franklin W. Stahl: „Het Mechanis me van de werkelijkheid"., D. A. Coult: „Moleculen en cellen". SPECTRUM-PRISMA-DETECTIVE Robert I. Pike: „De Getuige die zweeg"., Edgar Wallace: „Jonkvrouw op drift"., Robert Lait: „Voor moor denaars geen gratie"., Patricia Moy- es: „Tolk van de dood"., John Dick son Carr: „Moordenaar voor de bijl" Philip Loraine: „De Kus van de Maf fia"., Mignon G. Eberhart: „De We duwe in kwadraat". Ellery Queen: „Mr. Misdaad". Patricia Mcgerr: „Siniste re Gelijkenis". s -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 15